DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Rilden langs bat Luttik-Oudorp. Liuii AAnriiGta tn in, Adres: JAC. MET. So, 110 Honderd en zestiende Jaargang. 1914 MAANDAG 11 MEI. FEUILLETON. ILievenswegen Uitgave H. J. W, BECHT, Amsterdam. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR, Overwegende dat gedurende de vernieuwing van den walmuur langs de zuidzijde van het Lut- tik-Oudorp het verkeer met rij- en voertuigen aan die zijde gesloten was en dat in het belang van het verkeer de andere zijde van het Luttik-Oudorp ge durende die vernieuwing mocht worden bereden in beide richtingen; Brengen ter algemeene kennis: dat van heden al aan het verkeer weder op de gewone bij art. 164 sub 3e der Algeemeene Poli tieverordening aangegeven wijze zal zijn geregeld, zoodat VERBODEN is: „het Lnttik-Oudorp langs de noordzijde anders te berijden, dan van West naar Oost en langs de zuidzijde anders dan van Oost naar West" en dat op de handhaving van dit verbod nauwkeurig zal worden toegezien. Alkmaar, 8 Mei 1914. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G» RIPPING, Voorzitter. DONATH, Secretaris. ALKMAAR, 11 M^i. In den stand van het Amerikaanseh-Mexikaansch conflict is deze week weinig verandering gekomen. De bemiddeling van de A. B. C. mogendheden (Ar gent nië, Brazilië en Chili) is aanvaard, maar gevol gen heeft dit tot dusverre nog niet gehad. In zoover re is het bemiddelend optreden nogal merkwaardig, omdat het er op wijst, dat naast de Monroe-leuze „Amerika voor de Amerikanen" is ontstaan een an dere, n.l. „Zuid-Amerika voor de Zuid-Amerikanen." Het bemiddelingsvoorstel kon dan ook wel eens geen andere strekking, hebben, dan enkel Noord-Amerika te laten voelen, dat Zuid-Amerika er ook nog is. De groote verrassing van deze week is de Britsche Staatsbegrooting geweest, door minister Lloyd Geor ge in het Lagerhuis ingediend en toegelicht. Nadat de Engelsche regeering tegenover de kiesrechtvrou wen en de Ulstermannen een weinig flinke houding had aangenomen, heeft zij op velen thans een aange- namen indruk gemaakt door haar sociale politiek, welke de minister verleden Maandag heeft aangekon digd. De bekende hervormingsbegrooting van mi nister Lloyd George, waarmede in 1909 nieuwe banen werden ingeslagen, is uitstekend gebleken. Er werd meer gevraagd, maar de batige saldi werden deson danks grooter. Maar de toenemende bewapenings- kosten hebben zooveel gevergd dat het batig werd ver anderd in een nadeelig: de vlootuitgaven stegen in vier jaar tijds met meer dan 120 millioen gulden en de minister van financiën was gedwongen in een te kort van ongeveer zestig millioen gulden te voorzien. De heer Lloyd George heeft gemeend niet tevreden te mogen zijn met de dekking van het tekort, maar heeft voorgesteld wat hij noodzakelijk oordeelde, zon der op den toestand van de schatkist te letten. Hij heeft aanzienlijke sommen gevraagd ten bate van het volksonderwijs en de volksgezondheid en vooral heeft hij groote sommen noodig geacht voor school- voeding van hongerige kinderen. Het tekort werd hierdoor op ongeveer 120 millioen gulden gebracht. Hoe wil de heer Lloyd George dit tekort dekken? Het grootste gedeelte door belastingverhooging voor de inkomens boven 12.000 gulden, door opcenten op de belasting op inkomens van meer dan 36.000 gulden en door de verhooging van de successierechten van 15 tot 20 procent van erfenissen boven 750.000 gul den. Het lijdt geen twijfel, of de heet Lloyd George zal Naar het Duïtseh van E. WERNER. voor deze belangrijke begrooting wel weer een meer derheid in het Lagerhuis vinden. In Albanië gaat het nog lang niet goed. De op standige Epiroten blijven den Albaneezen in het zui den de baas. De internationale controle-commissie heeft den opstandelingen-leider Zografos, met wien majoor Thomson zoo weinig heeft kunnen opschieten, en die zich zelf president van de tijdelijke regeering heeft gemaakt, verzocht de vijandelijkheden tijdelijk te staken, omdat ze met hem over de Epirotische kwestie wilden onderhandelen. De man heeft het verzoek ingewilligd, dat zeker niet van veel wils kracht bij de groote mogendheden getuigt! De Russische volksvertegenwoordiging staat op niet al te goeden voet met de Russische regeering en verleden Dinsdag is het tot een uitbarsting gekomen. Het woord „Doema" is eigenlijk niet gelijkluidend met „volksvertegenwoordiging." De wil des volks komt in het Russische parlement niet tot uiting. De regeering stoort zich bovendien geenszins aan de besluiten der afgevaardigden. En zij is onlangs tot de slotsom gekomen, dat de afgevaardigden ook maar niet meer vrij-uit moeten praten. Zij wil het vrije woord be perken, door afgevaardigden, die al te boud spreken, tijdelijk of voorgoed te schorsen. De uiterste linker zijde is daarvan allerminst gediend. Toen de minis ter-president Goremykin Dinsdag het spreekgestoelte betrad, was dit het sein voor deze groep om kabaal te maken. De voorzitter strafte 8 der levenmakers met schorsing gedurende 15 zittingen, Eenige afgevaar digden waren bijzonder obstinaat en weigerden be slist te voldoen aan het gebod om de vergaderzaal te verlaten, zoodat zij met geweld moesten worden ver wijderd. Later werden er nog 8 afgevaardigden voor 15 zittingen uitgesloten. Het spreekt wel vanzelf, dat, tenzij het spreken in obstructie overgaat, aan het vrije woord in een par lement niet mag worden getornd het parlement moet de regeering immers kunnen controleeren en vrij-uit haar meening kunnen zeggen. Een reaction- naire macht kan dit tijdelijk belemmeren, op den duur zal het vertegenwoordigende stelsel toch de overwinning behalen.... zelfs in Rusland! BINNENLAND. Z. K. H. DE PRINS. Z. K. H. de Prins zal op 19 dezer persoonlijk de bekroningen en prijzen uitreiken, welke toegekend zijn op de intern, en nationale tentoonstelling in Septem ber 1913 vanwege de Kon. Ned. Landbouwvereeni- ging, waarvan de Prins voorzitter is, gehouden. G. G. IDENBURG. De correspondent van de N. R. Crt. te Batavia seint, dat Gouverneur-generaal Idenburg der regee ring den heer D. F. W. van Rees, vice-president van den Raad van Nederlandsch-Indië, warm aanbevolen heeft om hem op te volgen als gouverneur-generaal van Neder landsch-Indië. De landvoogd werkt hard aan een voor H. M. de Koningin bestemd geschrift, waarin hij, evenals de gouverneurs-generaal Rooseboom en Van Heutsz ge daan hebben, een overzicht geeft van de gedurende zijn vijfjarige bestuursperiode gevoerde politiek. Het staat vast, dat de landvoogd in December a. s. als zoodanig aftreedt. ARBITRAGE-VERDRAG. Ridder van Rappard, de Nederlandsche gezant te Washington, en de heer Bryan hebben de overeenkomst geteekend, waarbij het arbitrage-verdrag tusschen Ne derland en de Ver. Staten met vijf jaar is verlengd. Alle geschillen, die niet langs diplomatieken weg kunnen worden geregeld, worden in het verdrag naar liet Haagsche hof van arbitrage verwezen, behalve die geschillen, welke de levensbelangen, de onafhan kelijkheid en de nationale eer»van beide partijen of de belangen van derden raken. MIDDENS I ANDSORGANISATIE. Te Deventer zal bumenkeii mi vergadering plaats hebben van de besturen der Zwolsche Vereen, voor Handel en Industrie, de Zutphensche, Apeldoomsche, Enschedésche, Almelosche en Deventer Handelsver- eenigingen, waarin verschillende middenstandsbe- langen ter sprake zullen komen, alsmede enkele grie ven. De bedoeling moet zijn, tot meer samenwerking te komen. Naar verluidt zal voorgesteld worden het vormen van een Oeldersch-Overijsselsche Middenstandsbond. Er is ontevredenheid over den gang van zaken in den Nederlandschen Bond van Vereenigingen voor den Handeldrijvenden en Industrieelen Middenstand. LANDVERHUIZING. Waar niettegenstaande herhaalde waarschuwingen wederom gezinnen naar Brazilië geëmigreerd zijn, die aldaar in kommervollen toestand geraakten, wordt de aandacht van belanghebbenden er dringend op ge vestigd dat personen, die naar Brazilië emigreeren en niet slagen, in geen geval meer kunnen rekenen op geldelijken bijstand of terugzending naar Nederland voor rekening van het rijk. De consul-generaal der Nederlanden te Preto ria waarschuwt tegen landverhuizing van arbeiders naar Zuid-Afrika, indien niet vooraf zekerheid is ver kregen dat de belanghebbenden bij aankomst aldaar arbeid zullen verkrijgen. IS HET GEDAAN MET DEN BIOSCOOP? Men schrijft uit Utrecht aan het N. v. d. D.: Er is plotseling een kentering gekomen in het bi oscoopbezoek. Zonder dat er een bepaalde reden voor is te vinden (het voorjaarsweer? Red.) blijft het pu bliek weg: de bioscopen zijn leeg. Eén er van is ge sloten, een andere ging in andere handen over en kan zich niet meer staande houden; in een derde is het personeel aangezegd, naar eene betrekking elders uit te zien. Een tweetal blijft rustig voortgaan, zij het ook voor slecht bezette zalen, maar ook die zullen ten laatste moeten sluiten, 't Is een vreemd verschijnsel nog geen half jaar geleden moesten bezoekers wor den afgewezen en thans is er van belangstelling bijna geen sprake meer. VRIJZINNIGE CONCENTRATIE. Op Hemelvaartsdag zal het Vrijzinnige Concentra tie-Comité een betooging organiseeren, zooals in de geschiedenis der vrijzinnige propaganda nog niet bekend is. In alle elf provinciën zal op dien dag een landdag gehouden worden, waar van alle vrijzinnige fracties een lid, zoo mogelijk een Kamerlid, het woord zal voeren. Te dien einde is in iedere provincie een comité ge vormd, dat de voorbereiding ter hand genomen heeft. Op den landdag te Heerenveen zullen het woord voeren de heeren J. B. Ament, mr. Marchant en F. J. W. Drion. Op dien te Veendam de heeren dr. I. H. J. Vos, Teenstra en Knobel. Te Assen de heeren mr. Smeenge, Van Ravestein en Boissevain. Te Zwolle de heeren Abr. Schim van der Loef, Zei- verder en mr. Tydeman. Vermoedelijk te Winterswijk de heeren prof. Eerd- mans, Van Saher en dr. W. W. v. d. Meulen. Te Utrecht de heeren prof. Van Hamel, Ketelaar en mr. dr. Ter Spill. Te Enkhuizen de heeren de Jong (Kamerlid), Frans Netscher en D. Manassen. Te Vlaardingen de heeren mr. v. Raalte, Oud en W. Graadt van Roggen. Te Breda de heeren mr. De Meester, Jacques Wel- leman en mr. H. W. C. de Jong. Te Maastricht de heeren Otto. mr. Roodenburg en J, E. Stork. Te Goes word op denzelfden dag een landdag ge organiseerd door den Vrijzinnigen Bond in Zeeland. Deze betoogingen worden belegd met het doel, de verkregen eenheid in de actie der drie vrijzinnige iracties te bestendigen en sympathie te wekken voor den arbeid van het ministerie-Cort van der Linden. RIJNTOLLEN. De N. R. Crt. schrijft: We hebben er al eens op gewezen, hoe van Duitsche zijde pleegt te worden beweerd, dat regularisatie resp. kanalisatie van den Rijn tusschen Straatsburg en Konstanz onmogelijk is zonder Rijntollen, uit tegen billijk tarief. Carrosseriefabrlkant. Telefoon 572. wier opbrengst die werken allen te bekostigen zouden zijn. In verband met die gangbare opvatting consta teerden wij met belangstelling, hoe de Badensche mi- nister-president in de Tweede Kamer gezegd had, dat die kosten grootendeels uit de opbrengst der in de rivier schuilende electrische kracht zullen kunnen worden goedgemaakt. Deze zienswijze van de Ba densche regeering wordt nu volkomen bevestigd door de onderzoekingen van den Berlijnschen Geh. Ober- baurat dr. Sympher. In een advies, dat deze erkende autoriteit, op verzoek van o. a. den Internationalen Rheinschiffahrtsverband Konstanz heeft uitgebracht over de economische mogelijkheid der Bovenrijnkana- lisatie, wordt toch betoogd, dat de opbrengst uit den verkoop der electrische kracht voor het stuk Straats burgBazel geheel, en voor het stuk BazelKonstanz grootendeels toereikend zou zijn om de kanalisatie te betalen. Onder groote belangstelling ook van den kant der Badensche regeering heeft de Pruisische hoofdambtenaar van den waterstaat van het resultaat zijner onderzoekingen mededeeling gedaan op de 15e vergadering van den Badenschen I Iandelsdag, die op 6 en 7 dezer te Mannheim heeft plaats gevonden. Ons hebben de beschouwingen van dr. Sympher versterkt in de zienswijze, dat de bovenrijnkanalisatie van de invoering van Rijntollen absoluut niet afhankelijk is.' Gemengd nieuws. EEN DREIGBRIEVENSCHRIJVER AANGEHOUDEN. Eenige dagen geleden is, meldt de Tel., door den burgemeester, prof. mr. J. A. van Hamel en den hoofdcommissaris van politie te Amsterdam, een dreigbrief ontvangen, van iemand, die 150 eischte, te deponeeren op een aangegeven plaats; wanneer niet aan dien eisch werd voldaan, zou hij met vuurwa penen optreden. De geadresseerden hebben dat eerste geschrijf on opgemerkt aan zich laten voorbijgaan, tot de dreig briefschrijver andermaal genoemde personen lastig viel. Than9 is hij gearresteerd, 't Is zekere Hendrik Duderstadt, een oude bekende der justitie die ook eeni ge jaren te Veenhuizen doorbracht en door prof. mr j. A. van Hamel aan een betrekking geholpen was. Eenige dagen geleden heeft hij ook in den Haag ge opereerd. Hij schreef een dreigbrief aan den minister van justitie, werd door de Haagsche politie aangehouden en weer op vrije voeten gesteld. Hij is Zaterdag voor den Amsterdamschen officier van justitie geleid. PROV. STATEN VAN NOORD-HOLLAND. De heeren P. Trapman te Schagen en J. Met, te Heerhugowaard, zijn, naar de V. D. meldt, tot den Vrijz. Dem. Bond toegetreden en hebben zich aange sloten bij de V. D. Statenclub. Deze steeg hierdoor van 10 op 12 leden. ARTISTEN-SPORTFEEST IN HET STADION. In een druk bezochte algemeene vergadering van de Nederlandsche Tooneelkunstenaarsvereeniging is besloten op Zondag 14 Juni een groot artisten-sport- feest in het Stadion te organiseeren. Benoemd werd een uitvoerend comité, bestaande uit het bestuur van bovengenoemde vereeniging benevens enkele leden. Niet minder dan 80 artisten hebben zich nu reeds tot medewerking bereid verklaard. Het ligt in de bedoe ling een inderdaad interessant sportfeest te organisee ren, zooals dit reeds herhaaldelijk in het buitenland plaats had. Naast een amusant gedeelte, zullen ver schillende takken van sport op serieuze wijze gede monstreerd worden. Het voorloopige programma, Zaterdag in overleg met den gedelegeerde van de Mij. Het Nederlandsch ALRMAARSCHB COURANT. g—ü—-—l.l.l 22) o Dx. Eckard deed zijn neef tot in de gang uitgeleide. Toen hij daarna weer zijn kamer binnentrad en voor zijn schrijfbureau ging zitten, viel zijn oog op eenige boeken, die hij uitl zijn bibliotheek 'daar had neerge legd voor Johanna Brankow. Hij1 wilde er nog eenige kantteekeningen aan toevoegen, om haar op enkele bijzonderheden opmerkzaam te maken. Erwin's spottende opmerking: „u heeft u tot haar mentor opgeworpen!" bevatte inderdaad waarheid. Be eenzijdig practische opvoeding van mevrouw Von Dankmar had weliswaar van haar kleindochter een uitstekende huisvrouw gemaakt, maar was in geestelijk opzicht te kort geschoten. Johanna scheen dit nu zelf in te willen halen; zij bracht Eckard vaak genoeg in verbazing over haar vlug bevattingsvermo gen oil haar belangstelling voor dingen, die zij tot nu toe slecht®1 biji name gekend had. Daar werd gebeld, en een o ogenblik later verscheen Gundermann met een kaartje en de mededeeling, dat een vreemde heer den doctor wenschte te spreken. „Stuur wegzei deze geërgerd, zonder een blik op het kaartje te werpen. „Ik ben hier in mijn huis en alleen voor mijn vrienden te spreken, dat weet je toch wel; die mijnbeer moet morgen maar op de redactie komen spreekuur van elf tot twee". „Ja, dat heib ik hem al gezegd, maar hij1 wil u alleen spreken. Ik moest u zijn kaartje maar geven". Met een ongeduldige beweging nam' Eckard het kaartje aan. „Alexis" stond er daaronder met potlood geschreven: „brengt een groet uit Petersburg". Eckard dacht even. na; de naam was hem vreemd, maar het handschrift kwam hem 'bekend voor. Hij zelf was nooit meer in Petersburg geweest, maar hij on derhield nog steeds betrekkingen met de „Deutsche Petersburger Zeitung"; hij) was zelfs bevriend met den uitgever, met wien hiji toen had kennis gemaakt, en die van tijd tot tijd naar Berlijn kwam. Misschien bracht deze heer een aanbeveling van daar en moest Eckard in dat geval een uitzondering maken. „Laat dien heer binnen," zei hij! kort. De knecht opende nu de deur voor den vreemdeling, die even voor Eekard boog. Toen sloot hij! haar en liet de heide heeren alleen. „Komt u uit Petersburg?" opende Eekard het ge sprek, terwijl hiji zijn bezoeker .scherp opnam en hem met een handbeweging tot zitting noodigtde. „Keen, ik kom uit Tokio. „Tokio? uit Japan? U meldde u toch hij mij aan met een groet uit' Petersburg?" „Ik heb die vrijheid genomen u aan vroegere betrek kingen te herinneren en het was in Petersburg, dat wij elkaar voor het laatst 'hebben gezien." Eckardi keek hem verrast aan. Er lag een bekende klank in die stem evenals het schrift Eckard als iets bekends was opgevallen. De vreemde was en groote magere, en ondanks zijn bijna witte haren, nog rechte gestalte. Het donker bruin gelaat, welks kleur een verblijf in de tropen verried, was doorploegd van rimpels, als hadden kom mer en ellende er hun stempel1 op gedrukt. Om1 den -mondl lag een harde, hittere trek, en de blauwe oogen keken Eckard1 koud en onbewogen aan. Hij' deed' zich voor als een beschaafd man, en was waarschijnlijk niet zoo oud, als men op het eerste gezicht denken zou. „Ik hen slechts eenmaal in mijn leven te Petersburg geweest, vijftien jaar geleden," zei Dr. Eckard. „Het spijt mij te moeten zeggen, dat ik mij u niet meer kan herinneren. Woont! n nu in Japan?" „Ik heb daar drie jaar gewoond, maar ben voor vier weken in Engeland aangekomen en nu sinds gisteren hier in Berlijn." Weer klonk die stem hem bekend' in de ooren, en hij wist nu zeker, dat hij die meer had gehoord. Deze man interresseerde hem, hij' zon wel geen gunst komen vragen, dat merkte hij wel aan zijn manier van optreden. Toch begon Eckard wat onge duldig te worden. „Alexis de naam is mijl geheel onbekend," zei hij. „Mag ik zoo vriji zijn naar het doel van uw bezoek te vragen?" De vreemdeling stond op en kwam een stap nader bij, terwijl zijne ooigen onafgebroken op Eekard bleven gevestigd. „Je berkent mij dus niet? Dat <iaeht ik wel. Maar de vraag is eigenlijk, of je miji nog kennen wilt?" Eckardi verbleekte en staarde zijn bezoeker aan, terwijl in hem en vermoeden rees, dat hij niet durfde uitspreken. Maar deze zei langzaam en met nadruk: „Frits!" Bij het noemen van zijn naam werd plotseling Ec- kard's herinnering wakker, en herkende hiji den vreemdeling. „Richardriep hij uit. „Ja, Richard Branold zoo1 heette ik vroeger 1" De verrassing was zooi plotseling en overweldigend, dat Eckard eenige oogenhlikken als versuft voor den vriend zijner jeugd staan bleef. „Ben jij) het? Leef je nog.en ben je vrij?" „Gevlucht ben ik vij jaair geleden." „En je hebt miji nooit eenig bericht, eenig teeken van leven gegeven? Je wist toch, waar je mij' vinden kon." „Maar ik wist niet, of het je nog aangenaam was, met een Siberischen banneling te correspondeeren, en dat was ik toch." „Richard!" zei E'dkard vol verwijt, „Men legt niet veel eer in met zulke kennissen, en de menschen veranderen in vijftien jaar dat zie je aan mij." „Ja, dat zie ik!" herhaalde Eckard ontroerd. Ri chard's mooie welluidende stem zij klonk als een gebarsten klok. „Kom I" eed Eckard mot van aandoening trillende slem, en trok zijn vriend naast zich op den divan. erted nu eerst eens, hoe je ontkomen bent en hoe je ■sinds dien tijld geloefd hebt. Ik heb in den eersten tijd alle mogelijke moeite gedaan, om eenige tijding over jou te krijgen, maar het was allemaal veirgeefsch. 'Ik kon niet eens te weten komen, waar je was heenge bracht." Richard lachte hard en schel. „Haturiijk niettl Wij werden doorgestreept in de lijst der levenden wijl verdwenen in het oog van de \v erald en de menschen in het groote, diepe graf Si berië. Maar somstijds spreken de dooden en de graven nog - niemand luistert ér naarl Tien jaar lang heb ilk het uitgehouden waarom, dat weet ik niet; men ver liest daar zelfs de kracht om te sterven. Daar kwamen een paar van 'de arme duivels op de gedachte om te vluchten.. Zijl werden neergeschoten, als waarschuw end voorbeeld voor ons allen 1 Maar eigenaardig daardoor ben ik wakker geschud; toen ik ze daar zoo zag liggen, dacht ikdat is eigenlijk het gemakkelijk ste einde, in ieder geval beter dan de dagedijksche kwelling in de mijnen daan beneden. Er op of er onder en drie weken later vluchtte ik". „En het is gelukt!" zei Eckard, die in de grootste opruiming geluisterd had. „Dat is wel éën op de hon dorden." „Dat is zeker. D© meeste verhongeren of bevriezen, ais zij eenmaal1 op het open veld) zijn. En ik 'ben er vaak genoeg na aan toe geweest. Je durft je nergens e vertoonen, in geen dorp, aan geen station, hoog stens op een afgelegen, eenzame hofstee. In ieder1 ge val ben ik er doorgekomen en zoo kwam ik ook de grenzen over. Zij was wel niet aangenaam, die pas verkregen vrijheid maandenlang trok ik door de anden als arbeider, of als bedelaar, zooals het uitvieL In Bombay was ik sjouwer aan de haven, daarna kwam ik als stoker naar Japan. Je ziet wel, dat het mij niet aan afwisseling ontbroken heeft". (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1914 | | pagina 1