1
DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
289
Monderd en TijMende jaargang,
1913.
li
1) ONBEBBAG
11 DECEMBER
Vergadering
Gemeenteraad van Alkmaar,
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 0,80franco dooT het geheele Rijk fl,—
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f0,10. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
op Woensdag.10 Dac. 1913, n m. 1 uur.
1
Telefoonnummer 3.
van den
Voorzitter de heer G. RIPPING,
Secretaris de heer DONATH.
Aanwezig 15 leden. Afwezig de heeren Wanna;,
I,uiting, den Boesterd, Leguit.
""jDe notulen der vorige vergadering worden onver
anderd vastgesteld.
Aan den Raad wordHa medegedeeld, dat ia ingeko
men:
a. een adres, di.d. 06 November 1.L van het Bestuur
van het Ned. Giymnastiekverbond, houdende
adhaesie-bethiging aan bat adtres van de commissie
uit da hier bestaande gyamastiekvoreenigingen,
om gebruik van oen lokaal dor oude Ambachts
school voor het beoefenen der gymnastiek}
Gevoegd bij hot andere adres qjj deze zaak be
trekking hebbende.
b. een schrijven d.d. AL December IA van hot Bestuur
der.Vereeniging tot oprichting en instandhouding
eener Algemeene Bewaarschool te Alkmaar, hou
dende dankbetuiging voor da verleende subsidie,
met madedeeling dat het do voorwaarden, waar
onder da subsidie wordt verleend, aanneemt}
Voor kennisgeving aangenomen,
a. een schrijven d.d, 26 November 1.1. No. 70 van de
Gedeputeerde Staten, houdende goedkeuring van
*3 Raada besluit van 0 November 1.1. no. 7a, tot het
aangaan eener tijdelijke geldleenings
Alsvoran.
d. een schrijven d.d. 7 December 1.1. van J. JTeints,
houdende dankbetuiging voor zijne benoeming al»
assistent-waagmeestor}
Alsvoran.
e. een adres, ongedateerd, den Öen December 1.1. ont
vangen van N. Laan, om in het perceel Groot
Nieuwland 81 paarden ta mogen stallen;
De voorzitter stalt voor evenak vroeger
te berichten dat op het adlres afwijzend wordt be
schikt.
Den hes» Verkerk zou gaarne de motie
ven van het Dagelijksch! Bestuur weten, daar in
dezelfde straat aan eeni ander wat dies santé
vraagt wel is toegestaan.
Da voorzitter zegt, dat alle inlichtingen
te vinden zijn in het desbetreffend' dossier, dat tor
inzage is gelegd. De voorz. is bereid alsnog dit
dossier weer ter inzage te geven.
De heer Verkerk is met dit antwoord tevre
den en behoudt zich voor er nader op terug te ko
men.
f. een schrijven, d.d. 8 December 1.1. van de afdeeling
Alkmaar van do Handekreizigersvereeniging, in
zake do wijziging van de Verordening op het
Werkloozenif onds
Te behandelen hij punt 8 der agenda.
g. een adres d.d. 9 December 1.1. van !F. A. Veer,
daarbij het pakhuis „da Vigilantie" te koop aan
biedende voor 4000.
Te bespreken in een zitting met gesloten deu
ren.
h. een adres van de afdeeling Alkmaar van de Nedécr-
landsohe Vereeniging tot afschaffing van alcohol
houdende dranken, houdende dankbetuiging voor
de beschikbaarstelling van een schoollokaal voor
het houden van een cursus.
Voor kennisgeving aangenomen.
Op verzoek van den heer D o r b e c k, die eerst te
twee uur de vergadering kan. bijwonen, wordt thans
aan dé orde gesteld dia
VERORDENING, REGELENDE DE GEMEEN-
TE-FOLITTE. (Tweede lezing).
Door B. en W. zijn in verband met de behandeling
dezer verordening in da zitting van 20 Nov. de vol
gende wijzigingen en aanvullingen voorgesteld.
In Artikel 1 te lezen voor „1 agent van politie-
plantsoenwaehter" „1 agent van politie le of 2e
klasse-plantsoenwachter."
In Artikel 2 ta lezen voor „met 2 tweej aarliijksehe
verhoogingen van" „met 2 driejaarlijksche verhoo
gingen van" en te laten vervallen „de agent van po-
litie-plantsoenwachter 700 met 2 driejaarlijksche
verhoogingen van 25.
De volgende alinea te lezen: „De agent van poli-
tie-plantsoenwachter kan niet tot hoofdagent van po
litie bevorderd worden."
In da laatste alinea voor „elders in politiedienst"
te lezen: „elders in vasten politiedienst."
Artikel 8 te lezen: „De verhoogingem van jaar
wedde van den inspecteur en van de agenten van po
litie geschieden slechts dan, enz.
De bevordering tot agent van politie le klasse ge
schiedt 8 jaren nü de toekenning der 2e periodieke
verhooging, wanneer op levensgedrag, ijver enz.,
De bevordering tot hoofdagent van politie ge
schiedt, enz."
Aan Artikel 4 toe Ite voegen een nieuwe (le) ali
nea:
„Het aantal verlof- en vrije dagen bedraagt:
voor d'e hoofdagenten van politie 10 verlofdagen,
waaronder 1 Zondag, 10 geheele vrije Zondagen, 10
halve vrije Zondagen en 62 halve vrije weekdagen;
voor de agenten van politie le en 2e klasse 9 ver
lofdagen, waaronder 1 Zondag, 5 geheele vrije Zonda
gen, 2 halve vrije Zondagen, 32 geheele vrije weekda
gen en 10 halve vrije weekdagen."
Let artikel aan te vullen met: „Deze bedragen
worden met 50 verhoogd indien de ingetrokken
geheele of halve dag op een Zond'ag valt."
Van Artikel 6 het laatste gedeelte als 2e alinea te
lazen: „Zij worden eveneens op kosten der gemeente
voorzien van de door den Burgemeester aan te wijzen
wapenen en uitrusting, die bij bet eindigen van hun
ne dienstbetrekking bij den Commissaris van Politie
moeton worden ingeleverd."
Aan Artikel 7 toe te voegen:
„Het is hun verboden handel of nering te drijven
en te gedoogen! dat te hunnen huize handel of nering
gedreven worde door de leden van hun gezin."
Na een kleine toelichting van den Voorzitter wor
den de, wijzigingen in de artikelen 1,2 en 8 zonder
discussie aangenomen.
De heer ïïdlo, die zich1 geheel met de voorstel
len van B. en W. kon vereenigen, ook wat betreft d'e
vaststelling der vrije dagen en Zondagen, zou gaarne
nog van die voorzitter weten, welke vergoeding een
agent zal ontvangen, indien in plaats van een vrijen
Zond'ag een andere vrije dag wordt gegeven.
De vo orzitter antwoordt, dat dergelijke ge
vallen waarschijnlijk niet veel zullen voorkomen,
maar dat dan de agent natuurlijk reoht heeft op de
50
Voorts zegt de voorzitter, dat, de agenten met de
voorgestelde regeling ingenomen zijn.
De heer U d o dankt den voorzitter voor het ant
woord op zijn vraag; het was alleen zijn bedoeling
deze uitspraak in den Raad te vernemen.
Daar de overige artikelen geen aanleiding geven
tot op- of aanmerkingen, wordt de geheele verorde
ning met de wijzigingen zonder hoofdelijke stemming
goedgekeurd.
AMENDEMENTEN OOP DE VOORGESTELDE
WIJZIGING DER VERORDENING OP HET
GEMEENTELIJK WERKLOOZENiFONDB.
B. en W. stellen voor: de Verordening op het Ge
meentelijke Werkloozenionds te wijzigen als volgt:
De artikelen 1, 7, 8, 0 en 17 worden ingetrokken
en vervangen door artikelen van den volgenden in
houd:
Art. 1. Het gemeentelijke weikloozenfonds heeft
ten doel de verzekering van arbeiders en daarmede
gelijk te stellen personen tegen de geldelijke gevol
gen van onvrij willige werkloosheid aan te moedigen.
Art. 7. Da uitkeeringen bij werkloosheid geschie
den in den vorm van bijslag bij de uitkeeringen, wel
ke door vereenigingen met rechtspersoonlijkheid aan
hare te Alkmaar wonende werkloozo leden worden
gedaan, of aan leden van afdeelingen van rechtsper
soonlijkheid bezittende landelijke bonden. De leden
moeten minstens 6 maanden in da gemeente woon
achtig zijn, te rekenen van den dag, waarop zij van
hunne vestiging aan het bestuur dezer gemeente zul
len hebben kennis gegeven, indien rij' van elders ko
men.
Hij1 die lid is van meerdere vereenigingen, ont-
1 vangt slechts den bijslag als lid van één vereeniging.
Art. 8. De bijslag wordt gegeven bij uitkeering van
vereenigingen, die voor deze uitkeeringen een afzon
derlijke kas hebben, waartoe de wekelijkseho bijdra
gen van alle leden gel'ijk mosten zijn.
Het hebben van oen afzonderlijke kas is niet ver
plichtend voor afdeelingen van rechtspersoonlijkheid
bezittende landelijke bonden, als dleze zoodanige kas
bezitten.
De wekelijksche bijdrage van de leden ©ener ver
eeniging bedraagt minstens 10 centen, tenzij d'e ver
eeniging ten genoege van het fondsbestuur weet aan
te toonen, dat zij met eene mindere bijdrage haar
werkloosheidverzekering in overeenstemming met de
eischen dezer verordening kan brengen.
Geene bijdrage is verschuldigd gedurende den tijd
dat bijslag genoten wordt.
Art. 9. De bijslag wordt gegeven aan personen, die
bij. het intredén der werkloosheid sedert ten minste
zes maanden lid hunner vereeniging zijn.
Over d'e eerste week der werkloosheid wordt geen
bijslag gegeven. Deze week komt in een tijdvak van
12 achtereenvolgende maanden slechts eenmaal in
aanmerking.
Geen bij slag .wordt gegeven aan dengene, die wei
gert voor hem passenden arbeid te verrichten. De
beoordeelinig hiervan is aan het bestuur der vereeni
ging waarbij d'e werklooza is aangesloten.
Deze kan in hooger beroep komen bij het bestuur
van het gemeentelijk werkloozenfondB-.
Art. 17. Het bestuur treedt voor de eerste maal
af op 1 Juli 1915.
Door de heeren G. Th. M. van den Bosch en N.
Glinderman, loden van den raad, zijn do volgende
amendementen op 'd'e voorgestelde wijziging der ver
ordening op het Gemeentelijk Werkl'oozenfonda voor
gesteld:
Art. I. Aan da redactie van Lett bestaande art. I
toe te voegen:
Onder werklieden worden verstaan alle personen,
die in loondienst 'arbeid verrichten.
Toelichting: Hot wil voorstellers voorkomen, d'at
de door hen voorgestelde omschrijving beter dan de
nu door B. en W. of het Bondsbestuur voorgestelde
redactie doet uitkomen voor wélke personen het
werkloozemfonds is opgericht.
Art. HL Wordt voorgesteld in dé derde alinea te
lezen achter: „tenzij" die vereeniging eene vakvere
niging ia, welke ten genoege enz.
ToelichtingVoorstellers dia toejuichen, dat aan
Wen van vakverenigingen! de mogelijkheid wordt
geschonken mat oen mimmumpremki aan hunne ver
plichting te voldoen, zijn echter van oord'eél, 'dat voor
leden van nietvakvereenigingen die minimumbij drage
op 10 cents gesteld moet blijven.
Art. IX. Al's voorgesteld door B. en W. met bij
voeging achter de 3e alina: „wanneer déze vereeni
ging eene vakvereeniging is en anders aan hot be-
Btuur van het werkloozenfonds."
Toelichting: Het komt voorstellers voor, dat het
zeker aan het bestuur van de vakvereniging kan
worden overgelaten te beoordeelon of do een of an
dere arbeid voor een werkloos lid als passend kan
worden beschouwd. Anders wordt het h.i. echter in
een zoogenaamde neutrale vereeniging, waarin meer
der vakken vertegenwoordigd zijn. Het komt hun
voor, dat het daar voor 't bestuur soms zeer moeilijk
zal zijn te beoordeelen, wat voor een werkloos lid der
vereen' ng een al of niet passende arbeid i's .en daar
om m m zij dat voor die beoordeeling het aange
wezen lichaam het Bondsbestuur is.
Art.. X. Wordt voorgesteld aan het bestaand arti
kel X too to voegen:
Aan hen dlia jonger zijn dén 20 jaren, kostwinners
uitgezonderd.
Aan hen die in het voorgaande jaar een gemiddeld
weekloon van 18 of meer hebben verdiend.
ToelichtingDat da gemeente bij wijze van premie
op de verzekering tegen werkloosheid aan weririoozen
een bijslag geeft is zeker van algemeen belang «n toe
ta juichen'.
Het is echter niet billijk om een bijslag te geven
uit da Gemeentekas aan die werkloozten, welke of
omdat zij geen kostwinners zijn, of omdat zij voldoen
de verdienen om iets over te leggen voor den kwaden
dag, die bijslag niet behoeven. Voorstellers verwijzen
ten diezen opzichte naar de Verordeningen op het
Gemeentelijk Werkloozenfomds van die Gemeenten
Zaandam en Amsterdam.
De voorzitter vraagt allereerst of de hee
ren voorstellers het niet met hem eens zijn, dat in
artikel 1 niet moet worden gesproken van „werklie
den"' maar van „arbeiders," wellk woord beter het be
grip aangeeft.
De heer Van den Bosch geeft dit toe en
zegt dat het ook dé bedoeling was. Hij' meent, dat in
de oorspronkelijke tekst van het amendement dat
woord ook voorkwam, evenals in de andere amende
menten.
De voorzitter acht het mogelijk, doch dé
tekst was zeer onduidelijk te lezen.
Daarop geeft dé voorzitter gelegenheid tot het
houden van algemeene beschouwingen.
De heer Ringer® wenscht gaarne een enkel
woord te zeggen. De geschiedenis van de totstandko
ming dezer verordening wil spreker niet in dén bree-
dü nagaan, die is bijl den raad bekend. Ook zal men
zich herinneren, dat er destijds twee stroomingen in
den Raad waren. De eene achtte de invoering nood
zakelijk, de andera was daarvan nog niet zoo over
tuigd,
Toen spreker benoemd werd' tot voorzitter van het
fondsbestuur, heeft hij' er eerst wel even over gedacht
of hij' dia benoeming zou aannemen, daar èn in de
Raad èn in de plaatselijke pers de zaak zelve en de
benoeming van dén voorzitter nog al geeritiséerd is
geworden. Trots dat alles heeft hij zich evenwel de
benoeming laten welgevallen, daar hij de zaak van te
groot algemeen belang achtte.
Het fondsbestuur bleek het echter al' heel spoedig,
dat het eerste artikel aanleiding gaf tot botsing bij
de uitvoering en spoedig stond het bij het bestuur
vast, dat een wijziging nood'ig was.
Later kwamen bij' d'at eerste punt nog andere zaken
naar aanleiding van de bij dén Raad ingekomen
adressen.
Op uitnoodiging van B. en W. heeft toen het
fondsbestuur de z. i. noodige wijzigingen geformu
leerd en het bleek daarbij, dat men in dit bestuur
niet eenstemmig was, vooral ook wat artikel 1 aan
gaat.
Toen hij' nu 't amendement van de heeren Van
den Bosch en Glind'erman ontving, ver-
heugdé het spreker, dat d'eze heeren het met hem
eens waren. Heit gold toch in de eerste plaats de
vraag: „Wat is een arbeider?"
En indien de vorige maal de verordening in be
handeling was genomen dan had spreker willen voor
stellen aan artikel 1 toe te voegen: Onder arbeider
verstaat deze verordening ied'er, die in dienst van een
werkgever in diens onderneming of bedrijf tegen
loon werkzaam is.
Met déze redactie voorkomt men meent spreker al
le moeielijkheden, daar het een clausule is, ontleend
aan de ongevallenwet.
De voorzitter merkt op, dat dé heer Ringers
thans t, meer aan de algemeene beschouwingen is,
maar de behandeling van artikel 1.
De heer Ringers geeft dat toe. Hij zal d'an
ook thanS niét verder daarop doorgaan.
De heer Van den Bosch1 zegt, d'at hij zich
bij het samenstellen der amendementen gehouden
heeft aan de volgorde van B. en W. Dat neemt ech
ter niet weg, dat hij' alsnog van meening is, dat de
techniek der verordening z. i. beter zou zijn, indien
men destijds htet door spreker voorgestelde ontwerp
had aangenomen.
In verband' met dat ontwerp merkt hij voorts op,
dat toen o.m. werd voorgesteld een bepaling -op te
nemen, waarbij voor een vereeniging het minimum
aantal léden werd vastgesteld diat noodig was, om
tot het fonds te kunnen tóetredénl In overeenstem
ming met verordeningen in andere gemeenten was
dat toen bepaald' op 25.
Nu is zoodanige bepaling niet voorgesteld, doch
spreker wenschte toch aan het fondsbestuur in over
weging te geven met deze opmerking rekening te
houden- Men zou eventueel een dergelijke bepaling
kunnen opnemen in het huishoudelijk reglement.
De voorzitter deelt mede, dat hij bij dé in
stallatie van het fondsbestuur alle bescheiden be
treffende deze materie den leden in handen heeft
gegeven. Ieder lid kom dus de zaak behoorlijk
bestudeeren. Het bestuur heeft zich thans alleen be
paald tot die zaken, welke bij dé werking van het
fonds tot moeilijkheden aanleiding gaven.
Verder zou d'e voorzitter gaarne weten, wat dé
heer Van den Bosch bedoelt met de indeeling en
techniek der verordening. De voorzitter geeft aan
in welke hoofdstukksn de verordening is verdeeld en
vraagt, of dé heer Van dén Bosch misschien nog
meer hoofdstukken wiL Ook het fondsbestuur zal
dit zeker gaarne weten.
De heer Ringers stemt dit toe.
De heer Van den Bosch antwoordt hier
op dat hij vroeger daaromtrent duidelijk genoeg is
geweest. Hij' geeft het fondsbestuur in overweging
ook nog ©ens na te gaan dé verordening van Leidén
en Zaandam en blijft van oordeel dat het wensche-
lijk is een bepaling op te nemen omtrent hét getal le
den, dat een toe te laten vereeniging dient te heb
ben, een bepaling die d'an kan worden opgenomen in
het huishoudelijk reglement.
De voorzitter merkt op, dat het huishoude
lijk reglement geen onderwerp van bespreking kan
uitmaken, daar dit door het fondsbestuur wordt
vastgesteld onder goedkeuring van B. en W.
Den heer Van den Bosch is dit bekend',
doch hij meent dat hij' hij deze algemeene beschou
wingen dé zaak toch wei aan het fondsbestuur ter
ovex'weging kon geven.
De voorzitter wil toch even opmerken, dat
naar zijne meening een dérgelijk© bepaling, die een
gevolg zou zijn van een bepaalde uitspraak van den
raad, zou moeten worden opgenomen in de verorde
ning en niet in het huishoudelijk reglement, daar dit
wordt .opgemaakt door het fondsbestuur en B. en W.
De heer Glinderman is het met den voorzit
ter geheel eens.
De heer R i m g e r e zegt het wél goed te hebben
begrepen ;het was een opmerking aan het adres van
den voorzitter van het fonds. In het fondsbestuur is
over dergelijke bepaling ook wel gesproken, doch
men heeft gemeend zoodanige bepaling niet te moe
ten voorstellen.
De heer U d o verklaart van dezelfde meening te
zijn als de voorzitter, d'at een bepaling omtrent het
ledental eigenlijk in dé verordening behoort, doch in
art. 12 wordt gezegd, dat het fondsbestuur bij huis
houdelijk reglement de voorwaarden vaststelt voor
de toelating der vereenigingen.
Het komt hen dus voor, dat formeel dé zaak in het
huishoudelijk reglement kan worden bepaald.
De voorzitter wijst er op, dat artikel 12
geenszins toelaat, dat het fondsbestuur maar allerlei
voorwaarden gaat stellen. Dat moet verband hou
den met de verordening.
De heer U d o wil dit gaarne aannemen, maar
formeel is het naar hij meent, volkomen juist van
den héér Van den Bosch, dat het huishoudelijk
reglement het aantal leden kan bepalen. Het komt
hem echter voor, dat de bevoegdheid1 van het fonds
bestuur, zooals art» 12 die aangeeft, te ver gaat.
De voorzitter deelt dat gevoelen niet. B.
en W. hebben toch het huishoudelijk reglement goed
te keuren, en zullen daarbij zeker rekening houden
met d'e meening van den raad1.
De heer Verkerk wenscht bij wijze van alge
meene beschouwing den voorzitter van het fondsbe
stuur een advies te geven, geheel tegenovergesteld
aan dat van den- heer Van den Bosch. Het argu
ment, dat bij een kleine vereeniging de eigen kas niet
sterk genoeg zou zijn, kan, naar hij meent, ondervan
gen worden door de bepaling, dat de vereeniging is
een afdeeling van een land'elijken bond, die zijn leden
uit de algemeene kas uitkeering doet.
De redeneering gaat wel op voor een niet-vakver-
eeniging, maar dan nog zou spreker dergelijke bepa
ling niet willen opnemen.
Verder zegt spreker, dat bij in de bijlage heeft ge
lezen dat er in het fondsbestuur een meerderheid is
van drie leden, die alleen vakvereenigingen wensehen
toe te laten tot bet fonds. Spreker verklaart met
deze d'rie bee ren mee te gaan. Van de vakorganisa
tie gaat voor den arbeider in 't algemeen een' groote
opvoedende kracht uit, en het verdient z. i. alle aan
beveling, dat het gemeentebestuur als zoodanig de
vakorganisatie bevordert. Dit is ook geheel in
overeenstemming met hét Gentsche stelsel. Toch
wenscht spreker ook voor de ongeorganiseerden iets
te doen, niet op de wijze als in déze verordening
wordt voorgesteld, maar evenals men dit in Gent
gedaan heeft. Doet men dit niet, d'an moeten die
mensehen wachten tot er een vereeniging is opge
richt alléén om den bijslag te krijgen. Spreker wil
d'ie menschen eerder helpen en stélt daarom voor,
dat zoo iemand den bijslag ontvangt, indien hij' door
een spaarbankboekje bewijst, dat hij heeft gespaard.
Het staat toch bij spreker vast, en de statistiek heeft
het aangetoond', dat er alleen om den bijslag van de
gemeente te krijgen bijna geen vereenigingen worden
opgericht. Daarom is spreker er voor, om voor de
ongeorganiseerden een spaarbankboekje te eischen.
De voorzitter zegt met genoegen de be
schouwing van den heer Verkerk te hebben gehoord,
maar wat dat spaarbankboekje betreft, daarin schuilt
naar de voorzitter meent, een groot gevaar.
Er kan vreeselijk mee geknoeid worden. Een aa-