DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Adres i JAC. MET.
y0e 07, Honderd en zestiende Jaargang, 1914,
DINSDAG 14 APRIL.
Militie.
Herhalingsoefeningen»
FEÜILLETON.
De ongekroonde Koning
(Nadruk varhodanjh
Rfcnn'aa van
PAUL OSKAR HSQKER.
Naan het D u i t e e h>.
58) ——o
BINNENLAND.
tegen billijk tariel
OsKrosseslefiRferlfcaiifc. Telefoon BW.
urNrrm
ALKMAARSCll COURANT.
De BURGEMEESTER der gemeente AHKMAAR
gelast, krachtens bekomen aanschrijving, op grond
van art. 80 in verbant: met art. 114 der Militiewet
(Staatsblad 1918 No. 81) des onderstaan des hier wo
nenden verlofganger, om zich, ter bijwoning dw her
halingsoefeningen, bij' zijn korps te vervoegen als
Toïgtj
Regiment genietroepen, lichting 1911, garnizoen
Utrecht.
11 Mei 1914: JAN GODFRIED SCHEEPMA
KER.
Den verlofganger wordt hierbij gewezen op de na
volgende bepalingen:
lo. dat de milieiana-varlofgaBigers die rwblijf hon
den ia da plaats van opkam.sfi, «iah op d»a dag
voor de opkomst bepaald,, uiterlijk te 8 uur
Voormiddag» bij hun korps moeten aanmddtemj
'ia. dat de miliciens-ver lof gang®» die verblijf hou
den binnen 80 KM. van dia plaats va® opkomst,
op den dag voor cte opkomst btgfanld, uiterlijk
te 10 uur voormiddag» bij hun tag» mmr&if
moeten zijn}
So- dat de overage ralKaiawrsrtolgasget» «toè t>8
hun korps moeten aanmakte»! voor zooveel zij
binnien hat Rijk verblijf houden, op hefl tijdstip,
waarop zij aanwezig konwem snjn, indien zij zich
op den dag, voor die opkomst bapa»M* mot het
eerst vertrekkende middel van vwrsnald warworn?
lange da op de veffvoerbawijzem taxgggavm rou
te naar dia plaats va» opkomtfl bsgparvao» of, ia-
dien bij gebruikmaking va® eens lata» vertrek-
kend middel van varsnetld varvoar knigs diesdf-
de route sulike mogelijk ia, uiterlijk op hat sub
2ot aangegeven tijdstip en voor zooveel zij bui
ten het Rijk verblijf houden, vóór 4 uur namid
dag».
Voor zooveel do milicien door ziekte of om eene
andere reden niet tot den werkelijken dienst kan
overgaan, wordt hij verzocht daarvan vóór hot tijd
stip voor de opkomst bepaald, ter gemeente-secretarie
mededeeling te dioem. Na zijn herstel zal' hij1 zich on
verwijld naar zijn korps moeten begeven.
De Burgemeester voornoemd,
G. RIPPING.
Alkmaar, 11 April 1914.
In de Daily Chronidle van gisteren wordt aan het
hoofd van het blad geschreven over „de mooiste dag
van het jaar," de Paasch-Zondag hetgeen bewijst,
welk een belangrijke plaats Paschen in Engeland
inneemt.
De Paaschvacantie komt trouwens ook het eerst,
zij sluit als het ware den winter af en begint den zo
mer. Van den koning af tot dien eenvoudigen hand
werksman toe, rust schier een ieder. De ministers
hebben, al® naar gewoonte, weer 't voorbeeld gegeven
én zijn Londen ontvlucht. Het ministerie heeft ook
vacantie en als Europa plotseling in brand kwam te
staan, zou de blusschende waterstraal, die nog al eens
uit het Engelsche ministerie van buitenlandsche za
ken pleegt te komen, ditmaal ontbreken. De Engel
sche ministers rusten uit, evengoed als de Engelsche
politici. Ja de herkiezing van den minister-presi-
Ingridl had een laatste, voorzichtige poging gedaan
om het hart van haar zuster te peilen: of zij toch van
den volgenden verzoeningstermijn geen gebruik zou
maken om 'haar man de hand ter verzoening te reiken.
Erwin zat tegenover haar voor het raam. Hij steun
de het hoofd in de hand, met dé ellebogen op de ven
sterbank en keek Beate droomerig aan. Uiterlijk was
zij weinig veranderd sedert zij als Walkure bij de par-
force-j achten meer de aandacht troik door haar blonde
haren dan door haar rijden. Slank en edel was haar
figuur, jong en frisch haar gezicht. Maar haar trek
ken waren teederdler, meer vrouwelijk géwordén.
„Ook Ingrid zal zich in haar lot schikken" zei hij;
„zjj zal het weldra ondragelijk vinden niet anders dan
de dochter in hui® te zijn, die cp een man wacht. Dan
zal ze gebruik maken van de vele vrije uren die het
kleine huishouden haar laat, en zich voorbereiden tot
het een of andere vak, dat die uren vervult. En dan
zullen da stille zuchten om het verloren koninkrijk
wel verstommen."
„Vindt je het dan natuurlijk. Erwin, de jonge meis
jesgaren door te brengen zooals Gwendoline?"
„Beter zoo, dan ze te verdansen of zich! piepjong
een ongelukkig huwelijk te laten opdringen."
Zij1 gliml'achte treurig. „Alle huwelijken hoeven
noig niet ongelukkig te zijn." Na eenig aarzelen her
vatte zijl: „Als jullie destijds maar hadt kunnen
trouwen na Papa's pensioneerimg dan zou die
moeilijke tijd in Amerika Gwendoline bespaard zijn
gebleven. Niet waarP
„Maar zou zij de groote, edele, helderdenkende,
veelbeteekenende vrouw geworden zijn zonder die
zware beproeving. Ik geloof het niet. Wat heeft
het lot jou veranderd, Ati!" ging hij voort en nam
haar beide handen in de zijne. Ik vind je tegenwoor
dig duizendtal aal liever." Hiji herhaalde zacht, bijna
dof„Duizendmaal."
„En jij dénkt alleen omdat Erwin Schrott mij dui
zendmaal liever zou vinden heb ik dat vreeselijke moe-
dent Asquith in zijn district Oést-Five, d. w. z. het
niet stellen van een tegencandidaat, verleden Dins
dag, wordt door sommigen toegeschreven aan den te
genzin, om in de holidays een verkiezingscampagne op
touw te zetten!
Het ministerie heeft vóór do vacantie in het La
gerhuis het wetsontwerp nopens zelfrégeering aan
Ierland in tweede lezing tien aannemen. Wel' is waar
was de meerderheid niet overweldigend 356 tegen
276 maar toch alleszins voldoende. Na de vacantie
moet ook de oppositie in het Hoogerhui® worden over
wonnen en ook de oppositie, welke nit Ulster dreigt.
De kwestie zal zich nu wel snel ontwikkelen en wel
dra zal blijken of beide partijen tot een vergelijk kun
nen komen, dan wel of een botsing onvermijdelijk ia.
In Frankrijk zit men midden in den verkie
zingsstrijd. Daar stoort men zich weinig aan Pa
schen zelfs de couranten verschijnen beide dagen
geregeld. De Kamer is uiteen gegaan, nadat de poli
tieke hartstocht de gemoederen bijzonder had bewo
gen en natuurlijk is dit ook van invloed op de verkie
zingen. Als gevolg van een uitlating in, een verkie
zingsvergadering hebben een afgevaardigde en een ad
vocaat teEpinal reed® geduelleerd t Heel1 gevaarlijk is
het duel overigens niet geweest de eerste schoot in
de lucht, de tweede in het geheel niet! Maar teeke
nend voor dé politieke opwinding is dit onbloedige
tweegevecht toch wel. Wanneer de verkiezingsstrijd
aldus wordt ingezet hoe moet hij1 dan wel eindigen?
Da verschillende partijen maken thans de kiezers
gelukkig met manifesten. De verklaring van het ver
bond der linkergroepen (leiders dé heeren Briand en
Barthou) trekt nog al de aandacht. Zij' ia duidelijk.
Het verbond verklaart zich! zéér beslist voor den drie
jarigen diensttijd, welken het een levenskwestie voor
het land acht, voor Rekenonderwijs op de volksscho
len, voor een inkomstenbelasting met eigen aangifte,
voor eerbiediging en scheiding van da bevoegdheden
der onderscheidende staatsmachten en uitsluiting van
elke financieele inmenging in de daden der regeering.
Dezen laatsten wensch heeft de heer Briand ook in dé
Kamer uitgesproken toen hij zeide, dat aan het land
en de republiek een dienst bewezen zou zijn, wanneer
de politieke atmosfeer werd gezuiverd door de schei
ding van verschillende machten. Het zal nu blijken of
het land het gewicht van die zuivering inziet en of
het in de combinatie Briand-Barthou gelooft 1
In Duitschland levert de Pasdhen weinig bij
zonders op. In den regel bezoekt de Rijkskanselier
tijdens deze feestdagen den Keizer op het eiland Kor-
foe en koimt dan met belangrijke beslissingen weer
thuis. Ditmaal is de heer v. Bethmann Hollweg ver
hinderd! en van beslissingen heeft men nog niets
vernomen. Vooral wordt met belangstelling uitgezien
naar de benoeming van een stadihonder in E'lzas Lot
haringen.
Voor het overige is men in Duitschland ontevreden
over Rusland, dat men anti-Duitsche neigingen ver
wijt. Eerst kwamen de hatelijke pers-uitlatingen -
ten beleven?"
„Misschien."
Nu zuchtte zijl en onttrok hem haar handen.
„Waar zou Gwendoline toch zoo lang blijven?" zei
ze opstaande.
Hij volgde haar, legde zijn arm1 in den hare en zoo
liepen ze weer door de dkie kamers, waarin het roode
avondlucht scheen.
Meer en meer waren zijl het eens geworden. Hij had
Beate getroost, hij hadl haar nieuwe levensmoed gege
ven. Al lang was hij veel nader toe gekomen tot Bea
te dan tot Gwendoline.
Gwendoline hadl het vermoed, gevoeld.
En stil en zacht had zij zich teruggetrokken.
Toen zij dien avond van haar werk thuiskwam en
hen beiden arm in arm door de kamers zag loopen, ze
hoorde praten over oude herinneringen, onbedui
dende kleinigheden uit hu® vroegeren omgang die
toch van zeer veel gewicht voor hen schenen geweest
te zijn daar ze zoo diep in hun geheugen waren ge
prent toen bleef zij. een oogenblik in de open deur
staan en drukte de hand op het hart.
Zij wist dat nu het beslissende woord moest woudten
gesproken: daar zij beiden nog geen moed hadden om
elkaar die waarheid te bekennen moest zij hun zelf
den blinddoek van de oogen rukken.
Zij was innerlijk diep ontroerd toen zijl na een
hartelijke begroeting zich bij het tweetal voegde en
met hen meeliep in het gouden zonlicht dat door de
tuinramen de dkie kamers binnenstroomde. Maar een
lachje zweefde om haar mond1, wat haar schooner
maakte.
„Jullie bent voor elkaar bestemd. Ja, geloof mij,
jullie beiden!"
Toen volgde voor Gwendoline een avond vol wee
moed. Zij moest nog tot laat in den avond in haar
kamer werken. En dat was een groote weldaad voor
haar. In da stilte vond zij zichzelf weder. Maar meer
dan andiers keek zij! op van haar werk.
Tegenover haar, tusschen de beide ramen stond als
eenig kunstwerk een mooi beeld. Het was de „Andan
te" van Goman&ky de ernstige, edlele, op plechtige
muziek! voortschrijdende vrouwengestalte. Door een
toeval het was in haar oogen een beschikking had
zij onlangs bij1 een kunsthandelaar het werk weerge
vonden, dat voor haar het zinnebeeld was van haar
ouderlijk huis.
Zij knikte de stille vrouw toe.
Door haar kracht was dé huiselijke haard! weer her-
aldus redeneert men en nu schijnt het nieuwe mi-
nistrie-Goremykin de Duitsche nijverheid in den ban
te hebben gedaan en verder gaarne te willen helpen,
wanneer oecouomiache of politieke Duitsche belangen
benadeeld! kunnen worden. Het ia heel goed, aldus
wordt officieus betoogd* wanneer men nu ook maar
rekening ermee wil houden, dat de Duitsche regee
ring het niet san de noodige maatregelen tot verdedi
ging van den Duitschen nationale® arbeid zal late®,
ontbreken l
De Paaschdagen zullen voor den mbret van Alba
nië zeker niet al te prettig geweest zijn. Het gaat
niet heel voorspoedig in den jongsten staat. De Epi-
roten zijn buitengemeen lastig en de Grieken steunen
zij het dan ook niet officieel de beweging, om
Epiru® van Albanië af te scheiden en bij Griekenland
te voegen. De groote mogendheden zullen zich tot
de Grieksehe regeering wenden, maar of dit helpen
zal ia zeer de vraag. Intusschen moet de vorst maar
zien hoe hij het klaar speelt met die opstandelingen.
En het gaat een beetje wonderlijk. Onlangs stelde de
minister van oorlog, de bekende Essad pasja, voor,
een leger in te stellen, dat door hem zou worden aan
gevoerd. De vorst wees dit voorstel van de hand.
Kort daarop stelde de koning voor een leger te vor
men1 en dit onder zij® directe bevelen te plaatsen en
dit voorstel wordt onder dankbetuiging afgewezen
door Essad Pasja! Blijkbaar is de verhouding
tusschen de® geweaen majoor der Pruisische garde en
den gewezen opstandelingen-leider nog niet eerste
klas!
Ten slotte valt in dit weekoverzicht] e no>g even de
aandacht te vestigen op een belangrijk artikel in de
Neue Ereie Pr esse, een Weenscb biadj, geschreven
door den Franschen oud-minister van buitenlandsche
zaken, den heer Pichon, over den Europee-
schen vrede. De bekwame schrijver heeft ver
trouwen in dezen vrede. Hij is overtuigd, dat nie
mand van de verantwoordelijke regeeringspersonen
den oorlog wil, die even noodlottig voor de overwin
naar® als voor de overwonnen zon zijn. Alleen uit
het Oosten kan z. i. oorlogsgevaar dreigen. Hij ge-
'ooft, dat dit kan worden voorkomen, door het Turk-
sche rijk in stand te houden. En daarvoor, betoogt hij,
kunnen Frankrijk en Oostenrijk veel doen, de repu
bliek door haar invloed op Rusland, het keizerrijk
door zijn invloed op Duitschland.
HET OONGREISl DER S'Oül A AUDEM'OQRAl'I-
SCHE' ARBEIDERSPARTIJ.
De beide Paaschdagen en ook heden is er nog
vergaderd is te Utrecht het congres der' S. D. A. P.
gehouden, het twintigste, bezocht door 386 afgevaar
digden, vertegenwoordigende 271 afdeelingen.
In zijn openingswoord constateerde de voorzitter,
de heer W. H. Vlieigen, dat na het Zwoische congres
het aantal ledenJ in vijf maanden was gestegen met
meer dan 5000, terwijl er over de eerste 5000 leden
tien jaar was gedaan, hetgeen do werf- en werkkracht
der partij bewijst.
steld. Zij mocht er trotseh op zijn. Maar toch gloei
den haar oogen op dit oogenblk en werd haar keel
als dicbtgesnoerd.
Laat in den avond kwam Beate reeds gekleed, met
haar kimono aan, bij1 haar binnen.
Eenige oogenblikken bleven de zuster® sprakeloos
tegenover elkander staan. Toen stak Gwendoline de
hand uit - en Beate vloog naar haar toe en omhels
de haar.
„Nu niet spreken, Ati. Zwijgen, zwijgen. En ons
verheugen."
Ook tegenover de anderen zwegen zij nog over dé
wending, die zij aan hun lot hadden gegeven. Vader
en de broers en zuster zouden pas ingewijd worden op
den dag dat Beate die uitspraak van haar proces zou
hooren.
De rechtbank besliste in den geest der voorstellen,
waarover de advocaten der beide partijen het eens wa
ren. De scheiding werd in 't begin van Mei uitge
sproken. Beate ontving een klein kapitaal, belachelijk
klein voor het vermogen van Teerbrügge, alleen als
bewijs dat zij niet alls de alleen-schuldige moest wor
den beschouwd.
Toen Gwendoline de uitspraak hoorde, droeg zij
een assistente op, haar in het spreekuur te vervangen
en reed naar Wilmersdiorf om haar vader te spreken.
Generaal von Erxïeben had tengevolge van zijn
nierlijden vroeger dan 'hij ooit had! vermoed aan den
grootvadersstoel moeten wennen.
Gwendoline vond hem daar op zijn plaats bij het
raam, bezig met het bekijken van teekeningen van
zijn beide zoons, die Ingrid voor hem uitgespreid' had.
Die van Haunsheinz lieten hem altijd kond. E!en
houtbetimmering voor die muren van een muziekzaal
met nis voor een huisorgel daar voelde hij bitter
weinig voor. Maar wat Borries op zijn haastige ma
nier op 't papier geworpen had, d'at interesseerde hem.
Het was een schets van dén nieuwen ééndekker, waar
mee hij gisteren dien eersten goed' geslaagden proef
tocht met een passagier had gemaakt.
Ingrid was ook opgetogen. Zij had! in Johannistal
het vliegen van haar broeder bijgewoond. Onder de
jonge mannen, die haar daar gechaperonneerd had
den, waren karakteristieke persoonlijkheden geweest
die haar boeiden. Misschien voelde zij eindelijk dat
het leven rijk kon wezen all léefde men niet te mid
den van rijkaards. Zoo was het een goed oogenblik
waarop Gwendoline haar vader aantrof om hem- het
Lout Mmtkisli te bu.
Verder werd geconstateerd, dat het niet aan „hoo-
ge oomes" in de partij ontbrak: men had een burge
meester in Zaandam, een vice-president in de Kamer,
een wethouder in Amsterdam enz.
Den politieken toestand besprekende, wees spreker
op de militaristische rage, die de belastingbetalers
niet O. V. (onze vloot) maar o wee zou doen roepen.
Uit het jaarverslag bleek dat het aantal der partij
leden 1910 steeg met 5 in 1911 met 25,9 in 1918
met 24,4 in 1913 met ruim 60
Hierna werd er galtegenheid gegeven tot critiek»
waarvan natuurlijk weer ruimschoots gebruik ge
maakt werd. De partijleiding deugde niet, de afge
vaardigden waren speelballen der leider», de heer
Schaper had door zijn brochure over de portefeuille-
kwestie de strijdbaarheid der partij niet mogen aan
randen, de heale partij had moeten worden geraad
pleegd tijdens de crisis in 1913 en ook had de partij
moeten uitmaken of de heer Ter Laan wel burgemees
ter had mogen worden. Dan moesten de Kamerleden
minder spijbelen, terwijl ze da spoorwegmaatschappij-
en niet hadden mogen vragen om vrijkaartjes. De Leer
Van Kol was heel erg tegengevallen, wanneer de drie
Indiërs niet mogen terugkeeren, dan was dat zijn
schuld. De heer Pol'ak had zich niet mogen verkla
ren voor behoud van het hoofdschap op da school.
De heer Troelstra verdedigde de Kamerfractie, zei
ook, dat er niet meer gespijbeld moest worden en ver
telde, dat hij met een dik boek bezig was over de por
tefeuillekwestie. De beer Van Kol was al verder
die had juist de l'aatste hand gelegd aan een boek van
600 bladzijden over koloniale politiek. Hij zette ove
rigens een parapluie op, kneep den neus dicht en liet
den modder van Douwes Dekker lang® zich heengaan.
Temperamentvol verklaarde deze veteraan, wien men
zijn achting voor gouverneur-generaal Idenburg ver
weten had, dat het ook de plicht der sociaal-democra
ten ia tegenover tegenstanders eerlijkheid en waar
heid te betrachten en dat sociaal-democraten niet
moeten meenen, dat hun tegenstanders schurken en
zij allen nobele mensche® zijn een ander geluid dus,
dan de heer DuijiS verleden jaar te Zwolle deed hoo
ren. Da heer Polak zei in de Kamer enkel verklaard
te hebben, dat hij zich geen hoofdelooze school kon
voorstellen.
Tenslotte kreeg men den eersten dag een kleine
schermutseling tusschen de kampioenen Troelstra en
Mendels. Laatstgenoemde voelde niets voor het stem
men voor een opgedreven oorlogsbegrooting om het
kiesrecht toch1 maar te verkrijgen, waarvan dé heer
Troelstra een voorstander bleek. Sterk laakte de beer
Mendels het in den heer Troelstra, dat die een partij-
genoot, die met hern van meaning verschilt maar al
tijd in dien hoek wil trappen.
Toen ging men naiar huis.
De tweede dag bracht een hoogsrtbelangrijke zaak,
de kiesrechtactie, op het tapijt, nadat allé redacteuren
van „Het Volk" en „Het Weekblad1" herbenoemd wa
ren en besloten was tot oprichting van 'n wetenschap
pelijk maandschrift. De heer Troelstra hield een zeer
uitvoerige redevoering, waarin hiji o.m. mededeelde,
dat de S. D. A. P. een amendement zal voorstellen om,
het algemeen kiesrcht op 21-jarigen leeftijd! toe te
groote nieuw® te brengen.
Baron von Etrxleben was heel ernstig geworden. Het
bloed dlat door dé aderen van zijn kinderen vloeide
was toch een goedl soort. Zij1 bewandelden niet d© pa
den die zijn voorouders gevolgd waren. Maar dat zij
de vermetelheid gehad hadden dén ongekroondén ko
ning ten val te brengen, dien allén, allen huldigden,
dat wa® een triomf, die hem met veel droevigs in zijn
leven kon verzoenen.
En nu stond daar de dapperste van zijn kindéren
voor hem en legde de biecht Toor hem af. Eén biecht?
O, d'at was slechts de vorm. In waarheid gaf en gaf
zij altijd, deze veel gesmade en verkeerd begrepene.
Hij was nu eenmaal geen vriend van gevoelvolle
verklaringen. Hij' maakte het du» kort. 'Zoo, zoo.
Zou Beate dé vrouw worden van den opperhoutves
ter? Beate en niet Gwendoline? Nu goed. Wat kon
hij daaraan doen? Moge zij gelukkig worden. Heel,
heel gelukkig." Hij1 haalde zijn zakdoek uit zijn zak
en deed alsof hij moest niezen. „Hm! Het heeft er
van tijd tot tijd verduiveld kwaad bij ons uitgezien.
Nu komen dé bengels per slot van rekening toch nog
goed terecht. Ook zonder die verduivelde duiten." Hij
snoof in Zijn zakdoek. En een oogenblik daarna kwam
hij weer met een kléine hatelijkheid. „Het is alles
mooi en goed', maar Gwendoline je moeit het mij
niet kwalijk nemen als jij binnenkomt, dan ver
spreidt je altijd een apothekersluehtje."
Zij nam het niet kwalijk. Want ze zag hoe het haar
vader aangegrepen had. Eta dat wa® haar troost en
dank genoeg voor alles, wat zij in haar jong leven
doorgemaakt had.
„Tja. Gwendolientje, jon arm, oud vrijstertje," zei
hij toen, nadat hij het apothtekerslucbtrje door snui
ven en oogen afvegen te boven gekomen was. „Eta
wat zal er nu van jou worden? Bij1 dat tandén uittrek
ken kan een mensch toch niet gelukkig zijn tot aan
het einde van zijta dagen?
Gwendoline keek door het venster in de toppen der
mooie vruchtboomen, die wiegelden in den voor
jaarswind. Zij wist de dag zou eenmaal komen dat
zij zichzelf haar koning koos. Een, die een man was
uit één stuk, zich zelf bewusit, fier als zij, en een wer
ker als Zij. Eten, die de onzichtbare kroon van den
adel van het verstand) en de ziel op het hoofd droeg.
En nu glimlachte zij en zeide: „Ik maak mij over
mijzelf niet ongerust, vader!"