DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. No. 72 Honderd en zestiende Jaargang. 1914 DOKDEBDAG 86 MAART. Militie. Herhalingsoefeningen. FEUILLETON. De ongekroonde Koning Zij, die zich met 1 April op dit blad abonneeren, ontvangen de tot dien datum verschijnende nummers gratis en franco. De Directie. BINNENLAND. RMAARSC COURANT De BURGEMEESTER der gemeente ALKM" A.AB gelaat, krachten» bekomen aanschrijving, op grond ran art. 80 in verband met art. 114 der Militiewet (Staatsblad 1912 Nb. 21) die onderstaande hier wonende verlofgangers, om zich, ter bijwoning der herhalingsoefeningen, bij hun korps te vervoegen als volgt 2e Reg. Vesting-Artillerie, lichting 1907, garnizoen Amsterdam. 14 April 1914: CORNBLIS STEEN. 4e Reg. Vesting-Artillerie, lichting 1907, garnizoen Helder. 20 April 1914: DIRK MULDER, AIDRIANUS HEMELS. Den verlofgangers wordit hierbij' gewezen op de na volgende bepalingen: lo. dat de miliciens-verlofgangers die verblijf hon den in de plaat» van opkomst, Mich op dea dag voor de opkomst bepaald, uiterlijk te 8 uur voormiddags bij hun korps moeten, aanmeïdsffl; 2o. dat de milioiens^verlofgangara die verblijf hou den binnen 20 K.M. van de plaats van opkomst, op den dag voor de opkomst bepaald, uiterlijk te 10 uur voormiddag» bij hun korpe aamwesig moeten ffljn; 3o. dat de overige miliciens-verlofgangers zich bij hun korps moeten aanmelden: voor zooveel zij binnen het Rijk verblijf honden, op het tijdstip, waarop zij aanwezig kunnen zijn, indien zij zich op den dag, voor de opkomst bepaald, met het eerst vertrokken-de middel va® ver an old vervoer lang» de op de vsrvoerbewjjaem aangegeven rou te naar de plaats va» opkomst begeven, of, in dien bij gebruikmaking van een later vertrek kend middel vam versneld vervoer langs dienself de route zulks mogelijk iz, uiterlijk op het sub 2o aangegeven tijdstip en voor zooveel zij bui ten het Rijk verblijf houden, vóór 4 uur namid dags. Voor zooveel de miliciens dloor ziekte of om eene andere redem niet tot den werken dienst kunnen overgaan, worden zij verzocht daarvan vóór het tijd rie mededeeling te doen. Na hun herstel1 zullen zij zich onverwijld naar hun korps moeten begeven. De Burgemeester voornoemd, G, RIPPING. AlkmaaT, 24 Maart 1914. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK MAAR brengen ter algemeen© kennis dat in bet ge meenteblad van Al'kmaar, No. 480, is opgenomen- het besluit van den Raad dier gemeente van 18 Februari LI., waarbij is vastgesteld eene VERORDENING, KEGELENDE! DE' BE ZOLDIGING VAN HET PERSONEEL AAN HET GYMNASIUM TE! ALKMAAR. Welke verordening, heden afgekondigd, 'gedurende drie maanden ter gemeente-secretarie teer lezing is ne- dergelegd en aldaar tegen betaling van 0.15 in af druk is verkrijgbaar gesteld. Alkmaar, 25 Maart 1914. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. RIPPING, Voorzitter. DO'NATH, Secretaris. ALKMAAR, 20 Maart- Indien de commissie van onderzoek naar de zaak Rochette weinig resultaat bereikt, bijv. niet kan op helderen wie de geheimzinnige heer X is, die plotse ling ten tooneele is verschenen, dan heeft ze althans een goed ding gedaan: ze heeft eenig l'icht doen (Nadruk verboden.) Roman van PAUL OSKAR HöOKER. Naar kat Duitse h. 45) Qv Zij overstelpte haar letterlijk met vragen. Alleen om niet van zichzelf te moeten1 vertelen. En zij liep door d'e kamer heen en weer, bekeek dit en bekeek dat. Alleen oun haar niet te moeten aankijken. En toen Gwendoline haar 'bij de handen vatte en met zacht geweld dwong haar in 't gezicht, in de oogen te 'kijken, was haar toon van spreken nog een oogenlbl'ik afwerend. Beate plaagde haar en lachte. „Je ziet iemand door en dlo'or. Allte geplombeerde tanden moeten het voelen. Of gaat je blik nog die per? Wil je een beetje voor ziel'sdokter spelen? Ach oude zus! Wat heb je er je toch doorheen gesla gen, Gwendoline. Een heele geleerdheid ben je ge worden. Ja het is lang, heel Tang geleden sedert. Weet je nog wel, dien laatsten morgen?.Ik liep naar den bakker, en den melkboer. „Roomhuis" heette het. En tante Edldjy zette een heel 'bedenke lijk gezicht. En toen zag ze jou bij de „Andante" staan schreien. Ze was razend op je. Dat wil zeg gen: i'k kreeg ook knorren genoeg. I'k heb nog zoo dikwijls aan dien1 laatsten ochtend moeten denken. Weet je dat ik eens een brief heb gehad van Neu mann? Klaus heeft hem wat voorgeschoten en nu heeft hij een stalhouderij in Brandenburg, het moet hem heel goed gaan. Och, ik hoor zoo dikwijls van oude 'kennissen. Zij hebben natuurlijk allen gehoord van mijn goede partij. Eh dan wenschen ze me ge luk. Klaus is vreeselijk goedig. Ja, dat is hij. Hoe schijnen op de politiek van zedeloosheid en op de ge dragingen van vooraanstaande mannen. De leidende politici slijpen hun messen op den schedel van den procureursgeneraal, heeft een geestig Franseh jour nalist verklaard. De heer Fabre is inderdaad' de kop van Jut, waarop die slagen neerkomen. De man is zwak geweest maar i-s het teekenend dat een zijner chefs vergoelijkend heeft verklaard, dat de man kans liep zijn baantje te verliezen, wanneer hij- niet toegaf aan de op 'hem uitgeoefende pressieEn ligt het bij de in Frankrijk heerschende toestanden niet voor de hand, dat de man zegt: „Het ia gemakkelijk lessen in deugd en zedelijken moed te geven." Heusch, de po litieke mannen, die ministers-portefeuilles hebben ge had, zijn de laatsten, die zich als zedemeeaters mogen doen gelden. Menschen, die de justitie to't onrecht vaardigheid nopen, die regoeringsdocumenten plaat s-en in het arsenaal, waarin ziji da wapenen verzame len, welke hun later in den strijd met 'hun vijanden van dienst kunnen zijn, dia ambtenaren achter een gordijn verbergen, wanneer zij, trachtten in hun kabi net van een procureur-generaal dingen aan de weet te komen, die bezwarend zijn voor hun voorgangers van gisteren, dus hun vijanden van heden, zijn nu niet precies voorbeelden van eer en deugd. Men weet, dat de 'heer Briand den procureur-gene raal Fabre een rapport heeft laten schrijven van de pressie, op hern door de ministers Caillaux en Monis ten gunste van den zwendelaar Rochette uitgeoefend. Niet om zich er dadelijk van te bedienen, maar om wat op het papier te hebben, wanneer het te pas kwam. Eh het kwam te pas. To-en de heer Caillaux den heer Briand wilde betrekken in de schandaaltjes- zaak-Flaehon, had de laatste enk-el1 van het papiertje te gewagen om den eerste het zwijgen op te leggen 1 Later vernam de heer Caillaux dat het gevaarlijke papiertje in handen van den heer Barthou was. En hij besloot te trachten -tegen dezen een even gevaar lijk wapen in handten te krijgen. Hij laat -de heer Fabre komen na eerst een ambtenaar achter het gor dijn verstopt te hebben, en wil den procureur laten praten over de pressie, diie Briand-Barthou op hem zouden hebben uitgeoefend, om voor de eerste com missie van onderzoek niet de volle waarheid te zeg gen. De heer Fabre echter „moest niet hebben," hij vertrouwde blijkbaar meer op dien heer Briand, dan op den heer Caillaux, zweeg en de ambtenaar achter het gordijn kon zijn potlood en papier in den zak ste ken. De heer Caillaux bleef dus zouder wapens. totdat blijkt dat de heer Barthou den heer Calmette van de Figaro op zijn eerewoord heeft doen beloven van het officieele, gestolen, document nooit meer dan een uittreksel te geven, totdat de heer Barthou zelf dit document gaat voorlezen in de Kamer 1 En om nog even een machtige persvijand dood te maken, verzekert de heer Caillaux dat 'hem tijdens zijn mi nisterschap van financiën in de zaak van de liquida tie der Karthuizer-orde uitstel is gevraagd, waarvoor hem dan de steun van het invloedrijke orgaan le Temps werd aangeboden. Welk een politiek, welk een journalistiek 1 Een der ledecu van -die commissie van onderzoek geeft, naar de N. R. Ct. mededeelt bet volgende scherpe stukje over de politieke leiders deer linkerzij de: De heeren Caillaux, Briand, Barthou schijnen mij drie jonge honden, die hun krachten gevormd hebben bij het gezamenlijk spelen in het parlementaire hon denhok. Het zijn drie krachtige dieren van eenzelfde bevalt hij' je? Een goedle vent, hé? Hij' heeft altijd heel aardig over. jon gesproken, nog vóór hij je 'ken de." Zoo deed zij' haar best de gunst van haar zuster te winnen de gunst voor haar man. Want Gwendo line moest in 's hemels naam niet naar dingen vra gen, waar papa zoo straks over beginnen wou. Neen, om 's hemels will niet. „Dat je nu vandiaag al weer weg gaat, Atil" zei Gwendoline, nog geheel! weifelend, ontwapend door haar zuster. Zij' wist niet hoe zij toenadering tot haar kon vinden. „W-ij! spreken elkaar haast nietl" „Eh wij' babbelen aldoor samen 1" Beate lachte en nam het hoofd van haar zuster tusschen beide 'han den. „Dwaas meisjel" Gwendoline zag haar bijna smeefcen'd aan. „Wij babbelten, ja. Maar wij spreken ons niet uit; wij vin den elkaar niet. En daar verlang ik toch zoo vurig naar,, Ati. Na zoo langen tijidi." Een paar seconden sloot Beate da oogen. „Ja, je hebt gelijk, lieveling. Maar nu gaat het niet. Het is ook beter.Laat eerst den zomer maar komen. Als wij' weer aan boord zijn, danKom je niet eens bij! ons?" „Dat kan ik niet, Ati. Ik heb tot in September die waarneming in Heringsd'orf." „En dan? In September? Of weet je wat? In Juli of in Augustus, als papa bij je is, d!an komen wij onverwachts in Heringsd'orf." Gwendoline glimlachte ongeloovi'g. „Ik zie jullie verwende luitjes al aan het strand onder 'al' die luid ruchtige, gravende Thiergartenkinderen." „Neen, wij- komen maar op de reedie. Eh l'ogeeren natuurlijk aan boord'. Maar dan kunnen wij elkaar lederen dag zien en praten zooveel' ons hart begeert. Is dat goed?" Zij herhaalde het nog eens bij het af scheid nemen als een bepaalde afspraak. Klaus be loofde stellig te komen. Maar Gwendoline geloofde toch niet dat het Beate ernst was; zij- was veel te draCht, op het oogenblik, dat het eten aangedragen wordt. Wanneer deze mannen, wier gedachten, doel en gezichtseinder geen verschil opleveren, er toe ko men elkaar concurrentie aan te doen en het bewind te betwisten, dan kunnen ze elkaar enkel' een persoon lijken oorlog aandoen. Zijl benijideni elkaar de porte feuilles van wege het zeer gewettigde pleirier hun krachten te beproeven, maar niet uit behoefte ieder een eigen opvatting te doen, zegevieren. Vandaar misschien de felheid! van dezen strijldi Zij' kunnen el kaar niet treffen ih, hunne ideeën: zij' hebben ex gee- ne of wel ziji hebben -gemeenschappelijke. Daarom treffen zij' elkaar in hun personen. Indien de heeren de Mun, Ribot, Jaurès elkaar het bewind betwistten, zouden ze er niet aan denken elkaar te vervolgen met feiten uit hun persoonlijke levens; zij zouden elkaar hun wereldbeschouwingen verwijten. De heeren Caillaux, Briand en Barthon hebben niet zulke uit gestrekte wrijvingsvlakken. Zij' bombardeereu elkaar met persoonlijke beschuldigingen, dlaar ze elkaar niet met beginselen naar 'het hoofd kunnen smijten; en aangezien zij elkaar niet stevig beet kunnen pakken bij de verschilpunten, hunner programma's, grijpen ze elkaar bij de haren. Het zijn drie broeders, hun moeder, de parlemen taire wolvin, moet zeker met veel dxoevigheid naar hen staren. Maar zij' zelve, het arme dier, zij is lee- lijk ziek. De parlementsverkiezingen staan voor die deur. Of de Fransche 'kiezer gedeerd zal! hebben van de mini- sterieele zeden, bij het licht, dat er door de ruiten van het heilige, maar glazen, huisje der politiek is doorgedrongen Gemengd nieuws. VUFDE WETHOUDER VAN AMISTERDAM. De heer F. AL Wibaut (soe.-dem.) is gisteren bij eerste stemming gekozen tot vijfden wethouder van Amsterdam. Van de 89 stemmen waren 21 op hem uitgebracht, op den heer van Tienen (Lib.)i 10 en op den heer Vliegen 8. De heer Wibaut verklaarde de benoeming aan te nemen. ONDER SOCIALISTISCH BEWIND. Het Hbld. constateert uit het uitvoerige ingezon den stuk, dat de heer Duijs in de Tel. plaatste, dat in het kort vaststaat, dat de aanvankelijk afgekeurde sollicitant Peerlkaimp, voor wien de heer Duijs zich in bijzondere mate interesseerde, tegen het „bericht" van het hoofd in zonder instemmingvan den arr. schoolopziener voorkomt op een voordracht, die voor de eerste maal alphabetisch is opgemaakt. Het blad schrijft verder: Nemen wij nu eens aan al gelooven wijt het al lerminst dat, zooals de heer Duijs, in het openbaar te kennen geeft, de heer Vreeken te 'kwader trouw uit antipathie tegen sociaal-democraten of vrees voor goede samenwerking op de school den heer P. na onderzoek als een minder goed onderwijzer heeft ge schetst. Dan vragen wij ons af: wat zijn nu de gevolgen voo;r het onderwijs? Gelooft ielmand dat het goed voor het o n d e r w ij s is, als van een hoofd onderwijzer geëisc'ht wordt samen te werken met een onderwijzer, dien hij niet wenscht, met een onderwij zer die, dat weet hij thans, niet allteen den B'ond v. N. O., maar ook den wethouder van onderwijs naast en achter zich heeft? Wij ontkennen ten eenenmale dat de inderdaad on gemotiveerde geprikkeldheid van den tegen zijn zin naar Middelburg gezonden hoofdonderwijzer, die in zijn rapport tot uiting kwam, en die hem een inder daad ongegrond motief tot vo'orbijgaan Van den heer Peerlkamp zou hebben op den voorgrond doen plaat sen, voldoende aanleiding voor den wethouder was om in het openbaar de onverantwoordelijk lichtzinnige trotsch om haar familie een "blik te gunnen in haar verwoest leven. Op vaders kamer werd nog een laatste poging ge waagd storm te loopen op Ati's hart. De baron had haar meegenomen en dé deur didht gedaan. Met on vaste, door innerlijke ontroering trillende stem drong hij er op aan hem haar vertrouwen te geven, in geval zij zich ongelukkig voelde, of zijn hulp, zijn raad noo- dig had. Beate drukte die lippen vast op elkaar. Bijna ruw keerde zij zich om. Eh toen stiet zij hooghartig uit: „Ik ben gelukkig plaag mij toch' niet voortdurend i'k heb nog nooit berouw gehad over mijn srtapl" Het was een warme zomer en Gwendoline had in Heringsdorf zooveel werk, dat zij geen tijd 'had om uit te rusten. Professor Sied'tner had in Berlijn een reusachtige praktijk. Hij had verscheidene eTvaien én zeer bekwame assistenten; maar freule von Erx- leben, door wie zijn vrouwelijke patiënten het liefst behandeld werden, was ook hem' al spoedig de meest sympathieke geworden. In vroegere jaren had hij gedurende de zomermaanden zelf in Heringsdorf ge- practiseörd. Tegenwoordig veroorloofde zijn gezondL heid' hem d'at niet meer. Hij ging dlus tot herstel van gezondheid naar de bergen en zond Gwendoline naar de „filiaal". Toen generaal von Erxleben uit Wiesbaden kwam en zag dat zijn dochter van negen tot vijf uur bijna onafgebroken spreekuur had en ook 's avonds en soms 's nachts moest doorwerken, was 'hij veront waardigd. „Maar kind, dat is afbeulen. Dat heb je toch niet noodig. Mijnheer die professor moet gauw nog een paar van zijn assistenten zcnd'én." Gwendoline schudde lachend het hoofd. „Dat is hier 'het begin van mijn zelfstandigheid. Laat mij mijn eigen weg maar gaan, papa. Ik weet waar die heen voert." „Het eerste gevolg zal' wezen dat je bloedarmoede beschuldiging te uiten dat het rapport van den hteer Vreeken geen vertrouwen verdiende. Maar indien al B. en W. het rapport vertrouwen ontzeggen, lijikt het ons voor het onderwijs al zoo onwenschelijk mogelijk te handelen zooals B. en Wi van Zaandam gedaan hebben. En eigenlijk, al vergeet men het wel eens, zijn het niet de belangen van eeuige valkvereeniging of van eenige politieke partij, maar de belangen van het onderwijs, die het zwaarst moeten wegen. FRAUDE. De Directie van de Rijkspostspaarbank had sinds eenigen tijd geconstateerd, dat het verbruik van steenkolen aan haar inrichting sterk was gestegen, vergeleken bij vorige jaren. E.en scherpe controle werd dientengevolge uitgeoefend op de aflevering dier kolen, en daarbij bleek, meldt het Hbl'd,, dat de le verancier van de steenkolen en de machinist van de Rijkspostspaarbank fraude pleegden. De machinist toekende n.l. weegbriefjea af» waarop een hooger ge wicht aan kolen was ingevuld dan de leverancier had aangevoerd, en het provenu hiervan deelden koopman en machinist gezamenlijk. Gisteren zijn 'beide personen door den Officier van Justitie gehoerd, en vervolgens naar het Huis van Bewaring overgebracht. DE VRIJKAARTEN. Naar de TeL verneemt, heeft ook het lid dier Twee de Kamer, jhr. mr. Van Nispen tot Sevenaer (Nijlme- gen), zijn vrijkaart voior de spoorwegen aan die maat schappijen teruggezonden. Het heeft ondter de Kamerleden een onaangenamen indruk gemaakt, dat de heeren De Sawotrmiu Lobman, Van Bylandt, De Beaufort en Da Stuer® de briefjes hebben gepubliceerd, waarmede zij de kaart terug zonden. Hierin ziet men een zekere demonstratie te gen de Kamerleden, die de kaart hebben aangenomen. Aan de TeL werd door eenige afgevaardigden mede gedeeld, dat de heeren Lohman en Van Bylandt reeds ©en kaart voor vriji reizen op de lijnen der Staats spoorwegen bezitten in hun kwaliteit van commissa ris van de Maatschappij! „Zeeland." WORiSTKNOEEERU. Te Montfoort is in de worstfabriëk, op last van den burgemeester, ruim 500 K.G. gezouten vleesch in be slag genomen, dat door den directeur en opzichter van het abattoir te Utrecht, als bedorven en schade lijk voor de gezondheid is afgekeurd!. Al het vleesch is onder politie-toezicht onbruikbaar gemaakt en in den grond gestopt. Voortaan mag, meldt het HblcL, in Montfoort geen dood vee worden ingevoerd vóór 7 Uur 'e morgens en- na 8 uur 's avonds. PE'S'TBESTRLTDING. In de gisteren gehouden zitting dér Tweede Kamer vroeg de heer van Deventer (V. D.) de negeering een vraag te mogen stellen inzake de pestbestrijdling op Java. NIET DOORGEGAAN. Zeer velen waren gisteravond naar de „E'dison-bi- oseoop" te Amsterdam getrokken, om daar de fillm- vertooning van „De commune van Parijs," met ver klaring van den heer Domela Nieuwenhuis, bij te wonen. Op het laatste oogenblik bleek echter, dat de burgemeester geen vergunning had verleend voor de vertooning, zoodat déze niet door kon gaan. PROV. STATENVERKIEZING ENKHUIZEN. De Centrale R.-K. Kiesvereendging district Enk- huizen heeft candidaat gesteld voor de Prov. Staten den heer N. Dekker, voorz. van den Prov. Boeren bond te Spierdijk. POSTDIEFSTAL. Aan de Rotterdamsche politie is kennis gegeven dat een rol bouwkundige teekeninigen van een groot bouwwerk is ontvreemd tijdens het vervoer per post van Amsterdam naar Rotterdam. De teekeuingen waren bestemd voor dén architect, den heer W. Kromhout, te Rotterdam. Door den afzender der teekeuingen is, meldt de Msb. een bedrag van 100 uitgeloofd voor het terug bezorgen ervan. BOND TOT VERLEVENDIGING VAN HET NATIONALITEITSGEVOEL. De huidebetooging, die tijdens 'het bezoek van H. en bleekzucht krijgt", zei' de baron. Maar Gwendo line gaf het niet op; zij; wae hem hoven het hoofd ge groeid. Hij troostte zich dat het Schrott misschien gelukken zou haar tot rede te brengen. Want die zou een paar weken hier komen doorbrengen. Haunsheinz was gelijk met zijn vader in Herings dorf gekomen. Zij waren in pension gegaan in een huis dicht bij1 het boisch'. Gwendoline moest iedleren morgen naar d'e villa van professor Sied'tner, waar zij spreekuur hield'. De professor had zijn assistente aangeboden daar te lo-gaeren; ze had dat echter niet aangenotnen, ze wilde haar vader niet alleen laten. Olp zekeren dag was er voor die logees uit Herings dorf en de nabijgelegen badplaatsen aan de Oostzee een heele sensatie. Een eind van de kust kwam een wit jacht voor an ker liggen. „Het is d'e ,Ko'henzoll'em"l" zeiden velen. „Het plezierjacht, d'at Rothschild nit Parijs op het meer van Genève houdt, lijkt er precies o'p", hoordte men anderen zeggen. „Het zal Rockefeller zijn of Morgan of een ande ren potentaat uit het 1'and van d'e sterrevlag!" meen den weer anderen, toen hij het naderbij komen de naam „Beate" aan het galjoen zichtbaar werd en men de Amerikaanseh© vlag gewaar werd aan boord van de motorboot, die dienst deed' tusschen het jacht en die landingsbrug. Later hoorde men echter, dat het jacht toebehoor de aan een der Rijnlandsche gToot-industrieelen, den heer Klaus Teerbrugge. Mevrouw Evelyn e Biggar was in de motorboot geland, dezelfde die op het con- couns-hippique bij het springconcours van dames met haiar Iersch renpaard' evenveel succes had behaald' als dien winter aan het hof met haar beroemd paarten- collier en haar diadeem van brilllanten. ("Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1914 | | pagina 1