DAGBLAD
ALKMAAR EN OMSTREKEN.
MONKEY
BRAND
No. 53
Honderd en zestiende jaargang.
WOENSDAG
4 MAART.
Plaatselijke Belastingen.
De ongekroonde Koning.
ls aan het koken?
1914
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar !0,80; franco door het geheele Rijk f1f—
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f0,10. Bij groote contracten rabat Oroote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h, HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
Ontwerp Zonioro ^uitregelingen
voor d© Spoorwegen.
FEUILLETON.
TelefoomKimmer 3.
B'pfdeiijke Omslag.
BINNENLAND.
NIET VOOR DE WASOH.
COURANT,
BURGEMEESTER «m WETHOUDERS van ALK
MAAR breng.B t.» a kannis, dat het
suppi. Kohier van daa Hoofdeljjkan Omslag, dieDst
1913, door den Gemeenteraad vastgesteld den IS Fe
bruari 1.1., en dooi (Gedeputeerde Staten goedgekeurd
den 25 Februari tf.a.v., No. 31, heden aan den Ge
meente-ontvanger ter inv udering is uitgereikt en ge
durende vjjf maanden ter Beeretarie in afsehrift voor
een ieder ter leiing is nedergelegd.
Bezwaren tegen den aanslag kunnen op ongezegeld
papier worden ingediend binnen drie maanden na dan
dag dar uitreiking van dc aanslagbiljetten.
Burgemeester er. Wethouders voorneemd,
G. RU PING, Voerzitter.
DONA H, Seotretaris.
Alkma r, 3 Maart 1914.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK
MAAR brengen ter algemeene kennis, dat van heden
af voor een ieder ter Secretarie ter inzage is neder
gelegd het ontwerp van de .zomerdienst-rege
ling 1014 van de IToord-Brabantseh-Dnltnehe
Spoorwegmaatschappij.
Eventueels opmerkingen betreffende dit dienst,
regelingsontwerp moeten rechtstreeks worden inge
zonden aan het Departement v in Waterstaat vóór of
op 7 Maart a.9.
Alkmaar, 3 Maart 1914.
Burgemeester en Wethouders van Alkmaar,
G. RIPPING, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
Gemengd nieuws.
UIT BERGEN.
(Vervolg.)
Bij de bespreking over de verlichting informeerde
de heer Baltus naar de huizen van den heer Kloots.
De voorzitter deelde mede, dat deze huizen, vanaf
zijn woning kunnen worden aangesloten. Ook de
kwestie met het huis van den heer Brouwer is opge
lost, deze toch zal gedurende drie jaar een gebruik
van 80 garandeeren.
De heer Baltus was er voor om de Bouwmaatschap
pij de meerdere kosten van den ondergrondschen ka
bel door deze maatschappij te laten betalen. De men
schen van het bovengrondlsche net betalen heel netjjes
voor de anderen. Waar een groot deel van de bevol
king in het dorp no,g bovengronds is aangesloten,
daar wilde spreker die enkele huizen van de bouw
maatschappij ook bovengronds aansluiten. Last van
boomen heeft men daar niet. Wil de maatschappij
dit niet, dat zijl dan de meerdere kosten betale. Gaat
men op deze wijze door, dan komt men voor een groot
tekort. Men heeft nu wel een garantie van drie
jaar, maar ook daarna moet het kapitaal rendeeren en
dan zit de gemeente er voor.
De voorzitter wees er op, dat ook voor de meerdere
kosten van den kabel gegarandeerd moet worden, an
ders was de garantie lager, z. i. kan de garantie door
den bouw van meerdere perceelen later wel vervallen.
De heer Oldenburg was van meening, dat men dit
(Nadruk vasfeodan.)
Roman van
PAUL OlliE HöQKER.
Naar het Duitsoh.
27)
Den geheelen tocht geschreef Beate uitvoerig
in haar eersrtvolgenden brief aan Gwendoline. Intus-
schen had zij Evelyne's broeder meermalen ontmoet.
Ilij had de dames een visite gemaakt en de gravin
had met haar nichtje een uitnoodiging van mevrouw
Biggar aangenomen om te komen theedrinken. Zij
keek toen eens goed rond in de villa. De gewone ho
tel-inrichting was haast niet meer te herkennen, zoo
veel hadden broer en zuster meegebracht. „Het zou
niet in een kleinen verhuiswagen kunnen", dacht tan
te. En de verkwisting met al die menschen voor ver
pleging en bediening vond de gravin bepaald onge
hoord. Evelyne had een kamenier hij zich, haar broe
der zijn boy, de verpleger leerde den reconvalescent
in den tuin werken, gymnasti&eerde met hem en zorg-
de voor de voorgeschreven baden. Waarom zij dus
nog een verpleegster hielden bijl de overdreven
prijzen voor alle „extra's" kon de gravin niet be
grijpen. „Als zij werkelijk te Berlijn gaan wonen",
zei ze, „dan kunnen ze er voor hetzelfde geld een vor
stelijke huishouding op na houden." Het was een
rijkdom, zeker niet minder dan die van de Walkers in
Nieuw-Tork. De jonge mevrouw Biggar droeg kan
ten I Zoo prachtig I elk garnituur woog op tegen een
ministerstractement. Maar over Evelyne en haar
rijkdom schreef Beate haar zuster slechts terloops.
Het vraagstuk Klaus Teerhrugge hield haar veel
meer bezig. Haar belangstelling was in geen opzicht
te vergelijken met die van al de „vrouwen" die hem
aanbaden, hem in haar netten trachtten te vangen.
Zij stelde rein menschel ijk belang in het geval. Alles
niet van de maatschappij kan vergen. De één te laten
betalen en de ander niet, gaat z. i. niet op.
De heer Baltus merkte op, dat de voorzitter met het
wegnemen van een stuk van den gelegden kabel' op
zijn eigen houtje heeft gewerkt en maar gedaan heeft
of de commissie van bijstand niet bestond.
De voorzitter zedde, dat zulks geschiedde omdat
Rampen niet wilde aansluiten, men kon den kabel
elders beter gebruiken en op deze wijze beter hande
len dan het kapitaal waardeloos in den grondi te la
ten.
Inzake het bouwterrein van de heeren Siebert Ooa-
ter en jhr. Barnaart werd bepaald, dat de wegen 10
Meter breed] moeten worden, met klinkers behard en
met boomen beplant. De gevels mogen niet minder
dan 7y2 Meter uit heft hart van den weg opgetrokken
worden. Voor het terrein van dien heer Streamer
hebben B. en W. goedgevonden» dat de weg met
grint behard wordt.
De heer Baltus merkte op, dat men hier weer een
weg heeft die doodloopt. Bij- de terreinen van de
heeren1 Ooster eni Barnaart mocht het niet, spreker
keurde het af, dat men het Her wel toestond. Hij
drong er dan ook bij den voorzitter op aan, om ook
deze wegen door te trekken. U heeft grond genoeg en
dit is maar een kleine kosten, zeida hij.
De voorzitter wilde dit overwegen. Met een bouw-
verhod kon hij zich wel vereenigen, om den weg dade
lijk door te trekken, daar gevoelde hij echter nog niet
veel voor.
In het advies over de rioleering juichte de Gezond
heidscommissie het toe, dat tot aanleg van da riolee
ring wordt overgegaan.
Het plan om de hoofdlijn door de Schoolstraat te
leggen, had bij de Gezondheidscommissie om meerde
re redenen de voorkeur. Hier kwam men bij den
Meerweg direct in goed buitenwater, dat men door
de nabijheid van den molen direct kon wegmeien.
Ooik heeft men daarvoor geen medewerking van der
den noodig.
De voorzitter wees op dit 'Onpartijdig advies en
deelde mede, dat ook het oordeel van anderen met
dit advies overeen komt.
Algemeen was men van meening, dat het uitloopen
van de hoofdlijn] in de sloot door het land van Bra
kenhof ongewenscht waa. Ook kan niet door het
daarachter gelegen land naar de Ringvaart worden
gegaan.
De heer Oldenburg deelde mede, dat dit land aan
het Pensionnaat behoort. De Rector was er niet
voor. Bovendien wil men de goederen van het Pen
sionnaat op geen enikeler wijze bezwaren. Ook wees
de Rector op den toestand te Warmond. Het uitloo
pen van het riool' aldaar in een stilstaand water gaf
veel1 hinder.
De heer Maschmeijer verklaarde, dat het léggen
van de hoofdlijn deer de Schoolstraat heel weinig
perceelen de gelegenheid biedt aan te sluiten en een
riool wordt toch in do eerste plaats gemaakt voor de
bewoners. Alle rioleeringen in Amsterdam, loopen
op de grachten uit. Spreker meende, dat men ook
door het land van dén heer Leijen wel in da Ring-
sloot kan komen.
Da voorzitter merkte op, dat het aldaar stilstaand
water is.
De heer Baltus vond het jammer, dat de heer Zu
rendonk de Gezondheidscommissie heeft ingelicht.
Door haar argument van den molen geeft de oommis
sie blijk niet op de hoogte te zijn. In den zomer krijgt
men met het meeste vuil te doen en dan maalt de mo-
wat zij van zijn vroeger leven te weten was gekomen,
deelde zij aan Gwendoline mede. Zij moest er zich
tegenover iemand over uitspreken en zij1 had niemand
anders dan haar zuster. Want tante Eddy was te on-
kiesch, babbelde haar te veel' en daarenboven beoor
deelde zij -den jongen Teerhrugge onbillijk en onmee-
doogend.
„Zenuwschokkend moet zulk een onthouding&kuur
zijn", zei tante Eddy eens, toen zij van een wande
ling met Klaus Teerbrugge's zuster thuis kwam. Ik
bedoel: voor degene die er op letten moet. Mevrouw
Biggar heeft mij allerlei dingen van haar patiënt
verteld. In de eerste weken kon hij niet slapen, ab
soluut niet slapen. Hij liep maar steeds heen en
weer, altijd heen en weer. Rusteloos. Eh dan die
plotselinge aanvallen. Eén ijzeren wil is het ©enige
dat daarvoor helpt."
Beate hoorde verbaasd op. Die woorden herinner
den haar aan het eerste gesprek dat zij' onder vier
oogen met Klaus Teerbrugge gehad; had. Zij mocht
daar niet over praten, hij1 had haar uitdrukkelijk om
stilzwijgen verzocht. Zij zweeg dus. Maar in stilte
hield de vraag haar bezig: wie van beiden zei de
waarheid?
Zij merkte weldra op dat Evelyne buitengewoon
ijdel, verwend en heerschzuchtig was. Tegenover
Beate en haar tante was zij altijd buitengewoon
vriendelijk van de andere gasten nam zij niet de
minste notitie. Zijl had alleen eenig zwak op den
Pruisi'schen adel. Dat bekende zij' ook gaarne. Door
haar connecties met het hof te Dresden had zij nu en
dan een aanknoopingspunt gevonden met de hoogere
kringen in Berlijn en Potsdam, en nergens had men
haar zoo verwend als daar.
„Geen wonder", zei tante Eddy droog, toen zij' dat
hoorde, „zooveel millioenen doen onze jonge garde
luitenants zelfs heenstappen over Pieter Teerbrugge,
den ouden Keulenaar als schoonpapa."
„Onder een prins doet ze het niet", geloofde Beate.
De gravin lachte. „Eén Pruisisch prins?"
„Er zijn immer® nog zoo ontzettend veel Hooghe
den en Doorluchtigheden, die doelloos in Duitach-
DAN BEN 18 VAN DB PARTIJI
Terwijl U zich aan den maaltijd te
goed doet, vermaak Ik mij tusschen
de potten en pannen om ze weer
glinsterend schoon te maken en
gereed voor de volgende keer. Zoodra
U asleh te goed gedaan hebt, geeft dan
de vorken en meeesn maar Juor,
want door se even te poetsen
wrijf ik se weer schoen-
(Apen-Zaag).)
len niet. Ook houdt men met de Bergermeer maar
geen rekening. Het ligt echter voor de hand, dat die
zich zal verzetten en niet wil opnemen wat in het na
deel ia voor vee en landerijen.
De voorzitter vroeg den heer Baltus waar het dan
naar toe moet.
De heer Baltus achtte dit een ander geval, doch
een beslissing zonder het bestuur van de Bergermeer
kan z. i. niet genomen worden. Men moet toch ook
rekening met da belangen van die menschen houden.
De heer Veenhuïzen: „Wij moeten rioleering héb
ben en met het oog op alles geloof ik, dlat langa de
Schoolstraat en den Meerweg de beste weg is."
De heer Baltus: „Wij hebben pas een leening van
80.000 aangegaan, zonder te weten hoe het hier
mede staat." Spreker stelde voor tot 1915 te wach
ten, opdat men een overzicht heeft van den financi-
eelen toestand en herinnerde hierbij aan hetgeen hij
Zaterdagavond van vader Cats in de Alkmaarsche
Courant had gelezen: „Beter i!s terug gegaan, dan
een kwade sprong gedaan". „Als het zoo door gaat",
zei spreker, „raken wij van den wal in de sloot."
De heer Maschmeijer achtte zuinigheid! heel goed.
Vergelijkt men echter onze gemeente bij andere, dan
kan men wel zeggen, dat de financieele t'oestand gun
stig is. Men kan bovendien de bosten verhalen op
de menschen die er belang bij hebben.
Het voorstel van den heer Baltus werd niet onder
steund. Met algemeene stemmen werdl besloten met
September aan het werk te beginnen. Tegen het
voorstel om de hoofdlijn door de SchooUaan en den
Meerweg te leggen, stemde de heer Maschmeijer.
Met vier Stemmen vóór werd' na discussie in strijd
met heft voorstel van B. en W. besloten, ook de leve
ring van het materiaal in dé aanbesteding op te ne
men, „onder bepaling dat de buizen moeten komen
van Wernink's Betonfabriek te Leiden."
De heer Baltus begreep niet waarom d'e heer Zu
rendonk juist dit werk moest maken. Iemand als de
heer Huizinga woonde veel' langer in de gemeente.
De voorzitter deelde mede, dat de heer Zurendonk
land rondloopen, heel aardige menschen, die eich nu
ellendig moeten bekrimpen en niets aan hun rang
hebben en die op eenmaal de gelukkigste van alle
stervelingen zouden worden wanneer zij' zoo'n rijk
huwelijk deden. De oude wapens beduiden niets
meer in onzen tijd, als ze niet nieuw verguld wor
den."
„Al te veel gevoel van stand] heb je juist niet, AtL
Van jonge luitenants kan men dit noig begrijpen.
Maar van jou verwondert het mij een beetje."
Beate kon niet antwoorden, dat ze met vijftig mark
salaris als gezelschapsdame, zich de weelde van ge
voel! van stand niet meer kon permitteeren. Ze zweeg
dus. Zij vond daarenboven dat tante Eddy de jonge
dollarkoningin-weduwe met evenveel' onderscheiding
behandelde als ze een regeerendle groothertogin had
moeten doen. Ook gravin Czemin verdedigde zich
nog slechts zeer zwak tegen de 'allesbeheer&chende
macht van het geld.
Intusschen waren zoowel barones von Erxleben als
gravin Ozemin in hét sanatorium het voorwerp ge
worden van aller opmerkzaamheid!: zij waren toch de
eersten, waarmede de geheimzinnige kurgast der
vorstelijke villa in aanraking kwam. In da laster»
school van de bridgeclub werd) het geval Teerbrugge
met belangstelling besproken. Wat mevrouw Biggar
met die nieuwe vriendschap hoopte te bereiken, was
duidelijk: een introductie aan het hof. Men vertelde
dat Zijn Excellentie von Erxleben tot aan zijn val
van het paard een lievelings-officier ven Zijne Ma
jesteit geweest was; de voorspraak van zulk een man
kon van veel nut zijn.
Mevrouw Biggar had zich met groote innigheid bij
Beate aangesloten. Met haar prachtig slank figuur,
haar bewonderenswaardig goed verzorgd1 haar, was ze
precies wat men in Amerika a sweet girl noemde, zei
Ze vaak. Als Beate bij haar kwam theedrinken, wat
heel dikwijls gebeurde, weidde ze ui't, zelfs in tegen
woordigheid van haar broer, over den electriseexen-
den invloed dien Beate telkens op het heele dames-
luchtbad uitoefende wanneer zij ging schermen.
„Eishing for compliments", weerde Beate af, „het
ook een dergelijk plan voor Haarlem maakte.
De heer Baltus was van meening, dat het projeo-
tearen van de hoofdlijn vanaf de Wilg een fout is,
z. i. gaat het niet aan oudere perceelen linka te laten
liggen.
De heer Maschmeijer merkte op, dat dlan de kos
ten nog veel grooter worden.
De voorzitter deelde mede dat reeds een tachtig
perceelen met een gezamentlijka huurwaarde van
16000 van de rioleering kunnen profiteeren. Van
deze perceelen zal 1 geheven warden of zij aanslui
ten of niet.
De spaarbank De Stad Amsterdam is genegen het
geld te verschaffen tegen 4.8/« met 7« provisie.
Hiertoe werd besloten.
Mede werd besloten voor het electrisch bedrijf toe
te staan dat er geldl uit de gemeentekas geleend
wordt.
Vastgesteld werd, overeenkomstig het advies van
den schoolopziener, dat alleen in de maanden' Juli en
Augustus verlof voor het verrichten van veldarbeid
aan de schoolkinderen gegeven kan worden.
Besloten werd adhaesie te betuigen met 'het beken
de adres inzake het ontwerp van de oudlerdomspensi-
onneering.
Aan Mej. v. d. Oord en Mej. Kaapmans, die het
liandwerkondorwijs thans buiten de schooluren moe
tan geven, werd hiervoor 50 salaris gegeven.
Hierna kwam ter sprake het verzoek van do bewo
ners te Borgen aan Zee om voor het kantoor aldaar
een vasten brievengaarder aan te stellen opdat die te
lefoon ook steeds gebruikt kan worden.
Velen willen aldaar bij' het telef oonnet aansluiten,
maar moeten nu voor een afstand van vijf kilometer
betalen.
Adressanten verzochten dan ook den Raad om het
besluit van 9 Eebruari 1913 thans uit te voeren en
een telefoonhouder te benoemen.
Het contract van het hotel, dat thans 060 per
jaar betaald loopt dit jaar af. Komt er een telefoon
houder dan kam het 'hotel een gunstiger contract af-
applaus is even goed1 voor jou bestemd". Zij had een
kleur gekregen, want Klaus, die zwijgend in zijn
stoel geleund zat, keek haar met gloeiende blikken
aan. Evelyne was anders eerder preutsch te noemen.
Des te meer verbaasde het Beate dat zij altijd weer
op dat onderwerp terugkwam als Klaus er bij; was.
En het was ook de verbazend naïeve opgetogenheid
van Evelyne, die eens op een dag het eerste conflict
tusschen hen veroorzaakte.
Hetgeen voorafging had plaats in hef dames-luehf-
bad.
Het was den kurgasten, volgens hef reglement,
streng verboden in de beide luchtbaden photografiei-
toestellen mee te brengen en daar opnamen to doen.
Mevrouw Biggar stoorde zich niet aan het verbod. Zij
had haar toestel aan haar kamenier gegeven, die al
tijd meeging om haar met uit- en aankLeeden te hel
pen. Op een bijzonder geschikten dag wat het lichfl
betrof moest de kamenier een geheele serie opnamen
doen van het schermen. Beate had er geen flauw
vermoeden van. Zij- merkte het pas later aan de op
gewondenheid van 'het „publiek" dat tegenwoordig
was geweest, want velen waren bang dat zij ook op de
plaat gekomen waren.
Evelyne lachte toen zij het ontstelde gezicht van
haar vriendin zag. „Een herinnering aan die pret
tige uren, Beate", zei ze. „Gun je mij dat niet?"
Daar kwam de vrouwelijke dokter aan, die het toe
zicht had. De dames waren verontwaardigd. Zoo ieta
was toch uitdrukkelijk verboden.
„Ik zal u de proeven laten zien. zoodra zij' ontwik
keld zijn. De opnamen, waar andere personen op te
herkennen zijn, behalve wij beiden, zal ik gaarne ver
nietigen."
De dames ei&éhten echter vernietiging van alle op
namen. Er ontstond een soort oproer. Indien Eve
lyne's kamenier zich niet poedig met het toestel ver
wijderd had, zou men mi schien tof gewelddadighe
den zijni overgegaan.
(Wordt vervajg#1.