FEÜILLETON. Uitgave H. J. W. BECHT, Amsterdam. Woensdag 29 Aprtl. Kunsten en Wetenschappen. U I T E NI LA~nTd. Bloedophoopiugen in den onderbuik verooniaken hersencongesties, prikkelbaarheid, lichthoofdigheid, oorsuizingen. Deze kwalen worden genezen door enkele dagen op de nuchtere maag een wijnglas Hu- nijadi Jdnoa-Bitterwater te gebruiken, hetwelk pijn loos purgeert. STADSNIEUWS, Naar het Duitsch van E. WERNER. ARRONDISSEMENTS-RECHTBANK TE ALKMAAR. Zitting van Dinsdag 28 April. DIEFSTAL. De Amsterdamsche juffrouw M. C. E. W. M., die i A. Moes in de hoofdstad tot echtgenoot heeft, had I zich aan diefstal van een bankbiljet van 25 schul dig gemaakt, doch was in Mokum gebleven, zoodat een persoonlijke kennismaking met de getogade hee- ren achterwege bleef. In den avond van 28 Februari, om een uur of tien, kwam ze bij den kastelein P. de Haan, te Venhuizen (Elba) om een fleschje drank. Ze betaalde met een gulden en om haar vijftig cent terug te geven, ging de 71-jarige herbergier, die reeds onder de wol was geweest, naar zijn bed, waar hij een zak met geld had liggen. In den buidel bevon den zich 5 bankjes van 25 en een portemonnaie. De juffrouw heeft toen de handigheid gehad een van die mooie briefjes weg te kapen, zooals ze later heeft be- I kend. De rijksveldwachter A. v. Huissteden, die verklaar de dat bekl. nog al misbruik maakt van sterken drank, had het bankbiljet in een lucifersdoosje onder de dakpannen gevonden. Op het doosje stond een spreuk, die bekl. zeer goed zal doen in haar hoofd te prenten Drank verslindt, wat arbeid wint! De Officier meende, dat men goed zal doen haar 3 maanden te doen denken over de betcekenis van deze spreuk. MISHANDELINO. De tuinman K. Nat, te Oost-Oraftdijk, heeft 24 Maart C. Blokker en zijn vrouw A. Pels mishandeld, door eerstgenoemde een slag op het hoofd en de laat ste een dito tegen den mond te geven. De tuinder zei uitgescholden te zijn en toen in drift te hebben gehan deld, waarvoor 15 boete subs. 5 dagen hechtenis tegen hem werd geëischt. RIJWIELVERDUISTERINO. De zwervende grondwerker J. F. S. had zich we gens bovengenoemd delict te verantwoorden. Een rij wiel, dat hij op afbetaling had gekocht van 'J. Zaal te Waverveen, zou door hem verkocht zijn voor hij het volledig had afbetaald. We woonden slechts een deel van de behandeling dezer eerste zaak van de rol bij, we hoorden den subst.-officier 3 maanden gevange nisstraf eisclien, waarop de ambtshalve toegevoegde verdediger, mr. A. Prins het woord nam en vrijspraak met onmiddellijke invrijheidsstelling van den gede tineerden bekl. vroeg. De rechtbank deed na dit plei dooi onmiddellijk uitspraak en sprak overeenkomstig den wensch van mr. Prins den bekl. vrij en gelastte zijn onmiddellijke iuvrijheidsstelling. LOTERIJWET. Mr. van Velsen, van Schiedam, pleitte in een Tijd geest-zaak, waarin J. O., barbier en schoenmaker te Wieringerwaard in hooger beroep was gekomen van het vonnis van het kantongerecht te Schagen, waar bij hij wegens de bekende Loterijwetovertreding werd veroordeeld tot 10 boete subs. 10 dagen hechtenis. Het O. M. had bevestiging van het kantonrechter- lijk vonnis geëischt, mr. van Velsen meende dat vrij spraak moest volgen. BELEEDIGINO. Gemeene ploert, schurk, schooier, waren de woor den welke den eersten lentedag ae Grootebroeker manufacturier W. A. V. den arbeider-dorpsgenoot K. Smit naar het hoofd slingerde. Hij was tevoren uit diens woning gezet, omdat hij er ook al geen goed deed. Toen. buiten, schold hij, bonsde hij aan de ruiten en senreeuwde: Kom er eens uit, dan zal ik je aan het mes rijgen. Vrouw Smit verklaarde, dat bekl. wel eens vaker bij haar thuis komt, maar haar woning werkt alleen dan als een magneet, wanneer onze manufacturier een stuk in zijn kraag heeft. Een probleem dus! Als Smit's woning voor bekl. hetzelfde is als de rechtzaal, dan was nij tijdens de behandeling zijner zaak niet dronken tenminste h(j was niet naar Themis' tempel gekomen, om er 15 boete Bubs. 10 dagen hechtenis tegen zich te hooren eischen. MISHANDELING. De Hoomsche werkman A. B., die al verscheiden keeren met de justitie heeft kennis gemaakt, had zich te verantwoorden, omdat hij 31 Maart J. Mulder, werkman, aldaar, in rechter pols en linker bovenarm heeft gebeten. Bekl. zei, dat hij het eerst in den wijs vinger was gebeten. Na" 't getuigenverhoor vroeg het O. M. 14 dagen gevangenisstraf tegen bekl., die een geldboete vroeg, omdat hij volgens zijn zeggen voor verbetering vat baar is. De Hoomsche sjouwer H. E. heeft na bovenge noemde ruzie een beetje herrie gehad met den bekl. uit bovenstaande zaak. Bouwens kreeg een slag met een gelen steenen melkkan tegen zijn lip, waardoor het aarden kannetje in gruizelementen vloog. De slag schijnt dus nog al te zijn aangekomen, de lip bloedde. Het getuigenverhoor vlotte niet erg, waarop de rechtbank gelastte een nadere instructie door den rechter-commissaris. MISHANDELING. De 20-jarige Heldersche dame W. M. J. M. had 23 Maart het 13-jarige dienstmeisje M. A. Plooy mishandeld. Deze zou haar uitgescholden hebben voor iets zoo weinig moois, dat we 't hier niet graag zouden neerschrijven en toen had ze het meisje eens even door elkaar geschud. Echter 't kind kwam thuis bloedend in het gezicht, met een buil op het hoofd, den mantel gescheurd, den boezelaar weg en in heur haar een stuk van een armband vau bekl., aldus verklaarde moeder Plooij. De eisch luidde 10 boete subs. 5 d. h. UITSLAG VEILING afslag gehouden te Alkmaar, 27 April 1914 door notariB H. B. Gottmer, Obdam. Woon- en winkelhuis, waarin tapperij en kruide- niersafiaire o. z. St. Annastraat C 29, Alkmaar, groot 54 cA. Str. de heer B. A. van Geenhuijsen 2115, ver hoogd door den heer S. Halma met 5. ka... rONGERjaOHX TE VERNIELINO. De moeder van het 13-jarig dienstmeisje stond daarna terecht. Haar dochtertje had, verklaarde een getuige, na de mishandeling den armband van juf- Ier Marien opgeraapt en meegenomen. Haar moeder wierp die toen op den grond, trapte erop, en wierp het I sieraad in het water, waaruit de verschillende deelen later zijn opgedregd. 10 boete subs. 10 dagen hechtenis werd tegen haar geëischt. Ingezonden stukken. TOONKUNST. Toonkunst" heeft zich verdienstelijk gem,?fct door voor de tweede uitvoering de negentigste m de reeks een werk in studie te nemen dat, van nog be trekkelijk jongen datum, in Nederland nog .weinig be kend is. De keuze was n.m. gevallen op het oratori um ,die Zerstörung Jeruzaleme" van dien eenige ja ren geleden overleden componist August Klughardt. Men moet het waardeeren dat „Toonkunst" een der gelijk werk koos, want zoo iets brengt^ altijd eigenaar dige bezwaren mede. Het stuk kan bij het stud-eeren mee- of tegenvallen, en men heeft volstrekt geen ze kerheid of het publiek er mede ingenomen is. En daarom een woord van dank aan T. dat ons de gele genheid heeft aangeboden met dit werk kennis te ma ken. Of het bij vele toehoorders wel zoo bizonder in don smaak is gevallen is een vraag die niet met een overtuigend „ja" beantwoord kan. worden; 't applaus aan het einde althans was matigjes. En het is ook wel aan te nemen, dat men in een dergelijk werk ge deelten ontmoet, die men bij een eerste hooren niet zoo bepaald mooi vindt. Daar heeft men o. a. de nog al dikwijls voorkomende Engelter-zetten. door de^ so praan- en alt-soliste, en moj» J. Boelmans ter Spill, alhier, als mezzo-sopraan gezongen. Van die num mers was er slechts het „Rufe mich an in deT Not.h dat werkelijk mooi klonk.Dat do andere terzetten niet meevielen is echter niet te wijten aan do zange ressen, maar aan de melodische en harmonische be werking, die misschien bij meermalen hooren zullen winnen. De koren zijn veelal uitgobreidi en bijna alle fuga- tisch bewerkt; 't zijn niet de gemakkelijkste stukken uit het oratorium, ofschoon het koor ze zonder on derscheid, flink, met frisschen klank heeft voorgedra gen, (vrouwenkoor „Wehe mir", met het diaaxaanslui tend mannenkoor „Herr, so gedenke an una „Er- hebt euch", „Leg ab dein Trauergewand'het impo- ueerende „Hallelujah", „Du biist, o Gott Tot hot schoonste rekenen wij1 die gedeelten waarin verschil lende partijen ineen vloeion, bijv. het door de alten begonnen „Ilerz, wie lange sollen wir schrei'n dat later doo-r de sopranen herhaald wordt en waar ver volgens het koor en de bassolist zich bijvoegen, en dan de plaats waar het kwintet de woorden zingt „Niin lmt sich das Netz des Verder'bens" enz. Do solisten hadd'en geen benijdbare taak. Veel had den zij niet te doen, maar wat voor hun rekening was kan men veelal .niet erg dankbaar noemen. Vooral de sopraanpartij is erg vermoeiend door de ho-oge lig ging, waarbij ook nog een krachtig orgaan verlangd wordt. Mevrouw A. Rebaliio-Siewe, uit Rotterdam, heeft er eer mede ingelegd' door de wijze waaro-p en de „Ausdauer" waarmede d'e partij1 door haar ver tolkt is, en waar aan bet einde van het werk die so liste boven het koor dat hier ook heel goed' was moest uitkomen, klonk haar -stem nog even frisch als in 't begin van den avond. Ook de alt-soliste, mevrouw W. Ising-Kooiman, uit Amsterdam, was in haar partij uitstekend en kon zich het meest doen gelden in d'e aria „Jerusalem, ach wen du es doch wiis-stest". De heer P. M. J. El-dik, tenor, uit Rotterdam-, was eveneens ten volle voor zijn taak berekend, en zong met aangenaam klankvol ge- luid. De heer Gerard Za-lsman, uit Rotterdam, had de partij van den hoogepriester en wais bizonder goed ge disponeerd. Dit zegt reeds genoeg, want men_ weet dat de zanger dan door stem en voordracht indruk maakt. 'We herinneren aan het gebed „Herr, unser Gott". Als gewoonlijk speelde mej. Oort op een Vleugel, door de heerem Spanjaard geleverd, de begeleiding, in vereeni-ging met het strijkorkest, dat ook eenige instrumentale stukken uit te voeren had, en al» altijd waren èn pianiste èn orkest een niet genoeg te waar deeren steun. En eindelijk vermelden we nog met zeer veel genoe gen, dat door den heer Wijn met hartelijke toespraken aan mej. Oort een prachtig bloemstuk en aan den Oushoorn een groote krans werd overhandigd' als blijk van hooge waardeering van zangkoor en orkest, voor het vela dat doo-r mej. O. en den directeur ge daan is, om -ook deze uitvoering weder tot een goed einde te brengen. A. K. DUITSCHLAND. De regeering heeft laten ver klaren, dat zij het arbitragebeginsel geenszins vijan dig -gezind is. Dat blijkt o. a. uit het sluiten van een algemeen arbitrageverdrag met Engeland en de voor bereiding van een diergelijk verdrag met de Vereenig- de Staten. Zij zal echter geen vage arbitrageverdragen, die aanleiding kunnen geven tot geschillen; daarom heeft het ter tweede Vredesconferentie zich verklaard' te- gen een wereld-arbitrageverdrag. Zij is warm voorstandster van 't houden eener der de Vredesconfertneie. Het programma, door de inter parlementaire conferentie opgesteld en door de mo gendheden goedgekeurd, geeft h. i. gegronde verwach ting op gunstige resultaten. De Pruisische minister van ©eredienst heeft gis teren in het Huis van Afgevaardigden verklaard, dat de veelbesproken brief van den Keizer aan de land gravin van Hessen, niets tegen de k-ath-olftke kerk be vat, tegen de katholieken o-f over de verhouding van den Keizer tot de katholieken. Dat de inhoud van ■den brief vervaischt en daardoor het wantro-uwen van de katholieke bevolking tegen haren Vorst is gewekt, moet bestempeld worden als een bronvergiftiging van de allerergste soort. (Levendige toejuichingen). FRANKRIJK Alle partijen zijn het er o-ver eens, dat ze hij de verkiezingen overwonnen hebben. Ver kiezingen als deze laatste, zoo schrijft de heer Gle- menceau, leenen zich zeer goed tot dit spelletje. Zij bieden aan d'e verschillende partijen een prachtige ge legenheid om met slimme -statistieken zich voorloopig tot overwinnaars te verklaren. Als resultaat vau de ze slappe, verwarde verkiezingscampagne verwacht de heer Clemenceau „een aarzelende Kamer met een meerderheid var. herkozenen, die reeds de vorige vier jaar niets gedaan hebben en die, nu ze zich hiervoor beloond zien met herkiezing, de verleiding zullen ge voelen maar weer hetzelfde te doen." ITALIö. Het socialisten-congres te Anoona heeft met groote meerdorheid con motie aangenomen, waar in het lidmaatschap van de socialistische partij on- vereenigbaar met dat van de vrijmetsela-araorde wordt verklaard. O O STENRIJK-H0N1GARI JEDe regeer ing vraagt een buitengewoon krediet van 182 millioen kranen (een kroon is 60 cent), waarvan 81 millioen voor het leger en 101 millioen voor de vloot, en 45 millioen als eersten termijn van de buitengewone uit gaven, groot 427 millioen, over de eerstvolgende viji jaar. Deze 427 millioen zijn in hoofdzaak bestemd voor den bouw en de uitrusting van vier slagschepen van ongeveer 24,500 ton, zes torpedo-booten, twee mo nitors voor den dienst op de Donau, uitbreiding van het vlootar-senaal en van do versterkingen der vlo-ot- stations. In zijn toelichting zegt de minister van oorlog, dat een nieuwe krachtinspanning no-od'ig is, aangezien de op den Balkan ingetreden verandering een machtsver schuiving in de Mid-deHandsche Zee verwachten doet. De regeering acht hot dringend noodig, tijdig voorzorgen te nemen om de belangen en 't gezag van Oostenrijk-Hongarije in do MdcLdtollands-che Zee te verzekeren. In een afzonderlijk -ontwerp vraagt de minister een aanvullingskrediet van 120*000 kronen, die voor den Allbaneeschen staat zijn bos-teed in verband met het voorstel van Engeland to-t financieele hulp aan d-ien staat. MEXICO. De Spaansche gezant te Washington heeft aan den Amerikaanschen minister van Buiten- landische Zaken Bryan medegedeeld, dat generaal Huerta on voorwaard el ijk het voorstel tot bemiddeling zoo-als het door de Zuid-Ameri'kaansche staten is ge formuleerd, heeft aanvaard. Waarschijnlijk klinkt dit telegram niet, immers het voorstel wil Huerta ge legenheid' geven om vrijwillig af te treden. Het is moeielijk aan te nemen, dat de president die gelegen heid' aanneemt. Meer kans bestaat er, dat hij tijd wil winnen. 12) De verwachte gasten waren op tijd aangekomen. Erwin Brankow had niet lang noodig gehad, om- in te zien, dat hij voor den druk der, omstandigheden wij ken moest, wilde hij niet Ro-denstein, en daarmee zijn geheel© positie, verliezen. E'n hij, d'e lieveling van zijn ouders, van jongs af verwend, had niet den moed kunnen vinden, zijn tegenwoordige levenswijze o-p te geven en in armoede opnieuw te beginnen. Zijn dich terlijke begaafdheid had weliswaar waardeering en bewondering gewekt in vele Berlijnsehe salons, waar hij' dan ook als een veelbelovend-, talentvollen, jongen dichter geprezen werd. Maar al zijn gedichten had hij op eigen kosten moeten laten drukken, en van zijn vele drama's was nog nooit één enkel opgevoerd-. Voorl'ooipig lag daarin hoegenaamd geen zekerheid voor de toekomst, dus wat zou hij beginnen te mid den der dagelijks terogkearende zorgen om het be staan! Volgens zijn meening moest hij: vrij en onaf hankelijk zijn, om zijn talent te kunnen ontwikkelen. Het besluit der familie, hem de hand te geven der erfgename van Dankmar, bleef dus voor hem de eeni ge redding. Maar wat Erwin vroeger nooit als dwang had beschouwd', werd hem, na zijn kennismaking te Nlzza met de schoone Russische, nu meer en meer on dragelijk. Erwin had zijn oud-tante in een brief eerlijk den toestand van Rodenstein gebiecht. Hij had haar niet9 verzwegen, maar veel onaangename en pijnlijke na- pluizingen en ontdekkingen vreezend-e, had hij zijn oom verzocht, met hem mee te gaan. Eckard had- aan- vankelijk geweigerd, onder voorwendsel onmogelijk van huis te kunnen, m-aar eindelijk had hij toch toe gegeven. Het was één d-a-g ma de aankomst der beide heeren. In d'e logeerkamer, die o-p de eerste verdieping lag, zat Eckardi aan een schrijftafel een telegram te schrij ven. Daarna legde hij zijn penhouder neer, en keek naar zijn neef, die met een somber gezicht uit het raam stond te kijken. v „Ik heb de redactie meegedeeld, dat ik overmorgen weer in Berlijn ben", zeide bij. „Langer kan ik niet wegblijven wat er dus verhandeld moet worden, zal vandaag of uiterlijk -morgen moeten gebeuren daar je er to-eh op gesteld zijt, dat ik bet zaakje in ha-nidien neem." Erwin keerde zich om. „Ik heb u alleen verzo-cht mij te helpen met d-eze onverkwikkelijke geschiedenis. Hebt u al met tante gesproken?" „Gisteravond) heb ik een kort gesprek met haar ge had; in hoofdzaak liep het over Rod'enstein ver kwikkelijk was dat niet, dat geef ik je toe. Maar dit kan ik je al vertellen: wij hebben het vermogen der Dankmar'a onderschat. Het is grooter dan wij ge dacht hadden." „Dat heeft mijn vader ook steeds gehoopt de prijs daarvoor is mijn vrijheid11" „Die in den eersten tijd) wel wat beperkt zal wor den, want mevrouw von Dankmar zal bij' je huwelijk haar voogdijschap niet neerleggen, zooals vroeger ge zegd is. Het testament van ha-ar zoon geeft haar alle vrijheid! daartoe. Zij zal haar zeer uitgebreide rech ten laten gelden tot den wiettelijken meerderjarigheid van haar kleindochter, dlus- nog drie jaren."_ „Hebt u baar dien raad gegeven, oom Fritz!" „Neen, maar ik geef haar groot gelijk en zou in haar plaats hetzelfde gedaan hebben. Je bent een- en-twintig jaar, nog totaal onervaren, waar het het praetische leven geldt. Ernstige plichten heb je nooit gekend. Je leeft naar de ingeving van het oogen-blik Zitting vau 17 April 1U14. M. K., Alkmaar, muck trust, verstoren, 6 bo-ete of 2 dagen hecht. J. E. v. A Alkmaar, overtreding Ukwet, 7 maai 0.50 boete oi 7 -maal 1 dag hecht. D. v. V., üudiorp, overtreding vero-rdiening o-p de keuring vam vieesch, 4 boete of 2 dagen hecht. P. K., Alkmaar, overtreding arbeidswet, 7.60 -bo-ete o-f 4 dagen hecht. 8. O. v. E., Alkmaar, J. A. W„ Bergen, J. de B., Ond'orp, J. S., Castirioum, J. de J., O. A., O. K., A. M. B., J. K., Alkmaar, -overtreding politie-verorde ning, de le en 6e ieder 3 boete of 2 dagen hecht., de 2e, 3e, 4e en 9e ieder 2 boete of 1 dag hecht, de 6e vrijspraak, de 7e en 8e ieder 1 boete o-f 1 dag hecht. P. B., Caatricum-, J. Z., O. A., Heerhugo-waard, H. B., St. Pancxas, O. W. S., Heiloo, L. K., Uitgeest, J. W. S., W. M., J. W., T. J. N», Alkmaar, overtre ding rijwielreglement, de le, 6e en 7e ieder 2 boete of 2 dagen hecht., de 2e, 3e, 4e en 6e ieder 1 boete of 1 dag hecht., de 8e en 9e ied'er 1 boete o-f 1 week tuohtscho-ol', de 10e 2 en 4 boete o-f 1 en 2 dagen hecht. O. V., K. P., E. de B., H. J. G., H. O. S., L. N., L. de R., J. J. W., Alkmaar, G. de T., Oterleek, O. M., Oudkarspel, J. K., Bergen, dronkenschap, de le 6 bo-ete of 3 dagen hecht., de 2e, 3e, 9e en 11e ieder 1 boete of 1 dag hecht., de 4e en 7e ieder 3 boete of 2 dagen hecht., de 5e 3 dagen hecht., de 6e 14 d'agen hechtenis, de 8e 5 boete of 3 dagen hecht., de 10e 7.50 boete o-f 8 dagen hecht» H. R., Velsen, O. G. Pz., O. G. Pa., E. v. P. Az., W. Z. Tz., Ég-mond- aan Zee, lo-o-pea -over verboden grond, de le t 1 boete -of 1 dag hecht, de 2e en 8e verzet ver vallen verklaard, d-e 4e 6 boete of 3 dagen hecht., d-e 5e 7.60 boete o-f 8 da-gen hecht. J. B., M. R., A. M. R., Haarlem, P. G., L. S. Jz-, W. K. Az„ Egmo-nd aan Zee, overtreding jacht- en vischwet, de le teruggave aan zijne ouders, de 2e 3 boete of 14 dagen tuchtschool, de 3e 3 boete of 2 dagen hecht., de 4e plaatsing tuchtschool voor den tijd van 5 maanden, de 5e en 6e ieder 10 -boete of 8 d'agen hechtenis. en speelt met je plichten. In zo-o'n geval zou het toch gevaarlijk wezen, je zulk een vermogen maar zonder meer toe te vertrouwen. De goederen Rein-eck en Elmsdorf blijven nog onder het o-u-de regime en jij gaat met je jonge vrouw op Ro-denstein wonen en je geheel aan je erfgoed wijden." Eickard wachtte even en zeide toen met nadruk: „Verdien wat je erft van je vaderen, om het te bezitten!" „Tante schijnt te gel-ooven, dat ik net zoo onder haar pantoffel zal komen als haar kleindochter, maar daarin kon zij zich wel eens vergissen." „Zij heeft d'e macht en het recht op haar kant, en ik vrees, d-at je de teugels wel voelen zult, mijn jon gen, iets waar je voorzeker niet aan gewend bent." Erwin- wierp trotseh het hoofd! in ^fen nek. „Als ik bet mij laat welgevallen l Dat wij op Ro- denstein gaan wonen, -spreekt vo-or mij vanzelf, ik zou tot geen prijs op Reineck leven kunnen. Die waas van nuchterheid, d-ie hier om a-Ben en alles hangt, is mij een kwelling. D'at er nog zo-o iets als schoonheid- in de wereld! bestaat, daar schijnt men hier geen flauw besef van te hebben. Rodienstein is tenminste een voorname, mooie bezitting. Ik zal er natuurlijk maar tot den herf-st blijven. De rouwtijd- eischt toch een teruggetrokken leven- van mij en dan kan ik eens o-p d-e hoogte komen van alles, wat het goed betreft. Wat ik daarna doe, ia mijn zaak." „Ik denk, dat je daarna wel een-s met de wenac-hen van je vrouw rekening mag houd'en. Een huwelijk zonder wederzij d-sche inschikkelijkheid is- mij ondenk baar, als het namelijk een huwelijik uit berekening betreft, zo-oalfl hier het geval is." „Johanna's wenschen?" Het was wieer de oude half-medelijdende, half-verachtelijke toon. „Ik geloof nauwelijks, dat zij- dat zelve wil, want zij is gewend, zich naar anderen te schikken. U hebt haar nu weer gezien, oom, als volwassen meisje, nu zult u mij' to-eh wel begrijpen, dat zij niet bezit, wat men een rijk geestesleven noemt." „Zij kan wel zoo bes-chroomd gemaakt zijn „Beschroomd gemaakt door wie?" Mijnheer de Redacteur. Verzoeke beleefd opname van het, navolgende: TREURIG. 't Is gebeurd in Heiloo. Trillend, knikkebollend drentelde „doove Kees" zoo werd hij genoemd achter zijn brood-wagen langs d-en drukken straatweg tus-schen Heiloo en Alkmaar. Ruim 20 (zegge twintig) jaren ha-d hij vijfmaal 's weeks dezen weg reeds afgelegd. Met het verkoo- pen van brood van een bakker uit Alkmaar, waarbij zijn vrouw hem hielp, scharrelde hij de kost op voor hem, zijne vrouw en dochter, d-i© nu eens uit werken gaat, dan weer vader bijstaat. Donker zag hij de toekomst in voor zich en de zij nen. Kees wa-s reeds vier en zeventig jaar, ieder en dag namen zijn krachten af. Ja, veel peinsde „doove Kees" achter zijn onaf scheidelijke broo-dkar, terwijl hij gekromd- door 's le vens zwaren last voortsukkelde. Doch, o vreugde, daar schiet plotseling uit de don kere toekomst een vriendelijke lichtstraal, waarin met gulden letters staat geschreven: „Staatspensi-on- neering" en dit enkele woord gaf duizenden nieuwe kracht van leven. De oudjes boven de zeventig jaar krijgen Staats pensioen. Een leek als onze Kees was, wat de wet betreft, werd hij vervuld met nieuwe hoop, ook zijn vrouw was reeds over de zeven kruisjes. De hoop gaf hem kracht, vlugger rol-de het kraken de wagentje, vroeger hadden de klanten hun brood en.... weg, verweg was het donker dreigend «pook van de ouderd'o-m-sellende. „Gered", ger-edi", juichte het hart, „Leven", leven" bruist het in zijn binnenste. Met voor zijn vier en zeventig jaren leeftijd vlug gen tred, zijn oude gestalte iets minder gebogen, ging ook „Kees" zich zelf en zijn oude vrouw opgeven voor Staatspensioen. Eiken dag na dien, keken zij uit het raam van hun huisje of er geen post kwam. De oude harten popel den wanneer zij dien bode zagen naderen, doch iederen dag verflauwde de hoop. Eindelijk na lange, einde loos lange weken, bracht men een grooten brief, „de brief". Geachte lezer (es), ziet -gij in nw verbeelding de bei de gebogen gestalten staan, al-s- Kees met trillende vingers, en waterige ooigen, dfen brief opent; hoe zij „Do-or haar zeer éénzijdige opvoeding. Ik heb een onbeperkte achting voor de vrouw, die met zoo krach tige hand- de onbeheerde bezitting van haar man en later van haar zoon heeft bestuurd, haar onder de moeilijkste omstandigheden heeft weten te behouden en van jaar tot jaar uit te breiden. Zulke naturen kennen geen verzet en breken deze, met de kracht hunner overtuiging, als een ini hun oogen hooger d-oel daartegenover staalt 1 Het kind! was tien jaar oud, toen haar vader stierf, haar moeder jarenlang ziek daar bleef Jo-hamna in de handen van haar grootmoe der, die haar stellig -geen zelfstandige ontwikkeling veroorloofd heeft. Heb je wel eens dieper in de oogen van je aanstaande vrouw gekeken?" „Zij zijn bruin en overigens tamelijk wel zonder uitdrukking." „Goudbruin zijn ze! Dat komt zelden voor, en een oud volksgeloof wil, d'at daarin goud verscholen ligt en soms daaruit oplicht. Maar je lachje zegt mij, dat jij weinig lust gevoelt hier voor schatgraver te epe- len." „Het zal de moeite wel niet loonien". zei Erwin bitter. „In ieder geval hen ik besloten, het offer te brengen ter wille van onzen naam en ons oud familie- goed Roden-stem. Ik zal mij zoo mogelijk vandaag nog verklaren, en ik wou u vriendelijk verzoeken, oom, dat u het zakelijk gedeelte met tante behandelt. Daar heb ik het land aan en ik begrijp wel, dat ik toch in alles, wat mij wordt gedicteerd, zal dienen toe te stemmen» Ik leg vol vertrouwen aille® in uw han den." „Vol vertrouwen!" herhaalde Eckard een beetje spottend, „je hebt een bijzonder talent de ernstige dingen luchtig op te nemen en dte jouw onaangename op een ander te schuiven. Vo-or ditmaal zal ik nog voor je handelen, want je kon do-o-r je zelfbewust op treden wel eens alles hij mevrouw v-on Dankmar in de war sturen en bedierven. In d'e toekomst zul' je het alleen met haar klaar moeten spelen, en, ik zal bet je ma-ar vooruit zeggen, gemakkelijk ia dat niet." (Werft vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1914 | | pagina 5