DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. MILITIE. VAN HOUTEN 5 1 -Cacao ÉÉN LEPEL 11 Honderd en zestiende Jaargang. 1914 WOENSDAG 14 JANUARI. IS GENOEG OM EEN KOP i HEERLIJKE CHOCOLADE TE BEREIDEN Inschrijving voor do Militie van do mannelijke geborenen van het jaar 1895, op Dinsdag en Vrijdag van 1—3 uur, ten stadhulze, vóór 20 Januari a.s. BINNENLA ND. KMAARSCHE COURANT ALKMAAR, 14 Januari. Het is een verschrikkelijk beeld van ver-warring, dat de Fransche politiek op het oogenblik te aan schouwen geeft. Eenige dagen geleden bevatte de Daily Chronicle het verslag van een onderhoud van een zijner mede werkers mot den minister van financiën, den heer Caillaux, die zeidie, dat hij groote bewondering koes torde voor den Engelsehen minister Ll'oyd George, en dat beider politiek naar hetzelfde doel streeft. Men begrijpt, dat deze uitlating betrekking heeft op de verklaring van den Engelschen min. van financiën, dat het oogenblik gunstig is om tot verlichting van den schier onduldbaar wordenden last der 'bewape ning te geraken. I)e Fransche pers die bijna over da heele linie tegen den Fransehen minister van financiën is heeft zich zeer verontwaardigd over diens gezegdo betoond. Een minister, die zich in dtezen geest uit liet, was niet waard! een portefeuille te bezitten, zoo werd er betoogd. Maar nu bevat de Daily Chronicle vandaag het verslag van een onderhoud met den heer Briand, den aanvoerder van het dier regeering vijan dige kamp. Ende heer Briand verzekerde, dat hij zeer veel sympathie gevoelde voor den heer Lloyd George en vast overtuigd) was, dat deze er niet aan dacht, den band der entente cordiale losser te maken. „Ik kan heel goed begrijpen," zoo ging hij voort, dat hij in zijn positie van minister van finan ciën en als man van den vrede, tracht den financi- eelen -druk, veroorzaakt door de nationale verdedi ging, wat minder te maken." En al gaf de Fransche politicus toe, dat hij niet de man was om over de door den Engelschen minis ter aan de hand gedane oplossing te spreken, duide lijk is, dat hij in dezen eenzelfde standpunt inneemt als zijn tegenstander der regeering, den heer Cail laux. Wat zal nu echter de pers over de verklaring van haar voorman zeggen! Dat de Figaro met zijn onbesuisden aanval tegen den heer Caillaux een onverstandige daad heeft ver richt, zal nu wel iedereen duidelijk zijn. De heer Calmette met zijn vage beschuldigingen en zijn ver klaringen van ongenoemde personen heeft zich niet op de fraaiste wijze uit zijn onaangename positie trachten te redden. De roman-feuilleton in de Fi garo is afgebroken en thans bevat le Journal nota- bene een verslag van een onderhoud met den heer Calmette, die nu de goê-gemeente verkondigt, dat al die door hem onthulde „affaires" hem eigenlijk koud lieten, maar dat hij enkel de regeering had willen lastig vallen en willen voorkomen, dat zij ging knoei en! Ziedaar dus een mooie politiek trachten door onware aantijgingen je tegenstander een beentje te lichten en dan nog met trots te zeggen: „heb ik dat niet handig gedaan!"! Er is meer zonderlings in den toestand. De oude minister-dooder Clemenceau strekt de beschermende hand over dit ministerie uit ombij voorbaat de komende ministers onmogelijk te maken. De ge duchte oude heer werkt dus voor de toekomst! Met dat al heeft de heer Caillaux het lang niet ge makkelijk en aangenaam. De Fransche pers is zoo nijdig als een spin. Zij verwijt hem, dat hij het is geweest die in vroegere jaren door zijn politiek van- na-ons-den-zondvloed de republiek in zulk een wan hopig slechten finaneieelen toestand heeft gebracht. Zij legt hem de ergste lichtzinnigheid ten laste. L'Echo de Paris bijv. betoogde gisteren, dat men om een dergelijke situatie te kunnen vinden in de ge schiedenis, moet teruggaan tot.1787. Hij heeft, zegt het blad aardig, Frankrijk zijn koren als gras laten opeten, zoodat er niets meer te oogsten valt. En nu hij komt met zijn groote hervormingsplan nen, stelt bij eerst 24 uur voordat bet kabinet er aansprakelijk voor is, den ministerraad ermee in kennis. „Zoo wordt Frankrijk beroofd van de ge wichtige waarborgen, welke het sinds de revolutie dacht te bezitten" roept het blad verontwaardigd uit. Ook de heer Briand heeft zich, blijkens het Daily Chronicle interview weinig vleiënid over den heer Caillaux uitgelaten. Hij vond dezen heelemaal geen „sterken man" en geloofde niet, dat deze het kabinet sterker maakt, daar hij in het land niet gezien was. De heer Briand vond het j immer, dat de politiek van verzoening verzoening ook met Duitschland was verlaten. Hij had nu vele politici van aanzien rondom zich verzameld, die als het ware Frankrijks ruggegraat vormden en die er wel in zullen slagen, da belangen dar republiek baten te behartigen. rïONA De oud-premier hoopte, dat het kahinet-Doumer- gue April nog zou halen hoe langer het regeerde, hoe meer dit de oppositie ten goede zou komen! Intusscken de Fransche Kamer is gisteren weer bijeengekomen en weldra zal blijken of die hoop ver vuld wordt. Het lijkt ons echter waarschijnlijk, dat het ministerie het tijdstip der verkiezingen niet meer zal halen. TWEEDE KAME'JEL Bij de gisteren gehouden behandeling der Oorloge begrooting verzocht de heer K. Ter Laan (S. D. A. P.) volledige inlichtingen over de proef met den verkorten oefentijd voor de bereden artillerie, welke proef te Amersfoort gehouden is. Spr. diende een motie in, om het verslag van de proef aan de beide Kamers o-ver te leggen en den za- k: al ij ken inhoud openbaar te maken. De minister van oorlog kon aan het in de motie uitgesproken verlangen niet voldoen. De heer Merchant (,V. D.) verzocht den mi nister dan de uitkomst van de proef mede.te deelen en of de proef zal worden voortgezet. Ka repliek van den heer Ter Laan zei de m i- nister, dat de heeren Merchant en Ter Laan als leden van de Legercommissie van het rapport kennis kunnen nemen, en dat zij verdere stappen in die com missie kunnen doen. Hij wil echter overwegen, of mededeelingen aangaande het rapport verstrekt kun nen worden. De motie-Ter Laan werd daarna verworpen met 42 tegen 18 stemmen. De heer Duymaer van Twist A. R.) uitte bezwaren tegen de grijs-groene uniform. De minister zei dit solide té achten, maar dat het niet algemeen1 zal kunnen worden doorgevoerd, voor dat al het blauwe laken' is gebruikt. De minister verdedigde tegenover dien heer Ter Laan de luchtvaart, speciaal voor verkenningen. Het art. betreffende de uitgaven voor de lucht vaart, op verzoek van den heer Ter Laan in stemming gebracht, werd aangenomen met 40 tegen 24 stemmen. De heer Eland (TJ. L.)i vroeg of er al iets be kend is over de oorzaken der kazernebranden in Haarlem en Ede. De minister antwoordde ont kennend. LOTERIJWET. Bij de op last der justitie gedane beslagleggingen op de administratieve bescheiden van verboden lote rij-ondernemingen, hebben de politie-beambten de aanwezige geldswaarden onaangeroerd gelaten. Het geld is dus in het bezit van den kantoorhouder ge bleven, vermoedelijk om hem in dé gelegenheid te stellen aan de houders1 van premiebewijzen, onder wie meerendeels kleine luyden, het hun in vorige trek kingsklassen der Staatsloterij te beurt' gevallen prijs je uit te betalen. Van daar ook dat de premiebewijzen van de afge- loopen 4e trekkingskl'asse niet in het beslag begre pen zijn; wel daarentegen in het geval dat het 4e klasse bewijs nog samengevoegd was met het premie- bewijs voor de 5e klasse, waarin de trekking nog moet plaats hebben. Verder zijn alle zoogenaamde doorgefourneerde lo ten, n.l. die geldig voor alle klassen, meegenomen. Dat dezelfde justitieels handeling zich niet uit strekte tot het hoofdkantoor van Lotisico, gevestigd aan de Juliana van: Stolberglaan, te 's-Gravenhage, is, schrijft het Hbld., omdat het Centraalbureau der Maatschappij zich niet belast met den verkoop en het debiet dear certificaten, waarvan de omzet uitslui tend is- opgedragen aan hare agentschappen. Het Hbld. kan nog het volgende mededeelen omtrent de motieven, welke den Minister van Justi tie ertoe geleid' hebben te gelasten, dat Maandagmid dag gelijktijdig door de politie zou werden opgetre den tegen de loterij-ondernemingen „Lotisico," „De Tijdgeest," „Het Witte Kruis," „Fortuna," „Prinses Juliana" en „Zonder Baatzucht." De cassatieberoepen (aldus wordt in een circulaire aan de betrokken justitie-autoriteiten gezegd), inge steld tegen veroordeelingen van dergelijke onderne mingen, hebben nimmer geleid tot ontslag van rechtsvervolging of vrijspraak. Zoo werden in Octo ber en November 1913 verschillende cassatieberoepen verworpen. Nu niettemin de ondernemingen toch doorgaan met haar bedrijf, me.ent de minister dat daaraan paal en perk moet worden gesteld. Een krachtig optreden werd door den minister dringend geboden geacht, om aan dit bedrijf een einde te maken. Niet hier en daar slechts moest worden opgetreden, maar gelijktijdig over het gehee- le land met algemeena inbeslagneming van zooveel mogelijk loterij-aandeel'en, teneinde practisch d'en verderen verkoop onmogelijk te maken en aan het geheele publiek en vooral aan de vaak onbewust de wet overtredende wederverkoopers te toonen, dat een dergelijk bedrijf verboden is. Den wederverkoopers wilde de minister op deze wijze doen zien, dat zij door bun handeling kans loopen in moeilijkheden te komen met de politie, en aan het publiek dat het niet de zekerheid heeft van een geregelde afwikkeling der aangevangen loterij. Dan wordt er in de desbetreffende circulaire die eerst Maandagmorgen ter kennis van de Amster dam se he politie werd gebracht op gewezen, d'at de wijziging van d'e Loterijwet 1905 door de invoeging van een artikel 8his, de gelegenheid tot optreden biedt. Dit artikel geeft aan de politieambtenaren de bevoegdheid in beslag te nemen en ter inbeslagne ming de uitlevering te vorderen van al hetgeen kan dienen tot bewijs van wat redelijkerwijs vermoed kan worden bestemd te zijn geweest of gediend' te hebben tot het plegen van een overtreding der wet, alsmede van alle voorwerpen, welke door middel van over treding dezer wet zijn verkregen. De datum van Maandag werd gekozen, omdat aan genomen kon worden dat dte pTemiecoupons van de 5e klasse der Staatsloterij reeds in het bezit waren van de wederverkoopers, zonder dat een belangrijk deel van den voorraad al was verkocht. Ofschoon, voor zoover den Minister bekend, ten aanzien der maatschappij „Prinses Juliana" nog geen veroordeeling was gevolgd, meende de minister ook deze maatschappij in de actie te moeten betrekken. Gemengd nieuws. DEE ZUIDERZEE. Een commissie uit dfen Zuid'erzeevisschersbond heeft, naar het Hbld. meldt, een onderhoud gehad met den minister van waterstaat, ter bespreking van de belangen der visschers in verband met de plannen tot droogmaking der Zuiderzee. De commissie, be staande uit de voorzitter en secretaris van den Z. V B., het Kamerlid Hugenholtz, de visschers J. Kals- beek, Lemmer, K. 'S. Kes, Marken, W. Lub, Enkhui zen, ontving o.m. da mededeeling, dat er een commis sie zal worden benoemd uit zaakkundigen, die bij het verleenen van vergoedingen aan visschers, daarover den minister zal rapporteeren. Deize commissie zal niet eerder worden benoemd, dan nad'at het wetsont werp gereed is. SABOTAGE. Te Dordrecht dreigt een conflict in het sleepvaart- bedrijf. Eeeds ia persioneel, dat eeni nieuw contract inzake staangeld niet wilde teekenen, ontslagen. Er zijn 'gevallen van sabotage geconstateerd: op een hoot is een voedingspijp afgezaagd, terwijl op een andere boot een gat in de stoompijp is geslagen. EEN JEUGDIG POSTWTSISEiLIVEEVADSCHEE. Bij de controle op het Haarlemsche postkantoor, afdeeling postwissels, werd 'bemerkt, dat de uitbetaal de bedragen en de uit te betalen sommen niet met elkander klopten. Het bleek dat er acht postwissels waren vervalseht, door van nullen en eenen zessen of negens te maken. De dader bleek, meldt de Tel., te zijn 'n veertienjarige jongen, die zoo slim was ge weest, om de vervalsehingen niet zoo hoog op te voe ren, dat de port op de postwissel-formulieren onvol doende zou zijn voor het te incass-eeren bedrag, waar door natuurlijk de vervalsehingen dadelijk aan het licht zouden zijn gekomen. ARTS-EN EN ZIEKENFONDSEN. De Landelijke Federatie ter behartiging van het Ziekenfondswezen heeft een brochure uitgegeven, ge titeld: De Artsen en -de Ziekenfondsen, „een ernstig woord naar aanleiding van de hangende kwestie tus- schen d'e artsen en de ziekenfondsen." Ze spreekt als haar oordeel uit, dat de Ned. Maat schappij tot Bevordering van de Geneeskunst al's be langhebbende niet het aangewezen lichaam is om de zieikenfond'sen te besturen. Dit is het werk en moet naar het oordeel' van de Federatie het werk blijven van menschen, die door weikelijk-sche bijdragen zich zelf in tijden van ziekte zonder bezwaar van hun dikwijls karig loon van genees-, heel- en verloskun dige hulp wenschen te voorzien. „Dat de leden van die instellingen, fondsen, vereer nigingen en maatschappijen of hoe zij zich ook noe men, het bestuur zelf in handen moeten houden is nogal logisch. Zij toch hebben hun instellingen op gericht en trachten voor het geld dat zij hiervoor be schikbaar kunnen hebben zooveel en zoo goed moge lijk datgene te verkrijgen, dat hun in tijden van ziekte van noode is. „Zij zorgen ex voor, dat zooveel mogelijk kan wor den besteed voor medische en pharmaceutische doel einden omdat de hulp die men genieit beter is naar mate men meer betaalt. „Zij allen toch hébben het recht het geld, door hen te zamen gebracht, te 'besteden zooals zij dat in het belang der instelling het meest gewenscht achten. „Het ligt voor de hand dat de prijzen die zij kun nen besteden lager kunnen zijn dan de prijzen die een particulier betaalt en wel om -de navolgende re den: le. Is de arts noch' de apotheker verzekerd, dat een particulier de rekening op tijd zal voldoen, ja misschien door velen geheel niet voldaan wordt (wij hebben dikwijls uit den mond van den medicus ver nomen, dat soms 25 tot 40 pet. der rekeningen niet inkomen.) de fondsen betalen echter zeer punctueel. 2e. Wordt door een fonds een heele massa 'bij één medicus en één apotheker verzekerd, en dus kan op dia massa een belangrijk billijker tarief worden bet- dongen dan voor een enkelen particulier. 3e. Zal het den medicus niet gebeuren, dat soms wél 100 particulieren in één spreekuur zijn hulp in roepen, iets dat met fondspatiënten die lid zijn van de zoo hoog geroemde A. Z. fondsen in de groote ste den maar al' te vaak voorkomt." De Federatie meent verder, dat zij alle recht heeft om tle twijfelen aan de ernstige meening van de Maatschappij, om den toestand der fondsen en die der leden van die fonemen te willen verbeteren. Als het de Maatschappij zoo een groote ernst was, waar om dan niet in de volgen-s haar „ideale" A. Z. fond sen die verbeteringen aangebracht? Daarin zijn zij toch geheel beer en meester. Ten slotte spreekt de Federatie als haar overtui ging uit, dat er een groot volksbelang op het spel staat. Een groot belang vooral voor den kleinen middenstand en voor de arbeidende bevolking. „Zoo lang" zegt zij nog „de Maatschappij ter bevor dering der Geneeskunst haar „bindend besluit" blijft handhaven, kan er van toenadering geen sprake zijn, en zal dus de kwestie niet langs minnelijken weg kunnen worden op gelost." INTERNATIONALE AANSLUITING DER JON GE VRIJZINNIGEN. Naar gemeld wordt zijn er plannen in voorberei ding om te komen tot een internationalen Bond' van Jonge Vrijzinnigen. Het initiatief is genomen door den Bond van jeugdige Vrijzinnigen in Zweden. De hier te lande bestaande Bond van Vrijzinnige Propa- gandaclubs zal zich hoogstwaarschijnlijk bij den In ternationalen Bond' aansluiten. EENE WAARSCHUWING. Het 'bestuur der afdeeling „Frieslands Zuidwest hoek" van het Nederlandsch Onderwijzers-Genoot schap meent een ernstig woord van waarschuwing te moeten richten tot ouders, die hun kinderen willen laten opleiden voor onderwijzer of onderwijzeres. De afdeeling zegt o.m. „Er is groot overcompleet van leerkrachten. Naar verluidt loopen er op d'it oogenblik 800 gediplomeer den zonder betrekking rond. Wij hooren van onder wijzers, die één, twee, drie, vier jaar zondier vaste bei- trekking zijn. Ouders, bedenkt u driemaal, voordat ge uw kind onderwijzer laat wouden." Ten slotte wordt aan oudera, die hun kind' toch voor het onderwijs willen bestemmen, de raad gege ven, te trachten het kind geplaatst te krijgen aan een kweekschool, omdat het er toich ver van daan is, dat alle opleidingsinriohtingen voldoenden waarborg leveren voor een examen met gunstigen uitslag. HET HOEEIJZERIVERBGND. Het HoefijzerveXbond, dat zich ten doel stelt dezen winter de gelden te verzamelen voor een kinderher stellingsoord voor het Centraal Genootschap werkt met groot succes. Wederom werden su-b-comité's opgericht te Am sterdam, Sneek, Leeuwarden, Patersiwolde, Vollenho- ve, Graft, Nunspeet en Uitgeest. In een groot aantal plaatsen en de meeste groote steden worden sub-comité's voorbereid. Te Nunspeet werd reeds 134.75 en te Franeker 125 gulden bijeengebracht. UIT HENSIBRO'HK. Dinsdagavond1 gaf d'e gymnastiekvereeuiging „Uit spanning door Inspanning" een openbare uitvoering in het lokaal van d'en heer Mantel. De belangstelling was als gewoonlijk zeeT groot, zoodat d-e kolfbaan dan ook zoo goed als bezet was. Te ruim 7 uur opende de voorzitter, d-e heer O. Leegwater, de bijeenkomst' tevens vermeldende dat door ontstentenis van dien directeur Potgieser uit Purmerend de heer Schotsman alhier do leiding de zen avond op zich had genomen. Hierna ving onder de opwekkende tonen der muziek de afwerking van het programma aan, dat weer vol verscheidenheid was. Verschillende toesteloefeningen wisselden af met vrije oefeningen en met bijzonder fraaie standen en groepen. Vooral de knotsoefeningen en die aan het hoogrek vielen zeer in den smaak. Ook het wer ken der jongere leden en van de meisjes lokte meer dan eens een luid applaus uit» De heer Leegwater zorgde door zijn leuke voor drachten, dat ook de lachspieren eens in werking kwamen; een uitbundig succes hadden ook de vier „Verstokte vrijgezellen." Een goed slot werd gevormd' door een drietal groe pen met bengaaleche verlichting- Werkelijk dit vu keurig mooi.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1914 | | pagina 1