DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN VERKIEZING No. na Honderd en zestiende Jaargang. 1914 DONDERDAG 14 MIL van een lid v. d. gemeenteraad. De BURGEMEESTER der gemeente ALK MAAR brengt, overeenkomstig art. 51 der Kies wet, ter algemeene kennis, dat bij hem op Dinsdag 19 Mei e. k., ter secretarie dier gemeente, van des voormiddags 9 tot des namiddags 4 uur, kunnen worden ingeleverd opgaven van candidaten voor een lid van den Gemeenteraad, ter vervulling der vacature, ontstaan door het ontslag nemen als zoodanig van den heer H. J. F. Wanna, die zit ting had voor het 2e kiesdistrict. Voor zooveel noodig wordt er aan herinnerd, dat die opgaven moeten inhouden den naam, de voorletters en de woonplaats van den candidaat en onderteekend zijn door ten minste vier en twintig kiezers, bevoegd tot deelneming aan deze verkiezing. De tot invulling bestemde formulieren voor de bedoelde opgaven zijn van heden af ter Secretarie dezer gemeente kosteloos verkrijgbaar. De Burgemeester voornoemd, 0. RIPPING. Alkmaar, 25 April 1914. 14 Mei. STADSNIEUWS. Men seint ons uit Amsterdam: Het Gerechtshof heeft heden onder vernietiging van het vrijsprekend vonnis der rechtbank te Alk maar van 17 Maart j.l. F. H. B., veroordeeld tot 14 dagen gevangenisstraf wegens valschheid in geschrif te door een kwitantie te teekenen met den naam van de firma Koning Tilly, toen hij in Nov. j.l. in een winkel te Den Helder „Haarlemmer Olie" verkocht. BINNENLAND. Heefti de Engelsohe regeering met haar voor stel inzake de wet op de eelfregeering aan1 Ierland een nederlaag geloden, ja of neen? Ziedaar een vraag, waarvoor we op het oogenblik staan. Reuter heeft 'hierover geheel gezwegen. Het Kamerverslag van de Daily Chronicle eindigt met de mededeeling dat het Lagerhuis tot een laat uur bijeen bleef. Het nieuwsbureau en het EügeLsche blad ge ven dus geen bijzonderheden, evenmin als de Holland- eche groote pers. Maar de Londensohe correspondent van het Berlijnsehe Tagehlatt seint, dat na 11 uur 's nachts het Lagerhuis het voorstel van den heer As- quith inzalke de zelf regeering aan Ierland heeft ver worpen inert 220 tegen 217 stemmen. De oppositie zegt hij liet luide toejuichingen hooren. Deze be slissing is van groote beteekeuis als symptoom voor de geschokte positie der regeering. De zitting, welke eerst tegen middernacht eindigde, heeft niet enkel het vraagstuk van Ulster, maar ook den geheelen politie- ken toestand gewijzigd. Met zijn voorstel schijnt de minister-president, die anders zoo dikwijls de moeie- lijkheden van het Ulster-vraagstuk door goede inval len uit den weg wist te ruimen, een verkeerden zet te hebben gedaan. Want hij kwetste de Ieren, van wie zijn meerderheid afhankelijk is, zonder de oppositie merkelijk te verzoenen. Ook scheen hij1 aarzelend. Heesch sprak hij1 over het diepe gevoel van verant woordelijkheid en bezigde soortgelijke wendingen, die anders niet tot zijn stijl behooren. Ook in het hoofdartikel van da Chronicle, waarin zich nog al eens de stemming 'der meerderheid afspie gelt, is ontevredenheid over het voorstel van den heer Ajsquith te lezen, zoodat het ons niet verwonderen' zou, indien de regeering inderdaad een nederlaag heeft ge leden, al is dit den Hollandschen couranten tot dusver onbekend gebleven. Het belangrijkste van de Lagerhuiiszitting, waarin bet af en toe nog al rumoerig en hartstochtelijk is toe gegaan, laten we h'ier in elik geval maar volgen. De tninistar-preaident, de hoer Asqnith, sprak o. m. aldus: „Warmoe-, zooal» ik hoop, ja, zooals ik geloof wij onze uiteenlo opende inzichven tot o vereenstemmdng kunnen brengen, dan moet zulk een overeenstemming den vorm aannemen van een aanvullings-voorstel. Ik ga nog een^stap verder dan ik tot dusver gedaan heb, door in naam der regeering te verklaren, dat wij, in den wensch, dat het Lagerhuis de derde lezing van het zelf regeer ingsvoorsteli voor Pinksteren beëindigt, zelf de verplichting op ons nemen, zulk een aanvullings- voorstel in te dienen, in de hoop dat een overeenstem ming bereikt worden 'kan. In dit geval zullen het zelf- regeeringisvoorstel en het aanvullingsvoorstel tegelij kertijd wet kunnen worden. Dat wil zeggen: het zalf- regearingsvoorstel wordt door het Hoogerhuis verwor pen, maar krijgt door de parlement-act wetskracht, terwijl het aanvullingsvoorstel waarschijnlijk door bei de buizen wordt aangenomen." De leider der oppositie, de hear Bonar Law legde daarop een vrij vage en niet veel zeggend© verklaring af. Hij wees er op, dat bet vanzelf sprak dat het Huis alvorens het voor de derde maal het zelfregeerings- voorstel in behandeling nam, de voorstellen der regee ring betreffende Ulster moest kennen, en in 'de gele genheid gesteld worden daarover te beraadslagen. De regearing laat zich in haar huidige politiek leiden, zei- de hij, en slaat een koers in, die ons slechts voor een paar weken over da moeilijkheden heen helpt. Deze koers achtte hij zeer slecht voor het land en zeker niet zonder gevaar. De vroegere oppositie-leider, de heer Balfour, was veel scherper. Schamper merkte hij op, dat een regee- ring haar eigen zwakte bewees, wanneer zij steeds weer nieuwe amendementen noodig had voor haar voorstellen. Deze boosaardigheid bracht minister Lloyd George in woede. Onverwacht stond hij op, ver dedigde den heer Ajsquith en riep uit, dat het niet te pas kwam, de regeering zwakheid te verwijten, wan neer ze tracht, eenheid tot stand te brengen. „Wan neer de oppositie de concessies der regeering op die wijze ontvangt, bewandelt zij1 een weg, die tot burger oorlog moet leiden." De oppositie was buiten haar zelve, schreeuwde: „aftrden, lafaard, schande, schaam U, ge zijt 'n schande voor uw land." De heer Balfour trok zijn woorden in, ironisch opmerkend, dat de wij ziging dan blijkbaar ten doel had, het ontwerp nog volkomener te maken dan het reeds was.. De grootste verrassing bracht de leider der Iersche nationalisten, die volgens de Chronicle een der mooi ste redevoeringen heeft uitgesproken, welke hij ooit heeft gëhouden. Maarde heer Redmond was te- gende regearing. Hij wilde deze politiek van amende menten niet mede maken. De gang van zaken had zijn instemming niet. Hij achtte het nieuwe voorstel van den heer Asquith teveel toegeven aan de oppositie. En in het verslag staat duidelijk en herhaaldelijk „minis terial cheers," hetgeen wil zeggen, dat de liberalen de tegen den minister-president gerichte verklaringen toejuichten. Ook dit is een aianwijizing voor een neder laag der regeering, welke op zichzelf niet zoo heel veel beteekemis zou hebben, maar als symptoom van ge wicht kan zijn in den medelijken tijd, dien Engeland thans doorleeft. TIJDELIJK WETHOUDER. Haar1 wij vernemen komt als tijdelijk wethouder voor den heer mr. Boelmans ter1 Spill, de heer J. E. Luibbe zeer ernstig in aanmerking. KONINKLIJK BEZOEK. Kaar wij vernemen zal Z. K. H. Prins Hendrik, H. M. bij haar bezoek aan West-Friesland vergezellen. De 'bezoekers zullen na een rijtoer door Enkhuizen te hebben gemaakt langs da Streek naar Hoorn en van Hoorn naar Medemblik rijden, waar in het „Kogge- huis" de lunch wordt .gebruikt. Van Medemblik gaat 'de tocht naar Alkmaar. De gasten, die per auto arriveeren, zullen met den trein van 5 uur 10 min., waarin het Koninklijke rij tuig wordt ingeschakeld, weer vertrekken. IN HOOGER BEROEP. PENSIOEN GEMEENTE- A IMTRiTKNi A E.'EN) EN HUNNE WEDUWEN EN WEEZEN. Volgens de nieuwe Pensioenwet moet wor den nage gaan of op 1 October 1913 in deze gemeente voor de ambtenaren pensioensbepalingen golden, die hoogere pensioensaanspraken gaven dan deze wet. Vergelijkt men, zeggen B. en W., de pensioenrege ling, die tot 1 October 1913 te Alkmaar bestond, met de thans geldende Rijksregeling, dam blijkt, dat die regelingen in hoofdlijnen overeenkomen. De weduwe- en weezenpensioenregeling, die tot 1 October 1913 te Alkmaar bestond, wijkt belangrijker ai van de Rijksregeling. Zoo was bij art. 9 der desbe treffende verordening bepaald, dat „bij bet aangaan „van een later huwelijk de weduwe van een ambtenaar „het gemot van het haar toegekend pensioen zou „verliezen en aan haar de afkoopsom zou worden uit gekeerd, een bedrag gelijk aan een jaar pensioen". Deze uitkeerimg biji volgend huwelijk kent de wedu- wemwet voor de gemeente-ambtenaren niet, doch daar tegenover staat, dat krachtens genoemde wet bij over lijden van den later en echtgenoot, de weduwe in het aigemoc® weder .in bert genot treedt van het aan haar toegekende pensioen. Verier was bij de'gemeentelij'ke varordening bepaald, dat ingeval een. ambtenaar over leed „aan de gevolgen van gewelddadigheden of van een ongeval", aan de weduwe en weezen verhoogd pen sioen werd toegekend, eeme bepaling, die de Rijkswet mist. Hiertegenover staat, dat door aanneming van het door prof. Xreub ingediende amendement, de we duwe- en weezenpensioenen met pet. zijn ver hoogd en daardoor de geheeLe weduwe- en weezen-pen sioenregeling tlhams in het algemeen veel gunstiger is dan de destijds geldende geameemtelij'ke regeling. Met het oog op een en ander achrtem wij' het niet gewenscht van gemeentewege voor de kleine verschillen tueschem de destijds geldende gemeentelijke regeling en de te genwoordige rijksregeling nog eeme euppletoire ge meentelijke regeling te maken. Op grond van het bovenstaande stellen B. en W. den Raad voor de beide pensioen-verordeningen voor het op 1 October 1913 in dienst zijnde of later aan te stellen personeel te laten vervallen. Dit sluit tevens in, dat bedoelde verordeningen van kracht blijven voor de ambtenaren, die op 1 October 1913 reeds in het genot van pensioen waren en op de weduwen en weezen van vóór 1 Dctober 1013 overleden ambtena ren. De wachtgeld-regeling zou bij afzonderlijke veror dening kunnen worden vastgesteld of eik voorkomend geval zou afzonderlijk onder de oogen kunnen worden 'gezien. HERZIENING LOONEN GEMEENTE-WERKLIEDEN. In de Raadsvergadering van den 29sten April stel den B. en W. voor de behandeling der ontwerp-veror- deningen, regelende de jaarwedden enz. van het perso neel in verschillende takken van gemeentedienst aan te houden, in verhand met een bespreking van het College met het Hoofdbestuur van den Bond van Ne- derl. Gem.-Werkliedem op 23 April hl. en met een amendement van het raadslid den heer Verkerk d.d. 28 April d.a.v. B. em W. wensdhten n.l. nog met de Commissie van Bijstand voor de gemeente-gasfabriek en die voor de publieke werken te overwegen in hoeverre het mo gelijk zou zijn tegemoet te komen aan verschillend© wemsehem door het hierboven genoemde Hoofdbestuur geuit en voor welk gedeelte zij het amendement van den heer Verkerk tot het hunne konden maken. Na gepleegd overleg met bedoelde Oommissies en met de directeuren der gemeente-gasfabriek en van publieke werken, stellen zij. thans den Raad voor de navolgende wijzigingen in de bijlagen Ne. 23 en 24: a. In bijlage 23: Artikel 1, in plaats van drie 1st© gasstokers te le zen: drie 1ste gasstokers-vo or lieden, in plaats van zes 2de gas'stokers en 'drie hulpstokers te lezen: negen 2de gasstokers, in plaats van een 1ste ookesgasmaker en twee 2de co'kesgasmakers te lezen: drie ookesgasmakers. Bij iedere stokensploeg is één verantwoordelijke sto ker, dien B. en W. wenschen aian te duiden als lsten gasstoker-voorman; de overige gasstokers verrichten allen hetzelfde werk, het is daarom billijk, dat zij ge lijk beloond worden. Dit laatst© is ook het geval met de ookesgasmakers, weshalve zijl ook bij hen de rangen willen doen vervallen. Artikel 2. Het is B. en W. niet mogelijk voor alle werklieden een verhooging van de aanvangisbezoldi- ging met 1 per week voor te dragen, daar 'hierdoor het goede verband tussehen de loonen zou worden ver broken. Het loon der fitters werd met 1 per week ver hoogd, en van 12.50 op 13.50 gebracht, 'dat der lantaaxnfitters met 0.50 en gebracht op 13; de verschillende aard der werkzaamheden van fitters en lantaarnfitters wettigt h, i. een verschil van f 0.50 per week, doch laat niet toe gelijkstelling voor de 'bei de categoriën. Het loon van den smid stelden B. en W. voor van 14 op 17 per week (met drie periodieke verhoogin gen van 1)', Werd ook hier een loonsverhooging toegepast van 1 per week, dan zouden de loongren zen zijn van 16 tot 17.50, een loon dat tegenover dat der overige werklieden onevenredig hoog ie te noemen. B. en W. kunnen daarom niet verder gaan dan voor te stellen het loon van den smid te bepalen op 15.50 tot 17 per week (met 3 periodieke verhoo gingen van 26). Het loon der 1ste gassto kers-voor lieden stellen zij thans voor op 15.50 tot 17 per week (met 3 perio dieke verhoogingen van 26)i; 'hooger loon wordt ook elders nagenoeg niet uitgekeerd. Dat der 9 tweede gasstokers stellen zij voor op 14.50 tot 16 per week (met 8 periodieke verhoo gingen van 26). Het loon der 3 cokesgasmakers stellen zij voor op 15.50 tot 17 per week (met 3 periodieke verhoo gingen van 26)deze arbeiders behooren gelijk ge stéld' te worden met de stokers-voorlieden. Voor den ovenmetsedaar stellen ziji voor 14.50 tot 10 par week (met 3 periodieke verhoogingen van 26). Artikel 0 te 'lezen: Het genot van vrije woning met vuur en licht van den fabrieksbaas wordt voor- 'loopig bepaald op een waarde van 200 's jaars; dat van den fitterabaas op een waarde van 150 jaars. b. In bijlage 24: Art. 2. De loonen te bepalen voor: de timmerlieden op 14 tot 15.50; den metselaaT op 14 tot 15.50; den lsten verver op 14 tot 15.50; den 2den verver o.p 13.50 tot 15; de straatmakers op 13.50 tot 15; den baggerman op 13.50 tot 15; den lsten markt werker op 14 tot 15.50; den 2den mar'ktwerker op 13.50 tot 16; (allen met 8 periodieke verhoogingen van 20, 's jaars). GRO'OTE GELDLEENING. B. en W. stellen den Raad voor een geldleening aan te gaan van 505.000 tegen een rente van 4^2 pet. De leaning zal strekken tot bestrijding der kosten van aankoop van verschillende eigendommen en van onderscheidene uitgevoerde productieve en niet-pxo- duotieve werken, benevens van het renteloos voor schot ad 20.000, verleend aan de Noordei'stoom- tramwegmaatschappij voor den aanleg van een stoom tram AlkmaarSchagem. De kosten van al deze wer ken hebben bedragen 614,469,04%, doch in minde- ding van dit bedrag is gebracht 5.500 en 8000, op de begrooting voor 1913 en 1914 bereids uitgetrokken als aflossing voer deze leening. De hierbadoelde kos ten zijn voorloopig bestreden geworden door tijdelijke leeningen, welke leeningen thans in haar geheel zul len worden afgelost. AU minimum van aflossing wordt bepaald voor de jaren 1915 tot en met 1918 telkens 10.000 voor de jaren 1919 tot en met 193'5 telkens 16.000, en voor de jaren 1936 tot en met 1960 telkens 14.000, betaal baar op 1 November. De gemeenteraad behoudt ten allen rijde de bevoegdheid tot grootere en zelfs tot ge- heale aflossing, maar van die bevoegdheid1 zal geen gebruik worden gemaakt gedurende de eerste vijf ja ren. B. en W. stellen niet voor een openbare inschrijving te doen houden, maar gebruik te maken van het aan bod der Rotterdamsche Bankvereeniging, gedaan me de namens de Amsterdamsche Bank, om deize 'leening in haar geheel, tegen den koers van 9©V16 pet. over te nemen. GEMEENTELIJK PENSIOENFONDS. Het verdient aanbeveling, aldus B. en W. in bijlage 47, het 'gemeentelijk pensioenfonds intact te 'laten. De pensioenen, die reeds zijn verleend aan ambtenaren en nagelaten betrekkingen van ambtenaren, kunnen uit dat fonds worden betaald. Voorts kan het dienen oim, al is gebruik gemaakt van art. 68, eerste ii'd, der pen sioenwet voor de gemeente-ambtenaren 1913, waar-, door de gemeente voor de op 1 Mei 1913 in dienst zijn de ambtenaren betaalt volgens het zoogenaamde om slagstelsel, de verdeeling der lasten voor de op 1 Oc tober 1913 in dienst zijnde ambtenaren toch te doen geschieden volgens het zoogenaamde gemiddelde pre mie-systeem. Voor de ni 1 October 1913 aangestelde of aan te stollen ambtenaren moet reeds volgens de pensioen wetten door de gemeente naar het gemiddelde premie-systeem worden hijgedragen, zoodat het ge meentelijk pensioenfonds voor deze ambtenaren kan worden gesloten. Een voorgestelde wijziging in de verordening van art. 2 sub b, heeft de strekking om zoowel de kortin gen ten behoeve van het Rijkspensioenfonds voor de gemeente-ambtenaren als die ten behoeve van het ge meentelijk fonds in het gemeentelijk fonds te doen storten. De wijziging van art. 3 strekt om de bijdragen door de gemeente aian het Rijksfonds af te dragen uit het gemeentelijk fonds te doen betalen. Zoodoende blijft het verschil tussehen hetgeen de gemeente aan het Rijksfonds moet afdragen en.hetgeen van die bijdra gen op de ambtenaren wordt verhaald, ten laste van het gemeentelijk fonds. B. en W. stellen in verband hiermede den Raad voor te besluiten: a. te bepalen, dat de bedoelde verordening vervalt voor de ma 1 October 1913 aangestelde of aan te stel len ambtenaren» b. de bedoelde verordening te wijzigen als volgt: Verordening tot wijziging der Verordening, houdende bepalingen omtrent het gemeentelijk pensioenfonds (G.B. No. 320 van 1010). Art. 2 sub b. te lezen als volgt: „door de op de bezoldigingen der ambtenaren in te „houden kortingen voor ambtenaar»- en weduwe- an weezenpensioen". Aan art. 3 wordt een 6e lid toegevoegd, luidende: „e. de krachtens de pensioenwet voor de gemeente- ambtenaren 1913 en de weduwenwet voor de gemeem- „te-ambtenaren 1913 door de Gemeente verschuldigde „bijdragen". Deze Verordening wordt geacht den lsten October 1913 in werking te zijn getreden. SUBSIDIE AAN DE N.-H. VEREENIGING „HET WITTE KRUIS". Naar aanleiding van da in de raadsvergadering van 18 Maart LI. gehouden bespreking betreffende het voorstel van B. en W. tot het verleenen, onder zekere voorwaarde, eener subsidie aan de NirH. Vereeniging „het Witte Kruis", opgenomen in bijlage No. 10, heeft het college zic'h tot het Hoofdbestuur der be doelde Vereeniging gewend met het verzoek te willen berichten of en zo© ja welke bezwaren zijner zijds tegen aanneming van het voorstel bestaan. In verband met het ingekomen antwoord stellen B. en W. den Raad thans voor te besluiten: lo. den duur, waarvoor de bij' raadsbesluit van 20 November 1913 aan het Hoofdbestuur der N.-H. ver eeniging „het Witte Kruis" tot wederopzeggen® afge stane grond in erfpacht is uitgegeven, nader te bepa len op 40 jaren; 2a. aan het Hoofdbestuur voornoemd, naar aanlei ding van zijn adres d.d. 8 Januari LI,, in verband met zijn nader schrijven van 24 April d.a.v., ten behoeve van de ontemetringsinriebtingen dier Vereeniging, een j aarlij ksche subsidie uit de gemeentekas toe te kennen van 100. RECHTSPOSITIE1 VERPLEEGSTERS IN HET STADS-ZIEKENHUIS. Het Hoofdbestuur van ,,Nosokómos", Nederland se he vereeniging tot bevordering der belangen van verpleegsters en verplegers, heeft zich tot den Raad gewend met een adres, waarbij' wordt verzocht in het contract, aan te gaan met de gediplomeerde verpleeg- sters'(gers) en leerlingen bij' indiensttreding, de we- derzijdsche plichten en rechten te regelen. B. en W. steHen- den Raad voor overeenkomstig het advies van het bestuur van het stadsziekenhuis en1 de rapporten van de artsen en de directrice het Hoofd bestuur voornoemd te berichten, dat er naar 's Raads meening geen voldoende termen aanwezig zijn om op dit verzoek in1 te gaan. GESLAAGD. Aan de Leidsche Universiteit werd gisteren met gunstigen uitslag afgelegd het propaedeutisch examen in de geneeskunde door den heer A. M. Mulder, van Alkmaar. RUILING VAN GRONDEN. Men seint ons uit den Haag: De Eerste Kamer heeft goedgekeurd het ontwerp tot ruiling van gTond tussehen het Rij'k en de gemeen te Alkmaar. Het betreft de gronden, gelegen op het z.g.n. Eiland. TWEEDE KAMER. Na verdere discussie werd gisteren zonder hoofde lijke stemming het amendement der commissie van rapporteurs op art. 39 van het ontwerp-Inkomstenbe- 1 aaring aangenomen, waardoor de aanslagregeling in hoofdzaak is opgedragen aan het dienstvak der direc te belastingen, doch met samenwerking, in het belang van de juistheid' der aanslagen, tussehen dit dienst vak én dat der registratie Tevens is hierbij opgeno men een opgave van de gevallen waarin een aangifte biljet moet worden uitgereikt, welke bepaling ook in het artikel van het wetsontwerp voorkwam. Art. 39 van bet ontwerp kwam thans te vervallen. Aangenomen werden de artt. 30 tot en met 48, na dat de Minister alle amendementen, die uitvloeisel zijn van het aangenomen amendement, had overgeno men. N'a art. 48 stelde de heer De Meester (U.-L.) voor, het artikel 49 uit het oorspronkelijk ontwerp- Kolkman, dat deze minister had geschrapt, te herstel len. Dit artikel bepaalt, dart bij gebrek aan aangifte, waartoe men verplicht is, de belasüng met 25 pet. wordt verhoogd. Hert amendement werd van verschillende zijden be streden, waarop de voorsteller hert' zoo wijzigde, dat alleen zij, die in gebreke blijven na uitnoodiging om aangifte te doen, met 25 pet. hooger zullen worden belast. Het wordt evenwel met 61 tegen 13 stemmen ver worpen. ^X'a een vinnig debat tussehen de heeren Schaper (S.-D.) en Beumer (A.-R.), waarbij eerstgenoemde de rechterzijde verweet achterstelling van de vrouw bij den man, is aangenomen met 47 tegen 19 stemmen een amendement van den heer Knobel V.-L.), dat het mogelijk maakt, dat ook vrouwen niet-amibtelijk lid van de schattings-oo mmissie kunnen zijn. Heden voortzetting. PEST OP JAVA. Bij het departement van koloniën is ontvangen het volgende telegram van den Gouverneur-Generaal van Nederlands ch-Indië, d.d. 12 dezer, betreffende pestge- v all en op Java gedurende het 14-daagsche tijdvak van 22 April5 Mei:

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1914 | | pagina 1