DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN
No. Ill
Honderd en zestiende Jaargang.
1914
DINSDAG 12 MEI.
FEUILLETON.
Ij©v©nsw0g:©n
Dltgafi H. J. W. BECHT, Amsterdam.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
ALKMAAR brengen ter kennis van belanghebben
den, dat bij de heden gehouden UITLOTING van
OBLIGATIES in de geldleeningen ten laste dier
gemeente, aangegaan krachtens raadsbesluiten van:
1. 29 Juli 1892, zijn getrokken de Ns. 10,43, 57, 59,
70, 73, 89, 98 en 99 (3x/2 pCt. leening);
2. 18 Januari 1893, zijn getrokken de Ns. 2, 22, 81,
84, 88, 92, 101, 143, 161, 173, 180 en 208 (3%
pCt. leening);
3. 9 October 1895, zijn getrokken de Ns. 38 en 47
(3 pCt. leening);
4. 1 Maart 1899, zijn getrokken de Ns. 15 en 59
(3Yz pCt. leening);
5. 30 Mei 1900, zijn getrokken de Ns. 8 en 12 (4
pCt. leening);
6. 16 April 1902, zijn getrokken de Ns. 53 en 67
(V/4 pCt. leening);
7. 19 Juni 1907, is getrokken No. 13 (4 pCt. lee
ning).
Welke obligaties, waarvan die van de leeningen
sub 1, 2, 4, 6 en 7. ieder groot DUIZEND GUL
DEN, en die van de leeningen sub 3 en 5, ieder
groot VIJFHONDERD GULDEN, met de onver-
schenen Coupons ten kantore van den Gemeente-
Ontvanger te Alkmaar of de Kasvereeniging te
Amsterdam, ter betaling aangeboden kunnen wor
den, die van de leeningen sub 1 en 2 genoemd, op
of na 1 October 1914, die van de leeningen sub 3
7 genoemd, op of na 1 November 1914, van welke
dagen zij geene rente meer afwerpen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. RIPPING, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
Alkmaar, 8 Mei 1914.
ALKMAAR, 12 Mei.
Aangrijpend zijn de bijzonderheden, welke komen
uit Sicilië, zoo zwaar door een aardbeving geteisterd.
Een der berichtgevers is het niet eigenaardig,
dat het eerste nieuws van de aardbeving via Parijs te
Rome kwam? seinde, dat het de eerste uren na de
ramp onmogelijk was eenig denkbeeld te krijgen van
den omvang van het onheil: de boeren waren als
door den schrik verlamd.
Ik liep, zegt hij, de dorpen af om te trachten een
geredde te vinden, die mij een aaneengeschakeld ver
haal zou kunnen geven van hetgeen hij had beleefd.
Mijn pogen was echter vruchteloos. De meeste be
woners zijn gevlucht ea de enkele, die ik ontmoette,
N&at hst Diateete
E. WERNER.
23) -o
waren als verlamd door de uitgestane angst.
Nog steeds worden er lijken opgegraven. Een oud
man, die zocht naar zijn vrouw en zijn beide klein
kinderen, vond ze eindelijk, liggende alsof ze sliepen.
De grootmoeder hield de beide kleintjes nog vastge
klemd in hare armen. De oude man was zoo ontdaan,
dat hij naar het ziekenhuis moest worden overge
bracht.
Een tachtigjarige vrouw werd geheel ongedeerd
uit de overblijfselen van een bijna totaal vernield huis
gehaald, maar al haar verwanten op een kleinzoon en
achterkleinzoon na bleken te zijn omgekomen.
Een journalist zag een baar met een zwaar
gewonde vrouw er op, er achter liep de man, het hoofd
met bloederige doeken omwoeld, op den arm een pas
geboren kind met gebroken beentje.
In Zofferana werd het kerkhof geheel omgewoeld,
zoodat half vergane lijken te voorschijn kwamen
Gelukkig, dat de bevolking reeds Donderdagavond
was gewaarschuwd door een reeks van lichte schok
ken, waardoor de menschen bij menigte het open veld
in vluchtten vóór de eigenlijke aardschok kwam.
Een geredde vrouw van een telegraafbeambten zei-
de: „Tijdens de aardbeving klonk er door de lucht
een demonisch gehuil. Het huis begon te trillen en
te bibberen als een riethalm in den wind. Plotseling
was het of een wervelwind me greep en me ver weg
droeg. Toen ik ontwaakte, merkte ik, dat ik tusschen
puin op de straat lag, maar als door een wonder,
geen letsel had gekregen."
Verschillende ooggetuigen verklaren, dat er tijdens
de aardbeving een geweldige hitte in het geteisterde
gebied heerschte, welke den menschen den adem bijna
benam.
Zal het hierbij blijven?
Toen Messina in December 1908 werd verwoest,
begonnen de aardbevingen reeds den lOden Decem
ber, terwijl de groote catastrophe eerst den 28sten
plaats greep. Ook nu weer lazen we, dat tallooze be
woners zijn gevlucht, daar zij nog meerder onheil
vreezen. Het is wel merkwaardig de menschen
vluchten, doch niet zoodra is er eenigen tijd verloo-
pen of zij keeren terug en vestigen zich in de gevaar
lijke streken. Robespierre heeft eens gesproken van
wandelen op een vulkaan, Salvandy zeide in 1830 tij
dens een bal tot den hertog van Orleans „nous dan-
sons sur un vulcan," maar de bewoners in het gebied
van Etna en ook van de Vesuvius leven op een vul
kaan. Het geteisterde gebied is een der rijkste stre
ken van Sicilië en juist die rijkdom is oorzaak, dat de
bewoners er hardnekkig blijven, ondanks de talrijk
voorkomende uitbarstingen en aardschokken. De ver
bouwing van citroenen en sinaasappelen verschaft
een goede verdienste; emigratie is dan ook onbekend
onder de bevolking. Wel heeft de gevaarlijke nabij
heid van den reus haar voorzichtig gemaakt. Het
grootste gedeelte der huizen bestaat uit slechts een
verdieping en aan die omstandigheid wordt dan ook
toegeschreven, dat er een onevenredig groot aantal
gewonden zijn tegenover het aantal dooden. In zoo
verre is er wel vooruitgang, maar het „anti-ceismic"
systeem schijnt toch niet heel goed te hebben voldaan,
anders toch zouden de huisjes wel een schok hebben
kunnen doorstaan en niet dadelijk in puin gevallen
zijn. Waar Italië een tijd van voorspoed beleeft, zal
ongetwijfeld alles worden gedaan om dergelijke ver
schrikkelijke natuurrampen zooveel mogelijk te voor
komen en zal het werk van menschenhand, dat dit
beoogt, wel krachtig worden bevorderd. Nu de Sici-
liaansche boer op het puin altijd maar weer een
nieuw huis en op de lava opnieuw zijn vruchten ver
bouwt, omdat het vulkaangebied wien het niet ten
verderve leidt schitterend beloont, zal men niet nala
ten, de droevige gevolgen van dergelijke ernstige ram
pen te beperken. Misschien wordt het zelfs nog eens
op een vulkaan beüekkeiijk veilig wonen
BINNENLAND.
den
mengd nieuws.
MAAISC
COUR
20SBS?QRBEB®
Brunold vertelde dit alles zonder de minste aandoe
ning, zoo koud en onverschillig als schetste hij de er
varingen van een ander, van een vreemde. Hij vervolg
de op denzelf den toon;
„Ik nami den naam „Alexis" aan, omdat de eerlijke
Duitsche naam van mijn vader mij te goed was, om
door dit avontuurlijke leven mee te slepen. In Japan
ontmoette ik toevallig een oude kennis uit Petersburg,
een koopman, die hij een Duitsdhe firma in betrekking
was. Hij' bezorgde mij) een baantje op zijn bureau ik
spreek en schrijf vier talen en kwam daardoor ein
delijk in betere omstandigheden. In de laatste jaren
ben ik secretaris geweest bij een rijken Engelschman,
die alle mogelijke landen bad doorgezworven en einde
lijk ook in Tokio te recht was gekomen. Hij nam mij
mee naar Londen en toen ik eindelijk in Europa terug
was, dacht ik aan jou. Jij! bent nog eenige band die
tusschen mijl en het leven 'gebleven is.ik wilde pro-
'beeren of zij nog zou houden."
„Heb ik daar dan aan getwijfeld?" vroeg Eckard
veerwijtend. „Maar een oogenblik, Richard, ik zal er
even voor zorgen, dat wij niet gestoord worden, ik ben
onmiddellijk weer terug."
verliet de kamer en ging naar de telefoon, waar
hij het diner, waartoe 'hij' was uitgenoodigd, onder een
of ander voorwendsel afzei. Daarna riep hij den ouden
knecht:
„Gundermann, ik blijf vandaag thuis, maar hen
voor niemand te spreken. Uitgegaan voor ieder, die
zich nog melden mocht."
Brunold was op zijn plaats blijven zitten, en keek
eens rond in de com fis tick ingelichte studeerkamer,
naar de bibliotheek en de wandversiering, met den den
blik van een man, die gewoon is zijn omgeving met
onverschillige nieuwsgierigheid' op te nemen. Ha het
geen hij' om zich heen1 zag, scheen het den hoofdredac
teur van de Rundschau heel goed te gaan; hij had car
rière gemaakt, die Fritz 1
Hu trad Eckard weer binnen, ging naast zijn vriend
zitten en greep diens hand.
„Ziezoo, nu ben ik vrij', vandaag kan niemand of
niets ons meer storen. Maar zog, Richard, wees nu
niet zoo strak en 'koel! Ik zie en hoor, hoe je geleden
hebt, maar dat is nu voorbij. Vergeet dien tijd, als een
zware, kwade droom! Je bent weer aan het leven te
ruggegeven, en een hartelijke, trouwe vriendenhand
wordt- je toegestoken tot hulp. Voorloopïg blijf je na
tuurlijk biji mij', dat spreekt vanzelf, dan kunnen we
later weieens aan de toekomst gaan denken."
De oprechte hartelijkheid van deze woorden vonden
niet den minsten weerklank. Brunod's hand lag koud
en onbewegelijk in die van zijn vriend, zonder diens
druk te beantwoorden.
„Heen, ik dank je wel, maar ik wil geen stoornis
brengen in je genoeglijk leventje. Ik denk er in het ge
heel niet aan, je in een enkel opzicht lastig te vallen."
„Richard
„In geen geval, en het is ook niet noodig Ik had
den laatsten tijd als secretaris ccn ruim inkomen, zon
der er iets van te moeten gebruiken, want de En-
gelschman zorgde geheel voor mij. Voor een half jaar
heb ik igeld genoeg, en daarna ja, daarom kom ik
eigenlijk bij jou."
„Alleen daarom?" vroeg Eckard. „Je komt dus
niet om mij
Brunold scheen op dit verwijt geen acht te slaan,
maar ging denzelfden, onverschilligen toon voort:
„Door een oude herinnering uit onze studententijd
ben ik op dit idee gekomen. Je had't destijds veel op
met mijn aanleg als schrijver, en wilde mij' zelfs over
halen in Duitschland' te blijven en van mijn pen te
PAARDENEO KKEKLJ.
De aid. Hoord-Holland van de Hationale Vereeni-
ging tot bevordering der Paardenfokkerij in in -Ne
derland vergaderde gisteren in Krasnapolsky te Am
sterdam, onder Voorzitterschap van dr. J. H. U. Eve-
iein. Onder de ingekomen stukken bevond zich o.a.
een schrijven van den secretaris, den heer P. Oiy,
waarin hij ontslag vroeg, daar hij benoemd is tot secre
taris der Hoii. Mij. v. Landbouw. Onder dankzegging
wordt dit ontslag verleend.
De rekening en verantwoording van den penning
meester werden goedgekeurd. Zij sluit op 1511.79%
en wijst een batig saldo aan van 17.07V2-
Bij de verkiezingen ter voorziening in de vacatures,
ontstaan door het periodiek aftreden van de drie be
stuursleden, de heeren H. E. Bultman, W. Teengs en
D. C. iiezeiman werden alle drie herkozen. In de
plaats van den heer P. Oly werd als commissaris van
het hoofdbestuur gekozen de heer W. Teengs.
De heeren Van Stolk, Waaiboer en Rezelman wer
den aangewezen als afgevaardigden naar de a.s. alge-
meene vergadering der vereeniging.
Aan het einde der bijeenkomst dankte de aftredende
secretaris-penningmeester, de heer P. Oly, voor de
steeds 'ondervonden medewerking. De heer Oly werd
tot lid van verdienste benoemd.
LOTERIJWET.
De politie te Haarlem heeft, meldt de H. R. Crt.
proces-verbaal opgemaakt tegen B. A. A„ suikerbak
ker, en C. H„ choeoladekandelaar, beiden te Rotter
dam, wegens overtreding der Loterijwet.
De eerste stelde een horloge beschikbaar aan hem,
die uit letters op caramels het woord Benno bijeen
verzamelde, de laatste een klokje voor hem, die het
woord Unitas bijeenkreeg uit letters in reepen choco
lade.
Op de 12966 caramels komt éénmaal de letter B.
voor en in 600 reepen chocolade eenmaal de letter 8.
DOOR DE MLANtD GEVALLEH.
Een kantoorbediende te Amsterdam, zekere de H.,
verzond dezer dagen een aangeteekenden brief ,met
een aangegeven waarde van fros. 2000 aan een adres
in België. Zaterdag kwam het stuk als onbestelbaar
terug; de afzender was ten postkantore ontboden,
doch weigerde den brief terug te nemen, omdat de lak-
tempels andere zouden zijn dan de zijne. Hij werd
toen uitgenoodigd' den brief te openen om te zien of
het bedrag van fr. 2000 zich er in bevond, wat niet het
geval bleek te zijn.
Daarna deed hij aangifte van de vermissing der
waarde; de politie vertrouwde het geval echter niet,
on wist hem zoo in het nauw te drijven, dat hij ten
slotte bekende, dat het adres verzonnen was geweest,
en zich in. den brief geen geldwaarde bevonden had.
Hij is in bewaring gesteld, en zal zich nu hebben te
verantwoorden wegens valsche aangifte en poging tot
oplichting van de Hederlandsche posterijen.
BRAHDSTICHTIHG.
In den nacht van Zaterdag op Zondag, omstreeks
half twee, is in den Haag dootr een toeval een brand
ontdekt, die ernstige gevolgen 'had kunnen hebben. De
politie ontdekte brand in een sedert gernimen tijd le
dig staand! bovenhuis, boven de Union-bioscope aan
het einde van het Hofspui, en wel'k perceel grenst aan
een nauw steegje, bekend als het Kalkstraatje.
Op de gang in dit huis vond' de brandweer op kor
ren afstand van elkander twee emmers, boordevol met
benzine, opgehangen aan een klein touwtje, dat aan
een in het houtwerk geschroefd oogje bevestigd was.
Onderling waren, de emmer® verbonden door dunne
o uwen, van welke een der einden, als lont dienst
doende, reeds brandde.
Het toeval 'heeft gewild, dat het touwtje dat de em
mers verbond, door de van het trapgat komende tocht
is gaan branden niet in de richting naar de met ben
zine gevulde emmers, maar naar den tegenovergestel-
den kant. Hierdoor is het 'houtwerk van het achter
huis aangetast en de brand veroorzaakt, die van de
straatzijde werd ontdekt.
gaan leven. Had ik toen je raad gevolgd, dan was al
les heel anders geloopen. Maar dat geeft nu niet meer
ik heb toch al een® mijn litaire sporen verdiend in
jouw blad".
„Met je schetsen over Zuid-Rusland, ja dat weet ik.
Je hebt daarmee bijzonder veel succes gehad en ik heb
er toen in Peteraburg nog bij' je op aangedrongen,
daarmede voort te gaan. Maar je badt toen andere
plannen in 't hoofd, en ik moest voorgoed van je me
dewerking afzien."
„Ja, andere plannen in 't hoofd! Toen was ik nog
de domkop, die liever als een verliefde tortel thuis
bleef kirren. Maar dat is nu dood, en begraven 1 Of
nu met mijn geloof aan de menschheid ook mijn talent
te gronde is gegaan, dat moet jij' me nu zeggen, op
recht en eerlijk. Je hebt altijd een onomkoopbaar kri
tisch geweten gehad ook tegenover je vrienden. Ik had
tijdens den overtocht veel vrijen tijd, en heb toen wat
bij elkaar geflanst. Misschien kun jij1 het 'gebruiken
misschien ook niet in ieder geval wil je het toch
wel doorlezen."
„Breng het mijl dan maar," zei Eckard' ontstemd.
Hij kon den ouden hartelijken toon niet terugvinden;
die onnatuurlijke kalmte, die uit de woorden en heel
de houding van Brunold sprak, viel hem ijskoud op
het hart.
„Goed maar je moet niet meer zooiet,s van mij ver
wachten als de bewuste „Schetsen". Het hedendaags
sche publiek houdt van realiteit.En die kan ik ge
ven. Maar je moet mijn adres nog weten."
„Ga je al weg? Wij hebben elkaar nog ternauwer
nood gesproken."
Eckard was het, met zichzelven nog niet eens, of hij
over het bewuste onderwerp beginnen of maar zwijgen
zou; maar plotseling zei hij' 'besloten:
„Blijf, ik moet je nog iets vertellen I"
Richard bleef staan. Ja?"
„Heb je heb je later nog iets naders vernomen
van haar van je gewezen vronw?"
Daar was het weer, die koude honende lach, die zoo
vreeselijk klonk.
De brand was vrij spoedig gebluscht. Het bleek nog,
dat alle deuren op de bovenverdieping gesloten waren
en later kwam nog uit een kast een groote flesch met
benzine te voorschijn. Gok heeft men een wekker
klokje gevonden, waarmee men, naar vermoed wordt,
heeft getracht automatsch op een bepaald uur een
vlam te doen ontstaan.
Het perceel behoort aan zekeren S„ iemand, die
vroeger in de woning, waarvan het benedenhuis thans
tot bioscoop is ingericht, een hotel heeft gehouden.
S. is te Amsterdam opgespoord en overgebracht
naar den, Haag. Hij' is in verzekerd© bewaring gehou
den. Hij zei het slachtoffer van een wraakneming te
zijn.
VERDU IS'TERIHG.
Het Bbld. meldt nader, dat door de officier van
justitie te Almelo terzake verduistering van 20UU,
de aanhouding wordt gevraagd van mr. P. S. G e r-
1 i ngs, ambtenaar van het openbaar ministerie bij de
kantongerechten in het arrondissement Almelo, secre
taris-penningmeester van de Hamer van Koophandel
en van de Commissie voor de verbetering der Overij-
selsche kanalen. Bovendien is hij secretaris-penning
meester van- Kon. Hed. Politiehondenvereenlging.
Mr. Gerlings heeft sinds eenige dagen zijn stand
plaats zonder verlof verlaten.
KEIH MIAHl DOOR DE POLITIE
DOODGESCHOTEN.
In den nacht van Zaterdag op Zondag hebben zich
ernstige voorvallen voorgedaan in de Hommelstraat
te Arnhem.
Bij' hevig verzet tegen de politie kwam de dienst
doende inspecteur, van der Meulen, tot het gebruik
maken van zijn vuurwapen, waarmede een persoon in
den hals werd gewond en een ander zoodanig in het
hoofd) werd' getroffen, dat hij' na eenigen tijd
tengevolge van verbloeding, overleed.
Het politierapport handelt uitvoerig over de voor
geschiedenis. Hadat een troep zingende personen om
kwart voor één tot kalmte waren gebracht, kwam een
tweede groep vanaf het Velperplein zingende en mu-
ziekmakend de Hommelstraat in.
De inspecteur zond' een politieagent, die met hem
den eersten troep had verjaagd, om de tweede groep
tot kalmte te manen.
Inmiddels kwamen die afgetrokken waren, terug,
en omsingelden den inspecteur, terwijl een hunner
met gebalde vuist op hem afkwam.
Deze werd gegrepen, terwijl inmiddels de agent te
rugkwam teneinde den inspecteur te helpen. De ar
restatie van den man was voor beide troepen aanlei
ding om op de politie aan te vallen, zoodat zij zich ten
slotte genoodzaakt zag den arrestant los te laten.
Bij; die overrompeling kreeg de inspecteur zulk een
hevigen slag, dat hij eenige ©ogenblikken duizelde.
Daarvan hersteld, ging hij op den man af die hem den
slag toebracht teneinde dezen te arresteeren. Weer
kwamen de ruziemakers met vereende macht opzet
ten, terwijl een in gebogen houding vooruit liep blijk
baar met de bedoeling den inspecteur te „scheppen".
Deze pakte zijn revolver, inmiddels nog aanmanend
ruim baan te maken. Maar tegelijkertijdl ging een
schot af, waardoor een persoon getroffen wetrd» Een
tweede schot trof den man die in gebogen houding
kwam aanloopen hoven het linkeroog. Voor dat men
liet ziekenhuis met hem had bereikt, was hij overle
den»
De overledene is de 22-jarige A. J. v. du P., in Am.
sterdam op een rijwielfabriek werkzaam. De 'gewonde
is een der 'beide broeders, terwijl de derde als een der
hevigste verzefplegere in arrest is genomen.
Hog werd een drietal personen v. G., W. en B.
aangehouden.
In een der straten uitkomende op de Hommelstraat
werd eenigen tijd na het voorgevallene, een ploerten-
loeder gevonden, een metalen instrument, met een
zwanen looden knop aan het einde, waarin een ope
ning, waaruit bij een firn ken zwaai, een dolkmes van
2 d.M. lengte voorschijn komt, welk mes zich door
een veer automatisch vastzet.
Do justitie is Zondagmiddag met het onderzoek be
gonnen en heeft verscheidene personen, o. m. den in
specteur V., gehoord»
„Haders natuurlijk. Er werd mij onze scheiding
aangekondigd, die op haar verlangen was uitgespro
ken 1 Wij veroordeelden zijn ïmimers zonder rechten, er
wordt toch maar naar goedvinden met ons gesold. Bij
die gelegenheid is mij ook duidelijk geworden, wie mij
eigenlijk heeft aangeklaagd1."
Eckard zweeg. Welken indruk moest deze ontdek
king gemaakt hebben op den man, die zoo vast op zijn
vrouw en haar liefde had vertrouwdil
„Toen ben ik ook verstandig geworden laat ge
noeg, maar dan ook terdege. Vóór dien tijd was ik vol
i ertwijfeling, vloekte het noodlot, maar geloofde daar
bij toch ook aan een of ander wonder, dat mij redding
zon brengen. Daarna wist ik de geheele toedracht der
zaak, en dat is goed ook, want het heeft mij rust gege
ven. Alles is nu dood, alles heel het verleden."
„Weet je, dat zij, Olga, de vrouw van den directeur
is geworden?"
üok deze woorden maakten niet den minsten in
druk op Richard; zijn gelaat behield dezelfde uitdruk
king toen hij ironisch antwoordde:
„Ik heib het van nimand gehoord, maar ik dacht het
wel, want zij was eerzuchtig. Een kleine bankbeambte
met een matig inkomen, of een rijke directeur, dat
,l' -geen moeilijke keus voor haar. Die twee zullen el
kaar van den beginne af wel hebben begrepen, maar
ik stond bun in den weg; zij wilde mevronw Von Ar-
nikoff worden. Toen zij tezamen het plannetje verzon
nen, om mij zonder veel omslag nit den weg te rui
men I"
„Heen, Richard, zoo was het niet," zei Eckard ern
stig. „Toen dat on menschel ij'ke plan ten uitvoer was
gebracht, twijfelde ik niet, van welke zijde dat kwam.
ölga wist daar echter niets van; toen ik den ochtend
na je ontvoering bij baar kwam, waren 'haar vertwij-
eling en wanhoop, zoodra ik haar de waarheid ver-
«e 1de, oprecht. Toen was de vronw, die je naam droeg
nog de jouwel"
Brunold stond rustig met gekruiste armen voor
zijn vriend alleen zijn lippen trilden.
Wevdt TOrvolgd.