DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. No. 105 Honderd en zestiende Jaargang. 1914 DINSDAG 5 MEI. Jacht FEUILLETO N. Levenswegen Uitgave H. J. W. BECHT, Amsterdam. "binnenland. Gemengd nieuws. EEN MINISTERIEELE BEDREIGING, In de openbare vergadering van Woensdag 8 April is in de Koloniale Staten van Suriname mededeeling gedaan van een door den gouverneur ontvangen schrijven van den minister van koloniën. Minister Pleyte zegt hierin, dat het de aandacht niet ontgaan zal zijn, dat hij in de Tweede Kamer het licht heeft doen vallen op den achterstand in wet- gevenden arbeid, welke bij de Kolon. Staten valt waar te nemen en duidelijk heeft doen uitkomen, dat hij met deze trage werkwijze niet kan instemmen. De minister is van meening, dat er naar moet wor den gestreefd elk ontwerp eener verordening na de indiening zonder verwijt in behandeling te nemen en in den kortst mogeiijken tijd af te doen. Het zou an ders noodig worden om art. 48 van het Regeerings- Reglement veel vaker toe te passen dan tot nu ge schiedde. (Regeling van koloniale aangelegenheden bij koninklijk besluit). Hoewel de veelvuldige toepas sing van dat artikel zeer zeker tegen de bedoeling zou zijn van het Regeerings-Reglement, meent de mi nister dat de toestand van het oogenblik het noodza kelijk zou kunnen maken om daartoe te komen, na Naar het Duitseh E. van WERNER, „Dat komt er niet op aan bovendien is dat maar een verschil van twee jaar. Jagow zal wel woedend zijn, als ik hem zijn zuster weghaal. Die beheert daar alles bij hem, want zijn eigen vrouw ach he mel die lijdt aan haar zenuwen en speelt piano, en als zij eenmaal in den regen uitgaat, komt zi; thuis en is verkouden! Dan is Mieze een andere na tuur, die loopt door dik en dun en zou, als het noodig was, waterlaarzen aantrekken!" „Ja, dat zou zij ook!" beaamde Erwin, wat Otto hem echter hoogst kwalijk scheen te nemen, want hij vervolgde, een weinig geërgerd: „Ecntgenooten moeten bij elkaar passen kort en goed, met Kerstais ga ik haar vragen, en in het voor jaar trouwen wij. Maar eerst ga ik mij in Berlijn nog overleg met den gouverneur. De minister overweegt reeds om de sedert 1906 in gediende faillissementsverordening bij koninklijk be sluit te doen vaststellen. De minister erkent ten slotte, dat de achterstand niet uitsluitend te wijten is aan de Staten, daar er ook verordeningen aanhangig zijn waaromtrent de Staten verslag hebben uitgebracht en die nu wachten op het antwoord van den gouverneur. De Staten zullen bovenstaand schrijven vermoede lijk behandelen met de begrooting. (De West) TUINBOUW-ONDERLINGE. De Tuinbouw-Onderlinge hield gisteren een druk bezochte algemeene ledenvergadering te Amsterdam. Uit het uitgebrachte jaarverslag bleek, dat de ver- eeniging in bloeienden toestand verkeert. Er zijn thans bijna 2750 ledenhet verzekerd loon beliep op 31 December 5.287.000. hetwelk na dien tijd tot ongeveer 5V2 millioen gulaen is aangegroeid. Er blijft onder werkgevers zoowel als arbeiders groote belang stelling voor de Onderlinge bestaan. In het jaar 1913 werden in dienst van de aange sloten werkgevers 472 arbeiders door een ongeval ge troffen. Hieronder zijn 5 gevallen van bedrijfsziek- te begrepen. Het totaal der schadeloosstellingen over 1913, met inbegrip van de reserve voor nog te betalen schade loosstellingen, heeft bedragen 12.914.95y2; het to taal der contante waarden van de blijvende uitkee- ringen en de afkoopsommen bedroeg, met inbegrip der reserve voor nog te verwachten blijvende uitkee- ringen 13.861.44. De ongevallenkosten hebben dus bedragen in totaal 26.776.39y2. Daar het verzekerd loon over 1913 5.287.000 is geweest, zal dus met de leden afgerekend kunnen worden tegen 75 cent per 100 loon. EEN OUDE TOREN. In de raadsvergadering van Balgooi stelde de bur gemeester, op advies van den minister van Binnen- landsche Zaken voor, den uit de 15e eeuw afkomsti- gen kerktoren te restaureeren. Maar de Raad besloot hem af te breken en de steenen te gebruiken tot ver betering der wegen. DE WERKSTAKING TE ZAANDAM. Maandagmiddag kwamen, meldt de Tel., te Zaan dam drie arbeiders uit Duitschland aan, die echter door de stakers ontvangen werden. Toen zij hoor den, dat zij onderkruipersdiensten moesten verrich ten, zijn ze weer vertrokken. Aan den burgemeester verklaarden zij, dat zij georganiseerde arbeiders wa ren, die in de meening verkeerden, op een nieuw-op- gerichte fabriek van de firma H. v. d. Stadt te zijn aangenomen. Nog 50 Duitsche arbeiders waren op weg naar Zaandam. Zij zouden ook dezen den juis- ten stand van zaken meedeelen en trachten ook hen tot terugkeer te bewegen. De heer H. v. d. Stadt deelde mee, niets van deze komst der arbeiders geweten te hebben. HIJ MAG THANS NIET! De inlandsche arts Tjipto Mangoenkoesoemo, een van de drie geintemeerae leiders der voormalige In dische Partij, die reeds vroeger in de peststreken dienst heeft gedaan en voor zijn verrichtingen is ge decoreerd, heeft zich aangemeld om deel te nemen aan de pestbestrijding op Java. De minister van ko loniën heeft, naar Het Volk meldt, geantwoord, dat hij geen vrijheid vond, hem thans in dienst te nemen, dat hij den gouverneur-generaal van een en ander kennis zou geven, en het van diens antwoord zou la ten afhangen, of het aanbod al dan niet zou worden aanvaard. ONVOORZICHTIG. Twee jongens van 18 jaar, G. J. Mulder en G. We ber te Almelo vonden Zondagmorgen een met hagel gevulde patroon. Zij staken deze aan, zoodat net projectiel uit elkaar sprong, met het noodlottig ge volg, dat beide jongens deerlijk aan aangezicht en handen verwond werden. In bewusteloozen toestand werden zij naar het ziekenhuis vervoerd, MEI. Onze meteorologische medewerker v. Bt. schrijft ons: eens terdege amuseeren Hij stond plotseling op met een energie, of hij zijn besluit eerst nog diende te verdedigen, Brankow barst te in luid lachen uit. „Wie je zoo hoorde, zou denken dat je wonder wat avonturen van plan was en toch ben je steeds de geincameerde soliditeit geweest. Voor jou is het groo te Berlijn nooit gevaarlijk geweest, hoogstens ga je eens naar een Variété. Amuseer je dus nog maar eens vóór je onder den pantoffel van Mieze Jagow raakt ik vrees, dat deze tamelijk groot is, zooals trouw ens alles aan deze dame." Von Eberty ontging deze laatste hatelijke opmer king; hij keek naar de klok en vond het tijd voor de tentoonstelling, waarom hijij dus afscheid nam. Erwin kende den practischen aanleg van zijn vriend, bij wien het nuttige steeds op den voorgrond stond, maar over deze eigenaardige keus moest hij toch zijn hoofd schudden. Marie Von Jagow was een een heel goede partij, dat was waar zij was rijk, zeer erva ren in het landbouwbedrijf en in ieder geval een flink energiek meisje. Doch daarmee hielden ook al haar deugden'op, vond Erwin. Maar eigenlijk waren dat zaken, die zijn vriend aangingen en niet hèm. En Erwin had op nét oogen blik nog wel andere dingen aan zijn hoofd. Het was eerst werkelijk zijn plan geweest den geheelen winter op Rodenstein te blijven, maar toen kwam de noodlottige brief van mevrouw Von Amikoff, en daar mee <werd de zoete herinnering aan de heerlijke dagen van Nizza weer levendig. Het werd hem weer duide lijk, hoe deze vrouw geheel zijn voelen en denken be- heerschte! De gedachte, haar te kunnen weerzien, hac al het andere op den achtergrond gedrongen. Zij wist dat hij getrouwd was, en zij had hem deze stap grootmoedig vergeven; zij had zijn bekentenis aange nomen, zonder een woord van verwijt of ergernis dat verhief haar nog in zijne oogen. Erwin vermoed de niet,, dat zijn huwelijk Olga in werkelijkheid heel welkom was. Dat onthief haar van de noodzakelijk heid hem 'n blauwtje te laten loopen. Dr. Eckard hac gelijk met zijn veronderstelling gehad: zij dacht er niet aan, haar onbeperkte vrijheid als weduwe aan Erwin te offeren, en bezat ook te veel wereld- en men- schenkennis, om niet te weten, dat een huwelijk met zulk een groot onderscheid van jaren, voor beide partijen minstens onverstandig zou zijn. Mevrouw Von Amikoff was gewend steeds van alle zijden ge huldigd te worden, maar deze romantische verhou ding tot den jongen dichter, was toch voor haar iets heel bijzonders. Zij interresseerde zich voor hem en zijn toekomst en het streelde haar, het voorwerp van zijn dichterlijke ontboezemingen te zijn. Mevrouw Von Amikoff had soms oogenblikken dat verveling bij haar de overhand kreeg, dat het schit terende leven, tot nu toe door haar geleid, haar leeg en doelloos voorkwam. Zoo was de kennismaking met Erwin Brankow nieuw en belangwekkend voor haar geweest en dit had zij de laatste maanden gemist, die jeugd met haar vurig enthousiasme en haar geloof aan de toekomst. Zij maakte er geen gewetenszaak van, hem, nu hij toch getrouwd was, weer aan zich te binden. Op hun verhouding viel niets aan te mer ken en dat zou zoo blijven. Het winterseizoen was begonnnen, het theater-con cert en soirée-leven was in vollen gang de uitgaan de wereld amuseerde zich met een energie en volhar- gen- ding, een betere zaak waardig. Het als rijk en gast- Het vrij bekend staande huis der familie Brankow was steeds het middelpunt van uitgelezen gezelschappen geweest. De meeste partij-genooten van den heer des huizes verkeerden bij hem, en waren er trotsch op ge weest als de couranten spraken van de politieke soi- rée bij den „bekenden afgevaardigde." Mevrouw Brankow was wel geen beduidende, maar een toch lieve fijngevoelige vrouw geweest, die de kunst ver stond, het haar gasten naar den zin te maken en toen later de zoon volwassen was, bracht hij zijn li teraire vrienden ook mee in den kring, die een rol in de Berlijnsche gezelschappen speelde. Nu stond het salon der Brankow's onder den scep ter eener jonge huisvrouw, die in haar onervarenheid niet tegen deze taak was opgewassen. Men vond haar heel lief, maar onbeduidend; men zou ook Er- win's keus al heel onverklaarbaar hebben gevonden, als men niet had geweten, dat Johanna Von Dankmar een heel rijke partij was. Zij was nog wel pas acht- Mei, Bloeimaand, door de dichters, vooral door de Duitschers, zoo bezongen, is in werkelijkheid een maand van minder poëzy. Een mooie Mei is betrek kelijk een zeldzaamheid, althans in ons land, België en Noord-West-Duitschland. In Schotland en Enge land is de Mei wel gewoonlijk zonnig, maar daarbij guur en buiig. Evenals in April hebben ook in Mei de Zuid-Wes telijke winden slechts zelden de overhand. Meest va rieert de wind tusschen West-Noord-West en Noord- Oost. Een barometrisch hoog ligt in het Westen, laag staat de barometer in het Noord-Oosten van ons werelddeel, in Oost-Duitschland, en dikwijls ook in Zuid-Frankrijk. Het gevolg van deze luchtdrukverdeeling is, dat ons land in de overgangszone ligt, die het hoog van het laag scheidt. Een zware bewolking wisselt dan met ongetemperden zonneschijn af. Regen van be- teekenis valt er niet. Maarvoortdurend bestaat er kans op een enkele bui. Vandaar, dat het aantal regendagen in Mei dikwijls niet zoo klein is. Ligt het hoog ten Noorden, of ten Oosten van ons land, is de wind dus Oost of Zuid-Oost, dan heeft het weer in den regel een heel ander karakter, en kun nen er temperaturen worden waargenomen, die niet onderdoen voor de warmte van den hoog-zomer. Doch men zij op zijn hoede! Bijna ieder jaar wordt im mers omstreeks midden Mei een terugval van den thermometer waargenomen (de z. g. IJsheiligen). Na dezen terugval komt dan echter weer een flinke stij ging. KORTE BERICHTEN. In „Het Volk" worden de soc.-democratische leden van den Bond v. Ned. Onderwijzers opgeroe pen, om 21 Mei te Utrecht samen te komen ter be spreking van de verhouding der S. D. A. P. tot den B. v. N. O., de taak der soc.-dem. onderwijzers in den Bond, enz. Er zijn voldoende bijdragen of toezeggingen voor bijdragen ingekomen voor de tot standkoming van een standbeeld te Dordrecht voor gebroeders De Witt. Gisteren is in het ziekenhuis te Gouda de 21 -ja rige Van den B. overleden, die Vrijdagavond bij een worsteloefening bij een vereeniging den halswervel had gebroken. Het spaarbankboekje dat.bij een juffrouw te Amsterdam werd afgehaald door iemand, die zeide inspecteur van de Rijkspostspaarbank te zijn, is niet door een onbevoegde afgehaald. Het Tijdschrift voor posterijen en telegrafie deelt, met goedkeuring van den directeur-generaal mee, dat het in diens voornemen ligt, den minister in overweging te geven, op de eerstvolgende begrooting voorstellen te doen voor positieverbetering van het lioogere personeel. De heeren Bies, Schuurman en Boeré te Scho ten hebben protest aangeteekend bij de Kroon tegen het besluit van Gedeputeerde Staten van Noord- Holland, waarbij de laatste raadsverkiezing Is ver nietigd. In Middelburg worden heden en morgen Onaf hankelijkheidsfeesten gevierd. Eerst op 5 Mei 1814 kwamen twee commissarissen van den Souvereinen vorst te Middelburg om namens Willem den Eerste het eiland Walcheren in bezit te nemen. H. M. de Koningin ontving gisteren minister Bertling in conferentie. De leden van de Eerste Kamer zijn tot hervat ting van de werkzaamheden bijeengeroepen tegen Dinsdag 12 dezer, des avonds half negen. Zaterdagavond is v. d. H., een kleine houthan delaar te Zaandam, door de stakers verdacht van „onderkruiperij" bij een oploop mishandeld. De dader is geen stAer. Dr. W. J. M. Engelberts, predikant te A'dam spreekt in het Hbld. het aan de N. R. Crt. ontleende bericht, dat hij vrijzinnig geworden is, tegen. Het hoofdbestuur van den Bond van Ned. On derwijzers stelt voor tot wederopzeggens toe steun te verleenen aan den heer O. Th. Beishuizen tot een be drag gelijkstaande met de door hem tijdens zijn ont slag genoten jaarwedde en toeslag 950). Over dit voorstel moet vóór Juni bij referendum beslist worden. tien jaar, maar haar man moest haar ook volledig voor „de wereld" opvoeden I Naast hem werd zijn vrouw geheel op den achtergrond geschoven, maar niemand nam het hem kwalijk, dat hij een eenvoudig meisje van buiten had getrouwd, want haar bruid schat, twee der grootste en rijkste landgoederen der provincie, verklaarde alles. Bovendien was er dezen winter aan den horizon der Berlijnsche gezelschapskringen een nieuwe ster opgegaan: de mooie Russin, zooals zij algemeen ge noemd werd. Men zag haar overal, in het theater, in de salons, en altijd met cshitterende toiletten. Me vrouw von Amikoff had connectie's met de eerste Duitsche financieele huizen, die met de Russische bank in relatie stonden, met den consul en den gezant van haar land. Zij verkeerde in de hoogste kringen, en had reeds in korten tijd zelf een gezelschap ge vormd, waarvan zij het stralende middelpunt was. Haar ontvangdagen waren steeds druk bezocht en haar diners stonden als voortreffelijk bekend, want de keuken van haar hotel was beroemd. Het feit, dat zij in het hotel bleef wonen, vergrootte het ge rucht van haar rijkdom tot in het fabelachtige, en het aantal harer vereerders was dan ook ontelbaar. Johanna Von Dankmar zat in de kamer, die vroe ger door haar schoonmoeder bewoond, nu door Er win geheel nieuw en smaakvol was laten inrichten. De lichte, zachte kleuren van kleeden, gordijnen en kus sens, en de sierlijke aardige meubeltjes gaven het klei ne salon een prettig, behagelijk aanzien. Ook het jonge vrouwtje zelf zag er niet meer zoo „landelijk" uit als bij haar verloving. Het glad-gescheiden haar met de stijve vlechten had voor een modem kapsel plaats gemaakt, en het elegante kleedje was wat stof en maaksel betrof van de laatste mode. Maar het een noch het ander stond haar goed. Het maakte den in druk van de ongewoonte, het gedwongene, en wat Johanna werkelijk aan bekoorlijkheden bezat, haar frissche, bloeiende jeugd, kwamen nog minder dan vroeger tot hun recht. 1 nnr. nar. De BURGEMEESTER der gemeente AUEMAAR brengt ter algemeeme kenni», dat ter «eoretorie^ ver krijgbaar zijn biamooveraoekschnften ter verkrijging van jacht- en visch akten en buitengewone machtigm- gen tot het schieten van schadelijke .gedierte. Vreemdelingen, die hier te lande geen vaste woon plaats hebben, kunnen slechts dan jachtakten beko men, wanneer bij het onderteekend verzoekschrift wordt overgelegd het photografisch portret van den aanvrager. De Burgemeester voornoemd, G. RIPPING. ALKMAAR, 5 Mei. Het is een ware sociale oorlog, welke thans heerscht inOolorado, een van de Westelijke Sta ten van Noord-Amerika. President Wilson moet heb ben verklaard, dat deze sociale verwikkelingen in Co lorado hem meer verontrustten dan de militaire strubbelingen in Mexiko eigenaardig, dat beide bloedige conflicten in het leven moeten zijn geroepen door de machtige Standard Oil-Company 1 Br wordt in Colorado gewoonweg gevochten tus- schen de stakende mijnwerkers eenerzijds en de mijn- wachters van de „staking-brekende" maatschappij Finkeraton en de bondstroepen aan den anderen kant. Zelfs hebben de mijnwachters en de troepen een kamp van de gezinnen der mijnwerkers bestormd en in brand gestoken. Ziehier wat een ooggetuige hieromtrent zeide: Toen da troepen op het kamp het vuur openden waren versoheiden vrouwen en kinderen slechts half gekleed. E!r was geen tijd om kleeren aan te trekken. Drie schoten in het militaire kamp had den het sein voer den aanval gegeven. -Mijn spie gel werd stukgeschoten, een andere kogel nam den hak van mijn schoen weg. Wij zagen de troepen het kamp binnen komen, het doek der tenten met kool- teer insmeren, brandende fakkels er naar werpen en wachten, totdat de tenten brandden. Twintig vrouwen en kinderen kwamen in de vlam men om. In het Noorden moeten de mijnwachters voortdurend muiten, drankwinkels plunderen, post kantoren en andere gebouwen in brand steken. De stakers beantwoorden het geweldi met geweld. Ook zij stichten brand en schieten. Aan beide kan ten schiet men niet alleen met geweren, maar ook met machine-geweren. Men schat het aantal doo- den op 200, maar men kent niet het juiste getal, daar de stakers hun dooden en gewonden meenemen en alle inlichtingen weigeren. De stakers verwerven hoe langer hoe meer sympa thie door het optreden der militie-troepen, die moe ten handelen op last hunner officieren. In verschil lende steden worden protest-verga deringen gehouden tegen de gebeurtenissen en vooral tegen de houding van Rockefeller, die, evenals zijn zoon, tallooze dreig brieven ontvangt en zich zorgvuldig laat bewaken. Een bekende revolutionnaire betoogster, Marie Ganz, die voor het gebouw der Stand. Oil C'y. in hechtenis werd genomen, en die dreigde den jongen Rockefeller als een hond te zullen neerschieten, weigerde zich on. der borgtocht in vrijheid te laten stellen. „Wie voor mij bong blijft, is zijn geld kwijt, want ik begin on middellijk weer", zeide zij tegen den recbter-commis- saris, „laat die Rockefeller maar oppassen, als ik hem ontmoet." De bekende schrijver Upton Sinclair, die in band met relletjes werdl veroordeeld, en honger-staken ging, maar ten slotte toch maar liever zijn boete be taalde, zeide naar aanleiding der dreigementen: „ik keur die dreigementen af; maar indien het doodschie ten van Rockefeller verbetering zou kunnen brengen in de toestanden bij de mijnen, dan zou ik er voor zijn, dat hij werd doodgeschoten." In Nieuw-York in het bijzonder wordt er geduoht tegen Rockenfeller geprotesteerd. De Amerikaansche regeering stelt den gouverneur van Colorado aansprakelijk voor het optreden der bondstroepen, welke enkel op diens verzoek de orde zouden komen herstellen, een taak, waarvan zij zich blijkbaar ietwat zonderling hebben gekweten! Intus- schen vergete men niet, dat zich in Colorado het uit schot van dc beschaafde menschheid heeft gevestigd. Men vindt er van alles wat, maar van weinig iets goeds. De strijd tusschen de mijneigenaren en mijnwerkers duurt met tusschenpoozen nu al sinds een tiental ja- In September 1913 is hij een nieuwe faze inge treden. De werklieden vragen o.m. een werkdag van acht uren, een loonsverhooging van 10 procent en er kenning hunner vakvereeniging. De mijneigenaren, in het bijzonder zijn het de Rockefellers en de Goulds, moeten in geen geval bereid zijn dezen laatsten eisch in te willigen, omdat zij zich daardoor zouden ver plichten, geen ongeorganiseerde werkkrachten in hun dienst te nemen. Hun wordt echter ook verweten, dat zij zich heedemaaJ] niet storen aan de wetten, welke er bestaan nopens de bescherming van den arbeid in de mijnen. De bemiddeling van president Wilson moet zijn af gestuit op den onwil der mijneigenaren om de werk- liedenvereeniging te erkennen. Het conflict dreigt ook nog internationale gevolgen te zullen hebben. De Italiaansche gezant te Washing ton heeft zich namelijk beklaagd over de onvoldoende bescherming van de Italianen in Colorado. Misschien dat deze klacht de regeering der Vereenigde Staten er toe zal brengen om krachtiger dan tot dusverre op te treden en indien eenigszins mogelijk, een einde te ma ken aan dezen socialen burgeroorlog. 17) G- „Ja, maar ik heb niets kunnen vinden. Ik ben niet zulk een geluksvogel als jij, wien de beste partij! uit onze omgeving reeds werd voorbestemd. Johanna von Danikmar is als door den lieven God zelf geschapen, om de vrouw van een goeden grondbezitter te worden Maar Johanna was reeds van den beginne af in goede handen, en je vader heeft er voor gezorgd, dat zij1 voor jou bestemd werd. Dat wist een ieder. Ik moest dus wel meer bescheiden zijn in mijne eischen, dus zal het wel Mieze Jagow worden." „Juffrouw Von Jagow?" herhaalde Erwin eenigs zins verwonderd. „Nu, die is nu niet bepaald mooi te noemen." „Maar practisch, en dat is voor een landheer de hoofdzaak; die houdt buis en hof bijeen en is op de de hoogte van heit landbouwbedrijf ais geen ander." „Dat kan wel, maar zijl is toch ouder dan jij." (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1914 | | pagina 1