Aan hen wier spijsvertering slecht is, wordt de genezing verzekerd. Pimls. Pill©n. FEUILLETüI. Levenswegen Uitgave H. J. W. BECHT, Amsterdam. Om zich van hunne maagkwalen te genezen heb ben velen nutteloos ontzaglijke sommen uitgegeven voor middelen zonder waarde. Sommige bereidingen kunnen wel bij toeval de spijsvertering bevorderen, maar zij kunnen een volhardende moeielïjke spijsver tering niet genezen. Om een werkelijken uitslag te verkrijgen, moet het middel een werking op de verte ringsorganen en niet op dezer inhoud uitoefenen. Het geneesmiddel moet niet den arbeid der maag ver richten, maar moet de maag in staat stellen haar eigen werk te doen. Dat wordt door de Pink Pillen verkregen. De Pink Pillen zijn niet saamgesteld uit gistende verteringstoffen die een kunstmatige verte ring te voorschijn roepen, maar door hunne samen stelling versterken zij de maag, herstellen zij de krachten der verteringsorganen die lui zijn geworden en bezorgen een natuurlijke spijsvertering. Zij zijn ook onovertroffen tegen bloedarmoede, bleekzucht, neuratshenie. De Pink Pillen zijn verkrijgbaar h f 1.75 per doos en 9 per zes doozen bh het Hoofddepot der Pink Pillen, Dacostakade 15, Amsterdam. Te Alkmaar bh Nierop en Slothouber, Langestraat 83. STADSNIEUWS. Voor het zieke mede-kind, voor den zieken tnede- menschl Klein en groot - in prettige samenwer king met gezamenlijk voor oogen een mooi doel: iets te doen voor kindertjes, die den zonkant van het le ven maar zoo luttel kennen. De groote zaal der Harmonie had iets feestelijks, gisteravond. Eenig groen tooide de wanden, jonge meisjes in lieve toiletjes lieten, wanneer het scherm niet op was, haar stemmetjes schallen en waren ijve rig in de weer. En hoe zouden ze niet slagen in haar Eogingen, een ieder te bewegen een bloemetje in het aoopsgat te steken, hem een hoefijzertje op den lapel te spelden of ten minste dat zijn degenen, die ook op een liefdadigheidsavond wel „leis" voor nun geld willen hebben een stukje Hoefijzerchocolade te verkoopen? Een vriendelijke oogopslag van zoo'n ijve rig jeugdig verkoopstertje doet wonderen! Als ze voor haar standje praten moeten, daa verliest men het zeker woorden van roze lipjes, woorden die geen doornen kennen, maar enkel lief wetea aan te prijzen, winnen het op een avond als deze beslist! Mevrouw van Hille, de presidente van het comité, opende den feestavond, dank brengend aan allen, die door onbekrompen financieelen steun of door hun tijd, moeite of kunst te geven een program hadden helpen formeeren. „Een verrassing" kondigde het program, dat men in prijzen, welke zich verhielden als een tot vijf, kon koopen, het eerste cummer aan. Een groot hoefijzer kreeg men te zien met in elk nagelgateen kinderkopje. Een in verband met het doel van den avond staand liedje werd eerst gezegd en toen gezongen 't was allerliefst en werd luid toegejuicht. De heer A. C. Bos, van Egmond aan Zee, zette kortelings de beteekenis van het Hodöjzerverbond uiteen, wees er op, dat de groote vijand tuberculose geen onoverwinnelijke vijand is en wekte op tot meer dere belangstelling voor de afd. Alkmaar van het Centraal Genootschap, opdat het zooveel mogelijk kinderen zal kunnen uitzenden naar en herstellings oord. En een zeker verdiend woord van hulde aan het comité liet de heer Bos niet achterwege. Toen wachtte een mooi, afwisselend program. Veel meisjes in het wit zongen Dalcrozeliedies, waaronder een tweetal Fransche. Aardige zang, bekoorlijke dans en veel applaus. De heer P. Keuzekamp bepaalde de aandacht van de bijna geheel gevulde zaal, die met groote aandacht luisterde, voor een wijle bij den ernst des levens. „Dood moedertje" luidde zijn goede voordracht. Onder leiding van den heer Springer kreeg men een aardige kindersijmphonie, terwijl ook een mando line-ensemble klasse onder leiding van den heer H. A. Maas zich deed hooren. Het muzikale gedeelte van den avond viel zeer ?.n den smaak. Na de Japansche dansen namen «k toejuichingen Naar het Duitsch van E. WERNER. den vorm aan van een ware ovatie. 'IWaa een zeer fleurig geheel, de mooi uitgedoste dames met haar leuke waaierbewegingen en vluggen dans. Een tooneelgezelschap uit Amsterdam bracht ten slotte „Het Kind" van Heyermans voor het voetlicht. De vrouwenrol werd heel goed vertolkt het stukje liep tamelijk goed van stapel en het applaus was hartelijk. 't Is een mooie avond geweest, waaruit sprak lief de voor het zieke kind, sympathie voor een mooi doel, een avond van meegevoel en medestrijden I examencommissie. UTRECHT, 30 April. Mr. F. D. Graaf Schim- melpenninck die sinds 1905 Commissaris der Ko ningin is in de provincie Utrecht, heeft tegen I Au gustus wegens familieomstandigheden ontslag ge vraagd. BUITENLAND. Gemengde mededeelingen. OFFICIEREN- EN STIERENVECHTER. In Abazzia fixeerden twee officieren in burgerklee- ding op onbetamelijke wijze een bizonder mooie da me, die daar met haar echtgenoot in een cafe zat. De man eischte rekenschap van de beide officieren. Een van hen bood den echtgenoot een oorvijg aan, doch hij kreeg een flinken slag in het gezicht terug. De andere officier wilde zijn kameraad helpen, maar werd door den vertoornden echtgenoot tegen den grond gebokst. Later bleek dat de officieren zich de woede op den hals hadden gehaald vaneen Hongaarschen kampioenbokser, die ook wel als stiervechter optrad. DE STEM, HET PROGRAM EN DE BELOF TEN. Theodore Roosevelt, de Amerikaansche ex-presi dent was in 1900 de tegencandidaat van den thans veelgenoemden onderstaats-secretaris Bryan, voor den zetel van vice-president der Unie. Het toeval wilde dat de heer Roosevelt in een station, waar zijn locomotief water moest innemen, den heer Bryan ont moette. „Hallo, Billy 1" riep Rooselt. „Hallo, Ted dy 1" antwoordde Bryan, waarna ze elkaar de hand drukten. „Nu Teddy," vervolgde Bryan, „hoe gaat het na al dat spreken met je stem?" „O, mijn stem is even zwak als het program der democraten," schertste Roosevelt. „De mijne," antwoordde Bryan, „is ge schonden als de belofte der republikeinen." Iedereen lachte; weldra floten de locomotieven en de beide tegenstanders namen vergenoegd afscheid van elkaar, om hun reis voort te zetten en de gunst van het volk te verwerven. AMERIKAANSCHE EN MEXIKAANSCHE KALMTE. President Huerta beschikt over een niet weinig kalmte, die door niets te verstoren is. Zoo heeft hij dezer dagen in behagelijke gemoedsrust de bruiloft van zijn zoon Victor met mejuffrouw Concepcion Hernandez gevierd. Terwijl Mexicanen en Ameri kanen bloedige gevechten leverden en het land door een vijandelijke inval bedreigd werd, schreef de pre sident heel gemoedelijk uitnoodigingen aan het corps diplomatique. De heeren der verschillende gezantschappen had den zonder uitzondering aan de uitnoodiging gehoor gegeven, doch de verwondering van de bruiloftsgas ten was begrijpelijkerwijze niet gering, toen men als eenige dame van het corps diplomatique mevrouw O'Shaughnessy, de echtgenoote van den Amerikaan- schen gezant, het huis van den president zag betre den! Onder de bestaande omstandigheden had men haar wel het allerminst daar verwacht. Vrijmoedig bewoog de Amerikaansche zich tus schen de bruiloftsgasten en toen dezen zich tot den stoet schaarden, nam ze den arm van een hoogge plaatst Mexicaansch officier, die over deze onder scheiding weinig gesticht was. In de kerk nam ze met het onschuldigste gezicht naast mevrouw Huerta plaats. Na de voltrekking van het huwelijk trad ze, evenals de andere gasten, op het jonge paar toe, om het, evenals den ouders, haar gelukwenschen aan te bieden. KORTE BERICHTEN. Ingezonden stukken. Ingezonden mededeelingen. In den loop van dan aanstaanden zoemt zal' Z. K. H. de Prins dar Nederlanden een buitenlandsohe reis maken aam boord van. Hr. M». pantserdekschip „Zeeland". De Leddsche journalist, die doer een auto over reden was, blijkt volgens nadere berichten nog niet overleden, wel is zijn, toestand zeer zorgelijk. VERJAARDAG PRINSES JTJLTAiNA. H. K. H. Prinses Juliana viert heden haar 6en verjaardag. Ter gelegenheid1 van dit feit wappert de driekleur van de openbare en vrij! veel particuliere gebouwen, terwijl het carillon eeenige keet-en natio nale liederen over de stad deed klinken. Vanmiddag gaf het Stedelijk Miussiekkorps een con cert in den Hout, de schooljeugd) had vrijaf; dat ze ruimschoots bijl het concert vertegenwoordigd was, spreekt dus wel vanzelf. LIEFDADIGHEIDSVOORSTELLING HOEFIJZERVERBOND 13) o Erwin antwoordde niet. Geërgerd en opgewonden liep hij naar zijn eigen kamer, terwijl Eekard belde voor de bezorging van zijn telegram. Het was een heldere, zonnige Meidag. Erwin had in den namiddag Johanna uitgenoodigd, tot een wan deling en nu liepen zij te zaïmen voort door de scha duwrijke lanen. Het park van Reineek was niet te vergelijken met dat van Rodenstean. Daar was de kunst overal de natuur te hulp gekomen en hier werd het park alleen behouden, omdat het nu eenmaal tot het goed behoorde. Het maakte ook een verwaarloo®- den indruk, hoewel het pronkte in vollen voorjaars- bloei. Overal Mei-zon en Med-weeldie, vliergeur en voigel- gekwietter en twee jonge menschenkinderen, die het beslissende, bindende woord zouden uitspreken. Maar hun gesprek was niet bijzonder levendig en liep hoofdzakelijk over onverschillige dingen. Erwin ging anders wel door voor een gezellig prater, die over heel wat interessante dingen prettig wist te babbelen, maar waarover moest: hij' met dit in eenvoud opge voede meisje praten, dat niets afwist van de gebrui kelijke salongesprekken en niets van de wereld gezien had1? Eensklaps verscheen voor zijn geest het 'beeld1 eener andere vrouw, maar daaraan mocht hij nu allerminst denken. Wat gebeuren moest, was het beste maar De Minister van Oorlog heeft o. m. benoemd tot le den der commissie, aan welke dit jaar het rangisohik- kimgsonderzoek zal worden opgedragen van die adspi- ranten, die wenschen te worden toegelaten tot de K. M. A.den kapitein van den staf der infanterie A. H. P. Blaauw en den laten luitenant van den staf der infanterie T. H. Schol, alsmede de heeren P. M. de Wolf, H. de Noo en J. N. van Beek, allen leer aar aan de Cadettenschool. O. m. zijn benoemd tot leden der commissie, dloor welke in dit jaar het toelatingenaanvul!in,gs-)exa men tot de K. M. A. te Breda zal worden afgenomen, de heer A. Buytendijk, hoofd van onderwijs aan de Cadettenschool, den kapitein van den staf der infanr terie A. H. P. Blauuw, alsmede de heeren J. N. van Beek en J. Cock, allen leeraar aan de Cadettenschool. VERHETEKENG. In het verslag van het gisteren door den heer A. G. den Boesterd in den Raad gesprokene bij het punt „benoeming van een electro-technisch ingenieur", zijn een paar onjuistheden geslopen. De heer den Boesterd zei niet, dat de voorgedragenen geen prac- tijk hebben, maar dat de voorgedragenen hier en daar nog practijk moesten opdoen. Hij stélde daarom voor een oproeping te doen tegen 2500 en niet tegen een salaris van 8000, zooals abusievelijk vermeld werd. Als verbetering van het betrekkelijk bericht van gisteren meldt men ons, dat de heer E. Bus thans rijksklerk 8e klasse is1 en belast met de tijdelijke waar naming van het ontvangkantoor Oosterland. Laatste Berichten. COMM. DER KONINGIN IN UTRECHT. OOSTENRIJK. In da Ooatearjjfcsehe delegatie heeft gisteren graaf Berctóold een uiteenzetting ge geven van den buitonlandtohen toestand. Van belang is deze verklaring: Engeland is op beslissend® oogenMikken in het be lang eener schikking tusaehen beide groepen opgetre den en zulks heeft niet weinig de vreedzame oplos sing van geschillen bevorderd. In Engeland's hou ding kunnen wij met voldoening een streven waarne men om in de toekomst de gevaren voor een Europee- schen oorlog, die in de gebeurtenissen welke achter ons liggen rijkelijk voorhanden waren, te voorkomen. Een dergelijke politiek draagt er toe bij misverstan den tusschen de twee groepen van mogendheden uit den weg te ruiimen en daardoor aan de gebreke,n die het weinig plooibare stelsel van evenwicht aankleven, eenigermate tegemoet te komen. MEXICO. Nui beide partijen in beginsel 'bemidde ling hebben aanvaard, zijn de regeeringen van Argen tinië, Brazilië en Chili (die z.g.n. A. B. O. mogendhe den) begonnen met een wapenstilstand voor te stel len. De Vereenigde Staten hebben daarin reeds toe gestemd. Zij1 hebben echter tevens in Vera Cruz een civiel bestuur gevestigd. Die president Huerta schijnt een listige baas. Hij wilde de behartiging der Mexikaansche belangen in de Vereenigde Staten opdragen aan.de Japan sche vertegenwoordigers te Washington, doch de Amerika ansche regeering, die niet op al te besten voet staat met de Japansche, had daarnaar geen ooren. Ook moet de president Japan gevraagd' heb ben om tusschenbeide te komen, doch deze wilde daar niets van weten. De Mexikaansche opstandelingenleider Carranza heeft den A. B. C. mogendheden doen weten, dat hij de bemiddeling aanvaardt en bereid is tot het plegen van overleg. spoedig, dus vooruit I „Lieve j ohanna I" begon hij1, plotseling hun gesprek afbrekend. „Ik kom dezen keer niet zooals anders voor een vroolijlk bezoek je weet, welk verlies ik heb geleden." „Wat ia je vader onverwacht gestorven", zei zij vriepdelijk deelnemend. „Hij is nog geen week ziek geweest." „Hij heeft mij een legaat nagelaten. Je kent de beschikking, waar het ons beiden betreft en dat ons heilig moet zijn. Bovendien is het de hartewenach van je grootmoeder." Johanna luisterde zonder eenig teekem van verras sing of verlegenheid. Ziji had reeds vaak genoeg van deze beschikking gehoord en vond1 het dus geheel van zelfsprekend, dat zijl de vrouw van haar neef zou wor den. Het was alleen nu de eerste keer, dat hiji zelf er van sprak. Hij scheen een antwoord te verwachten en toen dit niet kwam, vervolgde hij': „Misschien had ik moeten wachten tot nk den rouwtijd, misschien vindt jij' ook, dat ik nu nog niet daarvan spreken mag, maar ik wil niet, dat je mij verkeerd begrijpt. Door den dood van mijn vader ben ik eigenaar van Rodenstedn geworden en het was zijn innige, zijn laatste wenech, dat jij' daar meesteres zoudt zijn. Hiji heeft het nietl meer beleefd, maar ik vraag je nu ook uit zijn naam hem je het ééns met deze wensch, met het besluit der familie, dait ons voor elkaar bestemde?" Hij sprak heel vriendelijk, maar het was toch een nuchtere manier om1 een meisje te vragen. Erwin kon nu eenmaal1 niet huichelen. Maar Johanna scheen niets anders verwacht te hebben en ook niets te mis ken. Zij' zag tot hem op met den haar eigen rustigen blik, lei haar hand in de zijne en zei eenvoudig: „Ja, Erwin." Erwin haalde verruimd adem. Hii had rich dit veel moeilijker en omslachtiger voorgesteld en sloot nu met een verlicht hart zijn verloofde in zijn armen. „Ik ben je oprecht dankbaar voor dit „ja", en ik zal alles doen, om je gelukkig te maken. Wil je mij Te Galais ia een kantfabriek door 'brand vernield. De schade bedraagt millioen gul den. Meer dan 100 arbeiders zijn werkloos geworden. Het Duitsche l1 u o ht schip S. L. 2, diat te Mannheim opgestegen was, heeft aan een stuk een tocht gemaakt over Hamburg, Leipzig, Saai velt, om ten slotte in Leipzig te landen. Bij Hongkong zijn de petroleu m tanks van de Standard Oil Company in brand geraakt. 1.400.000 gallons petroleum zijn verloren gagaen. De benden van den Witten Wolf in China zijn verstrooid. Hiji zelf is met een handvol volge lingen naar de provincie Kamsoe gevlucht. Een aantal gevangenen in de Russische plaats Snitomir hebben een cipier doodgeslagen, een anderen gewond; en vervolgens een poging tot uitbreking aangewend. Soldaten namen de gevange nen onder vuur, doiodden zes en wondden er één. De bakkers te Madrid hebben een algemeene uitsluiting afgekondigd. Alkmaar, 80 April 1014. Geachte Redactie. Toen ik Vrijdag, den 17den jL vernam, dat ar den 22sten eane Raadsvergadering zoude zijn, héb ik on middellijk den Voorzitter, Burgemeester Ripping, opgescheld, en Z. Ed. gevraagd, of het zijn voorne men was om in die vergadering het bekende, tweede, adres Dikkers te behandelen. O'p zijn bevestigend antwoord deelde ik aan Z. Ed. mede, dat ik dit tot mijn zeer groot leedwezen vernam, daar ik in die ver gadering niet aanwezig kon zijn, omdat ik op reis moest en de getroffen regelingen van dien aard wa ren, dat daarin geene veranderingen konden worden gebracht Daar het mij echter bekend was, dat reeds den Uiteten d.a.v. weder eene vergadering sou worden gehouden, vroeg ik of de behandeling van dat adres niet tot zoolang kon worden aangehouden, omdat ik er prijs op stelde omtrent deze zoo geruchtmakende zaak, welke zoovele gemoederen in beweging had ge bracht, in het openbaar mijne meening te zeggen. Toen ik op die vraag, tot mijne groote teleurstel ling een ontkennend antwoord ontving, heb ik ge meend, aan den Voorzitter officieel kennis gevend van mijne afwezigheid, goed te doen in dat schrijven: in hoofdzaak mijne meening in de zaak Dikkers ken baar te maken, vooral in verbandi met hetgeen ik daaromtrent in de geheime vergadering had gezegd, don Voorzitter machtigend om daarvan mededeeling te doen aan den Raad; kon ik dus persoonlijk al niet aan het debat deelnemen, dan konden daardoor allen, die zoo op openbaarheid aandrongen, ten minste ken- liefhebben, Johanna?" Die vraag klonk oprecht en hartelijk en hij voelde zich ook werkelijk warm gestemd, toien hij dit jonge loven in zijn armen sloot en een kus drukte op de frissche lippen. Maar haar antwoord ontnuchterde hem weer. „Zeker, Erwin. Ik zal altijd mijn plicht doen, daar kun je van op aan." Hij liet haar vlug los; dat klonk als een echo der grootmoeder, die ook enkel plichten kende! Toch had de bekentenis eener werkelijke toegenegenheid hem slechts beschaamd gemaakt, daar hij' zelf niets te ge ven had. Hij gehoorzaamde aan den dwang der om standigheden, ziji aan haar „plichten" dan stonden zij gelijk. Hij giag vlug tot een ander onderwerp over en toen was Rodenstein het meest voor de hand liggende. Jo hanna moest nu zoo spoedig mogelijk met haar groot moeder naar het goed' komen, om te beslissen, waar en hoe zij zouden wonen. Het groote heerenhuis had kamers genoeg en de gezelschapszalen met hun kost bare, geriefelijke inrichting zouden niet veranderd' be hoeven te worden; maar wel moest natuurlijk de wo ning van het jonge paar in gereedheid worden ge bracht. Erwin sprak veel en haastig, omdat hij voel de, dat toch ergens over gesproken diende te worden en zijn meisje scheen alles goed te vinden- Op denzelfden tijd had' in de huiskamer van het heerenhuis een der besprekingen plaats, die de jonge Brankow zoo graag had vermeden en daarom maar aan zijn oom overliet. Deze kende mevrouw ven Damkmar uit den tijd, toen hij: nog vaak op^ Roden stein kwam. Zij hadden elkaar nu in geen jaren ge zien, maar vonden toch al spoedig den vertrouwelij- ken toon terug, om zich open en eerlijk tegenover el kaar uit te spreken. „Ik vreesde reeds lang, dat het op Rodenstedn niet in orde was", zei de oude dame. „Maar mijn neef heeft mij nooit daarover gesproken, hij wist dit o.n» derwerp steeds te ontwijken. Ik heb ook nooit aan ernstige ongelegenheden durven denkan, maar dat hij nia nemen van mijne meening en ontging ik daardoor het mogelijke verwijt, dat ik dezelve in deze zaak niet zou hebben durven of willen uiten. Nu kan men wel met mij van meaning verschillen, of dit gewenscht was of niet, of van meaning zijn, dat het een Raadslid, dat aan de openbare behande ling van eene zaak niet kan deelnemen niet past zijn meeming omtrent die zaak schriftelijk ter kennis van zijne medeleden te brengen, in ieder geval' zal ie der eerlijk man, die mij kent en weet, dat ik, waar het noodig is, mijne meening niet onder stoelen of ban ken steek, overtuigd zijn, dat in deze bij' mij niet an ders heeft voorgezeten, dan het verlangen, eerlijk dat gene te doen, wat ik in deze noodig achtte. Mijne per soonlijke meeming is, dat het in sommige gevallen nuttig, in sommige zelfs plichtmatig kan rijn, om wanneer men geen gelegenheid heeft persoonlijk eene zaak te behandelen, op schriftelijke wijze kennis te geven van zijne meening. Dit wat betreft mijn gewraakt schrijven aan den Raad door tnsischenkomst van den Voorzitter. Nu echter bleek, dat ondanks de openbare behande ling van de zaak-Dikkers, de gemoederen nog niet tot rust waren gekomen en men van meer dan eene zijde op meerdere openbaarheid aandrong en velen van meening waren, dat deze zaak opnieuw ter sprake zoude komen in den Raad, had ik gehoopt, alsnog in de gelegenheid te zullen worden gesteld om daar over deze zaak mijne meening te mogen zeggen. Dit heeft echter niet zoo mogen zijn. Toen ik in dé laatste zitting mededeelde, dat ik er prijs op stelde alsnog over deze zaak te spreken, werd mij door Mr. Dorbeck toegevoegd, dat ik dan had moeten zorgen, om bij de openbare behandeling in den Raad te zijn, waarop ik antwoordde, dat ik daartoe geen gelegen heid had' gezegd. Hierop heeft Mr. Dorbeck mij zoo grof en beleedigend mogelijk toegevoegd: „dat ken nen we." Afgescheiden, dat ik aan ieder het recht ontzeg om te beo or doelen of ik al of niet bij eene Raadszitting aanwezig kan zijn, was dat gezegde eene openbare aanranding van mijne waarheidsiliefde en ik twijfel er dan ook niet aan of alle aanwezige Raadsleden zullen het beleedigende, dat in die uitdrukking voor mij op gesloten lag, hebben gevoeld en mijne verontwaardi ging daarover doelen. Ik was op dat oogenblik zóó onder den indruk dier beleeddging, dat ik verzuimde het woord te vragen voor een persoonlijk feit, en te rugtrekking van dat woord te eischen, maar nu dit niet geschied is, heb ik gemeend in het openhaar te gen eene dergelijke handelwijze te moeten protestee ren, het aan het eergevoel van Mr. Dorbeck overla tend mij daarvoor publiek voddoening te geven. Ik wensch het hierbij te laten en dank U geachte Redactie, voor mij verleende plaatsruimte, U beleefd verzoekend, mij in een der eerstvolgende nummers nog gelegenheid te geven, in het openhaar kennis te geven, van hetgeen ik in de openbare Raadszitting niet heb kunnen zeggen. Met hoogachting, Uw dv. dtnr„ G. Th. M. v. d. BOSCH, Lid van den Raad. TELEGRAFISCH WEERBERICHT. 29 April. Medegedeeld door het Koninklijk Nederl&ndsoh Meteorologisch Instituut te Do Bilt. Geldig tot den avond van 30 ApriL VERWACHTING. Matige noordoostelijke, in het zuiden oostelijke tot zuidoostelijke wind, gedeeltelijk bewolkt, waarschijn lijk droog weer, behoudens kans op onweer in het zuiden, aanvankelijk iets warmer. het zoover heeft laten komen dat kan ik hem nooit vergeven I" „Misschien wist hij zelf niet eens, hoe zijn zaken stonden", bracht Eekard verontschuldigend in het midden. „Hiji ging geheel op in zijn politieken ar beid en daarbuiten leek alles hem onverschillig en on belangrijk." „Jammer genoeg! Het is natuurlijk wel een groo te eer, in den Rijksdag te zitten en wij zijn er ook steeds trolech op geweest, dat een lid onzer familie op de candidatenlijist stond). Maar eerst moet er toch voor eigen huis en hof gezorgd worden. Mijn over leden neef heeft zijn mandaat meer offers gebracht, dan hij kon verantwoorden en hij! zal toch voor zijn partij wiel niet onontbeerlijk zijn geweest. Eén vraag, speelde hij werkelijk de roil, die hiji zichzelf toe schreef „Neen, mevrouw! Nu u dit verlangt, zal ik ook de waarheid zeggen. Hiji was een vrij onbeduidend' man en geen wilskrachtige persoonlijkheid 1 Zijn eerlijke overtuiging, die hij' overal voorstond en verdedigde, werd door een ieder geacht en gewaardeerd^ maar toch niet als een ernstige beschouwd." „Ik heb ook dien indruk gekregen. Hij sprak wel vaak op de vergaderingen, maar wat hij' zei, was nooit steekhoudend. Doch laten wij niet meer spreken over de zwakheden van een doode. Nu is Erwin de hoofd persoon. Hiji heeft van al deze verwarringen niets af geweten, daarom kunnen wij er hem geen verwijt van maken. Hij moet het beheer over Rodenstein zoo spoedig mogelijk in handen nemen, dat spreekt van zelf. Dat had al voor vier of vijf jaar moeten gebeu ren, toen hij van de universiteit kwam. Wat heeft hij uitgevoerd al dien tijd? Reizen gemaakt en zijn dich terlijke begaafdheid willen ontwikkelen. Dat had hij naar mijn meening beter in de stilte van het landgoed kunnen doen dan in het drukke gewoel eener groote stad als Berlijn." Wordt vervol! pd

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1914 | | pagina 2