DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. No. 63. Honderd en zestiende jaargang. 1914 MAANDAG 16 MAART De ongekroonde Koning »)eze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk flt— Afzonderlijke nummers 3 Cents. Prijs der gewone advertentiën Per regel 10,10. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. Telefoonnummer 3 (NaÉMife wowtemdsHi») BINNENLAND. ALlMAHSgl COURA 10 Maart. In Engeland1 heeft men de af gel o open week, behalve over de waanzinnige daad van een kiesrechtvrouw, die het beroemde echi'Werij „Vemus" van Velasquez in de Londensche Nationale Galerij schond en des wege tot- zes maanden gevangenisstraf werd veroor deeld maar het is zeer die vraag of zij ze zal uit zitten, want de vrouw wist door voedsel te weigeren reeds dikwijls weeir op vrije voeten te komen in Engeland dan heeft men veel gesproken over de kwes tie van zelfregeering aam Ierland'. De minister-presi dent, die heer Asquith, heeft verleden Maandag in het Lugerhuis verklaard, dat de regeering de graaf schappen van Ulster zelf wel wil l'aten beslissen, of zij in eersten termijn buiten het Iersche zelfbestuur wensohen te blijven? Alien, dlie ook voor het parle ment het kiesrecht hebben, zouden hierover mogen stemmen en in elk Ulster-graafschap, waar de meer derheid voor uitsluiting is, zou het zelfbestuur nog zes jaar achterwege blijven. De unionisten, voor wie die heele Ulsterkwestie weinig beteekent, zijn van deze tegemoetkoming der regeering niet gediend. Zij1 hebben het immers op het ministerie gemunt en met de hoop, dat de kiezers het liberale bewind door een conservatief zullen vervan gen, sturen ze aan op een Kamerontbinding en zeg gen, dat het land' uitspraak moet doen. De leider van het Ulster-verzet, de heer C'arsom toornt zich. minder onverzoenlijk. Alleen wenschte hij, dat er niet ge stemd zou worden voor den tijd van zes jaar maar voor altijd'. Doch het was de Daily Chronicle, die dit zeer ad rem opmerkte wanneer zulk een stem ming nu goed ie, dan is zij dat ook over eemige jaren. Het blad, dat meestal! nog al goed' op de hoogte is van de denkbeelden der regeering, sprak van een volksstemming, wel'ke om de drie jaar zou kunnen worden gehouden in die graafschappen, welke nog buiten de zelfregeering stonden. Vandaag zal de heer Asquith niet onwaarschijnlijk een dergelijk voorstel doen. Maar het zal zijn laatste tegemoetkoming zeker wel zijn. De heer John Redmond, de Iersche léd'der verzekerde verleden Maandag reeds, dat het laatste woord der regeering gesproken was. Overigens is het well teekenend] voor den eigenaardigen politieken toe stand van het oogenblik, dat een] ladder eener partij, zonder welke het ministerie in de volksvertegenwoor diging trouwens geen meerderheid heeft, de regeering de wet voorschrijft 1 De aanvallen in pers en Kamer op het ministerie zijn in Erankrijk voortgezet. De heer Gasiton Cal'met- te van de Eigaro is onvermoeid in het bestoken van den minister van financiën, den heer Caillaux. Schier dagelijks onthult hij een nieuwe schanddaad van den „plutocrate demagogue," gelijk de heer Briand den heer Caillaux noemde op een oogenblik, waarop hij zich niet zoo gaarne met dezen wilde verzoenen als thans. Nu eens beweert de Figaro, dat de heer OailL Rwmaaa van PAUL OSKAR SIS ©KIR. Maar het Duitsek „Ik heb u al eens meer gezegd: naar mijn idee is een rechute uitgesloten. Klaus heeft bepaald ple zier in zijn nieuwe leven. Zelfs niet d'e geringste verzoeking één enkelen keer een uitzondering te ma ken héb ik bij hem opgemerkt in dien langen tij d. En hoe langer de kuur geleden is, des te geringer wordt het gevaar, ja zelfs de mogelijkheid van een weder-in- storting. Iedere maand is winst. Daarom heeft de dokter met zooveel satisfactie de lange zeereis be groet: er is geen enkele flesch wijn of likeur aan boord en het heel'e personeel1 dat hij meegenomen heeft is lid van den Blauwen1 Knoop. Ondér sport mannen, chauffeurs, stuurlieden vindt u die tegen woordig overal, er is geen bezwaar een keus te doen. Het jonge paar heeft de zon en de zee en elkaar, ik geloof niet dat ze iets missen zullen." Generaal von Erxleben stak bet jonge aangenomen nichtje de hand toe. „Je stelt mij gerust, lieve Eve- lyne. Ik ben je oprecht dankbaar." „Openhartigheid tusschen ons is in de eerste plaats bevorderlijk om de plannen van ons jonge paar niet te storen," ging Evelyne voort, rustiger en zakelijker dan anders. „Ik zou het als een goed' teeken beschou wen als zij besloten ook nog een gedeelte van den vol genden winter aan boord te blijven. Ingrid en Hauns heinz zouden hen zoo gauw mogelijk hier wen&chen. Maar het is verstandiger hen daartoe niet te animee- ren. Beate moet geheel zeker van hem zijn, voordat zij zich in de werel'd1 begeven. Ik meen: hij moet blin delings aan haar. onderdanig zijn." Deze verklaring bleef dien baren nog langen tijd bij. laux beeft getracht een erfenis binnen te palmen, dan weer, dat de rij'ke, radicale minister den beroem den zwendelaar Rocbette heeft begunstigd, of dat hij voor zijn speculaties de beurs heeft beïnvloed. Eiken keer komt prompt de tegenspraak. Hoe meer tegen spraken, des te meer onthullingen ook, en hoe kal mer de heer Caillaux blijft, des te doldriester de heer Oaïmette wordt. Deze week werd er een brief gepu bliceerd, in 1901 door den heer Caillaux geschreven aan zijn vrouw, van wie hij gescheiden is en die niet erg geheim met haar correspondentie ia geweest. Bo ven de foto van het briefje stond „Het bewijs van de machinaties van den heer Caillaux. Zijn gedachte onthul'd door zijn geschrift. Het verpletterende docu ment." De heer Calmette verzekerde, dat het die eerste maal van zijn dértigjarige journalistieke loop baan was, dat hij een particulieren, intiemen brief (die eindigde met „Ton Jo"l) zonder toestemming van den schrijver openbaar maakte Het deed hem ontzettend veel leed, daartoe thans te moeten over gaan, maar hoe zou hij dezen brief kunnen verzwijgen in den strijd „tegen een man, die zelf d'e wetten schendt, wanneer zijn belang op het spel staat." Om het land te redden, publiceerde de heer Calmette dus een facsimilé van den brief naast het portret van den door hem gehaten schrijver. Maar hij heeft er het land niet door gered. Het briefje waarin de heer Caillaux had geschreven„Ik heb een heel mooi succes behaald in d'e Kamer, ik heb de inkomstenbe lasting vernietigd onder den schijn van haar te ver dedigen" heeft de groote meerderheid der Kamer koud gelaten en de parlementaire aanval, welke op de publicatie volgde, is op niets uitgeloopen. De heer Caillaux heeft zijn figuur gered en de socialisten, die het ministerie niet ongaarne aan het bewind zien blijven tot April bij de algemeen® verkiezingen, heb ben het ministerie gered'. De Kamer gaf aan de door de regeering gevraagde motie een meerderheid van ruim tweehonderd stemmen. Het bovenstaande leert echter op welk peil de Eransche politiek tegenwoor dig staat. Veel is er deze week te doen geweest naar aanlei ding van een artikel in de Köln. Ztg. over de toene mende bewapening van Rusland en de waarschijnlijk heid van een Duitsch-Russischen oorlog in 1917. In Duitsehland stond zoo iets als een anti-Russische, in Rusland een anti-Duitsche perscampagne en in Frankrijk stonden de couranten natuurlijk aan de zij de van de Russische. Er was iets verbijsterends in dat rumoer, ontstaan nadat er twee moeielijke jaren in vrede waren doorleefd. Gelukkig behoeft men zich niet al te bezoTgd te maken over een oorlog, die drie jaar te voren wordt aangekondigd. En ook legden de regeeringen van beide landen geruststellende verkla ringen af. Waar men zich ia Duitsehland bezorgd maakte over die met Fransch kapitaal betaalde uit breiding van dé Russische weermiddelen', is het van Evelyne mocht haar schoonzuster nog zoo ernstig en nadrukkelijk over haar plichten, over haar zware ver antwoordelijkheid hebben ingelicht wie kon weten of Beate, die toch eigenlijk een niets kwaad vermoe dend kind was, opgewassen was tegen de taak van „redster" waarin zij Evelyne moest aflossen? Zéker, een al te zacht, al te buigzaam mensch was Beate niet, als zij bevelen wilde kon zij bevelen, maar dé rustige beslistheid van deze in de Amerikaansche school gevormde vrouw bezat zij nog lang niet. En het lag in den aard van de Duitsehe vrouw, door alle tijdten heen, slechts een hulpe te zijn voor dén man. Hier echter was het onverbiddelijk noodig haar wil door te zetten: hier heette het: heerschen. Met gefronste wenkbrauwen bleef von Elrxléhen steeds weer stilstaan op zijn wandelingen door de ka mer voor da portretten, die 't jonge paar voor hun vertrek had laten maken. Die fijne, pittige, hoogvoe lende Beate en dlie gr of zinnelijke, opgeblazen pro letariër, die hij zonder twijfel was, die goede Klaus 1 Eigenlijk doodlzondé van het prachtige kindl Uit deze bespiegelingen rukte hij zich echter steeds weer los. Hij wilde geen wrok koesteren tegen zijn schoonzoon. Klaus had zich in ieder geval zoo bui tengewoon edelmoedig betoond dat het ondenkbaar was dit alles ooit weer goed te maken. Beate alleen kon dat: door hem liefde en trouw en een ernstig plichtbewustzijn te schenken. Börries was de eenige die zich nu en1 dan een kleine scherts veroorloofde over den „rooden zwager." Toen Haunszheinz hem daarover eens een verwijt wild'e doen, was hij zeer verbaasd over de opvatting van zijn broeder. Verplicht tot dankbaarheid aan Klaus Teer- briigge? Hoezoo? Hij' had nu drie paarden, ja, dat is zoo, zijn maandelijkse he toelage was viermaal zoo groot als vroeger; maar dat kwam door de schitteren de betrekking van Papa. Hij werd boos toen Hauns- heinz antwoordde dat ook Papa's betrekking een ge schenk was van Klaus Teerbrügge. Hij! voor zich be dankte er rond' uit voor van Klaus Teerbrügge's gunst te leven. In September keerde het jonge paar van de reis te- belang geweest, dat dé Duitsehe regeering heeft ver klaard, het program der Russische legeruitbreiding volkomen te kennen en te weten, d'at daarvan tot dusverre niet is afgeweken. Zoolang Rusland zich strikt aan dat program houdt, is er dus niet veel meer te vreezen dan.... de bewapeningswedloop! In Italië is het ministerie-Gioiitti afgetreden, na dat de radi'kale partij geweigerd had het langer te steunen. Het ministerie is dus gegaan, zonder dat het in dé Kamer daartoe door een votum van wan trouwen was genoopt. De 72-j axige minlsiter-presit- deut, bijgenaamd „de leeuw van Dronero" is echter blijkbaar regeeringsmoede. De laatste 10 jaren heeft hij, en hij alléén, d'e teugels van het bewind in han den gehad. Twee maal ia er in dien tijd een kabinet- Sonnino geweest, maar beide keeren heeft de leeuw dit kabinet geveld toen het honderd dagen was. De invloed van den heer GioRtti wordt natuurlijk ge heel verschillend beoordeeld. Er wordt in hem de man gezien, dia de politiek van Italië in goede banen heeft geleid, maar ook vindt zijn beleid strenge af keuring. Tijdens den Tripolis-oorlog was er in den strijd der partijen een wapenstilstand ingetreden, maar nu die oorlog geëindigd is, was ook de politieke rust afgeloopen. Het nieuwe ministerie krijgt zeker geen gemakkelijke taak het zal immers moeten zor gen, dat het goud er komt, hetwelk Italië voor het Afrikaansche zand heeft te betalen. De heer Sonmino heeft reeds een opdracht tot de vorming van een ka binet geweigerd. In Spanje hebben verkiezingen voor de Kamer van afgevaardigden plaats gehad, waarbij het noigal hartstochtelijk is toegegaan en waarbij men niet slechts van het stembiljet, maar ook van stokken en revolvers gebruik gemaakt heeft. Het resultaat is ge weest zooalls gewoonlijk in Spanje dat de re geering een aanzienlijke meerderheid heeft gekregen en het conservatieve kabinet-Dato dus thans een Ka mer heeft, die het behoefde, om te regeeren. Met gejubel is Willem van Wied, mbret van Alba nië ontvangen in de stad (Durazzo, vroeger Dyrra- chium), waar Julius Caesar liever de eerste was, dan in Rome da tweede. E'n de eerste dag van zijn re geering in het nieuwe rijk is voor hem een vreugde dag geweest. Maar da modelij kheden hebben niet lang op zich laten wachten. Nabij Goritza, een plaats in Zuid-Albanië, zijn de Epiroten in.opstand geko men. Het heet zelfsi maar die berichten komen uit Griek&ehe bron en verdienen niet heit volle ver trouwen dat twee Nederlamdsche officieren ge vangen genomen zijn en in levensgevaar verkeeren. Dan is men in Servië ontevreden over den mbret, die zijn troonsbestijging wel aan den sultan en aan den Griekschen koning maar niet aan koning Peter en aan koning Nikita heeft medegedeeld En het offi- rug. Ze zouden nu ook in Berlijn komen en hun intrek nemen in Evelyne's villa in de Rauchstrasse. Maar Beate kwam alleen. Haar man was al in Dres den. Daar zij nog geen eigen huis hadden, wou hij den herfst in het sanatorium doorbrengen. E!n dan waren zij van plan na Kerstmis in Nizza weer aan boord te gaan van hun jacht „Beate" om een paar mooie rdzen te doen op de Middeilandsche Zea Het was gedurende den tijd dér manoeuvres dat Beate in Berlijn aankwam'; Börries ontmoette zijn zuster dus niet. Ingrid en Haunsheinz en vooral1 tante Elddy en haar vader schrikten toen zijl Beate weerzagen. Zij was aan de slapen, aan hals en kin sterk vermagerd, haar houding was mat, zij had iets vermoeids. Toen Beate de verbaasde oogen zag, glimlachte zij droevig-berustendl. „Een verloren verwachting," zei ze tot tante Elddly, die natuurlijk dadelijk van Rot'holz overgekomen was, toen zij' hoordé dat haar lieveling, haar „troetelkindje" in Berlijn verwacht werd. Papa en broers en zusters hoorden' het nu ook: Bea te was eenige weken geleden toen ze op het eiland Wight waren, zeer ernstig ongesteld geweest; zij kon hier in Berlijn absoluut niet uitgaan en ook in het sanatorium zo-u zijl nog geruoimen tijd noodig hebben om op krachten te komen. Zoo vaak mogelijk zochten zij Beate in de Rauch strasse op. De kamer waar zij op de chaise-longue lag uitgestrekt, in haar licht-kleurige kimono en zij den dekens, zag er zeer schilderachtig nit, als een bloeiende tuin, want niemand kwam zonder bloemen. Evelyne's tijd was door haar reeds uitgebreide con versatie, zeer bezet. Maar iedere vrije minuut wijd de zij aan haar schoonzuster. Het was dus zelden dat men Beate zonder gezelschap trof enl tot een werke lijk intiem gesprek tusschen de jonge vrouw en haar familie kwam het niet. Ingrid zei later: Zij had dik wijls gemeend, dat het Ati's vurige wensch was bij haar of tante, haar hart uit te storten, maar Evely ne had dit met opziet steeds verhinderd. Beate had gaarne voor de volgende reis met het jacht, haar jongste zuster willen inviteeren, maar in cieuze Servische orgaan meent niet erg vriendelijk, dat wanneer vorst Willem niet begint met vriend schappelijke betrekkingen aan te knoopen met alle Balkanvolkeren, hij, weldra in een Duitseh café-chan- tant zijn avonturen vertellen kan! Gemengd nieuw». HET PRINSES1 JE. Ben ik wel ingelicht, zegt de Haagsche briefschrij ver van de Prov. Gr. Ct., dan moet het plan bestaan om eerlang eenige uitbreiding te geven aan het Mili tair Huis van EL M. Of dit verband houdt met de inrichting van een, zij 't ook bescheiden, dienst, spe ciaal voor onze jonge Kroonprinses, weet Ik niet Maar ik vermoed iets van dien aard, omdat mij geble ken is dat Prinses Juliana sedert korten tijd inder daad althans in administratieven zin een eigen „Huis" heeft gekregen. Ik zag detzer dagen voor 't eerst een brief met een sluitaegel, dat het stempel droeg: Huis van H. K. H. de Prinses van Oranje. Nu ik over de kleine Prinses spreek mag ik we stellen immers allen evenveel belang er in wel weer eens constateeren dat het straks 5-jarige Ko ningskind zich op verblijdende wijze physiek en in tellectueel blijft ontwikkelen. Zij leert al spelénd, aardig wat; zij- speelt, vooral met haar hobbelpaard jes, uren en uren lang, springt en ravot dat 't een aard heet en zij kan nu en dan alleraardigst uit den hoek komen en haar willetjes toornen. Maar daarbij is zij zeer weetgierig, geeft blijken van veel intelli gentie en is bovenal een echt „moeders kindje." DE DIJKDOORBRAAK TE SPIJK. Nadere berichten melden, dat een twintigtal huizen onder water staan, tengevolge van het bezwijken van een zomerdijk, 't Zijn arbeiderswoningen, toebehoo- rend aan de firma Terwindt en Arnolds, steenfabri- kantan. Ook in de steenfabrieken drong het water binnen. Da steenfabrikanten lijden groote schade: pL m. 4 millioen ongebakken sbeenen, bestemd voor de ringovens, staan in het water en kunnen als verlo ren worden beschouwd. Men schat dé schade alleen wat de steenen betreft op pl.m. 50.000. Daar het water Zaterdag bleef stijgen, vreesde men erg voor den 's Gravenwaardscheui dijk. EEN VREEMD AVONTUUR. «Vrijdagavond gaf hij aankomst te Rosewd'aai van een trein uit Amsterdam een reiziger kennis, dat iemand all ongeveer twee uur in de retirade was. Bij onder zoek bleek de retirade gesloten; onder het rijtuig zag men twee beenen uit den closetpot steken. Na open breking van de deur, vond men een persoon, geheel door den clotsetpot gezakt; hij was in bewusteloozen toestand. Met groote moeite werd de man er uit ge haald. 't Bleek te zijn een hofmeester der Marine, in dienst op Hr. Ms. Kruiser Zeeland', liggende in1 den Helder. Nadat hij tot bewustzijn was gebracht, verklaarde hij, schrijft de Grondwet, te Haarlem naar de retira de te zijn, gegaan, maar het closet vies vindende, wil de hij daarop gaanl staan en toen, door een plotselin- gen schok van den trein, is hij er afgegleden en in den koker weggezonken. Met groote inspanning had hij zich weten vast te houden, maar door vermoeid- Januaxi begonnen de partijen aan het hof, d!ie Ingrid moest bijwonen. (Onder dé dolilarprin&essen, die de .gezant en zijn echtgenoote dit jaar aan het hof zou den presenteeren, was natuurlijk ook Evelyne Big- gar.) Misschien kon Haunsheinz het zoo met zijn studie schikken dat hij1 na Nieuwjaar zijn zuster een paar weken aan boord van het jacht gezelschap hield. Zijn leeraar, een portretschilder, raadde hem aan zich op het landschapschildlereu toe te leggen. Hauns heinz kon op zulk een reis vol afwisseling in ieder geval' een' menigte schetsen en studies maken. Maar wanneer zij vertrekken zouden was voorloopig nog niet te bepalen; Beate moest eerst weer geheel her steld' zijn. De stemming in den huize Etexlefben had na het eerste wederzien van Beate aanmerkelijk geleden. Toen Börries van de manoeuvres thuiskwam en In grid ham den toestand schilderde, waarin hun zuster zich bij haar terugkomst bevond, kreeg hij' bepaald groot verlangen haar te zien. Hij wildé dadelijk ver lof vragen om Beate een bezoek van een paar dagen te brengen. Maar Evelyne, met wie hij er over telefo neerde, ried het hem af. Zij ging zelf over een paar dagen naar haar toe en zou haar zijn groeten over brengen. In die dagen 'kwam er een verrassende tijding. Gwendoline was op weg van Nieuw-York naar Etiro- pa. Ze zou einde October in Hamburg aankomen. „Wij halen haar natuurlijk af, niet waar Berries?" stelde Haunsheinz voor. De cavalerieofficier streek onbehagelijk met de hand over den fluweelen kraag. Die gril van Gwendo line was toevallig bekend geworden bij een van zijn vrienden. Hij haid hem' plechtig verzocht de zaak ge heim te houden. „Het meisje kan er ons bepaald kwaad mee doen!" zei hij, nog altijd boos als hij zich de vragen herinnerde, die hij had moeten beantwoor den. Daarenboven was het onmogelijk om ook maar een enkelen dag den dienst te verzuimen. Dat hij voor die reis naar Beate ook verlof had moeten vra gen, waagde Haunsheinz hem niet te herinneren. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1914 | | pagina 1