DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. No. 49 Honderd en zestiende jaargang. 1914 VRIJDAG 27 FEBRUARI. Brieven uit Marokko. FEUILLETON. De ongekroonde Koning. Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk f 1, Afzonderlijke nummers 3 Cents. Prijs der gewone advertentiën Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. Telefoonnummer 3. Eswsa "«a PAUL OSKAR EC8 0KÏÏR. BINNENLAND. ALKMAARSCHE RANT. ^Nadruk verboden.). MMKHÏÏ5Z. De twee jaar, die de Eransche regeering mij toe stond om' het leven in Marokko en het vreemdelin genlegioen te leeren kennen, zijn oim. Vele lezers herinneren zioh mijn beschrijvingen van het leven in het Oostelijk deed en daarna in hat centrum van Ma rokko. Voortdurend heb ik langs de voorposten rondgedoold, meer kiliometere aan wegen dan aan macaroni verslindend, en ik heb verschillende gevech ten meegemaakt, waaronder ook de gruwelijke revolu tie te Fez. Nu ben ik genoodlzaakt mij terug te trek ken. De gezondheidsdienst wil niet, dat een soldaat langer dan twee jaar onafgebroken in Marokko blijft, zonder eens 6 maanden naar Algerië of Frankrijk te rug te keeren au daar wij legionairs niet in Frankrijk thuis hooren, doch Algerië ons vaderland is, moest ik er mij ook in schikken, mijn boeltje bijeen te pakken. Ik moest du» Dar Caïd Ito- vaarwel zeggen, waar ik in mijn afgehuurde woning met nog een Hollander zooveel prettige uren had doorgebracht. Men hecht aan zoo'n post, waar men alle gebruiken en wetten kent, waar men alle schuilhoeken in het kamp en de goedkoopste manier om iets te 'krijgen zonder be straft ta worden, weetl Met nog vier oude wapenbroeders, de rest van de 117 met wie ik vóór twee jaar in Casablanca aan kwam, trok ik dus terug naar El Hadjeb, waar we des avonds zouden kampeeren om den volgenden dag naar Meknez terug te keeren. Het was een lange weg; we volgden de dorre wegen van de vlakte van Afron. Ik had natuurlijk een voertuig opgezocht, dat bijna ledig da terugreis meemaakte, wikkelde mij in mijn kapotjas, zette mij' naast den bestuurder en hotste mede over de steenen en door ravijnen tot bij de stad, waar we moesten uitstappen om de ons op wachtende officieren te laten zien, dat we werkelijk de reis te voet hadden afgelegd en niet vermoeid wa ren. Ha onze weinige bagage te hebben afgegeven, gingen we naar het kamp, waar we ons moesten mel den aan het Depót en in een barak werden onder dak gebracht. Bedden waren er natuurlijk niet, doch na véél reclameeren kregen we nog een deken en een plank op den grond, waar we ons konden installeeren. Er werd ons aangezegd, dat we ons rustig hadden te houden; dan zouden ze ons de drie dagen die we daar zouden vertoeven ook met rust laten, ons vrij laten loopen, waar we wilden, behalve op de markt en in de stad, waar men zonder permissie geen toegang had. Des avonds ving het aan te regenen. Het scheen of we den nog af te leggen weg tot aan den spoorweg te Dar Bel Hamri geen goed weder meer zouden heb ben. Toch besloot ik noig eena die stad te bezoeken, waar ik, alvorens naar Fez te gaan, zoo vele malen was geweest. Voor de permissie vreesde ik niet; mijn gewezen patroon had mij1 een brief mede gegeven voor een officier in het hospitaal in de stad, dus hing ik mijn bajonet om en stapte stadwaarts. Het regende bij stroomen, zoodat die schildwacht miji kalm liet pas- seeren en ik ongestoord mijn weg kon vervolgen. Di rect viel het mij op, dat Meknez niet zóó veel was ver anderd sinds mijn laatste bezoek. De straten zijn minstens nog modderiger, die bedelaars nog talrijker. In iedere donkere steeg hurkten tallooze vuile ge daanten neer, diep weggedoken in hunne smerige „bumo's"; de werkloozen, die zonder onderdak over al hun tenten opslaan waar maar een plaatsje is buiten de blikken der Fransche gendarmen, die hen bij iedere overtreding voor den „kadi" brengen, waar CKadrak veasbotton.) Maar Ëët Duitsek 23) Alleen om zich niet te vervelen deed Beate mede aan die luchtbaden. Haar fraai, door sport geoefend lichaam, niettegenstaande alle spieroefening edel van vormen gebleven, wekte de algemeeme bewondering op. De vrouwelijke arts, die de leiding had van de luchtbaden der dames, beschouwde barones von Erx- leben als een reclame voor de geheele af deeling. Zij deed alsof dit verrassend resultaat aan de levenswijze, aan de kuur verbonden, was toe te schrijven. In een briefje aan Ingrid, die zeer vatbaar voor humor was, gaf zij' haar indrukken weder van deze gymnastieklessen in de open lucht. „....Je moet je voorstellen een kolossale zaal, zonder da'k. Kijk je in de hoogte, dan zie je over de muren heen de kale takken van kastanjeboomen en de dennetoppen die aan parapluie's doen denken. Men heeft niets aan dan een doorschijnend hemd of bad broekje, getuigen behalve den hemel zijn dus niet ge- wenseht. Die ziet echter al'tijd even somber op ons neer. Heen, Ingrid, wat zijn er toch leelijka vrou wen! Van de honderd vrouwen zijn er geen twee die tamelijk goed gebouwd zijn. Magere met spitse elle bogen en spitse knieën, een platte borst, geen heupen, net karikaturen op de Pharaphaelieten. Beenen naar buiten gebogen, naar binnen gebogen, te kort of te lang, halzen als uitheemeche vogels. Ze hebben of niet meer dan een verbinding tusschen hoofd en romp, armen die bij ongeluk verkeerd ingeschroefd schijnen, schouderbladen en bekkenbeenderen, die ze niet alleen onderdak doch ook werk krijgen, ge dwongen werk echter, onder toezicht der Fransche soldaten, met het geladen geweer aan den voet. Ze kunnen genoeg van die baantjes krijgen. De spoorweg MeknezRabat ei&ckt veie krachten tegen niet ai te hooge loonen. Zoo een vrijwillige werkman uit een der „gourbi's" verdient bijvoorbeeld 1 franc of 49 centen per dag. Geen wonder, dat allen na eenige dagen de zaak in den steek laten en liever thuis blij ven als schapenhoeder van hun „Oaid." Velen laten zich ook verleiden en trekken naar de grootfe steden, omdat ze gehoord hebben van de Fransche 'rijkdom men. Al even ontnuchterd staan ze daar eenige da gen later op straat en hurken, rillend van koude en gebrek in alle hoeken der stad neer, zooais ik reeds zeide. Jammer vond ik het, dat de prachtige monumenta le poorten van verschillende dealen der stad zijn ge sloopt; de doorgangen waren niet breed genoeg geble ken om de zware artillerie door te laten, zoodat ze moesten vallen onder de slagen van de houweelen der genie. Met hen verdwenen de poortwachters, die ge hurkt in de nis steeds een oogje hielden op den goe den gang van zaken. Zij oefenden tevens als bijver dienste het baantje van particulier schrijver uit, bij wien de niet zoo geleerde landgenooten tegen vergoe ding een brief of aanbeveling konden laten schrijven. Het was een gewichtig persoon, zoo'n wachter die des avonds op het daartoe bestemde nur de poorten sloot met behulp van eenige mannetjes, die hij mocht commandeeren. Zoo was ik al wandelende de „Meüah" de woon plaats der joden genaderd, te herkennen aan de daar heerschende drukte en het geschreeuw. Ik stapte naar binnen om ook daar een kijkje te nemen, toen mij eensklaps een bajonet voor da oogen flikkerde. „Halt!" riep da Senegalees, „bermision!" „Verdui velde zwartkop," dacht ik en haalde mijn brief voor den dag, dien ik hem onder den neus duwde. Reeds vele malen was mij1 dat spelletje gelukt, immers, hoe veel Senegaleezen kunnen er lezen? En daar ze hun onkunde niet willen laten blijken is het vertoonen van een geschreven stukje papier reeds voldoende! Dezen keer echter zou het mij' niet gelukken. Hij paikte den brief en bracht dien bijl zijn sergeant van de wacht, die weldra verscheen en mij- in goed Eransch te verstaan gaf, dat ik hem' niet kon bedrie gen. Hij duwde mijl mijn brief toe en schreeuwde: „Maak dat je wegkomt!" Zooals te begrijpen is, sprak ik niet tegen, haalde mijn schouders op en mod derde verder naar het Hospitaal, waar ik mijn brief deponeerde. Daarop nam ik den terugweg aan naar het kamp. Hog steeds regende het dat het goot, zoodat ik be sloot in een der vele café'» een schuilplaats te zoeken. Ik keek er van op, daar twee Marokk-aansche schoo- nen te vinden, die onder vertrouwelijk gesprek een glaasje absinth dronken en een sigaretje rookten. Zóó geciviliseerd had iik me Meknez niet gedacht. Mijn gedachten gingen twee jaar terug, en ik herinnerde mij, hoe diezelfde dames ons Bij' onze aankomst uit floten, hoe zij onze komst verwenschten, diep geslui erd ver-uitweken voor ieder Eransch soldaat of bur ger. Mijn gedachten werden afgeleid door de binnen komst van een officier der gendarmerie, gehuld in zijn peilerine. O'ok hij scheen een oogenblik verbaasd over de aanwezigheid der twee „moekers." Toen eens klaps wendde hij zich met alle waardigheid tot mij „Comment vo-us appel ez-vo us? Bon. Breng deze twee vrouwen op mijn bevel naar de politiepost,en tot de geen kwaad vermoedende vrouwen in 't Ara- men anatomisch niet verklaren kan. En dan de dik ken 1 De kogelronden zijn nog het meest normaal. Maar je kunt niet vermoeden wat de natuur soms voor spelingen bedenkt, om ze op te vullen tot amu sement van hun medamemsehen. Ik was er in 't be gin verstomd van. Het was of ik niets dan beelden van een panopticum voor mij' zag. Hoe leert men de moderne toiletkunst bewonderen: al die afschu welijkheden wandelen dag in dag op 's heeren wegen rond, goedertieren bedekt met zijide, wol, halflinnen en half-woUen stoffen, zoodat geen der voorbijgan gers om hulp roept, wanneer hij- ze aanziet 1 Tante Eddy behoort trouwens nog tot de knapsten van de oude d'ames. Zij heeft opvallend kleine han den en voeten (vroeger ging dat door voor een schoonheid)' en eigenlijk noig een heel aardigen hals. Ik zal mijn uiterste best doen haar te animeeren in Dresden een paar gedecolleteerde avondtoiletten te laten maken. In Rotholz kan zij die niet gebruiken, dus dan is zij' wel' verplicht nog een naikuur te doen. O, Ingrid1! als we eens naar Monte Oarloi gingen! Een aardige, heel jonge vrouw zij' is hier even als ik tot gezelschap van een zieke heeft mij gisteren van de Riviera verteld. Het is een bijzonder elegant persoontje. Wij schermen samen in het damèsbad. Als wij een gevecht beginnen, verzamelt zich de ge heele schare bad'engeltjes om ons heen. Het1 is of wij een voorstelling geven. Et wordt zelfs vaak geap plaudisseerd. Ik was bang, dat tante E'ddy boos zou zijn, ze is integendeel zeer trotsch op mijn succes. Ik weet nu ook wat zij tot nu toe gemankeerd heeft: niets anders dan een beetje menschen om zich heen en een beetje gebabbel. Een beetje? Hu, ik moet zeggen, daar profiteeren wij hier genoeg van. Stof tot praten overvloedig, de ongelukkige huwelijken van een aantal dames en heeren, die hier op hun een tje komen. De menschen laten zich' een paar maan den met koud water, sla en luchtbaden behandelen en in dien tusschentojd wordt thuis het ergste verge ten en dan volgt in alle stilte de scheiding of de bisch: „Ik zal je leeren de Fransche manieren na te apen! Allez, naar het bureau!" Wat kon ik doen? ik dronk mijn glas leeg en volg de het tweetal, dat angstig omziende zijn best deed mij te ontloopen. Ik had in 't geheel geen zin haar na ta hollen. Den vijand narennen en neerschieten, dat is het werk van een legionair, maar zich te verne deren tot politieagent neen! Met een verwensching sloeg ik een zijstraat in. Op den hoek was een an der café, dat ik binnenstapte om daar op mijn gemak een glaasje te drinken. Den officier zie ik toch niet torug; morgen vertrekken we weer! v. d. Y. PEIST' OP JAVA. Bij den minister van koloniën bestaat het voorne men, in het belang van de pestbestrij-ding op Java, spoedig twintig jonge artsen naar Hederiandsch-Indië uit te zenden, die een verbintenis voor één jaar moe ten aangaan. Gemengd nieuws. OHTAARDEI OUDERS. Gisternamiddag werd de Bagijnestraat te 's-Gra- venhage in rep en roer gebracht, doordat voor per ceel no. 45 een vigelant stilhield, waaruit eenige re chercheurs van de zedenpolitie stapten, die genoemd perceel binnengingen en daar een vrouw arresteerden. Deze vrouw is de moeder van enkele der kinderen, met wie de door de zedenpolitie aangehouden bejaar de persoon ontuchtige handelingen heeft gepleegd. De vader moet reeds in den loop van den dag gearresr teerd zijn. Het ontaarde ouderpaar moet van de ge pleegde niet nader aan te duidten handelingen alles hebben afgeweten. In deze tot donker 's-Gravenhage behoorende buurt stonden een groot aantal menschen, onder wie het vrouwelijk element zeer talrijk vertegenwoordigd was, de noodige commentaren op die arrestatie te leveren, terwijl het rijtuig wegreed. Door de zorgen der zedenpolitie zijn de kinderen aan betere hoede toevertrouwd. SOHOOBS OHO OHMAAK2S-TERS GEMEENTE-AMBTENAREN Do-oil de gemeentebesturen wordt verschillend ge oordeeld over de vraag, of werkvrouwen, die in abon nement belast zijn met het schoonhouden, enz. van gemeentegebouwen, gemeenteambtenaren zijn in den zin der gemeentelijke pensioenwetten. Aan het adviesbureau van den, Nederlandschen bond van gemeenteambtenaren heeft het departement van financiën medegedeeld, dat indien zulke vrouwen een stuk kunnen produceeren, dat ingevolge de wet als vaste aanstelling is aan te merken, de wet te ha ren opzichte van toepassing is. GEMEENTERAAD VAN ZAANDAM. In de gisteravond gehouden gemeenteraadsvergade ring van Zaandam kwam aan de orde de vaststelling van da minimum-uurlooen. in die bestekken voor ge meentewerken. Zij werden vastgesteld als volgt: voor een timmerman 31 cent, voor een stratenmaker 35 cent, voor een metselaar 32 cent, voor een steenhou wer 33 cent, voor een verver 20 cent, voor een smid 26 cent, voor een stueadoor 30 cent, voor een loodgie ter enz. 26 cent, voor een behanger 25 cent, voor een gToud'werker 27 cent, voor een opperman 27 cent, voor een sjouwer of handlanger 27 cent, voor een wit ter (niet stueadoor)! 28 cent, voor een heibaas 35 cent, voor een heien 30 cent, voor een nachtwacht 20 cent, verzoening, dat hangt er van af. Bijna alle kurgasten maken de een of andere crisis door. Het is of de a"tr mosfeer electriseh -geladen is. Het is ontzettend in teressant. Vervelend zijn de zieken die alrtijid over hun kwalen praten. Hen ontwijk ik echter zooveel mogelijk. De jeugdige Amerikaansche doet even als ik. Wij hebben gisteren toch zoo gelachen! Trou wens, haar man was een Amerikaan, zij zelf komt uit de Rijnprovincie. Verbeeld je, den Oudejaars avond vóór haar overtocht heeft ze in Hieuw-York in gezelschap van Gwendoline gevierd. Haar familie dat wil zeggen de familie van haar overleden man had een tafel besproken in het hotel Waldorf-Asto ria en er naast was de tafel van de Walkers. Zij heet mevrouw Bi'ggar, en van zichzelf Teerbrugge. Tante gelooft, dat de Teerbrugge'e tot de groote Rijnland- sch-e steenkolen- en ijzer-baronnen beboeren. Ze moe ten akelig veel geld hebben. Die ontmoeting was toch zoo grappig; zij hoort van de vrouwelijke arts onzen naam en vraagt mij' dadelijk of ik niet een zuster heb in Hieuw-York. In die reuzenstadl! Ze heeft dien avond niet veel met Gwendoline kunnen praten en is spoedig daarna naar Eluro-pa gekomen. Maar zij zag dadelijk aan de gelijkenis dat wij' zusters waren, zei ze, al had zijl den naam niet onthouden. Den eers-ten winter heeft zij' aan de Riviera doorgebracht. Als men zoo rijk is al-s zij, moet men zich daar als in een paradijs gevoelen. Zij maakt ontzettend veel toilet. Het best bevalt ze mij; nog bijl het schermeiu in haar rose zijde met kant gegarneerd toilet. Mijn luchtige dress is hemelsblauw. Wij pass-en dus goed bij elkaar. Ik zal van de week nog aan Gwendoline schrijven en vragen of zij' zich mevrouw Biggar nog herinnert van dat Oudejaarsavo-ndfeest. Tante wou dolgraag wat meer van haar weten. Er zit zeker een geheim ach ter. De menschen mompelen en fluisteren! Als Gwendoline maar niet zo-o' akelig weinig schreef. - Duizend groeten aan papa en de jongens als ze Zondags komen eten. Tante en ik hebben vanmorgen een telegram gestuurd om Berries te feliciteeren met voor een kapitein op een sleepboot 30 cent, voor een machinist 30 cent en voor een -dekkneebt 20 cent. Haar aanleiding van een adres van de Zaanlandsche Kamer van 'koophandel, waarin op wijziging van de heffingsverordening op de havengelden werd aange drongen, werd van socialistische zijide als gerucht de mededeeling gedaan, dat Zaandamsche en Wo-rmer- veersche fabrikanten met het oog op de verhooging van de havengelden besloten hadden^ hun booten in Amsterdam of Rotterdam te laten lassen. Hoewel dit anderzijds werd tegengesproken en niet mogelijk ge acht, werd aan B. en W. opdracht gegeven, daarnaar een onderzoek in te -stellen. Het adres van de Kamer van Koophandel werd naar B. en W. om advies ver zonden. DE OUDERDOMSWET. In de gistermiddag gehouden vergadering van den Lei-dschen gemeenteraad is o-vorletzing gedaan van een verzoek van het gemeentebestuur van Velzen om adhaesie te betuigen aan het adres, waarin de Sta- t-en-Generaal wo-rden verzocht den gemeenten geen nieuwe lasten op de schouders ta leggen hij' de rege ling van o-uderdouns- en verplichte ziekteverzekering. Besloten werd B. en W. te machtigen, zelfstandig te dier zake een adres te richten aan de Staten-Gene- raal of wel da zaak in de vereeniging van Hederland- sche gemeenten ter -sprake te brengen. B. en W. van Zaandam zijn voornemens ook te -de zer zake een zelfstandig adres a-an de Tweede Kamer te zenden. VOEKSIZAHG. Men -schrijft aan de H. R. Crt. De Vereeniging voor den Volkszang heeft eenige weken propaganda gemaakt in de streken, waar het carnaval noig wordt gevierd, om de smerige straat liedjes te vervangen door een. pa-ar aardige carnavals liederen. Er werden prijzen uitgeloofd voor een paar liederen, die op een vroolijke marschmelodie zouden kunnen gezongen worden. Twee liederen werden uit gekozen om den strijd tegen „den hengel van Miena," enz. aan te binden. Deze beide liederen werden het volk ingepompt; op -de scholen werden ze geleerd en door verschillende muziekgezelschappen ingestudeerd'. Eilaas, het heeft niet veel geholpen. De voorkeur, die velen voor het ordinaire hebben, is weer ten dui delijkste gebleken. De wijs, inderdaad een heel aardi ge melodie, werd allerwege gehoord, maar de woor den. De een of andere zondaar had er andere woorden bijgemaakt, nog platter dan de Miena met haat hengel. En deze woorden werden, ten -spijt van alle werkzaamheden van de Vereeniging voor den Volkszang, uitgegalmd door nagenoeg alle caraaval- vierders, gemaskerd en ongeanaslkerd. NEDEREANDS'CHEi TUIHDOÜWRAAD. Onder leiding van j!hr. mi. W. Th. O. van Doom, lid der Tweede Kamer, is gisteren te Utrecht de zes de al-gemeene vergadering van den Hederlandschen Tuinbouwraad gehouden. Allereerst bracht de voorzitter de tuinbouwtentoon stellingen in 1913 in herinnering, verder wees hij; op de groote belangstelling, welke het Koninklijk Huis in den tuinbouw heeft getoond. Hierna gaf de voorzitter uitvoerige mededeelingen van de uitkomsten van de tuinbouwteeling in 1912. De rekening en verantwoording werden goedge keurd; ook de begrooting voor 1914 werd zonder dis cussie aangenomen. Uit de begrooting blijkt, dat de contributie bedraagt zijn bevordering tot luitenant; wij' vinden Dessan een heel aardige garnizoensplaats vo-or hem 1 Ont vang een kus van je hoogbejaarde zuster (diep in de twee-en-twintig) ziekenverpleegster, voorlezeres en schermatar ATI." Ingrid vond dien brief zoo grappig, dat zij hem aan papa en de broers voorlas. Vo-or de „jongens" sloeg zij echter het aardigste over, de beschrijving van het dames-luchtbad. Excellentie von Erxleben schreef daarop aan zijn oudste dochter een van zijn origineel'e militair-korte brieven. „Mijn lieve kind; ik zie dat je het leven weer goed aanpakt, dat doet me plezier. Humor ver loren, alles verloren. Dus den moed er in gehouden. Haar de Teerbrugges behoeft een Duitscher niet eerst te informeeren. Een handelshuis als dat van de Stmnes, de Haniels, de T'hyssens. De oude heer is drie jaar geleden gestorven en sedert dien is er een reuzenpro-ces hangend tusschen de kinderen. Tante Eddy heeft daar zeker wei van gehoord. Alle couran ten stonden er in di-en tij'd vol van. Ook van de zaak van mijnheer Klaus Teerbrugge, dien zij' in de heele sociaal-democratische pers onder handen geno-men hebben. Hiji heeft ergens in het heilige land van Sak sen een hotel-portier, of een wachtmeester van poli tie of een telefoon-beambte afgeranseld. Vraag of tante, die ik hartelijk] laat groeten, het recept wil vra gen van de Italiaansche vegetariënsla, waar zij mee dweept. Ingrid zal haar' geluk daarmede beproeven zoolang wij zonder keukenmeisje zijn. In vertrouwen, het lieve kind mag koken wat zijl wil, het wordt toch altijd Irish stew! Maar niet klikken. Ik kusje om mijn verkoudheid slechts op het voorhoofd en blijf Je liefhebbende oude Vader." (JWbrdfl vervólgd®.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1914 | | pagina 1