DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. No. 36 Honderd en zestiende Jaargang, 1914 DON HERDAH 12 FEBRUARI. De ongekroonde Koning. Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk fl,— Afzonderlijke nummers 3 Cents. Telefoonnummer 3. Prijs der gewone advertentiën Per regel f0,!0. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. HINDERWET. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK MAAR brengen ter algemeene kennis, dat heden op de gemeente-secretarie ter visie is gelegd het aan hen ingediende verzoek met bijlagen van W. F. STOEL Jr., handelende onder den firmanaam „W. F. STOEL Zn." aldaar, om vergunning tot het uit breiden van de bestaande scheepswerf en constructie werkplaats in het perceel Eilandswal, Wijk C No. 12. Bezwaren tegen deze uitbreiding kunnen worden ingediend ten raadhuize dezer gemeente, mondeling op Woensdag 25 Februari e.k., 's voormiddags te elf uur en schriftelijk vóór of op dien tijd. Gedurende drie dagen vóór gemelden dag kan de verzoeker en hij die bezwaren heeft ingebracht, op de secretarie dezer gemeente van de terzake ingekomen schrif turen kennis nemen. Alkmaar, 11 Februari 1914. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. RIPPING, Voorzitter. DONATH, Secretaris. FEUILLETON. io)3 o BINNENLAND. ALKMAARSCHE COURANT. ALKMAAR, 12 Februari. 'Alvorens naar Albanië te vertrekken, bezoekt de prins von Wied de hoven van Oostenrijk en Italië, om zijn erkentelijkheid te betuigen jegens de hoofden der beide staten, die zieh als beschermers van het nieuwe rijk hebben opgeworpen, en die ook de uitbe taling van de 10 miülioen francs voorschot hebben ge waarborgd. Nog voor het eindle van deze maand zal de elegante prins de onzekere toekomst tegemoet gaan, aanvankelijk begeleid door een Albaneesche de putatie onder leiding van Eissad pasja. Men is thans met koortsiadhtigen ijver bezig te Durazzo een kasteel voor hem bewoonbaar te maken. Die stad begint er volgens de beschrijvingen reeds ©enigszins E'uro- peesch uit te zien. Zakenmenschen, slagers, bakkers, (herbergiers ook!) hébben er zich gevestigd. Langs de straten klinkt het onvervalschte Ween&che dialect, want er zijn een zestigtal arbeiders uit de Oostenrijk- sche hoofdstad, die het paleis in orde helfpen maken. Zij' werken kolossaal maar worden ook kolossaal betaald. Beneden de 70 gulden per wéék arbeidt nie mand, er zijn er, die 100 gulden verdienen, maar die dan ook tot 12 uur 's nachts werken en zelfs ook op Zon- en feestdagen. De konak, dien ze tot vorstelijk verblijf inrichten bevat 80 a 100 kamers. Het is de vroegere residentie der pasja's, opgericht op een ruï ne van een vesting, welke in 40 na C'hr. gebouwd moet zijn. De eerbiedwaardige leeftijd heeft een na doel1: het wemelt in de toekomstige vorstelijke ver trekken van ratten en muizen, 's zomers moeten er zelfs veel slangen zijn, en al het zwavelen, heele nach ten door, helpt tot nu toe niemendal Mooi en groot wordt de tuin, die bij bet paleis be hoort-, genoemd. Maar voor de zestien paarden, welke de vorst meebrengt, zijn er nog altijd geen stallen, zoodat die voorloopig in tenten ondergebracht zullen worden. Onlangs zijn er 150 reusachtige kisten aan gekomen, welke niets dan meubels bevatten. En dat beeft de S'kipedaren dan toch doen gelooven, dat zij een vorst zullen krijgen. Of zij- dit als een voorrecht beschouwen, is echter een andere vraag. Het door de (Nadruk verboden). Roman van PAUL O'SKAE HöOKE'R. Naar het Duitse h. De jachtmeester vertelde lachend dat zich voor de eerste stopplaats twee jonge infanteristen van het jachtveld) verwijderd hadden; de paarden waren er met hem vandoor gegaan. Veirder scheen de jacht goed afgeloopen te zijn, ook alle dames waren bij bet hallali tegenwoordig geweest. Toen de Keizer aan de jongste dear deelnemers, Gwendoline von Erxleben, baar aandeel geven wilde, merkte hij op hoe angstig zij keek. Intusschen had do cavalerie-off icier den jachtmeester het gebeurde medegedeeld. Deze meldde het onigetval) van den1 ge neraal aan den Keizer. „Erxlébon? Hoe is dat gekomen? Hij- is toch niet gekwetst?" De Keizer hield dadelijk op met de uit- deeling, in spanning zag hiji den jeugdigen cavalerist na, die weer te paaird was gestegen en de richting volgde naar den rand Van het boach. Twee, dlrie, vier andere ruiters zaten dadelijk weer in den zadel en volgdeni op de met zweet bedékta paarden. Daar daar ginds, uit d'e sloot op achthonderd meter afstand stond op dat oogenblik met een snellen ruk een paard op, een moor, hij trok aanl de teugels, welke de berijder, die op den grond lag, nog krampaöhtig scheen vast te houden. Schrott was de tweedie, vlak achter den cavalerist, die op de plaats van het ongeluk verscheen. Generaal von Erxleben lag in de sloot en hield zijn lenden vast, pijnlijk lachend. „Het is mijn eigen schuld'1" stiet hij uit, „ik zie de sloot niet en laat mijn paard vlak daarbij stilstaan, mogendheden in bet leven geroepen vorstendom is immers voor drie vier de Mohammed a ansch. Als Ben- gaalsche tijgers kijken de beys aiga's en effendi'e de christenen aan, die als voorloopers van den vorst te Durazzo verschenen. De haat tusschen Turk en Christen laat zich niet zoo gemakkelijk overbruggen en voor de Turken zal de Christen-vorst altijd een giaur, een ongeloovige blijven. Hef merkwaardige is, dat Esèad pasja alle Christenen de wapens heeft afge nomen, zfi mogen zelfs geen mes bij zich hebben, ter wijl de Mohammedanen tot de tanden gewapend zijn! Men beschoiuwt Essad pasja betrouwbaar voorloo pig althans. Hij heeft zich onderworpen en zieh be reid verklaard den prins von Wied bij de bevolking in te leiden. Maar hij moet onlangs verzekerd heb ben: „Ik beb in mijn rijk orde en rust geschapen, ik zal mijn rijk aan niemand anders dan aan den vorst van Albanië schenken, maar wanneer de vorst afstand doet of overlijdt, aanvaard ik de regeering over Alba nië weer. Skipadaren kan alleen een Skipeda ar re geer en," voegde hij; er aan toe. Men ziet, Essad pasja moge den prins van Neu-Wied komen balen, heel blij vend beschouwt hij den nieuwen toestand nog niet! En onwillekeurig denkt men aan eenige aphorismen, die dezer dagen in de pers die ronde deden: De gast vrijheid is heilig voor den Albaniër maar er steekt niets in zijn gaat te bestelen, zoodra hiji den drempel van het huis overschreden heeft. In de Albaneesche taal bestaat geen woord voor „beminnen" of voor .diefde," maar er zijn veel woorden voor het begrip „wraak." En wie zou er nog aan twijfelen, dat de Mohammedanen door de Christenen overwonnen, met wraak zijn bezield? Elr dreigen den prins von Wied dus nog andere ge varen dan de ratten en muizen, die zich niet laten wegzwavelen. Men heeft hem de hulp toegezegd van Italiaansehe en Oostenrijkache soldaten, indien het noodig mocht zijn. Onze officieren zijn bezig een sterke politiemacht in het leven te roepen. Maar het is met dat al een weinig begeerenswaard baantje, aan het hoofd van dit nieuwe rijik te staan, er orde in te voeren en te handhaven, de verschillende vijandige stammen te verzoenen en tot eenheid te brengen. Lukt bet, dan is het mooi en dan valt er roem en eer mee in te leggen. Doch als het niet luktDe prins von Wied durft te wagen l Gemengd nlenws. DE BlOISOO'OiP. Naar het Yad. meldt, is een voorloopig comité ge vormd, bestaande uit de heeren K. Brandts, districts schoolopziener te Goes, H. Gördeau, directeur van Kinderzorg, Amersfoort, J. W. Gunning, secretaris van den Zending&studieraad te Utrecht, W. H Ver- hoeff, hoofdbestuurder van de Ned. Middi. Zend. vei- eeniging te Utrecht, mr. J. J. de Waal Malefijt te Utrecht en G. C. van As, lid van de hoofdredactie van De Nederlander, dat zich ten doel stelt, het goe de van de bioscoop voor ons volk te behouden. het dier maakt keert op da rechterhand, steigert, glijdt af en valt met miji achterover." „Maar heeft uwe Excellentie geen letsel beko men „In 't minst niet. Er is niets gebroken. Wel een wonder bij dia buiteling." Meer dan een» gaf dé generaal hetzelfde antwoord, bijna altijd met dezelfde woorden; zpo vaak er andtere officieren kwamen. Ook aan zijn beide dochters en aan den prins die den keizer voorging, verklaarde bij dat er geen de minste reden tot bezorgdheid1 bestond. Maar opstaan, zich bewegen wildé hiji niét. „Dank u géhoorzaam, koninklijke Hoogheid. Een ongelukje. Ik ben alleen wat steviger dan wenséhe- lijk was gaan zitten. Eerst een beetje uitrusten, dan stijg ik weer op." „Als u pijn beeft, Excellentie, zou bet toch beter zijn u eerst te laten onderzoeken. Is dokter Leiphold niet meegegaan?" Allen weken ter zij d'e: dé keizer naderde om te in- formeeren naar dé oorzaak van bet ongeluk en den toestand van den gestorten ruiter. Tegelijk met den keizer kwam ook de dirigeerende officier van gezondheid'. „Dank u gehoorzaam, Majesteit 1" Erxleben bleef volhouden dat, hij volstrekt geen pijn badl De keizer gaf zijn bevelen, knikte hem nog vriende lijk toe en gaf de beide jonge dames de hand: hij voegde er den hartelijken wensch bij1 dat de schrik geen schaduw mocht werpen op de herinnering aan de jacht, die anders zoo goed was afgeloopen. „U zult mij wel bericht zenden, niet waar, Leip hold?" riep hij1 wegrijdende den dokter toe. „Meisjes, nu verzoek ik je vriendelijk geen treurige gezichten te zetten!" zei Erxleben knorrig nadat de kei'zer met zijn gevolg weer naar Burgfenn terugge keerd' waren; de keizerin met haar rijtuig was daar juist aangekomen. Hij verzocht Rigalsky en Schrott als de intiemste kennissen van den huize, zijn doch ters te geleiden. Aan het gesprek over Schrott dat hjj met Gwendoline gehad had, dacht hij op 't oogen blik niet. De zenuwschok scheen toch niet zoo heel Men wil dit trachten te bereiken door een bond, vereeniging of bureau, gevestigd op commercieel© ba sis, doch zonder winst te beoogen, welke bond een eigen filmfabricage ter hand zal nemen en deze films zal exploiteeren, AUTO-ONGELUK. In hooger beroep werd gisteren voor het Amater- damsdhe Hof bevestiging van bet vonnis der recht bank gevraagd, waarbij de heer Carl Corvey veroor deeld werd tot 3 maanden hechtenié wegens het toe brengen van letsed) door schuld. Met zijn auto reed hij gisteren juist een jaar geleden het trottoir op de Weteringschans op, waardoor een vrouw aan kaak en schouder zeer ernstig werd gewond. Twee verdedi gers traden voor den heer Corvey op. HET SPOORWEGONGELUK BU BEULEN. Van twee arbeiders van den ploeg, waarin ook Ste vens bij de maatschappij werkte, vóór bij op 11 Sept. 1913 den dienst der S.S. verliet, vernam de Asser Ct. dat onder het personeel wel bekend was, dat er een slechte rail in den weg was. „E'r werd wel eens over gepraat, maar wij zagen er geen kwaad1 in," vertelde een hunner. De andere arbeider wist met zekerheid te zeggen, dat de bewuste rail een knik vertoonde, d. w. z. een eer gaande bo cht in het midden, doch geen slag: een zijdewaartsche bocht. Tevens voegde hij er aan toe, vóór het ongeluk geschiedde, gehoord te hebben, dat reeds gedurende geruimen tijd (ongeveer drie maanden) een nieuwe rail aangevraagd was. Beiden verklaarden, dat op den avond van het onge luk, de bewuste rail' zich nog in het wegveriband be vond, en den dag daarna door de commissie van on derzoek gezien werd, evenals later door de ministers in gezelschap van den ingenieur en den opzichter. Of toen de rail weer ais gewoonlijk bijgewerkt was, wis ten .de arbeiders niet te zeggen. Voor de band ligt te vermoeden, dat dit wel bet geval geweest zal zijn, daar direct met het opmimingswerk begonnen was, en de weg reeds den volgenden dag gebruikt werd. Vast staat dus dat de rail zich nog in de spoorlijn bevond; toen het ongeluk gebeurde. Nader vernam het blad van den ploegbaas Willem Elm.ming, dat de bestelde rail, ter vervanging van de rail met den knik, eerst is aangekomen n& bet onge luk. De rail was 'n heelen tijd te voren reeds aange vraagd. De gezonden rail kon echter niet worden ge bruikt, omdat zij, niet paste. Toen is een andere rail op maat gemaakt en, na bet göhouden onderzoek, in de baan gelegd. Toen E'mming in Augustus voor een jaar aan dit gedeelte lijn werkzaam werd, vertoonde de rail reeds een knik. Hij beeft de rail later versterkt door on derlegging van een paar extra dwarsliggers. Omdat de dwarsliggers in 1 begin de rail nog niet voldoende ondersteunden, beeft hiji tegen den wegwerker van Gelder, tevens hulpbrugwachter, die om de andere week vroegdienst verricht, gezegd, om, in 't geval, dat in die week bedoelde knik weer gezakt was, de rail op die plaats op te draaien en met grint opnieuw te onderstoppen, wat ook 2 of 3 maal door van Gel der is gedaan. Op den 23 December is door den ploegbaas zeiven bedoelde plaats weer bijgewerkt en is oip 24 December tusschen 10 en 12 uur bij de 'voormiddagscbouw op bet geheele gedeelte tusschen Hooghalen en Beilen niets bijzonders bespeurd. De rail is thans aanwezig op de losplaats te Hoog halen. onbeduidend geweest te zijn. Zijn stem klonk ge drukt. „Vijf minuten rusten dan stijg ik weer' te paard. Heeft de moor er werkelijk niets van gekre gen! Rigalsky, beste vriend, wil) jij de meisjes thuis brengen? Dat bélda-gen is onuitstaanbaar. Ik ben toch geen schoolmeisje." Stalpersoneel kwam met dekens aan. Dekter Leip hold verlangde d'at de generaal languit ging liggen en zich liet onderzoeken. Tegelijk met de meisjes werden ook de officieren en alle overige hee ren, die meegereden hadden, weggezonden, de dokter voind, dat zijl er niets mee te maken hadden. „Hare Majesteit laat u roepen!" riep generaal von Taulitz. Hij kwam van het rijtuig der keizerin naar het groepje toe draven, dé dochters van den generaal tegemoet. Beate en Gwendoline wilden afstijgen, maar de keizerin wenkte dat dit niet noodig wais. De beide slanke blondines naderden' in onberispelijke houding. De geheele jachtstoet had de oogen öp hen gevestigd. De keizerin sprak met de beide meisjes; zij hoopte dat het ongeval geen gevolgen zon hebben, knikte hen vriendelijk toe en gaf toen bevel aan Zijn Excel lentie von Taulitz het rijtuig te laten terugkomen. Het jachtgezelschap ging uiteen. Nadat de stal meester1 de volgende parforce jacht had aangekon digd, steeg dé keizer in zijn automobiel, die intus schen te Muhlenberg was aangekomen, en de prinsen, gevolgd' door het meerendeel' dar ruiters, reed in diraf naar den eenzamen populier. Rigalsky begaf zich in galop naar de standplaats der militaire motorwagens, om de grijze auto naar de plaats van het onheil te zenden. Toen voegde hij1 zich weder bij de jonge da mes, die haar paarden stapvoets den grooten ruiter troep lieten volgen. De oppassers hielden op de plaats van samenkomst de mantels gereed voor de ruiters en dé dekken voor de paarden. Alles steeg af. Gwendoline huiverde, hoewel Schrott haar haar pels omhing; het angst» zweet was haar uitgebroken toen zij zoo straks het paard' met haar vadër had zien storten. Daar de trein over eenige minuten zou vertrek- In verband met het meegedeelde omtrent de ver moedelijke oorzaak van het spoorwegongeluk bij Beilen hebben gistermiddag technische ambtenaren van de Staatsspoor een onderzoek ter plaatse inge steld. AUTO-ONGEVAL Gistermorgen is een huurauto-, waarin vier studen ten zaten, tegen de balie van de Smeebrug over de Oude Gracht te Utrecht gereden. De auto- plofte op de vier meter lager gelegen werf aan de gracht. 'Twee der inzittenden sprongen in het water, de anderen gingen met de auto naar beneden. Twee studenten en de autobestuurder liepen niet ernstige verwondin gen op; ziji werden in de rijksklinieken verbonden. De auto was zwaar beschadigd. PROPAGANDA VOOR PLAATSELIJKE' KEUZEl Door voorstander» van Plaatselijke Keuze waren, schrijft de Nieuwe Qourant, dezer dagen propaganda- biljetten aangeplakt tegen de muren van Heinekens bierbrouwerij' in de Eerdinand Bolstraat te Amster dam. De directie der brouwerij sommeerde bet comi té voor Plaatselijke Keuze de biljetten te verwijderen. Daaraan is door genoemd comité voldaan. Zij deed dit met de noodige reclame, want een kruier met een bord op den rug ten gunste van Plaatselijke Keuze verwijderde onder veel belangstelling van de zijde van het publiek de bewuste biljetten. MIDDEN-N O'ORD-HO'LLANDSCHE WATERLEIDING. Nu de besturen van de bij de plannen der Midden- Noordhollandsche waterleiding betrokken gemeenten zich bereid hebben verklaard tot medewerking, heeft de minister van binnenlandsche zaken aan de commis sie voor genoemde waterleiding medegedeeld, dat thans den directeur van 's rijks bureau voor drinkwa tervoorziening de opdracht voor bedoelde plannen i® verleend. De kosten ter uitvoering van deze plannen ongeveer 10.000 bedragende, zijn door het rijk als renteloos voorschot toegezegd, terwijl de gemeente raad van Purmerend de noodige bureelruimte heeft beschikbaar gesteld. UIT HENSDBROEK. Onder voorzitterschap van den beer O. Edel hield de Lib. kiesvereeniging HensbroekObdam glister haar alg. jaarvergadering bij den heer Gunder alhier. Na opening, waarbij de voorzitter de geringe op komst betreurde, deed de penningmeester rekening en verantwoording waarbij' bleek dat ontvangen i® 07.68 en uitgegeven 59.09 zoodat nog in kas is bij na 38. Wegens verhindering van den afgevaardigde A. Blauw, werd door den heer Willing© welwillend- al het behandelde op de Alg. Verg. der Centrale medege deeld. Hierna volgde bestuursverkiezing; in de vacature ontstaan door bet bedanken van den heer E'del we gens aanstaand vertrek, werd gekozen de heer A. Kroon, herkozen werden de heeren J. Hagenaar en A Schrooder, waarna de vergadering laatstgenoemde tot voorzitter der afdeeling koos. Tot afgevaardigden naar de vergaderingen der Cen trale werden gekozen de heeren H. de Jong en A. Blauw en tot lid van het hoofdbestuur der Centrale de heer A. Schrooder, tot zijn plaatsvervanger de heer A. Gunder. Hierna sluiting door den voorzitter met de beste ken, werd er groote haast gemaakt. Men hoorde door elkaar pruten en roepen en lachen, daarbij nog bet hinniken van paarden, kloppen en rinkelen.Tati- tata 1 klonk het als afscheidsgroet van -den Havél af. De auto van den keizer werd op korte afstanden door die van de prinsen gevol'gd. Zoodra zij- de Havel Ohaussée bereikt haddén, lieten ook ziji de signalen in de koude herfstlucht weerklinken. Het was een klein groepje dat achter bleef. Beate zag er bleek en uitgeput uit. Zij- boorde nauwelijks wat de beide dragonderofficieren tot baar Zeiden. Altijd! weder volgde baar oog den man die baar zuster vergezelde; hij had den1 ganschen dag nog geen woord' tegen haar gezegd. Nu en dan ving zij- een woord' van de officieren op. O, onberispelijk bad zij gereden, zij moest bij het eerstvolgende concours hippique stellig en zeker meedoen aan het voorrijden dar damesi. Beschut door den langen stalmuur liep Gwendoline door Erwin begeleid, heen en weer. „Rigalsky blijft een eeuwigheid weg!" riep zij ter wijl zij plotseling staan bleef. Het' zal toch niet erg zijn?" „Oom heeft ons toegesnauwd 'kan men iets be ters verlangen?" Hij baalde d'e schouders op. „Het spijt mij natuurlijk als de tijd je zoo lang valt." „Ach Erwin, ik kan op 't oogenblik aan niets an ders denken." „Zelfs niet aan wat voor mij-alles ter wereld ik, mijn leven, mijn geheele lot?" „Je moet niet zoo bitter worden, Eirwin. Dat past ook heelemaal niet bij je. Ik houd veel' meer van je als je vroolij'k en hartelijk en opgewekt bent. Mis schien zien wij- elkaar niet meer voor mijn vertrek, Erwin. Ik moet nog naar Rotholz." „Hm, ook al om ons van elkaar te scheiden?" „Ik denk het wel." „Het helpt oom alles niets. Wij' hebben tijd1 en kunnen wachten." Zij bleef staan, na een vluchtigen blik naar iet groepje in de buurt en raakte zijn mouw even aan. (Wordt vervol gdl.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1914 | | pagina 1