DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
im.
3ïe. 288.
Honderd en vfffefende Jaargang.
WOENSDAG
10 DECEMBER.
Engölsche Brieven.
'PTZeedizó
Jeze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon en
feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk fl.—
Afzonderlijke nummers 3 Cents
Telefoonnummer 3.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f0,10. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
-viteW-t<tswts-
sm&c&ty
süs *có.
BINNENLAND.
COURANT.
Dit nummer bestaat uit 8 bladen.
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders van.
brengen ter algemeen® kennis, dat zij bij hun besluit
van heden, aan P. B. DU CROCQ, koffiehuishouder
alhier, onder voorwaarden vergunning hebben ver
leend tot het oprichten van een alectro-motor van 4
P.K. met dynamo (omvormer), voor krachtinstalla
tie, tot het geven van bioscoopvoorstellingen, in het
perceel Laat A 120.
Alkmaar, 9 December 1913.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. HIPPING, Voorzitter.
DO'NATH, Secretaris.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK-
MAAK brengen ter algemeene kennis, dat in het Ge
meenteblad van Alkmaar No. 428 is opgenomen het
besluit van den Baad dier 'gemeente van 2 Septem
ber 1913, waarbij is vastgesteld EENE VEROUDE
RING OP HET BEST U UB VAN HEIT BURGER
WEESHUIS TE ALKMAAR en in Nr. 429 het be
sluit van dien Baad van 26 N ovember 1913, waarbij is
vastgesteld EENE WIJZIGING VANHETT'ARIEE
EN DE VOORWAARDEN VOOR DE LEVE
EING VAN ELECTBISiGHEN STROOM DOOS
HET GEMEENTELIJK ELEOTEISCH BEDRIJE
TE ALKMAAR, welke verordeningen, heden afge
kondigd, gedurende drie maanden ter gemeente-se
cretarie ter lezing zijn nedergelegd en aldaar tegen
betaling van reep. 0.17% en 0.0S in afdruk zijn
verkrijgbaar gesteld.
Alkmaar, 9 Dec. 1913.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
O. RIPPING, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
Nadruk verboden.
Londen, 8 December 1913.
Dezer dagen was het mijne taak te onderzoeken hoe
het gekomen is dat een brief, op zeker uur te Londen
op de bus gedaan, twaal'f uur later in Nederland be
zorgd werd dan had behoor cn te geschieden. De af
gevaardigde van den directeur-generaal der posterij
en, die eenige scherpzinnige vermoedens opperde, die
trouwens vermoedens moesten en moeten blijven,
verhaalde eenige staaltjes van belangrijker vertra
gingen, die, elk in zijn soort, het navertellen waard
zijn.
Het eerste gold' den grooten Duitschen dichter
Schiller, die in 1793 door de Nationale Conventie tot
Eranseh „Citoyen' werd geproclameerd of verheven,
ter eere van de (revolutionaire denkbeelden door hem
in „Die Kauber" neergelegd. De beambte^ die het
diploma moest verzenden, adresseerde dit aan „Mon
sieur Chillé," met het niet onverklaarbaar gevolg
dat Schiller het eerst vijf jaar later ontving. Hij zelf
noemde het stuk „een stem uit het graf," want zoo
wel Danton als Clavière, die het geteekend' hadden,
als Roland, die den begeleidenden brief schreef, wa
ren intusschen ijj. 1893 en 1794 zooals Danton geguil
lotineerd of hadden, zooals Clavière en Roland, zelf
moord gepleegd'.
Het tweede geval had! dezer dagen in Woolwich
plaats, waar, bij vertimmering van het postkantoor
voor de sorteering, twee brieven werden gevonden,
die vier en dertig jaar geleden geschreven waren en
eerst nu „besteld" zijn.
En het derde was het ergste van alle drie. In 1911
vond men in het Public Record Office (het rijksar
chief) een brief, die in 1660 verzonden was. Het
ad'res luidde: ,„For my loveing friend! Richard
Hickson, ai butcher in Durham, to bee delivered to
Wm. By waters, Durham, paid 9 d." (Voor mijn be
minden vriend! Richard Hickson, een slager in Dur
ham, om te worden bezorgd aan Wm. Bywaters, Dur
ham, betaald negen stuiverfis.):
Na twee en een halve eeuw was de bezorging na
tuurlijk min of meer lastig, doch de post gaf het
niet op en vond eindelijk een afstammeling van Wil
lem Bywaters in het achtste geslacht, wien de brief
ter hand werd! gestald.
't Is te hopen dat, mocht de staking bij de posterij
en toch nog doorgaan tegen Kerstmis, de teleurge-
stalden, die hun Kerstkaartjes en Kerstcadeau's zul
len missen, zich, met 't oog op bovenstaande vertra
gingen, gemakkelijker in hun lot zullen schikken dan
zonder d'eze antecedenten.
't Publiek hoopt intusschen steeds dat het wel los
zal loopen, omdat er voor de Kerstfooien zooveel ge
vaar is. Vooral bestellers in da City zoudën ontzet
tende schade lijden, veel meer dan hun collega's in
de andere Londenscha gemeenten. In de City toch
construeeren zich geregeld chefs van groote handels
huizen en houden onder elkaar een speciale Kerst-
oollecte voor den bepaalden besteller die hun voor
naamste posten brengt. Die gelukkige besteller
deelt dan bovendien nog in dje algemeene Kerstfooi-
en-pqt en ik hoorde onlangs van een groot koopman
in de City, dat hij verleden jaar voor „zijn" besteller
ruim 1070 (éénduizend en zeventig gulden!) had in
gezameld. Men zal dit in Nederland gemakkelijker
begrijpen maar 't blijft altijd nog moeilijk genoeg
als men bedenkt, dat hier alle brieven, ook d!e aan-
geteekend'e, direct bezorgd! worden en men er dus
niet om behoeft te sturen of andere bijzondere maat
regelen behoeft te nemen. Vlugheid en accuratesse
zijn zoodoende bijna onbetaalbare deugden in City
bestellers.
Vain Mouten's
RpNA Cacao
Wat voor de bestellers, trots alle gevoel van soli
dariteit, de geestdrift voor staking verder bekoelt,
is de omstandigheid dat die beambten, bij wie groote
ontevredenheid! bestaat, niet of bijna niet recht
streeks met het publiek in aanraking komen, zoodat
voor hen het fooien-argument niet zoo luide klinkt.
't Is nu acht jaren geleden dat, terwijl Nederland
zijn St. Nicolaas vierde, de liberalen, toen nog onder
aanvoering van wijlen Sir Henry Campbell Banner-
mann, de regeering op zich namen en een vijftigtal
heeren van Sir Henry hunne Sinterklaas-surprise
thuisgestuurd kregen, twintig in den vorm van eene
benoeming tot lid van het Kabinet en de andere der
tig van die tot lid van het ministerie.
Voor een van de iaat&ten was zyne benoeming zeer
zeker eene surprise en daaraan is een anecdote ver
bonden. Men weet dat tal van hooge hofambten mi
nistersposten zijn, die meestal, zooal niet uitsluitend,
door pairs bezet worden. Nu is het aantal liberale
pairs uiterst gering, misschien 60 van de 700 en dus
de keuze beperkt. Een hunner was da jonge Lord
Granard, een kapitein bij de bereden garde, die aan
de officierstafel en in de officiers-sociëteit door zijn
hoog-adelldjke wapenbroeders, onder wie bij de eeni
ge liberaal was, nog al eens geplaagd werd met zijn
politieke ideeën; en, toen het conservatieve ministe-
rie-Baifour aftrad, voorspelden die jongelui hem,
dat hy nu zeker minister zou worden.
Hoe 't zij, Lord Granard kreeg op Sinterklaasdag
een mooien, officieelen brief, waarin hij verzocht
werd op een bepaald uur bij Sir Henry te komen.
Toen hij bij den nieuwen premier was toegelaten,
vroeg deze hem waarmee hij hem van dienst kon we
zen. Lord Granard vermoedde dat Sir Henry zoo
ontzaggelijk veel audiënties moest verleenen, dat de
zijne hem waarschijnlijk door het hoofd was gegaan
en gaf hem een brief. Sir Henry las dezen even door
en bood den jongen garde-officier het minis tersambt
aan van „Master of the Horse" of „Opperstalmees
ter," welk ambt voetstoots en met gxo-ote vreugde
werd aanvaard. Lord Granard heeft in de verloopen
acht jaren bewezen dat hij een bekwaam man is, die
in 't Hoogerhuis goed' zijn woord' weet te doen on
verschillig of het posterijen, koloniën, leger of vloot
geldt.
Wat was er evenwel gebeurd? Zoodra Sir Henry
den brief zag, zag hij ook dat die niet „echt" was en
begreep onmiddellijk dat de andère officieren den
jongen Granard beet hadden willen nemen, zoodat hij
onmiddellijk het besluit nam zijn jeugdigen politie-
ken geestverwant geen gek figuur te laten slaan en
hem den post aanbood. Als bereden gardist zou hij
wel genoeg van paarden weten, om als opperstalmees
ter te fungeeren en wist hij van andere dingen ook,
dan viel het mee; kwaad! was er niet bij. En, zooals
'k zei, het viel mee.
Yan de twintig Kabinetsleden zijn de meeaten nog
lid van het Kabinfet, doch slechts twee hebben nog
dezelfde portefeuille als in 1905. Dit zijn Sir
Edward! Grey, de minister van Buitenlandlsche Za
ken, „the foreign secretary", of voluit: „the secreta
ry of state for the foreign department" en John
Bums, „president of the local government board,"
wat men in Nederland zou noemen, als het daar een
departement ware en niet een afd'eeling, het ministe
rie van Plaatselijk Bestuur. Yan de andere heeren
zijn er èf gestorven, öf uit het ministerie getreden
wegens ziekte of hoogen leeftijd; geen enkele trad af
wegens verschil van gevoelen met zijne ambtgenoo-
ten; doch de meesten zijn verhuisd dloor elkaar's por
tefeuilles over te nemen.
Sir Eidwardi Grey is nog op verre na niet de mi
nister van Buitenlandsche Zaken die dit ambt het
langst bekleed heeft. Lord Salisbury, op één na d'e
laatste conservatieve minister, was het veertien,
Lord Palmers'ton, 'de tijdgenoot van onzen Thorbecke,
zestien jaar, hoewel niet aan één stuk. Lord Oastle-
reagh was het tien en een half jaar aan één stuk.
Doch d'e heer Bums heeft „alle records geslagen."
Hij heeft dertien voorgangers gehad, onder wie den
heer Jozef Chamberlain en den vorigen conservatie
ven premier, den heer Arthur Balfour; doch get
van die dertien is langer dan zes jaar „president"
geweest.
Toen prins Arthur van Connaught trouwde vertel
de ik een en ander over de belasting die dergelijke
huwelijken in de groote wereld leggen op familie,
vrienden en kennissen van het jonge paar. Het komt
voor dat men veertig a vijftig malen in het jaar we
gels zulk een huwelijk met een cadeau voor den dag
moet komen. Het schijnt echter dat men in de
groote wereld, tenminste in sommige kringen, genoeg
begint te krijgen van den omhaal en omslag bij zulk
een „smart wedding." Ten minste in de laatste paar
weken zijn drie paren uit dën hoogen adel heel stil
getrouwd.
Aan den eenen kant bespaart men natuurlijk een
flink bedrag, wijl bet dejeuner vervalt, of tot zeer
enkelen wordt beperkt. Aan den .anderen kant be
spaart men allerlei menschen, d'ie men eigenlijk haast
niet kent, d'e kosten van een huwelijkscadeau.
Doch er is een derde kant aan deze kwestie en aan
dien kant staan de winkeliers, die volstrekt niet ge
sticht zijn door zulke zuinigheidsstuipen bij den rij
ken Engelsehen adel. Daar is die niet voor, vinden
zij.
TWEEDE KAMER.
Bij de gisteren voortgezette algemeene beschouwin
gen over de Staatsbegrooting zeide de heer van der
Molen (A. R.) de verhouding van het kabinet tot
de sociaal-democraten met het oog op de militaire
begrootingen een voortdurend ernstig gevaar te ach
ten voor de levenskracht van het kabinet. Van enor
me beteekenis voor die levenskracht achtte hij echter
het standpunt der regeering, om de herziening van
art. 192 der Grond'wet, het onderwijsartikel, niet met
de herziening in zake het kiesrecht aan de orde te
stellen.
Op spr.'s gezegde, dat het ministerie de oplossing
van het onderwijs-vraagstuk naar een latere periode
verschuift, interrumpeerde de minister van bin-
nenlandseha zaken in ontkemnendën zin.
De heer van der Molen wees er op, dat in
elk geval gebleken is, dat de regeering van d'en arbeid
der staatscommissie voor d!e evenredige vertegen
woordiging nog wenscht partij te trekken bij, de
grondwetsherziening; met betrekking tot die staats
commissie voor het onderwijs bl'eek dit tot dusver
echter niet.
De heer Rutgers (A. R.) vroeg aan den voor
zitter van den ministerraad, of het niet op den weg
der regeering ligt, om de verzekeringswetten van de
vorige regeering loyaal uit te voeren. Voorts besprak
hij de staatspensionneexing en d'e positie van den
minister van landbouw in het kabinet. Spr. herin
nerde aan het standpunt van den heer Treub in deze,
zooals dat indertijd door den tegenwoordigen minis
ter is aangegeven, en ontkende bovendien, dat het
staatspensioen geëischt wordt door den uitslag van
de algemeene verkiezing.
De sociale verzekering is naar het oordeel van spr.
niet klakkeloos uit te breiden tot niet-arbeiders; dat
vraagstuk is nog in internationale studie.
Spr. betwistte, dat d'e stem van den heer Treub
voor het amendement-Drucker-Boirgesius-Tydeman
een :stem voor hef staatspensioen is geweest. Hij acht
het een mystificatie zich daarop te beroepen.
Bij het vervolgen zijner redie, beklaagde spr. zich
over het gebrek aan aandacht bij den minister van
landbouw, die dlif toonde op demonstratieve wijze.
Hij besprak daarna de herstemmingsvragen der S.
D. A. P. en vroeg zich af, of de antwoorden uit een
staatsrechtelijk oogpunt te verdedigen zijn; of men
hier niet met een imperatief mandaat te maken
heeft. Voorts drong hij op publicatie aan.
De heer Vliegen (IS. D. A. P.) hesprak de fi
nanciën, in het bijzonder dè gemeente-financiën. Het
geld moet z. L komen uit d'e directe belastingen en
van de bezittende klasse. De minister moet spoed
maken met de inkomstenbelasting en vooral spoed
betrachten met de herziening van de belastbare op
brengst van de ongebouwde eigendommen.
Voor die herziening van de successie-belasting be
val spr. aan d'e navolging van het Ebgelsohe stelsel,
belasting naar de estate duty. Hij' hoopte, dat de
minister het suikerpotje niet zal aanraken en de sui
kerbei asting zoo spoedig mogelijk zal verlagen.
Spr. betreurde zeer, dat de regeering het wetsont
werp tot belasting van naamlooza vennootschappen
door de gemeenten niet doorzet.
De heer Ter Spill' (V. L.) bestreed de leden,
die hem verweten hebben het prediken van amti-pa-
pisme bij de verkiezingen. Wat spreker heeft ge
daan en nog doet, is bestrijden van de beginselen der
katholieke partij, die niet zijn van nationalen bodem.
De heer Aalberse (R. K.) zeide o.m., dat de
Katholieken niet willen een klassepartij, een arbei
ders- of een mid'dënstandspartij, maar een partij
waarin het geheele Katholieke volk zich kan groe-
peeren. Dat heeft ten gevolge dat een Katholieke
partij nooit kan ziji een partij van de uitersten, doch
dat de politiek, welke zij volgt, is een politiek van
het gemiddelde. Wij trachten de toekomst geleide
lijk met het verleden in verbinding te brengen.
Daarom zullen wij' ook geleidelijk op hervormingen
aansturen op sociaal gelbied.
Spr. vroeg de regeering of zij s-taat op den grond
slag van de organisatie of van de individualistische
staatsleer.
De heer Nier stras z (V. L.) sprak over de
spoorwegfinanciën, de heer Beu mar (A.R.) be
sprak de onwettige wijze van indiening der staatsbe
grooting, aan de hand' der vragen. Is een minister
van financiën een commissie; moet salut met één u
geschre.ven worden of met twee?
De heer L i e f t i n c k (U. L.)„ verdedigde tegen
over den aanval van den heer van Wijnbergen de lo
ge, waarvan hiji sinds 40 jaar lid is.
Spr. verlangde geen uitzonderingswetten, doch hij
kwam op tegen de insinuatie, alsof de Regeering een
onderzoek moest instellen naar de vrijmetselarij als
anti-religieus.
Bij de vrijmetselarij' staat juist -dë godsdienst op
den voorgrond.
Spr. verklaarde zich bereid elk der Kamerleden in
zage te geven van statuten en reglementen der vrij
metselarij.
PARASIETEN OE RECHTHEBBENDEN?
Het vrijz.-dem. orgaan De Hoofdstad! drong er bij
degenen „die het Staatspensioen van art. 369 Inv.-
wet niet noodig hebben" op aan, dat zij' het niet in
ontvangst zouden, gaan nemen. Het blad schatte hun
aantal op 30.000 en ruoemda hen „parasieten op de
Staatskas."
De Haagsche Nieuwe Courant schrijft naar aanlei
ding hiervan:
Wij komen voor deze rechthebbenden op tegen znlk
een hoon. Tot degenen voor wie twee guld'em. per
week een kleinigheid is, die zij zonder eenige opoffe
ring hunnerzij:ds aan dën Staat cadeau kunnen doen,
zullen deze menschen zeker wel niet behooren. Wel
nu dan? Ziehier de wet, die hun een gratis uitkee-
ring geeft. Welke overwegingen in 's hemels naam
zouden hen beletten van hun wettelijk recht gebruik
te maken? De wet, die 'belastingen oplegt, verplich
tingen van allerlei aard als die een voordeel
brengt, mag dan iemand, wie ook, hard gevallen wor
den, omdat hij' niet weigert het in ontvangst te ne
men?
Wij protesteeren tegen deze intimidatie van min
vermogenden. Dat er wetten gemaakt worden, die
aan anderen dan strikt behoeftigem gratificaties toe
kennen uit de staatskas, op kosten van de belasting
schuldigen, dat is ergerlijk! Laat Dë Hoofdstad
daaraan denken als straks, bij d'e behandeling der
aanvuïlingswétten van minister Treub, allicht tus-
schen de democratische partijen in de Kamer een
wedstrijd zal ontstaan wie het royaalst is. Maar laat
men niet op rentetrekkers schelden, dlie niets anders
doen dan krachtens de wet, in overeenstemming met
de daaraan gegeven ambtelijke interpretatie, ja on
der aansporing van overheidswege, van hun onbe
twistbaar recht op het tweeguldenspensioen gebruik
maken. Zij zijn crediteuren van dën Staat. Wij ver
langen van deze „bezitters" geien geschenken.
Gemengd nieuws.
ZIEKENFONDSEN EN MEDICI.
Maandagavond' werd te Deventer een vergadering
gehouden van deelnemers in het Ziekenfonds voor
den arbeidenden stand, wier aantal ongeveer 15.000
bedraagt.
De voorzitter opende de vergadering met een uit
eenzetting van haar doel, n.l. weerstand te bieden
aan de overdreven wenschen der Maatschappij1 ter be
vordering der Geneeskunst en om door stemming te
zien uitmaken, hoe ook d'eze vergadering dë vraag:
Is het toelaatbaar dat dë ziekenfonds-artsen hun me
dewerking verleenen aan de oprichting van andere
fondsen? zou beantwoorden.
Met een groote meerderheid' werd door dë deelne
mers de boven gestelde vraag ontkennend beant
woord'.
DE' TRAGIEK VAN HET LEVEN.
Aan het hulpkantoor Prins Hendrikkade te Amster
dam kwam gisteren dë 74-jarige L. Lioni zijn 2
ouderdomspensioen halen. Toen hij reeds zijn hand-
teekening gezet had, ging hij in afwachting van het
ocgeniblik, dat hem da twee gulden ter hand gesteld
zouden worden, op een bank zitten om nimmer meer