DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. No. 75 Honderd en rattende Jaargang, 1914 II AAKDAG 30 MAART. He ongekroonde Koning. Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar fO,SO; franco door het geheele Rijk flt— Afzonderlijke nummers 3 Cents. Prijs der gewone advertentiën Per regel f0,!0. Bij groote contracten rabat Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. FEUILLETON. Telefoonnummer 3. BINNENLAND. ALKHAARSGHE COURANT. 80 Maart. Niet alleen in het Duitache rijlk ia het vraagstuk van de militaire macht buitengewoon mo-eieliijk. Ook het vrije Engeland heeft in de afgelo-o-pen week zijn militair conflict, zijn Zabern gehad. Vele officieren van Ounagh namen hun ontslag, toen die regeering troepen wenischtö te verplaatsen naar het leracbe graafschap Ulster. Om de beteekoniis van dit feit goed te begrijpen, moet men eenigazina op de hoogte zijn van de Engelsche politiek. De liberalen zijn in Engeland, zeer tot ergernis van die conservatieven, nu al zeven jaar aan bet bewind en alle pogingen, om hieraan een einde te maken, zijn tot dusverre mis lukt. Nu kwam die kwestie van de zelfregeering aan Ierland! op het parlementaire tapijt. De protestant- sche bewoners van Ulster vreesden, dat die zelfregee ring hen zou brengen onderhal te groeten invloed van de katholieke Ieren. Een hekend! Engel'sch advocaat en afgevaardigde, Sir Edward Carson, verklaarde .Ulster zou liever den laatsten droppel bleed in het gevecht verliezen, dian zich v,an Dublin uit door de katholieken te laten regeeren." Er kwam gewapend verzet, er werd een leger geformeerd en na een opge wonden redevoering in het parlement verklaarde Sir Edward Carson, dat hij naar Belfast ging om zijn troepen te inspecteeren. De conservatieve bladen verzekerden, dat de toestand daar allerernstigst was, een conservatief blad had niet minder dan 7 „oor logscorrespondenten" naar Belfast gezonden en1 al len schreven in schrille kleuren niet wat er gebeurd was want er gebeurde niets maar wat er ge beuren kèn. De regeering achtte het noodig wat troepen naar die bedreigde streken te zenden. De conservatieven brulden van verontwaardiging in par lement en pers. Zij! gaven de revölutionnairen van alle landen een prachtig voorbeeld van een methode om een leger tot muiterij' aan te sporen. De regee ring werd zenuwachtig van al dat llaiwaai. Zij nam geen verdere militaire maatregelen en zij ging aan het onderhandelen met de officieren van conservatie ven bloede, die hun ontslag gevraagd hadden. Ja, toen enkele officieren verklaarden, d'at zij indien de nood aan den man kwam, niet zouden laten schieten op de Ulster-mannen, werd namens de regeering ver klaard, dat zij niet van plan was om misbruik te ma ken van haar recht, om de politieke oppositie tegen de zelfregeering aan Ierland te vernietigen, dat zij dus van 'hen geen krijgsdiensten in Ulster zou ver langen 1 De regeering was nerveus, maakte fouten en ooik een regeering kan niet ongestraft zenuwachtig en verkeerd handelen. In het Lagerhuis klaagden haar eigen partijgenooten over haar zwakte. En toen verklaarde die minister van oorlog, kolonel Seely, dat hij buiten medeweten van zijn mede-ministers: toege geven had en voor die groote fout wenschte hij te boeten door zijn ontslag aan te vragen, hetwelk ech ter door den heer Asquithl niet werd aanvaard. De minister-president heeft toen zeer krachtig betoogd, (Nadruk verboden). Beman ma PAUL OSKAH HJ0IER. Naar het Duitse h. 48) -O—- Eindelijk waren zij hem de baas geworden en had den hem, hoe hij ook schreeuwde en zich verzette, naar de badkamer gebracht en daar opgesloten.. Zij verliet bet jacht over de valreeptrap, waar de motorboot altijd gereed lag. De kamenier wias bij bet geraas en bet schieten naar de hofmeesteres ge vlucht. Geen van beiden zag hun meesteres van boord gaan. Door het schreeuwen van den opgeslo ten man boorden zij ook niet bet geruiscb van de ma chine. Beate bad het bootje al vaak bestuurd. Zon der ongelukken bereikte zij de landingsbrug. Een brugwachter hielp haar het bootje vastleggen. En nu was zij hier, vastbesloten een einde te ma ken aan bet verschrikkelijk bestaan, dat zij als oppas seres van dezen man bad geleid. „Ik moet dadelijk aan Evelyne telegrafeeren", zei ze, plotseling overeind springende. „Een dringend telegram. Zij moet dadelijk komen." „Wij laten' je niet uitgaan!" riep Gwendoline Zij hield haar hand vast. Haunsheinz was natuurlijk bereid naar de post te gaan. Zij zond ook een telegram aan den verpleger. Nadat zij het telegram geschreven had, ging zij weer op de chaise longue liggen. Gwendoline kwam bij haar zitten, en vernieuwde voortdurend de koude compres&en. Langzamerhand werd Beate kalmer. Zij verviel in een diepe uitputting. „Je moet in mijn bed gaan slapen, Ati. Kom, ik dat de regeering zich verder in geen geval zou laten beïnvloeden door de officieren. Geen regeering kan dat trouwens in Ehigeiand ongestraft doen. Daar toch berust de hoogste macht in den staat bij bet parlement. Daar is het ten eenenmale niet toe laatbaar, dat bet leger zou kunnen verhinderen, wat bet parlement heöft gewild. De strijd tus- schen burgerlijke regeering en militaire macht moet daar per sé door bet volk worden bevochten ten gunste van da eerste. Het zou overigens oiok al te dwaas zijn, dat de conservatieven maar met behulp van bun militaire verwanten een door de meerderheid der volksvertegenwoordiging gewenschten maatregel zouden kunnen verhinderen! Onder 'tmo-m van recht vaardigheid verweet notabene de heer Balfour, (on der wiens ministerie de Bóeren-republieken werden ingepalmd) de regeering, dat zij een volk een be wind wilde ontnemen waaraan het gehecht was, om er een voor in de plaats te geven, waarvoor het af schuw koesterde. De conservatieven hebben een ge- duchten aanval op da regeering gewaagd. De aanval is tot dusverre volkomen mislukt. D'e liberalen, de nationalisten en de parlementaire werklieden hebben de gelederen, die een oogenblik waren verbroken, weer gesloten en zij durven gerustelijk een verkie zingsstrijd aan, waarin als leuze wordit aangeheven „leger of volk." En in Ulster is nog alles rustig. Misschien sta ken nu ook de conservatieve oorlogscorrespondenten hun „oorlogsberichten" In Duit&chland had men het ook nog even over Zabern. Bij de Bijk&dagverkiezingen in 1912 werd generaal v. Liebart, van de conservatieve rijkspartij met 14.081 stemmen gekomen, terwijl op zijn soe.-de- moicratischen tegenstander 13.058 st» werden uitge bracht. De verkiezing is echter vernietigd en den 17den Maart bij de nieuwe verkiezingen kreeg de ge neraal 8642, de socialist 12.466 en de nationaal-libe- raal 6.612 stemmen. Bij de herstemming is de socia list gekozen met een meerderheid van 1590 stemmen. Dit is voornamelijk hieraan toe te schrijven, dat in den heer v. Liebert is belichaamd de militaire kaate- geest, welke zich zoozeer in Zabem heeft doen gelden. Hij is een Scbarfmacher van de bovenste plank, die verlangt naar een oorlog, en naar een binnenlandscbe „reiniging," dia binnen en buiten de grenzen een vuist-politiek wil volgen. Door deze conservatieve nederlaag is de kleine link&che meerderheid in den Bijkadag op 5 stemmen gebracht. Hoe vlug vervliegt in Frankrijk de sensatie! Nog maar luttele dagen geleden scheen het alsof alles on derstboven zou. Er heerschte een merveuse agitatie, welke weinig goeds voorspelde. Van bet bloed kwam men tot den modder heette het, toen na den dood van den heer Caimetta de Boehette-commissie haar onderzoek begon. Maar alles heeft zijn grenzen en zelfs de sensatie-lust bij de Eranschen geraakte ever- zal je helpen uitkleeden." „Laat mjj Kier maar liggen. Heel stil. Zooals ik hier lig, Gwendoline." Dat kon haar zuster niet veroorloven. Eindelijk schikte Beate zich. Gwendoline ging op de chaise longue liggen; zij deed 's nachts geen oog dicht. Zij was voortdurend in gedachten bijl de vree&elijke toomeeleu, die Beate baar had geschilderd van baar leven aan da zijde van dien ongelukkigen man. Meermalen in den nacht schrikte Beate plotseling uit den slaap op en richtte zïch met een angstkreet overeind. Klaus 1" Gwendoline was dadelijk bij; baar. „Er is niets Ati. Je bent bij: ons. Wij: zullen wel zorgen dat je niets overkomt," Haar zuster leunde tegen baar aan en' schreide er' barmelijker dan zij1 ooit als kind geschreid had. Toen Beate tegen dan morgen rustig in slaap was gevallen en gelijkmatig begon adem te halen, stond Gwendoline op, 'kleedde zich zacht aan, ging de kamer uit en deed de deur stil achter zich dicht. Aan de overzij van de gang lagen de slaapkamers van de beide heeren. Gwendoline moest door de ka mer van haar broer om in die van baar vader te ko men. Haunsheinz werd niet wakker toen zijn zuster voorbij kwam en aan de deur van de aangrenzende ka mer klopte. Een paar seconden bleef Gwendoline staan. Zij moest Haunsheinz aanzien. Wat zag bij er slecht uit. Zelfs nu in den slaap waren zijn slapen diep ingevallen, zijn neus leek zoo scherp, zijn hals zoo mager. „Arme jongen!" zei ze zachtjes. Zij had medelijden met hem. Ook hij werd door een inwen dig lijden verteerd. Wat zich nu weerspiegelde op zijn gezicht kon onmogelijk alleen die zorg voor zijn zuster zijn. .Nu was de zware taak vervuld: de vader wist dat zijn oudste dochter bij hem een schuilplaats zocht. Gwendoline had getracht de zaak zoo zacht moge- verzadigd. Men kreeg zooveel intriges van ministers en politici te hooren, dat men er zich! heel weinig over verbaasde, toen plotseling als „de geheimzinnige mijnheer X" zich Bochette ontpopte. Bochette, de zwendelaar, die verschijnt als wreker van de gerech tigheid. Bochette, dien men ergena in Mesxiko waande, en die nu rustig in Luzero van de berglucht blijkt te genieten! De commissie moet „conclusies" opstellen dat hoort er nu eenmaal zoo bij. Wat hechten menschetn, die het boulangisme, de affaire Dreyfus hebben mee gemaakt, overigens aan conclusies? Maar enfin conclusies moeten er zijn. Eta. terwijl de commissie bezig i» ze op te stellen.nemen enkelere rechtscbe leden bun ontslag, omdat er h. i. een al te toegeeflij ke stemming ten opzichte van de heeren Oaillaux en Monis heerscht onder da link&che meerderheid der commissie 1 Misschien dat we nu tweeërlei conclusies krijgen: in de eene soort wordt aangetoond, dat de heeren Caillaux en Monis schuldig zijn, in de andere, dat geenerlei schuld op hen rust. Maar daarvoor had men waarlijk geen parlementaire commissie met uitgebreide bevoegdheden behoeven in te stellen. Zoover was men oAk al zonder onderzoek! Arme Fransche kiezer, die strakjes naar de stem bus zult moeten gaan, om uit te maken, welke heeren 's lands belang het best zullen dienen. Gemengd nienws. DE QUAESTTE-HABT' EN DEN BOND VAN NED. OND. De Bode, bet orgaan van den Bond van Nederland- sche Onderwijzers, meldt, dat db leden van het hoofdbestuur F. L. Ossendorp, M. v. Assen, G. Tb. Beisbuizen, P. K. Peerlkamp, J. H. F. v. Zadelhoff en de redactie van De Bode E. J. van Det en J. Ek tegenover den uitslag van bet referendum inzake de houding van den heer A. Hart bij de candidaatstel- l'ing van den heer P. O'tto voor de Tweede Kamer hun mandaat ter beschikking hebben gesteld, maar zich herkiesbaar stellen. Zij formulicieren de quaestie in den Bond als volgt: is bet toelaatbaar, dat een bondsfunctionaris hande lingen verricht, die tegen' de belangen van den Bond ingaan, en meenen dat de uitslag van bet referendum bewezen beeft, dat alleen uit vrees voor een scheu ring in den Bond de bekende pao tie-Amsterdam ver worpen werd. De andere bestuursleden A. Hart, H. v. Liingen en Ph. de Vos hebben ook bun mandaat ter beschikking gesteld en aanvaarden eveneens een nieuwe candida- tuur. Zij zien de quaestie echter anders: Moet de Bond zijn leden al dan niet vrij laten om zelf te bepalen le. op welke plaats zij in bun algemeen program van wensehen op maatschappelijk en politiek gebied, bet Bonds-program zullen zetten? 2e. op welke wijze zij; voor dat algemeen program, waarvan bet bondsprogram een onderdeel is, bet best zullen werken? Er is nu een candidaatstelling uitgeschreven voior negen plaatsen in het hoofdbestuur (de aftredende beer Lamers stelt zich niet herkiesbaar)1 en twee lel den van de redactie van „De Bode". lijk voor te stellen. Zij vertelde niet dadelijk, dat Beate door den woedenden man getroffen was en door den slag was verwond; zij wilde zijn opgewondenheid niet nog erger maken. De schrik was hem zoozeer in de leden geslagen dat bij; zich haast niet kon aan- kleeden. Haunsheinz moest wekker gemaakt worden om hem te helpen. Toen volgde een droevig wederzien tusschen vader en dochter; er werden veel tranen gestort. Gwendoline lïet den bediende van den professor komen. Het spreekuur kon dien dag niet plaats hebben. Slechts twee zeer dringende gevallen wou zij behandelen: de patiënten moesten op een bepaalden t'ijd besteld worden. De eerste dagen moest Beate te bed blijven. Gwen doline was onvermoeid in bet verwisselen der com- presisien. Ook baar vader en Haunsheinz werd die taak opgedragen. Geen enkele maatregel zou de eer ste dagen genomen worden. Beate vond bet beter te wachten tot de verpleger terug was. „Maar in dien tusschentijd kan er moord en dood slag plaats hebben daar gindte-l" riep de baron. Steeds weder geraakte bij in hevige opgewondenheid en schudde de vuisten in machtelooze woede. „O'ch neen," zei Beate mat, bij slaapt nu zeker als of bij1 dood is; dat gebeurt altijd na zulke aanvallen. En als hij wakker wordt, is hij1 zwak en hulpeloos, apathisch en volgzaam. Dat duurt dan dagen lang. In dien tijd herinnert hij zich niets van hetgeen iis voorgevallen. Langzamerhand begint het geheugen weer te komen en dan wordt hij1 gefolterd door be rouw, door wanhoop. Zoo zall het nu ook wel gaan- Hij schreit als een kind. En als men zich dan heeft laten meesleepen door medelijden, is hij dankbaar en belooft onder heilige eeden.Maar ik laat mij niet meer bepraten. Ik kan dait tooneeï niet weer uit mijn berinnering wisschen. O, bet is te ontzettend, te ontzettend! Zij trachtten haar met vereende pogingen steeds weer gerust te stellen. YOOEUIT GEBEDEN! Men schrijft aan de N. B. Ort.: Het is gebeurd in oostelijk Noord-Brabant. Een gemeenteveldwachter en een jachtopziener hadden te Sambeek iemand opgesnord, die een meisje zou heb ben aangerand Hij moest mee, maar beide politie mannen waren per fiets. Ten einde raad werd beslo ten voor den gevangene ook een fiets te zoeken. Er werd er een gehuurd en het drietal peddelde op B os- meer aan. Onderweg kreeg de jachtopziener een lek in den band. Daar was niet op gerekend. De veld wachter reed iets v-ooruit en tegen den gevangene werd gezegd, ook maar vooruit te rijden. Hieraan werd gretig voldaan. Binnen een ommezien was hij uit het gezicht en, naar, men later vernam, over de Maas naar Duitschland uitgeweken. Met de gehuur de fiets! TEGENStPBAAK. In verband met dia geruchten omtrent een geschenk aan de natie in den vorm van een dreadnought wordt gemeld, dat het uitnoo-dlgen van eeuiige chefs van be langrijke bankinstellingen in die hoofdstad aan een diner ten paleize in verband staat met bet bezoek dat H. M. de Koningin 23 dezer bracht aan de nieuwe beurs van de Yereeniging voor den Effectenhandel te Amsterdam. ALG. NED. VEEBOND. Op de algemeene vergadering, Zaterdag te Leeu warden gehouden, kon wegens te late indiening niet in behandeling komen een motie-Haarlem, luidende: Groep Nederland van het A. N. V., kennis genomen hebbende van bet optreden van dien Utrechtscben student, die in een spoorweg-coupé in Nederland weigerde de voorschriften betreffende bet rooken na te komen, omdat deze alleen in een vreemde taal wa ren kenbaar gemaakt; kennis genomen hebbende van bet feit, dat bedoelde -student deswege geverbaliseerd werd; spreekt baar voldoening en lof over voornoemd optreden uit en hoopt, dat bet aanleiding mag geven tot eerherstel van onze taal in onze spoorwegregle menten, i-s niet in behandeling gekomen, d'aar ze te laat was ingediend. In het hoofdbestuur werden herkozen mej. E. Bael- de, Botterdam en J. D. baron van Wassenaar van Bo- sand'e in Den Haag; in het groepsbestuur werden herkozen mej. dr. O. O. v. d. Graft te Utrecht, dr. H. J. Kiewiet de Jonge te Dordrecht, mr. M. TL P. M. van Dam te Breda en O. van Son te Assen en gekozen de heeren Th. van Weldetren baron Bengers. J. P. C. Harteveld te Arnhem en A. L. van Blommestein te Leiden. In de Harmonie werd 's avonds ter eexe van die af gevaardigden een kunstavond gegeven. UIT AKEBSLOOT. Zondagavond gaf de Bederijkerskamer „Harmonie" een uitvoering in café Kuitwaard, waar opgevoerd werd „Mislukte levens", realistisch treurspel1 in drie bedrijven eu tot nastukje „De moord in de plantage", blijspel in een bedrijf. De rollen waren in goede ban den en werden vlug gespeeld. Jammer dat de op komst niet gro-oter was. Het nastukje bxaobt de lachspieren danig in bewe ging. Eten gezellig bal besloot den avond. VAN DEN LANGENDIJK. Gedurende de week van 2328 Maart werd aan de veiling te Broek op Langendijk aangevoerd 356100 roode kool, 116000 gele kool, 38100 witte kool, 439 baal uien en 329 baal wortelen. Op den avond1 van den eersten dag vroeg Beate om een handspiegel. Zij1 schrikte van haar uiterlijk. „Er zal een afschuwelijk litteeken van over blijven!" jam merde zij. „Ik beul v-oor mijn beele leven misvormd." In dat opzicht kon Gwendoline haar geruststellen. Over een week, zei ze, zou de dikte Verdwenen zijn. Het oog zelf was gelukkig niet gekwetst. „Maar mis schien is het in ieder geval raad'zaam een oogdokter te laten komen. Naast de villa van professor Siedtr jior woont professor Gutmann, een specialist. Wil! ik hem laten halen?" Neen, dat wou Beate volstrekt niet. „Door je man mishandeld dat is zoo proletariërachtig 1" Haunsheinz had 's morgens de motorboot naar het jacht teruggebracht. De machinist, zoo zei de kok, had mevrouw Teeibriigge gisteravond met de motor boot aan land zien gaan; zij was haar familie zeker gaan opzoeken. Teerbriig-ge sliep. Met geen syllabe maakte iemand van de bemanning een toespeling op betgeen er was voorgevolleu. Ze schenen goed ge dresseerd te zijn. D'e kok bracht den jongen heer toen weer aan land' terug; h!ij moest toch inkoopen gaan do-en. Heel onschuldig vroeg hij- of hij' om één uur met de lunch o-p mevrouw moest rekenen. Hauns heinz had de boodschap meegekregen dat zijn zuster ziek was en dat er voorlo-opig van temgkeeren aan boord geen1 sprake was. Den tweeden dag kwam EiveHiyrue. Zonder eenig ge lei-de. Zij was huiten zichzelf van verontwaardiging dat Beate van boord gegaan was. Elr was teen hevige scène tusschen de beide schoonzusters. „Jij hebt er veel meer schuld aan dan hij. Ja zeker, jij, Ati. Hij was hersteld, het was zeker dat hij niet weer zou instorten zoolang ik bij hem was. Maar jij bent te zwak, te buigzaam. Je imponeert hem niet. Daarom krijgt bij moed zich te verzetten. Ik heb hem steeds met één enkelen blik in toom gehouden." (Wordit vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1914 | | pagina 1