DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
No. 105
Honderd en zestiende Jaargang.
1914
DINSDAG
5 MEI.
Jacht
FEUILLETO N.
Levenswegen
Uitgave H. J. W. BECHT, Amsterdam.
"binnenland.
Gemengd nieuws.
EEN MINISTERIEELE
BEDREIGING,
In de openbare vergadering van Woensdag 8 April
is in de Koloniale Staten van Suriname mededeeling
gedaan van een door den gouverneur ontvangen
schrijven van den minister van koloniën.
Minister Pleyte zegt hierin, dat het de aandacht
niet ontgaan zal zijn, dat hij in de Tweede Kamer
het licht heeft doen vallen op den achterstand in wet-
gevenden arbeid, welke bij de Kolon. Staten valt
waar te nemen en duidelijk heeft doen uitkomen, dat
hij met deze trage werkwijze niet kan instemmen.
De minister is van meening, dat er naar moet wor
den gestreefd elk ontwerp eener verordening na de
indiening zonder verwijt in behandeling te nemen en
in den kortst mogeiijken tijd af te doen. Het zou an
ders noodig worden om art. 48 van het Regeerings-
Reglement veel vaker toe te passen dan tot nu ge
schiedde. (Regeling van koloniale aangelegenheden
bij koninklijk besluit). Hoewel de veelvuldige toepas
sing van dat artikel zeer zeker tegen de bedoeling
zou zijn van het Regeerings-Reglement, meent de mi
nister dat de toestand van het oogenblik het noodza
kelijk zou kunnen maken om daartoe te komen, na
Naar het Duitseh
E.
van
WERNER,
„Dat komt er niet op aan bovendien is dat maar
een verschil van twee jaar. Jagow zal wel woedend
zijn, als ik hem zijn zuster weghaal. Die beheert
daar alles bij hem, want zijn eigen vrouw ach he
mel die lijdt aan haar zenuwen en speelt piano,
en als zij eenmaal in den regen uitgaat, komt zi;
thuis en is verkouden! Dan is Mieze een andere na
tuur, die loopt door dik en dun en zou, als het
noodig was, waterlaarzen aantrekken!"
„Ja, dat zou zij ook!" beaamde Erwin, wat Otto
hem echter hoogst kwalijk scheen te nemen, want hij
vervolgde, een weinig geërgerd:
„Ecntgenooten moeten bij elkaar passen kort en
goed, met Kerstais ga ik haar vragen, en in het voor
jaar trouwen wij. Maar eerst ga ik mij in Berlijn nog
overleg met den gouverneur.
De minister overweegt reeds om de sedert 1906 in
gediende faillissementsverordening bij koninklijk be
sluit te doen vaststellen.
De minister erkent ten slotte, dat de achterstand
niet uitsluitend te wijten is aan de Staten, daar er
ook verordeningen aanhangig zijn waaromtrent de
Staten verslag hebben uitgebracht en die nu wachten
op het antwoord van den gouverneur.
De Staten zullen bovenstaand schrijven vermoede
lijk behandelen met de begrooting. (De West)
TUINBOUW-ONDERLINGE.
De Tuinbouw-Onderlinge hield gisteren een druk
bezochte algemeene ledenvergadering te Amsterdam.
Uit het uitgebrachte jaarverslag bleek, dat de ver-
eeniging in bloeienden toestand verkeert. Er zijn
thans bijna 2750 ledenhet verzekerd loon beliep op
31 December 5.287.000. hetwelk na dien tijd tot
ongeveer 5V2 millioen gulaen is aangegroeid. Er blijft
onder werkgevers zoowel als arbeiders groote belang
stelling voor de Onderlinge bestaan.
In het jaar 1913 werden in dienst van de aange
sloten werkgevers 472 arbeiders door een ongeval ge
troffen. Hieronder zijn 5 gevallen van bedrijfsziek-
te begrepen.
Het totaal der schadeloosstellingen over 1913, met
inbegrip van de reserve voor nog te betalen schade
loosstellingen, heeft bedragen 12.914.95y2; het to
taal der contante waarden van de blijvende uitkee-
ringen en de afkoopsommen bedroeg, met inbegrip
der reserve voor nog te verwachten blijvende uitkee-
ringen 13.861.44. De ongevallenkosten hebben
dus bedragen in totaal 26.776.39y2.
Daar het verzekerd loon over 1913 5.287.000 is
geweest, zal dus met de leden afgerekend kunnen
worden tegen 75 cent per 100 loon.
EEN OUDE TOREN.
In de raadsvergadering van Balgooi stelde de bur
gemeester, op advies van den minister van Binnen-
landsche Zaken voor, den uit de 15e eeuw afkomsti-
gen kerktoren te restaureeren. Maar de Raad besloot
hem af te breken en de steenen te gebruiken tot ver
betering der wegen.
DE WERKSTAKING TE ZAANDAM.
Maandagmiddag kwamen, meldt de Tel., te Zaan
dam drie arbeiders uit Duitschland aan, die echter
door de stakers ontvangen werden. Toen zij hoor
den, dat zij onderkruipersdiensten moesten verrich
ten, zijn ze weer vertrokken. Aan den burgemeester
verklaarden zij, dat zij georganiseerde arbeiders wa
ren, die in de meening verkeerden, op een nieuw-op-
gerichte fabriek van de firma H. v. d. Stadt te zijn
aangenomen. Nog 50 Duitsche arbeiders waren op
weg naar Zaandam. Zij zouden ook dezen den juis-
ten stand van zaken meedeelen en trachten ook hen
tot terugkeer te bewegen.
De heer H. v. d. Stadt deelde mee, niets van deze
komst der arbeiders geweten te hebben.
HIJ MAG THANS NIET!
De inlandsche arts Tjipto Mangoenkoesoemo, een
van de drie geintemeerae leiders der voormalige In
dische Partij, die reeds vroeger in de peststreken
dienst heeft gedaan en voor zijn verrichtingen is ge
decoreerd, heeft zich aangemeld om deel te nemen
aan de pestbestrijding op Java. De minister van ko
loniën heeft, naar Het Volk meldt, geantwoord, dat
hij geen vrijheid vond, hem thans in dienst te nemen,
dat hij den gouverneur-generaal van een en ander
kennis zou geven, en het van diens antwoord zou la
ten afhangen, of het aanbod al dan niet zou worden
aanvaard.
ONVOORZICHTIG.
Twee jongens van 18 jaar, G. J. Mulder en G. We
ber te Almelo vonden Zondagmorgen een met hagel
gevulde patroon. Zij staken deze aan, zoodat net
projectiel uit elkaar sprong, met het noodlottig ge
volg, dat beide jongens deerlijk aan aangezicht en
handen verwond werden. In bewusteloozen toestand
werden zij naar het ziekenhuis vervoerd,
MEI.
Onze meteorologische medewerker v. Bt. schrijft
ons:
eens terdege amuseeren
Hij stond plotseling op met een energie, of hij zijn
besluit eerst nog diende te verdedigen, Brankow barst
te in luid lachen uit.
„Wie je zoo hoorde, zou denken dat je wonder wat
avonturen van plan was en toch ben je steeds de
geincameerde soliditeit geweest. Voor jou is het groo
te Berlijn nooit gevaarlijk geweest, hoogstens ga je
eens naar een Variété. Amuseer je dus nog maar eens
vóór je onder den pantoffel van Mieze Jagow raakt
ik vrees, dat deze tamelijk groot is, zooals trouw
ens alles aan deze dame."
Von Eberty ontging deze laatste hatelijke opmer
king; hij keek naar de klok en vond het tijd voor de
tentoonstelling, waarom hijij dus afscheid nam.
Erwin kende den practischen aanleg van zijn vriend,
bij wien het nuttige steeds op den voorgrond stond,
maar over deze eigenaardige keus moest hij toch zijn
hoofd schudden. Marie Von Jagow was een een heel
goede partij, dat was waar zij was rijk, zeer erva
ren in het landbouwbedrijf en in ieder geval een flink
energiek meisje. Doch daarmee hielden ook al haar
deugden'op, vond Erwin.
Maar eigenlijk waren dat zaken, die zijn vriend
aangingen en niet hèm. En Erwin had op nét oogen
blik nog wel andere dingen aan zijn hoofd. Het
was eerst werkelijk zijn plan geweest den geheelen
winter op Rodenstein te blijven, maar toen kwam de
noodlottige brief van mevrouw Von Amikoff, en daar
mee <werd de zoete herinnering aan de heerlijke dagen
van Nizza weer levendig. Het werd hem weer duide
lijk, hoe deze vrouw geheel zijn voelen en denken be-
heerschte! De gedachte, haar te kunnen weerzien, hac
al het andere op den achtergrond gedrongen. Zij wist
dat hij getrouwd was, en zij had hem deze stap
grootmoedig vergeven; zij had zijn bekentenis aange
nomen, zonder een woord van verwijt of ergernis
dat verhief haar nog in zijne oogen. Erwin vermoed
de niet,, dat zijn huwelijk Olga in werkelijkheid heel
welkom was. Dat onthief haar van de noodzakelijk
heid hem 'n blauwtje te laten loopen. Dr. Eckard hac
gelijk met zijn veronderstelling gehad: zij dacht er
niet aan, haar onbeperkte vrijheid als weduwe aan
Erwin te offeren, en bezat ook te veel wereld- en men-
schenkennis, om niet te weten, dat een huwelijk met
zulk een groot onderscheid van jaren, voor beide
partijen minstens onverstandig zou zijn. Mevrouw
Von Amikoff was gewend steeds van alle zijden ge
huldigd te worden, maar deze romantische verhou
ding tot den jongen dichter, was toch voor haar iets
heel bijzonders. Zij interresseerde zich voor hem en
zijn toekomst en het streelde haar, het voorwerp van
zijn dichterlijke ontboezemingen te zijn.
Mevrouw Von Amikoff had soms oogenblikken dat
verveling bij haar de overhand kreeg, dat het schit
terende leven, tot nu toe door haar geleid, haar leeg
en doelloos voorkwam. Zoo was de kennismaking met
Erwin Brankow nieuw en belangwekkend voor haar
geweest en dit had zij de laatste maanden gemist,
die jeugd met haar vurig enthousiasme en haar geloof
aan de toekomst. Zij maakte er geen gewetenszaak
van, hem, nu hij toch getrouwd was, weer aan zich
te binden. Op hun verhouding viel niets aan te mer
ken en dat zou zoo blijven.
Het winterseizoen was begonnnen, het theater-con
cert en soirée-leven was in vollen gang de uitgaan
de wereld amuseerde zich met een energie en volhar-
gen- ding, een betere zaak waardig. Het als rijk en gast-
Het vrij bekend staande huis der familie Brankow was
steeds het middelpunt van uitgelezen gezelschappen
geweest. De meeste partij-genooten van den heer des
huizes verkeerden bij hem, en waren er trotsch op ge
weest als de couranten spraken van de politieke soi-
rée bij den „bekenden afgevaardigde." Mevrouw
Brankow was wel geen beduidende, maar een toch
lieve fijngevoelige vrouw geweest, die de kunst ver
stond, het haar gasten naar den zin te maken en
toen later de zoon volwassen was, bracht hij zijn li
teraire vrienden ook mee in den kring, die een rol in
de Berlijnsche gezelschappen speelde.
Nu stond het salon der Brankow's onder den scep
ter eener jonge huisvrouw, die in haar onervarenheid
niet tegen deze taak was opgewassen. Men vond
haar heel lief, maar onbeduidend; men zou ook Er-
win's keus al heel onverklaarbaar hebben gevonden,
als men niet had geweten, dat Johanna Von Dankmar
een heel rijke partij was. Zij was nog wel pas acht-
Mei, Bloeimaand, door de dichters, vooral door de
Duitschers, zoo bezongen, is in werkelijkheid een
maand van minder poëzy. Een mooie Mei is betrek
kelijk een zeldzaamheid, althans in ons land, België
en Noord-West-Duitschland. In Schotland en Enge
land is de Mei wel gewoonlijk zonnig, maar daarbij
guur en buiig.
Evenals in April hebben ook in Mei de Zuid-Wes
telijke winden slechts zelden de overhand. Meest va
rieert de wind tusschen West-Noord-West en Noord-
Oost. Een barometrisch hoog ligt in het Westen,
laag staat de barometer in het Noord-Oosten van ons
werelddeel, in Oost-Duitschland, en dikwijls ook in
Zuid-Frankrijk.
Het gevolg van deze luchtdrukverdeeling is, dat
ons land in de overgangszone ligt, die het hoog van
het laag scheidt. Een zware bewolking wisselt dan
met ongetemperden zonneschijn af. Regen van be-
teekenis valt er niet. Maarvoortdurend bestaat
er kans op een enkele bui. Vandaar, dat het aantal
regendagen in Mei dikwijls niet zoo klein is.
Ligt het hoog ten Noorden, of ten Oosten van ons
land, is de wind dus Oost of Zuid-Oost, dan heeft
het weer in den regel een heel ander karakter, en kun
nen er temperaturen worden waargenomen, die niet
onderdoen voor de warmte van den hoog-zomer. Doch
men zij op zijn hoede! Bijna ieder jaar wordt im
mers omstreeks midden Mei een terugval van den
thermometer waargenomen (de z. g. IJsheiligen). Na
dezen terugval komt dan echter weer een flinke stij
ging.
KORTE BERICHTEN.
In „Het Volk" worden de soc.-democratische
leden van den Bond v. Ned. Onderwijzers opgeroe
pen, om 21 Mei te Utrecht samen te komen ter be
spreking van de verhouding der S. D. A. P. tot
den B. v. N. O., de taak der soc.-dem. onderwijzers
in den Bond, enz.
Er zijn voldoende bijdragen of toezeggingen
voor bijdragen ingekomen voor de tot standkoming
van een standbeeld te Dordrecht voor gebroeders De
Witt.
Gisteren is in het ziekenhuis te Gouda de 21 -ja
rige Van den B. overleden, die Vrijdagavond bij een
worsteloefening bij een vereeniging den halswervel
had gebroken.
Het spaarbankboekje dat.bij een juffrouw te
Amsterdam werd afgehaald door iemand, die zeide
inspecteur van de Rijkspostspaarbank te zijn, is niet
door een onbevoegde afgehaald.
Het Tijdschrift voor posterijen en telegrafie
deelt, met goedkeuring van den directeur-generaal
mee, dat het in diens voornemen ligt, den minister in
overweging te geven, op de eerstvolgende begrooting
voorstellen te doen voor positieverbetering van het
lioogere personeel.
De heeren Bies, Schuurman en Boeré te Scho
ten hebben protest aangeteekend bij de Kroon tegen
het besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-
Holland, waarbij de laatste raadsverkiezing Is ver
nietigd.
In Middelburg worden heden en morgen Onaf
hankelijkheidsfeesten gevierd. Eerst op 5 Mei 1814
kwamen twee commissarissen van den Souvereinen
vorst te Middelburg om namens Willem den Eerste
het eiland Walcheren in bezit te nemen.
H. M. de Koningin ontving gisteren minister
Bertling in conferentie.
De leden van de Eerste Kamer zijn tot hervat
ting van de werkzaamheden bijeengeroepen tegen
Dinsdag 12 dezer, des avonds half negen.
Zaterdagavond is v. d. H., een kleine houthan
delaar te Zaandam, door de stakers verdacht van
„onderkruiperij" bij een oploop mishandeld. De dader
is geen stAer.
Dr. W. J. M. Engelberts, predikant te A'dam
spreekt in het Hbld. het aan de N. R. Crt. ontleende
bericht, dat hij vrijzinnig geworden is, tegen.
Het hoofdbestuur van den Bond van Ned. On
derwijzers stelt voor tot wederopzeggens toe steun te
verleenen aan den heer O. Th. Beishuizen tot een be
drag gelijkstaande met de door hem tijdens zijn ont
slag genoten jaarwedde en toeslag 950). Over
dit voorstel moet vóór Juni bij referendum beslist
worden.
tien jaar, maar haar man moest haar ook volledig
voor „de wereld" opvoeden I Naast hem werd zijn
vrouw geheel op den achtergrond geschoven, maar
niemand nam het hem kwalijk, dat hij een eenvoudig
meisje van buiten had getrouwd, want haar bruid
schat, twee der grootste en rijkste landgoederen der
provincie, verklaarde alles.
Bovendien was er dezen winter aan den horizon
der Berlijnsche gezelschapskringen een nieuwe ster
opgegaan: de mooie Russin, zooals zij algemeen ge
noemd werd. Men zag haar overal, in het theater, in
de salons, en altijd met cshitterende toiletten. Me
vrouw von Amikoff had connectie's met de eerste
Duitsche financieele huizen, die met de Russische
bank in relatie stonden, met den consul en den gezant
van haar land. Zij verkeerde in de hoogste kringen,
en had reeds in korten tijd zelf een gezelschap ge
vormd, waarvan zij het stralende middelpunt was.
Haar ontvangdagen waren steeds druk bezocht en
haar diners stonden als voortreffelijk bekend, want de
keuken van haar hotel was beroemd. Het feit, dat
zij in het hotel bleef wonen, vergrootte het ge
rucht van haar rijkdom tot in het fabelachtige, en
het aantal harer vereerders was dan ook ontelbaar.
Johanna Von Dankmar zat in de kamer, die vroe
ger door haar schoonmoeder bewoond, nu door Er
win geheel nieuw en smaakvol was laten inrichten. De
lichte, zachte kleuren van kleeden, gordijnen en kus
sens, en de sierlijke aardige meubeltjes gaven het klei
ne salon een prettig, behagelijk aanzien. Ook het
jonge vrouwtje zelf zag er niet meer zoo „landelijk"
uit als bij haar verloving. Het glad-gescheiden haar
met de stijve vlechten had voor een modem kapsel
plaats gemaakt, en het elegante kleedje was wat stof
en maaksel betrof van de laatste mode. Maar het een
noch het ander stond haar goed. Het maakte den in
druk van de ongewoonte, het gedwongene, en wat
Johanna werkelijk aan bekoorlijkheden bezat, haar
frissche, bloeiende jeugd, kwamen nog minder dan
vroeger tot hun recht.
1
nnr.
nar.
De BURGEMEESTER der gemeente AUEMAAR
brengt ter algemeeme kenni», dat ter «eoretorie^ ver
krijgbaar zijn biamooveraoekschnften ter verkrijging
van jacht- en visch akten en buitengewone machtigm-
gen tot het schieten van schadelijke .gedierte.
Vreemdelingen, die hier te lande geen vaste woon
plaats hebben, kunnen slechts dan jachtakten beko
men, wanneer bij het onderteekend verzoekschrift
wordt overgelegd het photografisch portret van den
aanvrager.
De Burgemeester voornoemd,
G. RIPPING.
ALKMAAR, 5 Mei.
Het is een ware sociale oorlog, welke
thans
heerscht inOolorado, een van de Westelijke Sta
ten van Noord-Amerika. President Wilson moet heb
ben verklaard, dat deze sociale verwikkelingen in Co
lorado hem meer verontrustten dan de militaire
strubbelingen in Mexiko eigenaardig, dat beide
bloedige conflicten in het leven moeten zijn geroepen
door de machtige Standard Oil-Company 1
Br wordt in Colorado gewoonweg gevochten tus-
schen de stakende mijnwerkers eenerzijds en de mijn-
wachters van de „staking-brekende" maatschappij
Finkeraton en de bondstroepen aan den anderen
kant. Zelfs hebben de mijnwachters en de troepen
een kamp van de gezinnen der mijnwerkers bestormd
en in brand gestoken.
Ziehier wat een ooggetuige hieromtrent zeide:
Toen da troepen op het kamp het vuur openden
waren versoheiden vrouwen en kinderen slechts
half gekleed. E!r was geen tijd om kleeren aan te
trekken. Drie schoten in het militaire kamp had
den het sein voer den aanval gegeven. -Mijn spie
gel werd stukgeschoten, een andere kogel nam den
hak van mijn schoen weg. Wij zagen de troepen het
kamp binnen komen, het doek der tenten met kool-
teer insmeren, brandende fakkels er naar werpen en
wachten, totdat de tenten brandden.
Twintig vrouwen en kinderen kwamen in de vlam
men om. In het Noorden moeten de mijnwachters
voortdurend muiten, drankwinkels plunderen, post
kantoren en andere gebouwen in brand steken.
De stakers beantwoorden het geweldi met geweld.
Ook zij stichten brand en schieten. Aan beide kan
ten schiet men niet alleen met geweren, maar ook
met machine-geweren. Men schat het aantal doo-
den op 200, maar men kent niet het juiste getal, daar
de stakers hun dooden en gewonden meenemen en
alle inlichtingen weigeren.
De stakers verwerven hoe langer hoe meer sympa
thie door het optreden der militie-troepen, die moe
ten handelen op last hunner officieren. In verschil
lende steden worden protest-verga deringen gehouden
tegen de gebeurtenissen en vooral tegen de houding
van Rockefeller, die, evenals zijn zoon, tallooze dreig
brieven ontvangt en zich zorgvuldig laat bewaken.
Een bekende revolutionnaire betoogster, Marie Ganz,
die voor het gebouw der Stand. Oil C'y. in hechtenis
werd genomen, en die dreigde den jongen Rockefeller
als een hond te zullen neerschieten, weigerde zich on.
der borgtocht in vrijheid te laten stellen. „Wie voor
mij bong blijft, is zijn geld kwijt, want ik begin on
middellijk weer", zeide zij tegen den recbter-commis-
saris, „laat die Rockefeller maar oppassen, als ik hem
ontmoet."
De bekende schrijver Upton Sinclair, die in
band met relletjes werdl veroordeeld, en honger-staken
ging, maar ten slotte toch maar liever zijn boete be
taalde, zeide naar aanleiding der dreigementen: „ik
keur die dreigementen af; maar indien het doodschie
ten van Rockefeller verbetering zou kunnen brengen
in de toestanden bij de mijnen, dan zou ik er voor
zijn, dat hij werd doodgeschoten."
In Nieuw-York in het bijzonder wordt er geduoht
tegen Rockenfeller geprotesteerd.
De Amerikaansche regeering stelt den gouverneur
van Colorado aansprakelijk voor het optreden der
bondstroepen, welke enkel op diens verzoek de orde
zouden komen herstellen, een taak, waarvan zij zich
blijkbaar ietwat zonderling hebben gekweten! Intus-
schen vergete men niet, dat zich in Colorado het uit
schot van dc beschaafde menschheid heeft gevestigd.
Men vindt er van alles wat, maar van weinig iets
goeds.
De strijd tusschen de mijneigenaren en mijnwerkers
duurt met tusschenpoozen nu al sinds een tiental ja-
In September 1913 is hij een nieuwe faze inge
treden. De werklieden vragen o.m. een werkdag van
acht uren, een loonsverhooging van 10 procent en er
kenning hunner vakvereeniging. De mijneigenaren, in
het bijzonder zijn het de Rockefellers en de Goulds,
moeten in geen geval bereid zijn dezen laatsten eisch
in te willigen, omdat zij zich daardoor zouden ver
plichten, geen ongeorganiseerde werkkrachten in hun
dienst te nemen. Hun wordt echter ook verweten, dat
zij zich heedemaaJ] niet storen aan de wetten, welke er
bestaan nopens de bescherming van den arbeid in de
mijnen.
De bemiddeling van president Wilson moet zijn af
gestuit op den onwil der mijneigenaren om de werk-
liedenvereeniging te erkennen.
Het conflict dreigt ook nog internationale gevolgen
te zullen hebben. De Italiaansche gezant te Washing
ton heeft zich namelijk beklaagd over de onvoldoende
bescherming van de Italianen in Colorado. Misschien
dat deze klacht de regeering der Vereenigde Staten er
toe zal brengen om krachtiger dan tot dusverre op te
treden en indien eenigszins mogelijk, een einde te ma
ken aan dezen socialen burgeroorlog.
17) G-
„Ja, maar ik heb niets kunnen vinden. Ik ben niet
zulk een geluksvogel als jij, wien de beste partij! uit
onze omgeving reeds werd voorbestemd. Johanna von
Danikmar is als door den lieven God zelf geschapen,
om de vrouw van een goeden grondbezitter te worden
Maar Johanna was reeds van den beginne af in goede
handen, en je vader heeft er voor gezorgd, dat zij1 voor
jou bestemd werd. Dat wist een ieder. Ik moest dus
wel meer bescheiden zijn in mijne eischen, dus zal het
wel Mieze Jagow worden."
„Juffrouw Von Jagow?" herhaalde Erwin eenigs
zins verwonderd. „Nu, die is nu niet bepaald mooi te
noemen."
„Maar practisch, en dat is voor een landheer de
hoofdzaak; die houdt buis en hof bijeen en is op de
de hoogte van heit landbouwbedrijf ais geen ander."
„Dat kan wel, maar zijl is toch ouder dan jij."
(Wordt vervolgd.)