mm
DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Mf gn „Overland" MuobiÉii.
So. 285
Monderd
on yijffeiendö jaargang
ZATERDAO
6 DECEMBER.
Alkmaarsche Huishoud-
Industrieschool.
en
TWEE WEEUWTJES.
FEUILLETON.
De Ziel van Margaret Rand.
Jeze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon en
*-estdagenr uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
Alkmaar ?0.80; franco door het geheeie Rijk fl.—
Afzonderlijke nummers 3 Cents
Telefoonnummer 3.
Groote
Prijs der gewone advertentiën
Per regei f 0,10. Bij groote contracten rabat
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- an
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
9
Levert alle soorten Carrosseriën, desge-
wenscht op elk verlangd Chassis.
Een gebruikte FBQEFW1GM billijk te
koop Telefoon 5.73.
Asn bovengenoemde Inrichting wordt tegen 1 Febr.
IV!4 g«vr»a/d een
in cout.uumnaaien. Salaris f 700 met 2 vjjfjaariijk-
sobe verhoogingen.
S 'llieitatiea vóór 15 Dee. a.s., LAAT 169, Alkmaar.
Iniiuhtingirii verstrekt de Direotrice.
Namens het Bestuur,
C. M. EITS - NEIJENÏÏUIJS, Secretaresse.
Het heele stadje was het er roerend: over eens, dat
de redacteur der „Morgenpost" blijken gaf van me
lancholie, van gedruktheid; sommige minder vrien
delij k-gesteaide geesten gaven nog andere uitdruk
kingen over hem ten beste; zij tikten, knipoogend,
met hun vingers tegen hun voorhoofd, als zij over
hem spraken, doch diati waren dan ook de minder
vriendelijke.
De dameswereld was nooit tevoren zoo verrukt van
hem geweest als juist nu. Hij hield er tegenwoordig
een verrukkelijke voorliefde op na om „onder de
stretep" genotvolle verhaaltjes over ongelukkige lief
des op te disschen, waarvan de inhoud niet met dro
ge oogen te lezen was. Ook gedichten gaf hij!....
Alleen om de titels nam men al een abonnement op
de „Morgenpost".
Buiten zijn werk om vond men hem niét minder
interessant. Hiji hiéld van eenzame avondwandelin
gen bij maneschijn en zijn huisjuffrouw had, onder
strengste geheimhouding, aan enkele dames verteld,
dat „meneer" niet veel' meer at dan een kanarievo
geltje. En dat „zij" Elsa heette, want zij had dien
naam in rondschrift op een velletje papier wel twin
tig maal ontdekt.
Met ontroering en met schuchtere nieuwsgierig
heid keken nu vele jonge en ook oudere jonge-meis
jes, wier hart niet door andere gedachten in beslag
werd genomen, naar meneer Herman Schwab, als hij
haar melancholiek, en vaag voorbijging. En de onbe
kende Elsa werd met eenparigheid ©en mispunt ge
noemd, een harteloos wezen, dat ongevoelig bleek
voor de wenschen van dezen aard'igen, hubschen man.
Zijn vrienden waren over zijn verandering niet zoo
goéd te spreken. Zij ergerden zich, dat hij hun ke
gelclub in den steek liet, en nog ander© gezellige bij
eenkomsten. Doch wat er precies met Herman ge
beurd was, bleef hun een raadsel. Herman was ge
sloten! Niemand ried dia juiste oorzaak.
Hij was verliefd....
Niet voor den eersten keer, beware! Herman
Schwab was dichterlijk aangelegd, in zijn vrije uren
flanste hij nu en dan wel eens wat poëemen aan el
kaar en dichters hebben, zooals bekend is, lichtont
vlambare harten; ook ter wille van zijn beroep
kon hij toch niet steeds liefdeszangen aan één en het
zelfde ideaal opdragen I
Maar ditmaal had hij het ernstig te pakken, heel
ernstig. Ook al omdat zijn wenschen en verwachtin
gen hopeloos waren. Even hopeloos als romantisch.
Op zekeren morgen had hij een brief van zijn tante
ontvangen, waarbij ingesloten was een zeer omvang
rijk schrijven, een manuscript, dat hij bedenkelijk en
wantrouwend opnam, (redacteurs bekijken dergelijke
(STaéttik verbodera).
«sa I. SEESA33S!
«8)
Ik ben ontslagen, mompelde zij, ik moet heen
gaan en zij zal geen getuigschrift van mij willen ge
ven, daarvan ben ik overtuigd. Tachtig pond! Ik
mag1 van geluk spreken als ik ergens anders veertig
pond! krijg. En zij was altijd zoo vriendelijk en wat
maakte i'k niet al van haar kleecren, die ik beweerde
dat ouderwetsch waren. Ik moet het weer met haar
zien klaar te spelen. Ik vertrek niet als ik er wat
aan doen kan.
Intusschen zat Margaret, die haar gewaarwordin
gen zoo goed had weteni te verbergen, over al haar
leden bevend in een van baar mooie salons.
Zij was blij, dat zij' de thee in de hall had besteld,
want in het schemerachtig© licht daar zou niemand
haar bleekheid opmerken. Zij had zich goed gehou
den voor Clair en den stier bij de horens gepakt m'et
zulk een goed resultaat, dat zij niet dlacht, dat zij
veel last meer van het meisje zou hebben. Maar als
zij alles in het reine wilde brengen, kreeg zij het te
doen met Charlotte en zij voelde dat d'at iets geheel
anders was.
Waarom heb ik het toch gedaan, kreunde zij.
Zij bedekte haar gelaat met haar bevende handen.
Margaret, je vergt te veel! van Hetty, kreet haar
gepijnigd hart, „te veel." Ik was een goed meisje,
totdat jij mij in verzoeking bracht; nu ben ik een
misdadigster. O, geweten, wordt niet wakker, slaap
voort. Het is niet om het geld maar om den man
om den man, dien ik met heel mijn hart zoo vu
rig liefheb. Als hij het ooit te weten komt, dan zal
ik sterven, dan wil ik mij het leven benemen. Als ik
wi»t, dat John mij verachtte, dan zou ik krankzinnig
schrifturen altijd op die wijzei).
Zijn pijnlijk voorgevoel! 'had hem niet bedrogen.
Het waren gedichten; over de dertig stuks; zij zei
den niets bijzonders, het was het gewone poeëti&ch©
geinurmureer over veld, boisch en weide, over harten
en smarten, over mond en zomer&tond, verlangen en
zangen. De dichteres scheen Üe droevigste ervarin
gen te hebben opgedaan in haar lief die-onder vindin
gen, want ai da gedichten waren in mineur.
Schwab was woedend; razend gewoon; hij bromde
allerlei lieftallige verwensohingeu voor zich heen.
Den brief van zijn tante wenschte hij eerst na het
middagmaal te lezen om zic'h niet door nieuwe erger
nis zijn trek te laten benemen.
Zijn voorzorgsmaatregel bleek heel verstandig.
Tante Louise;, of zooals zij in haar loffelijke hoe
danigheid van vette erftante ook wel teederlijk „tan
te Loesje" werd genoemd' tante Loesje verzocht op
die haar eigen gedecideerde manier, die geen weige
ring duldde en waaronder haar man zaliger had ge
zucht, dlat de ingesloten gedichten mochten worden
geplaatst, dat aan de maakster ervan eenige exem
plaren der courant mochten worden toegezonden en
tevens een aardige raief ter aanmoediging. De dich
teres was een zeer bekoorlijke, jonge vriendin van
haar, weduwe, en heette Elsa Erommann.
Herman Schwab was eerst van plan om met een
sarcastische pen d'e gedichten terug te zenden. Maar
na eenig nadenken deed hij dat niet. Tante Loesje
kon eens ernstig gekrenkt er door worden en hem
dit later inpeperen!....
En dan, hij kon da gedichtjes wel een beetje bij
werken, dan waren ze zóó slecht niet.
De eerste veilde hij' bij, liet ze afdrukken en zond
ze op aan de weduwe E'lsa Erommann.
Onverwachts en ongewenscht kwam er antwoord
op terug. Maar in de aardige, vlotte manier van
schrijven lag een bijzondere bekoring. Schwab ge
noot van den humoristischen toon in den brief en las
met inwendig gegrinnik en algeheele aandacht tot
het einde door.
Daarop ontstond een briefwisseling, die spoedig
daarna ten gevolge had, dat het heele stadje opmerk
zaam werd op den veranderden gemoedstoestand van
den redacteur der „Morgenpost".
Herman Schwab was eenvoudig gezegd smoor
verliefd geworden op de hem persoonlijk onbekende
weduwe Erommann. Hij erkende, dat hij nog nim
mer dergelijke warmbloedige, geestige, opwekkende
vrouwenbrieven gelezen had. En ook had hij nog
geen dame ooit ontmoet, die zoozeer op zijn ideeën
en gevoelens inging als deze onbekende. Hij was bui
tendien, zonder eenige aarzeling, overtuigd, dat El-
za's "uiterlijk" gelijk zou zijn aan haar mooie ziel,
dat zij stellig een buitengewoon mooie vrouw moest
zijn.
Maar het verdrietelijke van deze geschiedenis was,
dat het aardige vrouwtje zijn min of meer duidelijke
toespelingen op zijn harts-toestand en de oorzaak er
van niet scheen te begrijpen. Zij gleed er onberoerd
over heen en liet zelfs doorschemeren, dat zij aan
haar weduwenst.aat gehecht was en er niet lichtzin
nig van afstand zon doen.
En toen Schwab duidelijker werd' en haar onver
holen vroeg, 'haar te mogen leeren kennen, sloeg zij
onomwonden dit voorstel af en dlreigde hem zelfs,
dat, mocht hij 'haar, ondanks dié weigering, tóch op
zoeken, hun correspondentie voor goed zou zijn afge
broken.
Het vrouwtje wist, dat dit een vreesdij k dreige
ment beteekende. Had hij haar niet even dwepend
worden. Ik zou liever willen, d'at de Hemel op mij
vertoornd was dan John. O, o, wat moet ik doen?
John) en John's zoon. Ja, ik zal' dapper zijn, ik wil
het vrees el ijk© bedrog tot eiken prijs volhouden. Ik
moet slechts moed hebben, dan zal' ik niet bezwijken.
Als ik Charlotte zand in de oogen heb gestrooid, dan
zal ik vooreerst zoo verder kunnen gaan.
De bel! der voordeur ging over fen een o ogenblik la
ter werd dominee Earlton aangediend. Margaret
haalde verruimd adém. Zij' had dezen goeden man
van het eerste oogenblik mogen lijden.
O, mevrouw Hand, zei hij, wat een genoegen u
in uw eigen huis te kunnen begroeten. Welkom,
Welkom thuis! U zal ondervinden, dat al onze har
ten, zoowel van rijk als arm, openstaan om u daarin
op te nemen. Uw beste man heeft langen tijd een
eerste plaats ini onze genegenheid ingenomen en d'aar
wij hem niet zondter u zouden hebben kunnen hou
den, kan u zich voorstellen, hoe hartelijk wij u zullen
ontvangen.
Gaat u zitten, mijnheer Earlton, zei Margaret.
Ik heb u zooveel ta vragen en te zeggen. Hier, neemt
u dezen steel. Ik zal' dien in 't vervolg voor u hou
den; u past er zoo goed in. Mag ik u room om suiker
geven? Dat is mooi1; ik vergis mij altijd met die
thee zonder suiker en een druppel molk. Proeft u
deze cake eens, zij ia heerlijk, bijna erven lekker als de
cakes, die wij in Tasmania bakten.
U zal mij bederven, mevrouw Rand.
Ja, dat zal ik ook, want ik ben overtuigd, dat u
dat noodig hééft.
Het doet alle mannen goed als zij: wat door een
goede vrouw bedorven worden, antwoordde de predi
kant. Maar ik waarschuw u bijtijds, als u te veel
drukte van een oud jonggezel maakt, d'an kan hij wel
eens een lastpost worden en ziteh te veel vCrtoonen.
Margaret wist niet, waarom haar oogen plotseling
vol tranen stonden»
U d'oet mij aan mijn lief vadertje denken, zei
zij, terwijl zij haar hand op zijn arm legde. U lijkt op
hem en toch ook weer niet. Hij i» reeds lang dood.;
als lichtzinnig verraden, dat haar brieven hem waren
geworden als d'agelijk&ch brood, dat hij niet ontberen
kon? Zoo iets te bekennen is altijd onvoorzichtig;
vrouwen maken er bij voor haar gunstige gelegenhe
den gebruik van!
Zuchtend, zich opetende van verdriet, al naardat
zijn gemoedsstemming was, schikte Schwab zich
daarom in zijn hard lot, steeds hopende, haar hart
tot andere gedachten te brengen.
Op zekeren dag werd hij: voor een vergadering in
de stad, waar Elsa woonde, opgeroepen. Zoodra hij
tijd vond, rende hij; naar zijn tante Loesje, in de hoop
haar als bemiddelaarster te winnen in zijn hartsaan-
gelegenheidL
Tot zijn vreugde beloofde zij hem bij; te staan, ge
roerd als ze was door zijn eerlijke, hartstochtelijke
biecht.
Zij zon na over een mogelijk plan om n.L een on
verwacht samentreffen van haar neef met zijn aan
gebedene te bewerkstelligen. Tot haar vreugde kon
zij hem voorstellen om haar en haar vriendin, het
weeuwtje Erommann, des middags, zoogenaamd toe
vallig, te treffen bij, het concert in het stadspark.
Op zijn vraag, hoe zij er precies uitzag, beschreef zij
haar als een knappe brunette, een beetje gezet, met
frissche teint.
„Geheel mijn smaak", grinnikte Schwab, inwendig
zich van verlangen en onrust verkneukelende.
Reeds om drie uur had hij aan een tafeltje hij 't
concert post geva't, waar hij een juist overzicht op
de binnenkomenden had).
Doch boe hij ook tuurde, onder de vele wandelaars
ontdekte hij geen bekend gezicht.
Hij zou echter niet lang alleen blijven; een tam
lijk kleine, maar zeer gezette dame nam tegenover
hem plaats en, evenals hij, zocht zij ijverig met haar
oogen rond, hoewel zij in 't begin weinig notitie van
hem nam.
Een tijdje deed zij er het zwijgen toe, maar tfeldra
kon haar praatgrage tong het niet langer uithouden
en voordat Schwab het begreep, had zij hem in een
géffi'rek betrekken. Zij scheen de gave van babbelen
te verstaan; in vijf minuten was hij op de hoogte ge
bracht van al degenen, die om hen heen aan de diver
se tafeltjes waren gezeten. In een stormloop was zij
toen op haar eigen persoon aangesneld en wist
Schwab, dat zij vele huizen bezat, eerzame weduwe
was, die weliswaar een aangenaam leven leefde, doch
zich toch meermalen eenzaam ook kon gevoelen,
waarom zij in een briefwisseling met een heer was
getreden ten einde bij nadere kennismaking mis
schien. en vanmiddag wachtte zij hier haar vrien
din met wie zij steeds samen uitging.
Schwab luisterde half geamuseerd, daarna ontzet
toe en hij sufte er over na of de man-zaliger dézer
dame, als zij tenminste vroeger ook al zoo'n praat-
uithoudingsvermogen bezeten had, zich nu niet zeker
inniglijk verheugde in zijn gescheiden-zijn van haar,
toen hij opeens uit die gedachten geheel ontsteld op
schrok. Hij staarde de vrouw aan alsof haar goed ge-
polsterde schouders, in plaats van het rozige gezicht
met dé d'oor vette vouwen weggemoffelde, maar
vroolijk kijkende oogjes en het fideele ronde aardap
pelenneusje het hoofd van de Medusa droegen.
Met pijnlijke smakken waren haar woorden op zijn
verlangend harte neergekwakt: „ik ben n.l. de we
duwe Frommann uit d'e Koningstraat.
De weduwe Frommann uit de Koningstraat.
Zijn weduwe Frommann!.
Het was niet te geloovenl En toch ook de
voornaam .stemde overeen.De gothische initia-
hieb medelijden met een eenzaam meisje uit Tasma
nia em maak dit huis tot uw tweede tehuis»
Met alle genoegen. Ik noem u bij' uw woed en
ken mijzelf een zeker recht op dtezen stoel toe; een
recht mij geschonken door de bekoorlijke, jonge cha
telaine van Melchester Hall. Maar, lieve mevrouw
tje, u heeft het toch mis; nooit hebben twee mannen
minder op elkaar geleken d'an Henry Rand en uw
nederige dienaar.
Margaret kreeg een kleur, zij had aan een geheel
andére persoon gedacht.
Ik doelde op dé geestelijke gelijkenis, zei zij
zacht. Dö predikant keek haar ©enigszins bezorgd
aan.
En waar is John? vroeg hij na een pauze.
John en Charlotte maken, een langen rit te
paard. Ik heb ze met opzet weggestuurd. U moet
een heélen tijd' bijl mij' blijven praten; wij moeten
straks ook den tuin eens in gaan.
De predikant zei bij zichzelf:. Nu weet ik waarom
dit lieve kind die bezorgde uitdrukking op haar lieve
gezicht heeft. Charlotte stekelig als zij is zou
iedere vtouw van het slag van Margaret prikkelen.
Het is juist iets voor haar om haar gezelschap hier
nu al op te dringen. Arm kind arm lief kind.
Ik zou zoo gaarne uw raad omtrent vele dingen
inwinnen, zei Margaret. Ik ben geen Engelsche en
bovendien zijn mijn omstandigheden tot dusver zoo
geheel anders geweest. Ik zal hieT menschem moeten
ontvangen, die mijn familie en 'dus ook van John
reeds lang kennen en met hem bevriend zijn. En nu
wil ik gaarne de Engelsche gewoonte volgen, maar ik
ken die niet. Wil u mij daarmee helpen en mij ter
recht wijzen als ik iets verkeerd doe? Ik wensch, dat
John trotsch op zijn vrouw is.
Mijn lief mevrouwtje, zei Earlton, die aange
daan werd, ofschoon hij niet kon zeggen waaromik
ben geheel ter uwer beschikking. Maar mijn raad
is: wees uzelf. Vergeef me, als ik zeg, d'at u aller
liefste manieren heeft tracht ze niet te verande
ren. Behoud! ook dat vreeimde tintje. Behoud uw
CarroB.serielabrlkant, Alkmaar.
Vertegenwoordiger der beroemde
len, in hardgele zijde op het réticuletje der dikke da
me, schenen hem buitengewoon zelfgenoegzaam Ha
gen te grijnzen.
E. E. Elsa Frommann.dit dikke wollen da
kentje!. Om te huilen was het.
En zoo iets maakte sentimenteel© liefdesgeschiedé-
nisjesl.
En voor zoo iets had hij gesohwarmd, zijn vurige
wenschen uitgekraamd 1
Plotseling schokte de vrees in hem, dat zij mocht
ontdekken, wie hij' feitelijk wast
Dat mooht niet! Voor geen geld!
Hij voelde geen spoor van verlangen meer om na
der me>t zijn aimabel briefschrijfstertje in contact ta
komen'; hij voelde slechts één begeeren: weg, weg te
vluchten, voordat zijn tante mocht opduiken en hem
verraden. Hij kon het lot niet genoeg dankbaar
zijn, dat zijn tante te laat had doen zijn op dit ren-
dez-vous
Zander zich om zijn verbaasde tafelgenoot© te be
kommeren, die niets van zijn plotseling verdwijnen
begreep, rende hij het park uit.
Toen hij juist de reddende klink van het hek te
pakken had en opademde en bijna weer buiten stond,
deed een 1 uide uitroep hem inéénkrimpen van schrik.
Dat was dé stem van zijn „tante Loesje"; er was
geen twijfel mogelijk! En tante Loesje „deed1" zeer
verbaasd, inderdaad; elke schouburgd'irecteur had al«
bewijs van tooneelgave zeker deze gefingeerde verba
zing hoogelijk geprezen.
Herman ke,ek haar echter zeer ontsteld aan es
stotterde: „ik moet d'irect weg, tantetje.... ik héb
nu geen tijd.... wil mij excuseeren.den volgen
den keer beter."
Onmiddellijk wildé hij verder déorloopen, toen zijn
blik viel op eien jonge dame, die achter zijn tante
zich een beetje terughield. Hij zag, hoe zij hem ge
amuseerd, misschien ook verlegen, of wel snaaksch
aanstaarde.Hij begreep niet recht.
Reeds hoordé hij zijn tante zeggen: „Hoe jam
mer, Herman, dat je zoo'n haast hebt. Ik had je anr
ders graag aan mijn jong vriendinnetje voorgesteld,
dat als een dochter voor mij is. Je hadt eens nader
kunnen kennismaken, persoonlijk meen ik, waadt
schriftelijk zijn jullie geen vreemden...." Zij
draaide zich naar het dametje om, dat sterk bloosde.
„Mag ik je voorstellen, lief kind? mijn neef, re
dacteur Herman Schwab mevrouw Elsa From
mann Nu.
Deze laatste vraag gold haar neef, die een stap te
ruggetreden was en met bijna uitpuilende oogen de
beide dames zinneloos aanstaarde.
Eerst na een paar seconden bracht hij uit: „Ik
begrijp er niets van.Het is niét te vatten.
vergeef mij: mijn stoifime verbazingmaar.
ik, ik.bad even tevoren reeds de gelegenheid om
kennis te maken met een mevrouw Elsa Frommann".
eigen innemende manier van spreken. Wees uzelf,
dan behoeft u niet bevreesd te wezen, dat uw buren
niet meeir dan voldaan zullen zijn.
Gaat u mee in den tuin, zed! Margaret, opstaan
de. En nu waren de geestelijke en zij in hun ele
ment. D© tijd vloog om terwijl zij bedden over hun
geliefkoosd onderwerp spraken. Margaret beschreef
haar buitenleven in Tasmania en dé predikant wae
een en al' aandacht.
U maakt mij jaloersch afgunstig, zei hij ein
delijk. Maar toch spannen wij in één opzicht de
kroon. Men kan niet iets mooiers hebben dan onze
fluweelen grasvelden, grasvelden, düa hondérdten ja
ren geleefd .en verzorgd zijn géwordén.
U mag uw Engelsche grasvelden behouden, zei
MaTgaret, terwijl! zij haar levendig gelaat naar hem
toekeerde. Hijl merkte dien blos op haar wangen, op,
de diepte in haar oogen. Maar ook zag hij met een
pijnlijke gewaarwording, een oogenblik later vrees en
angst en een onverklaarbare bleekheid over datzelfde
gelaat heenglijdetn.
Nu i!k ovCt grasveldten spreek, zei hij, denk ik er
aan, dat ik een gast in dé pastorie krijg, die van Za
terdag tot Dinsdag blijft logeeren. Ik weet zeker,
dat hij u zal bevallen, mevrouw Rand. Hij' ia even
ongekunsteld als u en een hoogstaande persoonlijk
heid. Ik vind altijd, dat 'hij meer houdt van mijn flu
weelachtig grasveld met zijn donkergroene, koéle
kleur, dan van welke bloem ook, die ik hem aanbied.
Hij zegt, dat het zien daarvan hem rusitig stemt, 't
Is een allerbeste man. Hij heet Clement Dare en is
predikant van een kledn kerkje in Londlea, St. John
the Divine genaamd, maar het werk daar betéekent
niet® bij hetgéen hij: overigen» verricht. Hiji leeft
voor degenen, die hij „Godfs armeni" noemt. Als er
één heilige op aarde is, dan is het Dare. Wel, me
vrouw Rand, wat scheelt u? U is ziek,.
(Wordt vervolgd.)