DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
I9ia
Nieuwjaarswenschen.
No* 292,
Honderd
en YifMende Jaargang.
MAANDAG
15 DECEMBER
NIEUW JAARS WEN S (MEI
EEUILLETON.
De Ziel van Margaret Rand.
Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en
Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f0,80» franeo door het geheete Rp f 1,
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f0,10. Bij groote contracten rabat. Creole
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
Telefoonnummer 3.
Zijdie zich met 1 Januari op
dit blad abonneeren, ontvangen
de tot dien datum verschijnende nummers
franco en gratis.
De Directie.
In het nummer dat WOENSDAG 31
DECEMBER verschijnt, zal wederom ge
legenheid bestaan tot het plaatsen van
25 cents contant.
I>© Directie.
Soïnsa vaa L.
35)
BINNENLAND.
COURA
ALKMAAR, 15 December 1913.
Zabem ia in Duitschland afgeloopen zonder
kanselierscrisis en zon'der Rijksdagontibinding. De
heer von Bethmann HoRweg heeft zich echter ge
noodzaakt gezien, een anderen toon aan te slaan, dan
zijn hooghartigen, afwijzend en, waarmede hij' begon
nen was. De sociaal-democraten hadden aangespoord
door afstemming van de begxooting dien Rijkskanse
lier tot beengaan te dwingen, de burgerlijke partijen
hadden verklaard dat zijl aan datspellletjenietwensich-
tem meq te doen, maar zij haddien tevens nog eens dui
delijk te verstaan gegeven, dat zijl lang niet tevreden
waren over de tot dusverre afgelegde verklaringen.
De Rijkskanselier heeft toen nog eens duidelijk ge
zegd, waarop het stond. Zonder zijn beroemd gewor
den wenn's en a.ber's heeft hij' betoogd, dat recht en
wet onder alle omstandigheden en natuurlijk door
de openbare machten in dé allereerste plaats gehand
haafd moeten worden en dat, wanneer het recht ge
schonden is, de straf niet mag uitblijven. Een Rijks
kanselier, die dit principe niet huldigde, diende z. i.
af te treden. Hij gaf verder toe, dat de in Zabern
genomen militaire maatregelen op ,een gegeven
©ogenblik buiten de perken der wet zijn gegaan en
dat door een proces daarover uitspraak moest wor
den gedaan.
Uit deze verklaringen blijkt, dat de beer von
Betbmann zich toch aardig heeft aangepast bij de
overgroote meerderheid der Rijksdagleden. Men zal
nu de straffen, welke worden opgelegd', moeten af
wachten. Voorshands zijn enkel drie recruten tot
eenige weken arrest veroordeeld, omdat zij tegen het
bevel van kolonel v. Reutter de woorden van luite
nant von Förstner openbaar gemaakt hadddien. De
schuldige officieren hebben nog niet terecht gestaan
en met belangstelling wacht men af, wat hun deel
zal zijn. De heel'e affaire schijnt per slot van reke
ning te worden afgesloten met bestraffing der hoo-
gere militairen.
D'e heer Doumergue is er in F r a n k r ij k in ge-
Integendeel, gaarne, zei Margaret plotseling
geanimeerd. Vergeef me, lieveling. Mijnheer Dare
is een geestelijke. Ik zou hem gaarne hier en alleen
spreken. Heb je daar iets tegen, John?
Heen, zeker niet. Maar Margaret, krijg toch
geen ziekelijke gedachten. Wij hebben nu over het
gebeurde van gisteren gesproken. Je weet hoe ik er
over denk. Geen geestelijke in het land kan daaraan
iets veranderen.
Dat weet ik, antwoordde zijn vrouw.ik heb
daaromtrent nieta te zeggen. Maar ik zou hem toch
gaarne spreken en wel, lief site, alleen.
Dat mag je, vrouwtje. Ik zal hem' tegemoet
gaan en hem bij je brengen.
Een oogenblik later liepen Margaret en D'axe sa
men op en neer.
Mijnheer Dare, zei de jonge vrouw, ik moet een
beroep op uw vriendelijke toegevendheid' doen.
Daire keek haar aan. Daarop kan u rekenen, gaf
hij ernstig ten antwoord.
U moet over mijn brief verwonderd zijn ge
weest en eveneens over mijn gedrag voor mijn huwe
lijk. En u zal er nog wel meer over verwonderd zijn,
dat ik u niet in mijn vertrouwen neem. U moet u
blijven verwonderen, want ik kan u nieta zeggen.
Ik van mijn kant blijf in u vertrouwen. Ik maak een
moeilijken tijdl door. Indien God mij spaart zal ik
het groote en heerlijke geluk smaken van een kind
ter wereld te brengen. Tot aan de geboorte van mijn
baby zou ik gaarne zooveel mogelijk rust en VTede
hebben. U kan mij die verschaffen; wil u dat doen?
Met Gods hulp zeker.
Ik vind het noodig, u te zeggen, dat u op de
proef kan gesteld worden. Om een bijzondere reden
slaagd een niteuw kabinet in elkaar te timmeren. Het
zit maar zwakjes in elkaar, de planken zijn geen echt
wagenschot en het sitaat wankel op d'e pooten. Men
denkt algemeen, dat het wel heel gauw weer in el
kaar zal vallen. Politici als de heeren Briand en
Millerand zijn al aan het probeeren, of ze het niet
onderstboven kunnen gooien.
Men weet, dat de eerzuchtige radicaal, die heer
Caililaux, ondanks dien wil van den president dier re
publiek, triomfator is geworden. Het nieuwe minis
terie moge in naam geen kabinet-CaUlaux zijn, inder
daad is het dit wei. De man, die de crisis heeft uit
gelekt, is minister van financiën geworden en de sa
mensteller zelf heeft de portefeuille van buitenland-
sche zaken genomen. Oorlog en marine zijn ook
zwak bezet, maar het is in de tegenwoordige tijdsom
standigheden aller bedenkaüjkst, dat er aan de quai
dPOrsay zulk een onbeteekenend man de buitenland-
sohe zaken leidt. Er valt immers in deze dagen een
zekere ontspanning, een streven naar toenadering
tusschen enkele groote mogendheden waar te nemen.
Duitschland tracht met Engeland en Erankrijk tot
overeenstemming te geraken ten aanzien van ver
schillende belangenkwesties, ten einde in de toe
komst complicaties, gelijk zich in den laatsten tij dl
hebben voorgedaan, te vermijden. In Engeland is de
stemming ten gunste van een dergelijke samenwer
king, in Erankrijk is men minder geestdriftig en in
in Rusland schijnt men er heeïemaal niet voor te
voelen. Rusland is thans bezig Erankrijk met ge
weld aan zijn zijde te halen en af te houden van
Duitschland. Men is n.l. te 'St. Petersburg ernstig
gebeten op Duitschland, wijl! het bevel over de Turk-
schie troepen is toevertrouwd aan een Duitsoh gene
raal. En men begint nu met cbicames. Men eischt
te Konstantanopel intrekking van bet desbetreffende
besluit, men rekent er op, dat Erankrijk zijn invloed
zal uitoefenen, door voorloopig geen Balkan-, geen
Turksche lleening goed te keuren, men zegt, dat men
in het tegenovergestelde geval beslist een onvriend
schappelijke daad zal' zien.
Ziedaar dus een groote moeielijkbedd voor de
Eransche regeering op een historisch belangrijk
oogenblik. En dan te weten, dat die regeerinlg zwak
is en dat de portefeuille van buitenlandsehe zaken
aan onbekwame handen is toevertrouwd!
In Mexiko verliest de voorloopige president
Huerta beslist terrein. Zijn verkiezing is door het
Congres ongeldig verklaard. Zijn geluksstar is aan
het verduisteren, zijn macht, waarmede die dictator
bergen verzet heeft, is aan het verminderen.
Victoriano Huerta is van oorsprong een Indianenr
jongen. Hij is naar Europeesche opvatting een
avonturier maar welk Zuid- of Middel- Am eri-
kaamsch „generaal" is dit niet? Hij is handig en
slim, maar in sommige opzichten beperkt; hij heeft
mag die nicht van mijn man, Charlotte Mansfield, mij
niet lijden. Heen, meer, zij vertrouwt mij zelfs niet.
Ik merkte Zaterdagavond op, dat zij1 zich tot u voelde
aangetrokken en het is best mogelijk, dat zij baar
keuze op u laat vallen. Als zij u dus in uw kerk van
St. John the Divine komt bezoeken, wil u dan mijn
geheim eerbiedigen, het geheim, dat tusschen u en
mij bestaat?
Ik zal doen zooals u verlangt. Ik zal mij over
niets uitlaten, voordat ik u er in gekend heb. Meer
kan ik u onmogelijk beloven.
Margaret bleef staan en greep de hand van mijn
heer D'are.
Dank u, dank u zeer, zei zij. U heeft mij. ge
rustgesteld. Mijn hart is nu volkomen gerust.
Ik wil alles doen wat u mij vraagt en meer, als
dat moet; maar vo.ordlat wij scheiden want ik ver
trek morgen moet u mij ook iets beloven. Mocht
u aan geestelijken steun behoefte hebben, zend dan
om mij. Zielen dwalen af, mevrouw Rand. De Goe
de Herder zendt andere herders om ze weer in de
schaapskooi bijeen te brengen.
De Goede Herder staat ten allen tijde klaar om
de schapen, die verdwaald zijn, in zijn liefderijke ar
men op te nemen en ze weer naar die kooi te leiden.
U denkt dus, dat ik tot degenen behoor, die af
gedwaald zijn?
Ik geloof, dat u onder een 'last gebukt gaat.
Een last van zonde?
Ik vrees van wel.
Er ontstond een pauze, twee harten klopten on
stuimig.
U heeft gelijk, zei Margaret eindelijk.
Wil u het mij niet toevertrouwen?
Mogelijk, d'at u het later zal vernemen, maar nu
niet.
Deel het dan, beste mevrouw Rand, aan iemand
mede, die grooter is dan ik. Leig uw zonden aan
zijn voeten neer.
O, kon ik dat maar!
U moet dat kunnen. Zal ik voor u bidden of
wil u dat voor u zelf doen!?
Bidl voor mij om kracht, opdat ik kan voortzet-
eehter wel veel' wilskracht, dat heeft reedB
voor bijna een halve eeuw Porfirio Diaz inge
zien, die den twintigjarigen jongeman particulier
'secretaris maakte, maar zich van hem ontdeed, toen
hij in dtezen een toekomstigen mededinger begon te
vermoeden. Doch toen die grijze president moest
vluchten, had hij in Huerta een vriend in den nood,
die zorgde, dat hij' goed en wei te Vera Cruz aan
kwam. Minder duidelijk is echter die verhouding
van Huerta tot zijn voorganger Madero in Ame
rika beweert men, dat hij' zijn concurrent uit den
weg heeft laten ruimen. Van de waarde van de
hoogste staatsbetrekking heeft Huerta weinig be
grip. Hij bezoekt verdachte koffiehuizen, drinkt wel
eens meer, dan hij verdragen kan, roept luide uit,
dat hij geen ministers maar schurken noodig heeft.
Zijn ministers moeten dan ook nooit iets van zijn
plannen afweten. Bedriegen thans de voerteekenen
niet, dan heeft hij gauw afgedaan. Behoudt hij het
leven, dan zal' hij wel „binnen" zijn. Zijn heelie stre
ven toch moet meer zijn gericht op het verwerven
van geld dan van maeht. Trouwens het geld is
voer vele van die „generaals" da ziel dier negotie. En
de optimistische moralist, dia in het Witte Huis te
Washington zetelt, wil dleze poel der ongerechtig-
heden, geschapen door Amerikaansche financiers en
Mexikaansche avonturiers, nog gaan zuiveren!
TWEEDE KAiMER.
Biji de Zaterdag voortgezette replieken richtte de
heer Kooien (R. K.) zich eerst tot den heer De
Meester, die een z. i. onverklaarbare vergissing ten
aanzien van minister Kolkman beeft begaan. Hij
meende voorts, dat d!e minister van' financiën op en
kele punten niet die gewensohte ophelderingen 'heeft
verschaft, zóó met betrekking tot die vraag aangaan
de een technische herziening van het tarief.
De heer Bos (V. D.) ging nader in op die positie
der vrijzinnig-democraten en voorts op de wijze,
waarop hij; zich van de opdracht tot kabinetsformatie
heeft gekweten en de verwijten van dten heer Tiroel-
stra dienaangaande ook tot de concentratie gericht.
Hij verklaarde, waarom die concentratie niet onmid
dellijk aan die S. D. A. P. heeft medegedeeld, waarom
de deelneming dezer partij1 aan de regeering toen
reeds was een conditio sine qua non voor de uitvoe
ring van het program. Hij' zette ook uiteen, waarom
hij' zich na de weigering niet tot de concentratie
heeft gericht.
'S'pr. verdedigde zich nog tegen verschillende ande
re verwijten van den heer Troelstra en merkte daar
bij op, dat hij met alle waardleering voor dit kabinet
de oplossing van1 de crisis een teruggang in ons
parlementarisme acht.
Den heer Aalberse wees spr. er op, dat de vrijzinni
gen geen organische staatsleer aanhangen, igeen pu
bliekrechtelijke vertegenwoordiging van belangen
wenscben, doch vrije organisatie. Met het standpunt
van de regeering in het onderwijs-vraagstuk stemde
spr. in.
De heer Troelstra OS. D. A. P.) kreeg het
woord voor een persoonlijk feit en maakte zijn ver
ten kan wat ik ben begonnen. Bid nergens anders
om, want van berouw en biechten kan geen sprake
zijn. Ik hoop niets zoo zeer dan dat ik op dleze zelf
de wijze zal kunnen voortgaan.
Dat bedroeft me onuitsprekelijk.
Dat spijt me. Maar heeft u nooit géhoord, dat
een vrouw ten wille van een ander zelfs haar ziel kan
verliezen
U is onbegrijpelijk, maar God begrijpt.
Dat doet Hij. Wilt u zich voor mij tot Hem
wenden
Zeer zeker.
DEEL IL
EEH TOCHTJE HIAiAfR DULWIGH.
Het was bepaald, dat Margaret's kind in Londen
zou geboren worden. Stephen Rand bezat daar een
mooi, deftig huis, dicht ihl de buurt van Portland
Square. Dat huis was bijl het leven van dien ouden
man aan vreemden verhuurd geweest, daar hij zijn
buitenverblijf niet wenschta te verlaten. Hu echter
was d'a huur om. Rand die ten opzichte van zijn
vrouw meer dlan angstig was, dacht dat zij in haar
moeielijke uren nergens beter kon zijn dan in de
groote stad. Daar kon zij de beste dokters en de
beste verpleegsters krijgen.
Margaret keurdb dit tot Rand's blijdschap, doch
ook wel ©enigszins tot zijn verbazing, dadelijk goed.
Hij' was' bang geweest, dat zijl met haar groote liefde
voor het buitenleven daarvoor niet te vinden zou zijn.
Het huis was keurig in orde gebracht en Margaret
en Rand! betrokken het veertien dagen voor het tijd
stip waarop het kind werd verwacht.
Margaret was dezen tijd van lichamelijke beproe
ving, zoo,als alleen een moeder die kent, beter door
gekomen dan dé meeste vrouwen. Haar mooi geëven-
redigd' figuur, haar uitstekendé gezondheid hielpen
haar. Zij was ook innig gelukkig. Het onbehagelij1-
'ke gevoel dat haar van af haar huwelijk met Rand
ontsehuldigingen, dat hij met een goede traditie van
de Kamer gebroken heeft door besprekingen uit de
afdeelingen mede te deelen. Intusschen moest hij
zijn zakelijke mediedeelingen intact laten.
De heer De Meester (U. L.)i wijdde eenige
opmerkingen aan het tarief. Vervolgens richtte hij
zich tot den heer Loeff in zake de verantwoordelijk
heid der concentratie voor de oplossing van de crisis.
Door samenwerking van vrijzinnigen en sociaal-de
mocraten onder wederzij dscho inschikkelijkheid zou
z. i. veel grooter zekerheid zijn verkregen ten opzich
te van de gewenschbe hervormingen.
De heer T y d' e m a n (V. L.)i maakte ook eenige
opmerkingen over de organische staatsleer en hield
tegenover den heer Lobman vol, dat dir. Kuyper de
openbare school in discrediet heeft gebracht. 'Spr.
verdedigde de politiek der vrij-liberale partij, ging
in op hét onderwijs-vraagstuk en besprak het sepera-
tisme in antwoord! aan den héér Van Wijnbergen.
De heer Rutgers (A.-R.)i hield vol, dat het re-
geeringsprogram niet wordt gemotiveerd door de
uitspraak der kiezers en dat bij art. 369 dér Invalidi
teitswet niet is beslist over het rechtsbeginsel van
staatspensioen.
De heer Loeff (R.-K.)i zeide, dat wat dé on
derwijskwestie aangaat sedert hét optreden van het
kabinet in meer dan een opzicht dé toestand is ge
wijzigd. De formule in de Troonrede is gewijzigd; in
een zin als dezerzijds werd geweniseht, daar nu de
staatscommissie ook over de gelijkstelling en over
de belichaming van de onderwijsformule in een
grondwetartikél zal kunnen oordeelen.
Waar de zaak zoo staat, daar zou het onzerzijds niet
politiek, niet juist, niet oorbaar zijn te volharden bij
onze officieuse weigering om zitting te nemen in de
onderwijs-commissie. Wij trekken dus onze weige
ring in en verklaren ons bereid, als men ons de eer
daartoe waardig 'keurt, zitting te nemen in de staats
commissie voor het ondierwijs. (JBravo'a links en
réchts.)
De heer Van der Voort van Zijp
(A.-R.) beschouwde de poging der regeering om de
onderwijskwestie op te lossen als een zeer ernstige.
Toch had spr. verschillende vragen. Geeft de op
lossing voldoening aan het rechtsbewustzijn, dat bij
de rechterzijde levende is? Laat de financieele ge
lijkstelling, die de Regeering geven wil, de paedago-
gische vrijheid van onze school onaangetast? Van het
antwoord op die vraag hangt af of wij in de Staats
commissie zullen zitting nemen.
Spr. drong aan om art. 80 en 192 bedde als lading
op het schip te nemen.
De heer Schaper (S. D. A. P.)' verdedigde de
houding van dr. Bos inzake dé kabinetscrisis.
De minister van financiën, de heer Bert-
ling zei van een fiscale herziening van het tarief
niets te willen weten. Dé technische herziening van
minister de Meester zou sléchts 5 ton hebben opge
bracht.
Dé minister van Bimnenlandleche Zaken, de
heer Gort van der Linden, zei dat het een groote
voldoening is voor de regeering, dat dé rechterzijde,
schoon nog niet eenstemmig, haar aanvankelijk wan
trouwen heeft overwonnen en het is een eer, die de
rechterzijde zichzelf heeft verschaft. Want bet kost
groote moeite zichzelf te overwinnen.
De regeering heoogt algeheele financieele gelijk
stelling, niét alléén ten aanzien dér rijksfinanciën.
bad gekweld, was geheel' verdwenen.
Sinds den dag, dat zij „den stier bij' de horens had
gepakt" kende zij geen vrees meer. Clair was ontsla
gen en kon niets tegen baar uitrichten. Charlotte ben
vond' zich buitenslands. Het' l'even vloeide al® een
heldere rivier tusschen bloeiende oevers voort. Lief
de was in ruime mate haar deel. 'Zij was van allé
vrouwen de meest gezegende, de gelukkigste.
Maar toch beschouwde zij het gaan naar Londén
als een onverwachte oplossing in den moeilijken
staat van zaken, die haar had kunnen verontrusten
gedurende den tijd!, dien zij te bed zou moeten door
brengen.
Overeenkomstig haar plechtige belofte aan dé wer
kelijke Margaret, nu mevrouw Gaytbome, zond me
vrouw Rand haar elke maand honderd pond. Die som
moest mevrouw Gaythome in de eerste vijf jaren van
Margaret's huwelijk ontvangen. Als die tijd was
verstreken, kon de werkelijke Margaret niets meer
van haar eiscbem ofschoon de jonge vrouw, aan wie
zij haar naam had afgestaan, niet voornemens was
haar vriendin ooit in d!en steek te laten.
Margaret -had, onmiddellijk nadat zij als Stephen's
nicht was erkend, haar zaakwaarnemers opgedragen
twee duizend pond! per jaar op haar credit te plaat
sen. De heeren hadden aan haar verlangen voldaan,
ofschoon zij' dé gevraagde som, alleen voor kleeding,
zooals zij veronderstelden, wel wat buitensporig von
den.
Zij deponeerde acht honderd 's jaars bij dé Farr's
bank. Met die som' kon zij doen wat zij wilde. Maar
de overige twaalf honderd gaf zij in depot bijl een fi
liaal van de London en Western Bank.
Dat filiaal bevonld zich in de voorstad Dulwich.
Margaret zette het op den naam van Mary Weston.
Zij sloot vriendschap met een van de klerken der
bank, een jongmensch, Eloyd! genaamd.
Walter Floyd was zeer bekoord door dé mooie dame
en toen zij hem gedeeltelijk in haar vertrouwen nam
en hem voor zijn diensten geld aanbood, beloofde hij,
dat hij haar voor zoover het in zijn macht stond, be
hulpzaam zou zijn.
(Wendt vervolgd.)