DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
No, 27
Honderd cn zestiende jaargang.
1914
MAANDAG
2 FEBRUARI.
FEUILLETON.
De ongekroonde Koning.
Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en
reestdagenuitgegeven, AbonnfiJwerHsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f0,80; franco door het gebeele Rp flf—
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Prijs der gewone advertentiën
P#»r rerH 0,10. Bij groote contracten rabat Oroote
letters raar plaatsruimte
Brieven franco aan de N. V, Boek- en Handelsdrukkerij
v/h HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
Telefoon'tuunmaf 3.
BINNENLAND.
ALKMAARSCHE COURANT.
ALKTMIA'AR, 2 Februari 1914.
Zuid-Afrika beeft in d'e afgeloopen week veel -over
zich doen «preken. Generaal Botha, do minister
president, is op soldateske wijze tegenover dé arbei
ders-beweging opgetreden. Tien leiders dier staking
zijn gevangen genomen en in bet bolle van dien nacht
nanr Engeland ingescheept. Blijkbaar is die oud-
Buo ren-generaal overtuigd, dat hun aanwezigheid
zou ieidien tot een hernieuwde botsing tusschen kapi
taal en arbeid' en heeft hij daarom een kwaad midldel
gekozen om erger te voorkomen. In Engeland heeft
men dozen maatregel* welke geheel in strijdi is met
dten Engelschen vrijheidsgeest, ten .sterkste veroor
deeld. De Zuid-Afrikaansche regeering heeft bij de
opening van het parlement voorgestelld, dat de ver-
bairning der stakingsleiders bij een wet zal worden
goedgekeurd, terwijl] dien verbanmenen dan tevens de
terugkeer in de Unia zal worden verboden. Een lid
van dien Volksraad heeft inmiddels de verbanning
reeds betiteld als „een etnuikrooveradaacP, begaan
door wetsc'henders. En een bekendl Engel sch hoog-
leeraax in het staatsrecht, prof. Morgan, heeft be
toogd dat de verbanning een grondrecht van Britsche
onderdanen schendt, n.l. het recht omi op Britsch
grondgebied te verblijven.
Men betreurt het in Engeland, dat die heer Botha
niet onmiddellijk een debat over die daden van zijn
regeering heeft aanvaard. En men is zeer nieuws
gierig te vernemen, wat de regeering zal hebben te
antwoorden op die verwijten, welke haar vooral van
liberale zijdte worden gedaan. Slechts enkele stem
men o. a. die van het liberale Elngelsehe parle
mentslid Arthur 'Shertwell, bekend oim zijn arbeidters-
sympathiën doen zich hooren, om te waarschuwen
dat men eerst de verdediging van die Zuid-Afrikaan-
«ilie regeering moet hoorèn, voordat men 'haar ver-
oor dleelt. De regeering zal in haar parlement wel de
noodige goedkeuring op haar gedragingen erlangen.
En er moge in theorie een recht van veto bestaan,
Koning George zal' zich er niet tegen verzetten, wan
neer die Zui'd-Afxikaanseha volksvertegenwoordiging
de wet aanneemt, welke die regeering saai voorstellen.
De verhouding tuaschen Frankrijk en Rusland is
eens weer ter sprake gebracht. Men vindt te Parijs
reeds lang, dat de liefde wel wat veel van één kant
komt. Frankrijk mag altijd maar zorgen, dat er geld
is -en Rusland doet ongeveer niets ais vergoeding.
IToe vaak is al niet reeds de klacht vernomen, dat
Rusland alles nalaat om Frankrijk te beschermen,
wanneer 'het eens tot een oorlog met Duitsehland
kwam! En nu weer heette het, dat de Russische re
geering gedoogde, dat de machtige kanonnenfabrie'k
Krupp medéaeggimgsschap kreeg in de Russische fa
briek Poetilog, waar de Eransche kanonnen worden
vervaardigd. De Russische regeering heeft wel offi
cieus laten weten, dat zij, ingeval de Russische far
briek haar kapitaal uitbreidt, ih geen geval die firma
Krupp tot deelneming zal toelaten, maar geheel ge
rustgesteld zijn de Eransohe gemoederen nog niet en
de kleine onthulling zal er toe bijdragen om kwaad
(Nadruk ver b oden)'.
Roman van
PAUL OSKAR 00OEHR.
Kaan K e tfi D u i t a o h.
2) O
Intusschen was Anna buiten adem teruggekomen
met de patent haarspelden. Bijl de laatste jacht te
Döberitz was Beate's haar los gegaan toen ze in volle
galop .was, de breede, blonde haarmassa verspreidde
zich over baar schouders en fladderde wildl achter
haar los, de rijhoed! vloog af en de geheele jachtstoet
sprak nog lang ever het beeldl der echoone, jonge
Walkiira, wier prachtige blondle haar een fonkelende
zonnestraal leek ondier den grauwen hemel. Men zei
dat die kroonprins er1 in Potsdam een levendige be-
eohrijving van gegeven had. „Natuurlijk was het ef-
feot niet geheel toevallig" had een dier mederij dende
dames lachend! gezegd. Waarop Beate zich ernstig
voornam dat zoo iets een tweedien keer niet weer
mocht gebeuren.
„Heb je dan geweten, Gwendoline, dlat Schrott de
Hubertus-jacht mee zou rijden.vroeg Beate terwijl
het dienstmeisje haar rijkleed met een split rechts
aandeed en tocknoopte.
„Ik heb hem gisteren toevallig ontmoet in den
ondargrondstrein. Hij was nog nergens van op de
hoogte, wanneer en waar dia paarden naar Döberitz
gebracht werden hoe men zelf naar de plaats van
samenkomst komt. Toen 'heb ik hem wel te kennen
gegeven, dat Papa altijd met de groote, grijze auto
gaat."
Beate knilkte peinzend. „O, in den ondergronds-
trein heb je hem ontmoet. Zoo. Toevallig."
bloed' te zetten. Zelfs de beer Jaurès beschuldigt de
Russische regeering van opzettelijk verraad aan de
Frans'che zaak! Hiet ia wel opvallend, dat de leider
der Kruppfabriek juist in deze dagen tot het perso
neel een redevoering 'heeft gehouden, waarin hij den
nadruk heeft gelegd op d'e noodzakelijkheid van on
voorwaardelijke onafhankelijkheid: der fabriek!
In Duitsehland zijn eindelijk de consequenties ge
trokken uit de Zabem-geschiedlenis. De regeering
van Elzas-Lotharingen heeft haar ontslag genomen.
De ontslagaanvrage is door den Keizer op een uit
zondering na aanvaard en die heeren hebben onder
scheidingen ontvangen.
Wat de nieuwbenoemden betreft, schijnt het, dat
men een meer „Pruisischen geest" in het bestuur van
het Rijksland wil brengen. De keuze van graaf Rö-
dexn tot staatssecretaris is zeker karakteristiek,
vooral in verband met hetgeen de Rijkekanselier den
23stan Januari in den Rijksdag zeide: „Er blijft in
Elzas-Lotharingen veel te doen over voordat men tot
een normalen toestand komt, 'het land heeft aller
eerst een kalm, rechtvaardig,, maar beslist bestuur
noodig."
Waarschijnlijk staat het Rijksland een politiek van
de ijzeren vuist te wachten!
Een dergelijke politiek heeft ook in Oostenrijk niet
geholpen. Daar blijft het sukkelen met de parlemen
taire machine. De normale toestand begint daar
langzamerhand te wordlen de abnormale! Ex
wordt geregeerd buiten de grondwet om. Hlet al
leen dat de regeering geen gewone begrooting goed
gekeurd krijgt, maar zelfs is zij er niet in geslaagd
een voorloopiga begrooting tot Juni te doen aanne
men, hetgeen overigens reeds vóór 81 December 'had
moeten geschieden. Da kleine minderheid der radi
cale Tsjechen, die in de taalkwestie van geen toege
ven weten wil, heeft obstructie gevoerd en de uit de
algemeena verkiezingen voortgekomen Kamer van
Afgevaardigden moest naar huis gezonden worden.
Zoo heeft men een ex-les toestand gekregen.. Er is
een regeering, maar zij, kan niet regeeienl De belas
tingen worden geïnd, de staatsgelden wordlen' uitge
geven feitelijk regeert het absolutisme bij de gra
tie van een handjevol weerbarstige Kamerleden!
Portugal heeft een kabinetscrisis. In den senaat
werd de minister-president Affonsoi Co sta beschul
digd van omkooping, Ku heeft de regeering in de
Eerste Kamer geen meerderheid, in de Tweede daar
entegen wel. De minister-president vond hierin aan
leiding om voor te stellen, dat de kwestie zou worden
behandeld in eene vereenigde vergadering van beide
Kamers hij was dan van een meerderheid zeker!
Maar de zaak liep niet op rolletjes en die heer Oosta
was niet zoo goed gesteld dlat hiji goed is, wat nog
nimmer is gebleken of 'hij moest met zijn ministe
rie aftreden. Hiji hoopt nu wel een kabinet te vor
men uit de verschillende republikein scha partijen,
doch tot dusverre is dit den ultra-radicalen staats
man nog niet gelukt.
Er was niet meer dan een zweem van verwonde
ring in haar toon; voor wantrouwen kon men het
niet aanzien. Maar er bleef toch een zekere span
ning door hangen. Het gesprek kwijnde; ook In
grid zweeg terwijl zij zich verder aankleedde. Zij was
eerder klaar dam ha'ar zuster®. Udei kon men haar
niet noemen. Ofschoon zij reeds anderhalf jaar ge
leden bevestigd was, liep zij nog liefst met korte rok
ken, een matrozenpakje en een lange .vlecht.
Toen zij klaar was hielp zijl Gwendoline met haar
witte d'as die bij het jachtcostuum behoorde.
„Heb je 't gemerkt?" vroeg zij fluisterend met een
oogje naar de deur van de aangrenzende kamer. En
toen Gwendoline vragend opkeek, ging zij' voort:
„Ze is jaloerschl"
Gwendoline schrikte. „Och kom, Ingrid! "Waarom
zeg je dat nu?" Met zenuwachtige vingers trachtte
zijzelf de das vast te maken.
Ingrid' zag in den spiegel hoe bleek haar zuster
geworden was. „Kinderen, wat ben jullie toch grap
pig!" zei ze. „Heb je ook al rijkoorts?" Zij trad
een paar voetstappen nadien. „Zeg, ben je boos?"
vroeg ze wat zachter.
„Keen. Aleen verdrietig, Ingrid. Met die woor
den ging zij de slaapkamer uit.
Een oogenbl'ik luisterde Ingrid naar het rinkelend
geluid Van de zilveren sporen. 'Toen liep zij naar
Beate. De oudbte zuster nam zich zellf juist op in
den spiegel van 'dia kastdeur, die het dienstmeisje te
gen het licht had opengezet. Ingrid vond haar heel
mooi. Beate was niet alleen) dia erkende lieveling van
haar vader, die in haar da jeugd van zijn vrouw weer
zag herleven, maar ook een zeer bewonderde schoon
heid in do balzalen der keizerlijke residentie, op alle
hof- en casino-partijen, bijl ale weldadigheidsfeesten.
Daarbij' was Beate zich haar macht niet zoo zeer be
wust als men vermoedde, wanneer men haar in haar
blonde schoonheid en haar koninklijke houding zag
naderen. Haar innerlijk wezen vormde een tegen
in Mexiko wordt de burgeroorlog nog steeds met
hardnekkigheid voortgezet. En op Haïti is ook weer
eens een opstand uitgebroken, welke natuurlijk om
verwerpen dier regeering beoogt. Het doel zal wel
worden bereikt: de president is aan boord van een
Duitscb oorlogsschip gevlucht en die ministers 'heb
ben bescherming gezocht in d© coasulaatsgebouwen,
welke door Duitsche en Amerika ansche matrozen
worden bewaakt. Er zal dua wed spoedig een nieuwe
regeering komen.om haar beurt van weggejaagd
te worden af te wachten!
VRIJKAARTEN VOOR KAMERLEDEN.
De Kl R. Cri» bevatte da vorige week, toen het
door de spoorwegmaatschappijen gebiechte aantal
handteekeningen niog niet verkregen was, een hoofd-
artikel, waarin het zeer bedenkelijk werd genoemd,
dat de Kamer bet pad 'der gunstbewijzen zou inslaan.
Een gave, een handipenning, hoe men het noemdle, in
elk geval blijft het vrijbiljet een gunst en zal nu de
Kamer met dit gunstbewijs vrij! haar roeping kunnen
volgen, de vrijheid van spreken zonder aanzien des
persoons handhaven, vroeg het blaid. Ook Kamerle
den zijn maar.memschem.
De Kieuwe Courant toont zich niet bezorgd. Dat
Kamerleden zich dloor het aanvaarden van een vrij
kaart ook maar eenigszins afhankelijk zouden gevoe
len van 'de spoorwegmaatschappijen die deze verstrek
ken, wordt, schrijft zij, volkomen uitgesloten: lo.
doordat bijl het verleenen van die vrijkaarten geenar-
iei onderscheid wordt gemaakt(indien 65 het vragen
worden er 100 beschikbaar gesteld); 2o. dloor de vol
ledige openbaarheid van dén maatregel.
Het is een moreale onmogelijkheid dat een1 spoor
wegmaatschappij, eenmaal vrijkaarten aan alle Ka
merleden verstrekt hebbende, er ooit toe zou kunnen
overgaan deze in te trekken voor één of meer van
deze Kamerleden die haar onwelgevallige voorstellen
zouden doen of onaangename critiek leveren. D'e
spoorwegdirectie welke dat dleed zou zich zoozeer bla-
meeren, dat elke kans op zulk een maatregel uitge
sloten schijnt. Welnu, indien dit als zeker mag wor
den aangenomen, verdwijnt de laatsite schijn eener
bedreiging van db onafhankelijkheid! der Kamerleden
door de aanvaarding van zulk een kaart. Die onaf
hankelijkheid heeft trouwens waarlijk heel wat
zwaardere beproevingen van onderscheiden aard te
doorstaan dan die aan welke het aannemen van een
zoo rationeel hulpmiddel tot het uitoefenen van zijn
ambt als een spoorwegkaars een publiek man bloot
stelt.
ImmerB bet is rationeel dat aan Kamerleden, ver
tegenwoordigers van „het geheele Hederlandsche
volk," het verkeer door het geheele land op alle wij
zen wordt vergemakkelijkt. Het is niet goed, dat
persoonlijke omstandigheden sommige hunner in dat
verkeer belemmeren, anderen niet. Daarom meunen
wij dat er voor scrupules in dezen geen plaats is.
RECHTSSCHENDINGEK IK TURKUE.
De Porie heeft den Nederlandseben gezant veront
schuldigingen aangeboden en1 hem de verzekering ge
geven, dat die militaire politie zal worden gestraft
wegens het gebeurde op 21 Januari. Elchter ie het
incident hiermede nog niet gestoten.
Op initiatief van den Oostenrijksoh-Hongaarsohen
ambassadeur, als deken van het corps-diplomatique,
is door de hoofden van alle diplomatieke zendingen
een collectieve nota geteekend, die gisteren aan d'e
stelling met haar uiterlijk. Zij was veel minder te
gen het leven opgewassen dan die ernstige en toch
ook humoristische Gwendoline of de vrijpostige In
grid. Maar in de heele familie, bij bloedverwanten
en vrienden, had zich de vaste overtuiging gevestigd:
Beate zou in den aanstaanden winter een schitterend
huwelijk doen. En die geheele huishouding draaide
nergens andiers om.
Des te grappiger vond Ingrid 'het denkbeeld dat
Beate werkelijk op Erwin verliefd was; Erwin voor
wien geen ander vrouwelijk wezen op de werel'd'
scheen te bestaan behalve Gwendoline.
Ingrid bleef in Beate's kamer srtaan, sloeg de ar
men over elkaar op den rug en wipte op de teenen
op en neer. „Gwendoline deed op eens zoo dwaas.
Heb je 't wel gemerkt, Ati
Beate wierp haar in den spiegel een bijna smee
kenden blik toe en liét haar oogen toen waarschu
wend naar Anna gaan, die naast haar op den grond
knielde.
„Zou het zijn om Erwin?" ginig Ingrid voort.
„Denk je, omdait ik schietschijf mannetje gezegd
héb?" Zij lachte kort. „De vrouw van een opper
houtvester in Tirschtiegel. Of in Kdimischkeiten.
Wat een icÜêét
Beate stampte even met haar rechtervoet. De zil
veren spoor rinkelde. Op hetzelfde oogemiblik werd
er gebeld. Anna stond haastig op om open te doen
want de oppasser was bezig met het poetsen van de
laarzen van den luitenant-generaal.
„Héb ik weer kwaad gedaan vroeg Ingrid la
chend.
„Och Ingrid, terwijl het dienstmeisje in de kamer
is. Hoe is het mogelijk 1"
Ingrid sloeg haar arm om de slanke gestalte van
Beate. Zij moesten Gwendoline volgen. Het was
hoog tijd om te ontbijten. „Nu wat dan, Ati? Je gunt
haar toch. wel het sprookjesachtige geluk in het ge
heim, niét waar!"
Porte zou worden aangeboden en waarin wordt ge
protesteerd togen de herhaaldelijk voorkomende ge
vallen van schending van het internationaal recht in
den laatsten tijd met inbegrip van het incident op
de Kederlandsohe legatie en waarin gevraagd
wordt dat den plaatselijken overheden orders zullen
worden gegeven opdat herhaling van dergelijke ge
beurtenissen zal worden voorkomen.
DE ONDERWIJSCOMMISSIE.
Na da samenstelling der onderwijs-©ommissie be
toogde de Standaard, dlat de A. R. partij in dé com
missie niet tot haar recht was gekomen. Graag had
de driestar-schrijver ïemandl buiten de Tweede Kamer
in de commissie gezien, rul. prof. dir. Woltjes, die lid
was der AaneenschakeOiniga-eommiesie. De Stan
daard schrijft nu:
„Men vraagt, of het sluiten buiten de Oommissie
van de specialiteiten in zake 't Onderwijs van de An
tirevolutionaire Partij, niet te vergoeden ware, door
die heeren Prof. Dr. Woltjer e. a. als Adviseurs in de
Commissie te roepen.
Ons komt voor, dat dit niét kan.
Ware Prof. Dr, Woltjer als lid gekozen, dan had
deze zeer wél een tweetal eminente schoolhoofden in
consult kunnen roepen, maar het 'heeft geen houding,
dat, nu de heer Van die® Molen lid werd, deze Prof.
Dr. Woltjer als hulpe zou oproepen. Het lid is toch
de hoofdpersoon en de adviseur is niet andlera dan
zijn adjudant.
Niet de adviseur maar het lid heeft stemrecht.
Stel nu, dat de adviseur pleitte voor de verwerping
van een voorstel, en dat toch het lid, in weerwil van
dit advies, zijn stem er aan gaf, zoo zou toch een onr
mogehjlke verhouding in het leven zijn geroepen.
En omgekeerd, zoo 't lid steeds het advies moest
volgen, ware hij uit 'i zaal' gelicht. Iets wat evenmin
mag.
Er is nu eenmaal niets meer aan te doen»
De Mini ster heeft dé Commissie zéé saEmgeffteld,
dat heel onze Partij! voedt: We zijn niet tot ons recht
gekomen.
Iets wait te meer zeer doet, daar de overige partijen
in geheel andere conditie verkeeren."
GRONHVEHSGHAFTTNIG AAN LAND.
ARRETTWRfl
Blijkens het Voorloopig Verslag werden, bij het
afdeelingsonderzoek van het wetsontwerp tot het var-
krijgen door landarbeiders van land met woning in
eigendom of van los land in pacht, geen principieels
bezwaren ingebracht.
Intusschen werd opgemerkt, dlat dé bepalingen
van het ontwerp in verschillende opzichten overeen
komen met die dér Woningwet, maar dat bij: de ver
betering der woningtoestanden dé volksgezondheid
betrokken is, terwijl men 'hier daarentegen alleen te
doen heeft met de belangen van één bevolkingsgroep.
Enkele leden meenden daarom, dat ten deze van al
gemeen nut geen sprake is en dat dus het middle! van
onteigening buiten toepassing behoort te blijven.
Anderen betoogden, dat noch uit het ontwerp, noch
uit de Memorie van Toelichting blijkt, dlat bij dé
invoering der voorgestelde bepalingen op dé belan
gen der grondeigenaars zal wordlen gelet.
Door anderen werd aangevoerd, dat, gelijk in de
Mémorie van Toelichting wordt uiteengezet, de ver
betering van de positie dér landarbeider® als een zaak
van algemeen bellang is te beschouwen en dlat daarom
tegen onteigening, is deze ter bereiking van het in
het ontwerp beoogde doel noodig, geen1 principieel
bezwaar kan bestaan. Aan dte grief, dat bij de voorge-
Beate trachtte zich los te maken. „Och wat kun
jij iemand toch plagen, Ingrid."
„Wil ik je dlan liever troosten?" vroeg ze lachend;
„d!at wil zeggen, als je troost noodig hebt. Want nu
weet ik heel' zeker, dat hij plannen 'heeft."
Nu bleef Beate staan. Vlak bij de deur. „Erwin?
Ho,e weet ja dat Och, je wilt iemand! maar
nieuwsgierig maken."
„Dit is nu dte derdie keer in acht dagen, dat zij el
kaar „toevallig" ontmoeten. Opvallend, hé? Etn hij
staart haar altijd! zoo aanbiddlenldl aan.1 Waarom
kijk je mij: zoo kwaadl nmn. Ati?"
Beate schudde het hoofd. „Kwaad? Waarom
kwaad? Maar Zij sprak niet door maar deed
haastig d'e deur open en vloog weg. Ingrid! volgdé
haar op den voet.
„Ati, luister dan toch I"
Anna kwaim in de gang aanigeioopep» „Freule,
gravin Clzemin is er!"
Dadelijk herstelde Beate zich. „Héb je haar in
den salon gelaten?"
„Neen, freule. Zij! is met dé freule in de eetka
mer; zij wou u niet storen."
Imgridl kneep Beate in dte nauwe mouw van haar
rijkleed! „Dat noemt zij: niet storend Zoo'n oude
dame zoo vroeg en dan op je nuchtere maag, ba!"
In de eetkamer traden beidten vlug op de gravin
toe. Ingrid kuste haar db hand. 'Zijl liét het toe
en tikte het meisje op dé wang zondier veel op haar
te letten» Maar toen zij Beate zag kon men zien
dat haar hart openging.
„Schaut her und bleibet eurer Sinne meister,,
citeerde zij op haar eigenaardige, levendige wijze en
stak Beate haar beide handen toe. Zij draaide haar
zoo met zich om dat het licht precies op het jonge
meisje viel. „Wie zal er van d'aiag aan moeten ge-
looven, Beate! Een prins, een grootvorst, of moet
het soms een gekroond hoofd' wezen?"
(Wordt vervolgd.)