Aan hen wier spijsvertering slecht
is, wordt de genezing verzekerd.
Pimls. Pill©n.
FEUILLETüI.
Levenswegen
Uitgave H. J. W. BECHT, Amsterdam.
Om zich van hunne maagkwalen te genezen heb
ben velen nutteloos ontzaglijke sommen uitgegeven
voor middelen zonder waarde. Sommige bereidingen
kunnen wel bij toeval de spijsvertering bevorderen,
maar zij kunnen een volhardende moeielïjke spijsver
tering niet genezen. Om een werkelijken uitslag te
verkrijgen, moet het middel een werking op de verte
ringsorganen en niet op dezer inhoud uitoefenen.
Het geneesmiddel moet niet den arbeid der maag ver
richten, maar moet de maag in staat stellen haar
eigen werk te doen. Dat wordt door de Pink Pillen
verkregen. De Pink Pillen zijn niet saamgesteld uit
gistende verteringstoffen die een kunstmatige verte
ring te voorschijn roepen, maar door hunne samen
stelling versterken zij de maag, herstellen zij de
krachten der verteringsorganen die lui zijn geworden
en bezorgen een natuurlijke spijsvertering. Zij zijn
ook onovertroffen tegen bloedarmoede, bleekzucht,
neuratshenie.
De Pink Pillen zijn verkrijgbaar h f 1.75 per doos
en 9 per zes doozen bh het Hoofddepot der Pink
Pillen, Dacostakade 15, Amsterdam. Te Alkmaar bh
Nierop en Slothouber, Langestraat 83.
STADSNIEUWS.
Voor het zieke mede-kind, voor den zieken tnede-
menschl Klein en groot - in prettige samenwer
king met gezamenlijk voor oogen een mooi doel: iets
te doen voor kindertjes, die den zonkant van het le
ven maar zoo luttel kennen.
De groote zaal der Harmonie had iets feestelijks,
gisteravond. Eenig groen tooide de wanden, jonge
meisjes in lieve toiletjes lieten, wanneer het scherm
niet op was, haar stemmetjes schallen en waren ijve
rig in de weer. En hoe zouden ze niet slagen in haar
Eogingen, een ieder te bewegen een bloemetje in het
aoopsgat te steken, hem een hoefijzertje op den lapel
te spelden of ten minste dat zijn degenen, die ook
op een liefdadigheidsavond wel „leis" voor nun geld
willen hebben een stukje Hoefijzerchocolade te
verkoopen? Een vriendelijke oogopslag van zoo'n ijve
rig jeugdig verkoopstertje doet wonderen! Als ze
voor haar standje praten moeten, daa verliest men
het zeker woorden van roze lipjes, woorden die
geen doornen kennen, maar enkel lief wetea aan te
prijzen, winnen het op een avond als deze beslist!
Mevrouw van Hille, de presidente van het comité,
opende den feestavond, dank brengend aan allen, die
door onbekrompen financieelen steun of door hun tijd,
moeite of kunst te geven een program hadden helpen
formeeren. „Een verrassing" kondigde het program,
dat men in prijzen, welke zich verhielden als een tot
vijf, kon koopen, het eerste cummer aan.
Een groot hoefijzer kreeg men te zien met
in elk nagelgateen kinderkopje. Een in verband
met het doel van den avond staand liedje werd eerst
gezegd en toen gezongen 't was allerliefst en
werd luid toegejuicht.
De heer A. C. Bos, van Egmond aan Zee, zette
kortelings de beteekenis van het Hodöjzerverbond
uiteen, wees er op, dat de groote vijand tuberculose
geen onoverwinnelijke vijand is en wekte op tot meer
dere belangstelling voor de afd. Alkmaar van het
Centraal Genootschap, opdat het zooveel mogelijk
kinderen zal kunnen uitzenden naar en herstellings
oord. En een zeker verdiend woord van hulde aan
het comité liet de heer Bos niet achterwege.
Toen wachtte een mooi, afwisselend program. Veel
meisjes in het wit zongen Dalcrozeliedies, waaronder
een tweetal Fransche. Aardige zang, bekoorlijke
dans en veel applaus.
De heer P. Keuzekamp bepaalde de aandacht van de
bijna geheel gevulde zaal, die met groote aandacht
luisterde, voor een wijle bij den ernst des levens.
„Dood moedertje" luidde zijn goede voordracht.
Onder leiding van den heer Springer kreeg men
een aardige kindersijmphonie, terwijl ook een mando
line-ensemble klasse onder leiding van den heer H. A.
Maas zich deed hooren. Het muzikale gedeelte van
den avond viel zeer ?.n den smaak.
Na de Japansche dansen namen «k toejuichingen
Naar het Duitsch
van
E. WERNER.
den vorm aan van een ware ovatie. 'IWaa een zeer
fleurig geheel, de mooi uitgedoste dames met haar
leuke waaierbewegingen en vluggen dans.
Een tooneelgezelschap uit Amsterdam bracht ten
slotte „Het Kind" van Heyermans voor het voetlicht.
De vrouwenrol werd heel goed vertolkt het stukje
liep tamelijk goed van stapel en het applaus was
hartelijk.
't Is een mooie avond geweest, waaruit sprak lief
de voor het zieke kind, sympathie voor een mooi doel,
een avond van meegevoel en medestrijden I
examencommissie.
UTRECHT, 30 April. Mr. F. D. Graaf Schim-
melpenninck die sinds 1905 Commissaris der Ko
ningin is in de provincie Utrecht, heeft tegen I Au
gustus wegens familieomstandigheden ontslag ge
vraagd.
BUITENLAND.
Gemengde mededeelingen.
OFFICIEREN- EN STIERENVECHTER.
In Abazzia fixeerden twee officieren in burgerklee-
ding op onbetamelijke wijze een bizonder mooie da
me, die daar met haar echtgenoot in een cafe zat. De
man eischte rekenschap van de beide officieren. Een
van hen bood den echtgenoot een oorvijg aan, doch
hij kreeg een flinken slag in het gezicht terug. De
andere officier wilde zijn kameraad helpen, maar
werd door den vertoornden echtgenoot tegen den
grond gebokst.
Later bleek dat de officieren zich de woede op den
hals hadden gehaald vaneen Hongaarschen
kampioenbokser, die ook wel als stiervechter optrad.
DE STEM, HET PROGRAM EN DE BELOF
TEN.
Theodore Roosevelt, de Amerikaansche ex-presi
dent was in 1900 de tegencandidaat van den thans
veelgenoemden onderstaats-secretaris Bryan, voor
den zetel van vice-president der Unie. Het toeval
wilde dat de heer Roosevelt in een station, waar zijn
locomotief water moest innemen, den heer Bryan ont
moette. „Hallo, Billy 1" riep Rooselt. „Hallo, Ted
dy 1" antwoordde Bryan, waarna ze elkaar de hand
drukten.
„Nu Teddy," vervolgde Bryan, „hoe gaat het na
al dat spreken met je stem?" „O, mijn stem is even
zwak als het program der democraten," schertste
Roosevelt. „De mijne," antwoordde Bryan, „is ge
schonden als de belofte der republikeinen."
Iedereen lachte; weldra floten de locomotieven en
de beide tegenstanders namen vergenoegd afscheid
van elkaar, om hun reis voort te zetten en de gunst
van het volk te verwerven.
AMERIKAANSCHE EN MEXIKAANSCHE
KALMTE.
President Huerta beschikt over een niet weinig
kalmte, die door niets te verstoren is. Zoo heeft hij
dezer dagen in behagelijke gemoedsrust de bruiloft
van zijn zoon Victor met mejuffrouw Concepcion
Hernandez gevierd. Terwijl Mexicanen en Ameri
kanen bloedige gevechten leverden en het land door
een vijandelijke inval bedreigd werd, schreef de pre
sident heel gemoedelijk uitnoodigingen aan het corps
diplomatique.
De heeren der verschillende gezantschappen had
den zonder uitzondering aan de uitnoodiging gehoor
gegeven, doch de verwondering van de bruiloftsgas
ten was begrijpelijkerwijze niet gering, toen men als
eenige dame van het corps diplomatique mevrouw
O'Shaughnessy, de echtgenoote van den Amerikaan-
schen gezant, het huis van den president zag betre
den! Onder de bestaande omstandigheden had men
haar wel het allerminst daar verwacht.
Vrijmoedig bewoog de Amerikaansche zich tus
schen de bruiloftsgasten en toen dezen zich tot den
stoet schaarden, nam ze den arm van een hoogge
plaatst Mexicaansch officier, die over deze onder
scheiding weinig gesticht was.
In de kerk nam ze met het onschuldigste gezicht
naast mevrouw Huerta plaats. Na de voltrekking
van het huwelijk trad ze, evenals de andere gasten,
op het jonge paar toe, om het, evenals den ouders,
haar gelukwenschen aan te bieden.
KORTE BERICHTEN.
Ingezonden stukken.
Ingezonden mededeelingen.
In den loop van dan aanstaanden zoemt zal' Z.
K. H. de Prins dar Nederlanden een buitenlandsohe
reis maken aam boord van. Hr. M». pantserdekschip
„Zeeland".
De Leddsche journalist, die doer een auto over
reden was, blijkt volgens nadere berichten nog niet
overleden, wel is zijn, toestand zeer zorgelijk.
VERJAARDAG PRINSES JTJLTAiNA.
H. K. H. Prinses Juliana viert heden haar 6en
verjaardag. Ter gelegenheid1 van dit feit wappert de
driekleur van de openbare en vrij! veel particuliere
gebouwen, terwijl het carillon eeenige keet-en natio
nale liederen over de stad deed klinken.
Vanmiddag gaf het Stedelijk Miussiekkorps een con
cert in den Hout, de schooljeugd) had vrijaf; dat ze
ruimschoots bijl het concert vertegenwoordigd was,
spreekt dus wel vanzelf.
LIEFDADIGHEIDSVOORSTELLING
HOEFIJZERVERBOND
13) o
Erwin antwoordde niet. Geërgerd en opgewonden
liep hij naar zijn eigen kamer, terwijl Eekard belde
voor de bezorging van zijn telegram.
Het was een heldere, zonnige Meidag. Erwin had
in den namiddag Johanna uitgenoodigd, tot een wan
deling en nu liepen zij te zaïmen voort door de scha
duwrijke lanen. Het park van Reineek was niet te
vergelijken met dat van Rodenstean. Daar was de
kunst overal de natuur te hulp gekomen en hier werd
het park alleen behouden, omdat het nu eenmaal tot
het goed behoorde. Het maakte ook een verwaarloo®-
den indruk, hoewel het pronkte in vollen voorjaars-
bloei.
Overal Mei-zon en Med-weeldie, vliergeur en voigel-
gekwietter en twee jonge menschenkinderen, die
het beslissende, bindende woord zouden uitspreken.
Maar hun gesprek was niet bijzonder levendig en liep
hoofdzakelijk over onverschillige dingen. Erwin ging
anders wel door voor een gezellig prater, die over heel
wat interessante dingen prettig wist te babbelen,
maar waarover moest: hij' met dit in eenvoud opge
voede meisje praten, dat niets afwist van de gebrui
kelijke salongesprekken en niets van de wereld gezien
had1?
Eensklaps verscheen voor zijn geest het 'beeld1 eener
andere vrouw, maar daaraan mocht hij nu allerminst
denken. Wat gebeuren moest, was het beste maar
De Minister van Oorlog heeft o. m. benoemd tot le
den der commissie, aan welke dit jaar het rangisohik-
kimgsonderzoek zal worden opgedragen van die adspi-
ranten, die wenschen te worden toegelaten tot de K.
M. A.den kapitein van den staf der infanterie A.
H. P. Blaauw en den laten luitenant van den staf der
infanterie T. H. Schol, alsmede de heeren P. M. de
Wolf, H. de Noo en J. N. van Beek, allen leer aar aan
de Cadettenschool.
O. m. zijn benoemd tot leden der commissie, dloor
welke in dit jaar het toelatingenaanvul!in,gs-)exa
men tot de K. M. A. te Breda zal worden afgenomen,
de heer A. Buytendijk, hoofd van onderwijs aan de
Cadettenschool, den kapitein van den staf der infanr
terie A. H. P. Blauuw, alsmede de heeren J. N. van
Beek en J. Cock, allen leeraar aan de Cadettenschool.
VERHETEKENG.
In het verslag van het gisteren door den heer A. G.
den Boesterd in den Raad gesprokene bij het punt
„benoeming van een electro-technisch ingenieur",
zijn een paar onjuistheden geslopen. De heer den
Boesterd zei niet, dat de voorgedragenen geen prac-
tijk hebben, maar dat de voorgedragenen hier en daar
nog practijk moesten opdoen. Hij stélde daarom voor
een oproeping te doen tegen 2500 en niet tegen een
salaris van 8000, zooals abusievelijk vermeld werd.
Als verbetering van het betrekkelijk bericht van
gisteren meldt men ons, dat de heer E. Bus thans
rijksklerk 8e klasse is1 en belast met de tijdelijke waar
naming van het ontvangkantoor Oosterland.
Laatste Berichten.
COMM. DER KONINGIN IN UTRECHT.
OOSTENRIJK. In da Ooatearjjfcsehe delegatie
heeft gisteren graaf Berctóold een uiteenzetting ge
geven van den buitonlandtohen toestand.
Van belang is deze verklaring:
Engeland is op beslissend® oogenMikken in het be
lang eener schikking tusaehen beide groepen opgetre
den en zulks heeft niet weinig de vreedzame oplos
sing van geschillen bevorderd. In Engeland's hou
ding kunnen wij met voldoening een streven waarne
men om in de toekomst de gevaren voor een Europee-
schen oorlog, die in de gebeurtenissen welke achter
ons liggen rijkelijk voorhanden waren, te voorkomen.
Een dergelijke politiek draagt er toe bij misverstan
den tusschen de twee groepen van mogendheden uit
den weg te ruiimen en daardoor aan de gebreke,n die
het weinig plooibare stelsel van evenwicht aankleven,
eenigermate tegemoet te komen.
MEXICO. Nui beide partijen in beginsel 'bemidde
ling hebben aanvaard, zijn de regeeringen van Argen
tinië, Brazilië en Chili (die z.g.n. A. B. O. mogendhe
den) begonnen met een wapenstilstand voor te stel
len. De Vereenigde Staten hebben daarin reeds toe
gestemd. Zij1 hebben echter tevens in Vera Cruz een
civiel bestuur gevestigd.
Die president Huerta schijnt een listige baas. Hij
wilde de behartiging der Mexikaansche belangen in
de Vereenigde Staten opdragen aan.de Japan
sche vertegenwoordigers te Washington, doch de
Amerika ansche regeering, die niet op al te besten
voet staat met de Japansche, had daarnaar geen
ooren. Ook moet de president Japan gevraagd' heb
ben om tusschenbeide te komen, doch deze wilde daar
niets van weten.
De Mexikaansche opstandelingenleider Carranza
heeft den A. B. C. mogendheden doen weten, dat hij
de bemiddeling aanvaardt en bereid is tot het plegen
van overleg.
spoedig, dus vooruit I
„Lieve j ohanna I" begon hij1, plotseling hun gesprek
afbrekend. „Ik kom dezen keer niet zooals anders
voor een vroolijlk bezoek je weet, welk verlies ik
heb geleden."
„Wat ia je vader onverwacht gestorven", zei zij
vriepdelijk deelnemend. „Hij is nog geen week ziek
geweest."
„Hij heeft mij een legaat nagelaten. Je kent de
beschikking, waar het ons beiden betreft en dat ons
heilig moet zijn. Bovendien is het de hartewenach
van je grootmoeder."
Johanna luisterde zonder eenig teekem van verras
sing of verlegenheid. Ziji had reeds vaak genoeg van
deze beschikking gehoord en vond1 het dus geheel van
zelfsprekend, dat zijl de vrouw van haar neef zou wor
den. Het was alleen nu de eerste keer, dat hiji zelf
er van sprak. Hij scheen een antwoord te verwachten
en toen dit niet kwam, vervolgde hij':
„Misschien had ik moeten wachten tot nk den
rouwtijd, misschien vindt jij' ook, dat ik nu nog niet
daarvan spreken mag, maar ik wil niet, dat je mij
verkeerd begrijpt. Door den dood van mijn vader ben
ik eigenaar van Rodenstedn geworden en het was zijn
innige, zijn laatste wenech, dat jij' daar meesteres
zoudt zijn. Hiji heeft het nietl meer beleefd, maar ik
vraag je nu ook uit zijn naam hem je het ééns
met deze wensch, met het besluit der familie, dait ons
voor elkaar bestemde?"
Hij sprak heel vriendelijk, maar het was toch een
nuchtere manier om1 een meisje te vragen. Erwin
kon nu eenmaal1 niet huichelen. Maar Johanna scheen
niets anders verwacht te hebben en ook niets te mis
ken. Zij' zag tot hem op met den haar eigen rustigen
blik, lei haar hand in de zijne en zei eenvoudig: „Ja,
Erwin."
Erwin haalde verruimd adem. Hii had rich dit
veel moeilijker en omslachtiger voorgesteld en sloot
nu met een verlicht hart zijn verloofde in zijn armen.
„Ik ben je oprecht dankbaar voor dit „ja", en ik
zal alles doen, om je gelukkig te maken. Wil je mij
Te Galais ia een kantfabriek door 'brand
vernield. De schade bedraagt millioen gul
den. Meer dan 100 arbeiders zijn werkloos geworden.
Het Duitsche l1 u o ht schip S. L. 2, diat te
Mannheim opgestegen was, heeft aan een stuk een
tocht gemaakt over Hamburg, Leipzig, Saai velt, om
ten slotte in Leipzig te landen.
Bij Hongkong zijn de petroleu m tanks
van de Standard Oil Company in brand geraakt.
1.400.000 gallons petroleum zijn verloren gagaen.
De benden van den Witten Wolf in China
zijn verstrooid. Hiji zelf is met een handvol volge
lingen naar de provincie Kamsoe gevlucht.
Een aantal gevangenen in de Russische plaats
Snitomir hebben een cipier doodgeslagen,
een anderen gewond; en vervolgens een poging tot
uitbreking aangewend. Soldaten namen de gevange
nen onder vuur, doiodden zes en wondden er één.
De bakkers te Madrid hebben een algemeene
uitsluiting afgekondigd.
Alkmaar, 80 April 1014.
Geachte Redactie.
Toen ik Vrijdag, den 17den jL vernam, dat ar den
22sten eane Raadsvergadering zoude zijn, héb ik on
middellijk den Voorzitter, Burgemeester Ripping,
opgescheld, en Z. Ed. gevraagd, of het zijn voorne
men was om in die vergadering het bekende, tweede,
adres Dikkers te behandelen. O'p zijn bevestigend
antwoord deelde ik aan Z. Ed. mede, dat ik dit tot
mijn zeer groot leedwezen vernam, daar ik in die ver
gadering niet aanwezig kon zijn, omdat ik op reis
moest en de getroffen regelingen van dien aard wa
ren, dat daarin geene veranderingen konden worden
gebracht Daar het mij echter bekend was, dat reeds
den Uiteten d.a.v. weder eene vergadering sou worden
gehouden, vroeg ik of de behandeling van dat adres
niet tot zoolang kon worden aangehouden, omdat ik
er prijs op stelde omtrent deze zoo geruchtmakende
zaak, welke zoovele gemoederen in beweging had ge
bracht, in het openbaar mijne meening te zeggen.
Toen ik op die vraag, tot mijne groote teleurstel
ling een ontkennend antwoord ontving, heb ik ge
meend, aan den Voorzitter officieel kennis gevend
van mijne afwezigheid, goed te doen in dat schrijven:
in hoofdzaak mijne meening in de zaak Dikkers ken
baar te maken, vooral in verbandi met hetgeen ik
daaromtrent in de geheime vergadering had gezegd,
don Voorzitter machtigend om daarvan mededeeling
te doen aan den Raad; kon ik dus persoonlijk al niet
aan het debat deelnemen, dan konden daardoor allen,
die zoo op openbaarheid aandrongen, ten minste ken-
liefhebben, Johanna?"
Die vraag klonk oprecht en hartelijk en hij voelde
zich ook werkelijk warm gestemd, toien hij dit jonge
loven in zijn armen sloot en een kus drukte op de
frissche lippen. Maar haar antwoord ontnuchterde
hem weer.
„Zeker, Erwin. Ik zal altijd mijn plicht doen, daar
kun je van op aan."
Hij liet haar vlug los; dat klonk als een echo der
grootmoeder, die ook enkel plichten kende! Toch had
de bekentenis eener werkelijke toegenegenheid hem
slechts beschaamd gemaakt, daar hij' zelf niets te ge
ven had. Hij gehoorzaamde aan den dwang der om
standigheden, ziji aan haar „plichten" dan stonden
zij gelijk.
Hij giag vlug tot een ander onderwerp over en toen
was Rodenstein het meest voor de hand liggende. Jo
hanna moest nu zoo spoedig mogelijk met haar groot
moeder naar het goed' komen, om te beslissen, waar en
hoe zij zouden wonen. Het groote heerenhuis had
kamers genoeg en de gezelschapszalen met hun kost
bare, geriefelijke inrichting zouden niet veranderd' be
hoeven te worden; maar wel moest natuurlijk de wo
ning van het jonge paar in gereedheid worden ge
bracht. Erwin sprak veel en haastig, omdat hij voel
de, dat toch ergens over gesproken diende te worden
en zijn meisje scheen alles goed te vinden-
Op denzelfden tijd had' in de huiskamer van het
heerenhuis een der besprekingen plaats, die de jonge
Brankow zoo graag had vermeden en daarom maar
aan zijn oom overliet. Deze kende mevrouw ven
Damkmar uit den tijd, toen hij: nog vaak op^ Roden
stein kwam. Zij hadden elkaar nu in geen jaren ge
zien, maar vonden toch al spoedig den vertrouwelij-
ken toon terug, om zich open en eerlijk tegenover el
kaar uit te spreken.
„Ik vreesde reeds lang, dat het op Rodenstedn niet
in orde was", zei de oude dame. „Maar mijn neef
heeft mij nooit daarover gesproken, hij wist dit o.n»
derwerp steeds te ontwijken. Ik heb ook nooit aan
ernstige ongelegenheden durven denkan, maar dat hij
nia nemen van mijne meening en ontging ik daardoor
het mogelijke verwijt, dat ik dezelve in deze zaak niet
zou hebben durven of willen uiten.
Nu kan men wel met mij van meaning verschillen,
of dit gewenscht was of niet, of van meaning zijn,
dat het een Raadslid, dat aan de openbare behande
ling van eene zaak niet kan deelnemen niet past
zijn meeming omtrent die zaak schriftelijk ter kennis
van zijne medeleden te brengen, in ieder geval' zal ie
der eerlijk man, die mij kent en weet, dat ik, waar het
noodig is, mijne meening niet onder stoelen of ban
ken steek, overtuigd zijn, dat in deze bij' mij niet an
ders heeft voorgezeten, dan het verlangen, eerlijk dat
gene te doen, wat ik in deze noodig achtte. Mijne per
soonlijke meeming is, dat het in sommige gevallen
nuttig, in sommige zelfs plichtmatig kan rijn, om
wanneer men geen gelegenheid heeft persoonlijk eene
zaak te behandelen, op schriftelijke wijze kennis te
geven van zijne meening.
Dit wat betreft mijn gewraakt schrijven aan den
Raad door tnsischenkomst van den Voorzitter.
Nu echter bleek, dat ondanks de openbare behande
ling van de zaak-Dikkers, de gemoederen nog niet tot
rust waren gekomen en men van meer dan eene zijde
op meerdere openbaarheid aandrong en velen van
meening waren, dat deze zaak opnieuw ter sprake
zoude komen in den Raad, had ik gehoopt, alsnog in
de gelegenheid te zullen worden gesteld om daar over
deze zaak mijne meening te mogen zeggen.
Dit heeft echter niet zoo mogen zijn. Toen ik in
dé laatste zitting mededeelde, dat ik er prijs op stelde
alsnog over deze zaak te spreken, werd mij door Mr.
Dorbeck toegevoegd, dat ik dan had moeten zorgen,
om bij de openbare behandeling in den Raad te zijn,
waarop ik antwoordde, dat ik daartoe geen gelegen
heid had' gezegd. Hierop heeft Mr. Dorbeck mij zoo
grof en beleedigend mogelijk toegevoegd: „dat ken
nen we."
Afgescheiden, dat ik aan ieder het recht ontzeg om
te beo or doelen of ik al of niet bij eene Raadszitting
aanwezig kan zijn, was dat gezegde eene openbare
aanranding van mijne waarheidsiliefde en ik twijfel er
dan ook niet aan of alle aanwezige Raadsleden zullen
het beleedigende, dat in die uitdrukking voor mij op
gesloten lag, hebben gevoeld en mijne verontwaardi
ging daarover doelen. Ik was op dat oogenblik zóó
onder den indruk dier beleeddging, dat ik verzuimde
het woord te vragen voor een persoonlijk feit, en te
rugtrekking van dat woord te eischen, maar nu dit
niet geschied is, heb ik gemeend in het openhaar te
gen eene dergelijke handelwijze te moeten protestee
ren, het aan het eergevoel van Mr. Dorbeck overla
tend mij daarvoor publiek voddoening te geven.
Ik wensch het hierbij te laten en dank U geachte
Redactie, voor mij verleende plaatsruimte, U beleefd
verzoekend, mij in een der eerstvolgende nummers
nog gelegenheid te geven, in het openhaar kennis te
geven, van hetgeen ik in de openbare Raadszitting
niet heb kunnen zeggen.
Met hoogachting, Uw dv. dtnr„
G. Th. M. v. d. BOSCH,
Lid van den Raad.
TELEGRAFISCH WEERBERICHT.
29 April.
Medegedeeld door het Koninklijk Nederl&ndsoh
Meteorologisch Instituut te Do Bilt.
Geldig tot den avond van 30 ApriL
VERWACHTING.
Matige noordoostelijke, in het zuiden oostelijke tot
zuidoostelijke wind, gedeeltelijk bewolkt, waarschijn
lijk droog weer, behoudens kans op onweer in het
zuiden, aanvankelijk iets warmer.
het zoover heeft laten komen dat kan ik hem nooit
vergeven I"
„Misschien wist hij zelf niet eens, hoe zijn zaken
stonden", bracht Eekard verontschuldigend in het
midden. „Hiji ging geheel op in zijn politieken ar
beid en daarbuiten leek alles hem onverschillig en on
belangrijk."
„Jammer genoeg! Het is natuurlijk wel een groo
te eer, in den Rijksdag te zitten en wij zijn er ook
steeds trolech op geweest, dat een lid onzer familie
op de candidatenlijist stond). Maar eerst moet er toch
voor eigen huis en hof gezorgd worden. Mijn over
leden neef heeft zijn mandaat meer offers gebracht,
dan hij kon verantwoorden en hij! zal toch voor zijn
partij wiel niet onontbeerlijk zijn geweest. Eén vraag,
speelde hij werkelijk de roil, die hiji zichzelf toe
schreef
„Neen, mevrouw! Nu u dit verlangt, zal ik ook de
waarheid zeggen. Hiji was een vrij onbeduidend' man
en geen wilskrachtige persoonlijkheid 1 Zijn eerlijke
overtuiging, die hij' overal voorstond en verdedigde,
werd door een ieder geacht en gewaardeerd^ maar
toch niet als een ernstige beschouwd."
„Ik heb ook dien indruk gekregen. Hij sprak wel
vaak op de vergaderingen, maar wat hij' zei, was nooit
steekhoudend. Doch laten wij niet meer spreken over
de zwakheden van een doode. Nu is Erwin de hoofd
persoon. Hiji heeft van al deze verwarringen niets af
geweten, daarom kunnen wij er hem geen verwijt van
maken. Hij moet het beheer over Rodenstein zoo
spoedig mogelijk in handen nemen, dat spreekt van
zelf. Dat had al voor vier of vijf jaar moeten gebeu
ren, toen hij van de universiteit kwam. Wat heeft hij
uitgevoerd al dien tijd? Reizen gemaakt en zijn dich
terlijke begaafdheid willen ontwikkelen. Dat had hij
naar mijn meening beter in de stilte van het landgoed
kunnen doen dan in het drukke gewoel eener groote
stad als Berlijn."
Wordt vervol! pd