DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN
VERKIEZING
No. na
Honderd en zestiende Jaargang.
1914
DONDERDAG
14 MIL
van een lid v. d. gemeenteraad.
De BURGEMEESTER der gemeente ALK
MAAR brengt, overeenkomstig art. 51 der Kies
wet, ter algemeene kennis, dat bij hem op Dinsdag
19 Mei e. k., ter secretarie dier gemeente, van des
voormiddags 9 tot des namiddags 4 uur, kunnen
worden ingeleverd opgaven van candidaten voor
een lid van den Gemeenteraad, ter vervulling der
vacature, ontstaan door het ontslag nemen als
zoodanig van den heer H. J. F. Wanna, die zit
ting had voor het 2e kiesdistrict.
Voor zooveel noodig wordt er aan herinnerd,
dat die opgaven moeten inhouden den naam, de
voorletters en de woonplaats van den candidaat
en onderteekend zijn door ten minste vier en
twintig kiezers, bevoegd tot deelneming aan deze
verkiezing.
De tot invulling bestemde formulieren voor de
bedoelde opgaven zijn van heden af ter Secretarie
dezer gemeente kosteloos verkrijgbaar.
De Burgemeester voornoemd,
0. RIPPING.
Alkmaar, 25 April 1914.
14 Mei.
STADSNIEUWS.
Men seint ons uit Amsterdam:
Het Gerechtshof heeft heden onder vernietiging
van het vrijsprekend vonnis der rechtbank te Alk
maar van 17 Maart j.l. F. H. B., veroordeeld tot 14
dagen gevangenisstraf wegens valschheid in geschrif
te door een kwitantie te teekenen met den naam van
de firma Koning Tilly, toen hij in Nov. j.l. in een
winkel te Den Helder „Haarlemmer Olie" verkocht.
BINNENLAND.
Heefti de Engelsohe regeering met haar voor
stel inzake de wet op de eelfregeering aan1 Ierland een
nederlaag geloden, ja of neen?
Ziedaar een vraag, waarvoor we op het oogenblik
staan. Reuter heeft 'hierover geheel gezwegen. Het
Kamerverslag van de Daily Chronicle eindigt met de
mededeeling dat het Lagerhuis tot een laat uur bijeen
bleef. Het nieuwsbureau en het EügeLsche blad ge
ven dus geen bijzonderheden, evenmin als de Holland-
eche groote pers. Maar de Londensohe correspondent
van het Berlijnsehe Tagehlatt seint, dat na 11 uur
's nachts het Lagerhuis het voorstel van den heer As-
quith inzalke de zelf regeering aan Ierland heeft ver
worpen inert 220 tegen 217 stemmen. De oppositie
zegt hij liet luide toejuichingen hooren. Deze be
slissing is van groote beteekeuis als symptoom voor de
geschokte positie der regeering. De zitting, welke
eerst tegen middernacht eindigde, heeft niet enkel het
vraagstuk van Ulster, maar ook den geheelen politie-
ken toestand gewijzigd. Met zijn voorstel schijnt de
minister-president, die anders zoo dikwijls de moeie-
lijkheden van het Ulster-vraagstuk door goede inval
len uit den weg wist te ruimen, een verkeerden zet te
hebben gedaan. Want hij kwetste de Ieren, van wie
zijn meerderheid afhankelijk is, zonder de oppositie
merkelijk te verzoenen. Ook scheen hij1 aarzelend.
Heesch sprak hij1 over het diepe gevoel van verant
woordelijkheid en bezigde soortgelijke wendingen, die
anders niet tot zijn stijl behooren.
Ook in het hoofdartikel van da Chronicle, waarin
zich nog al eens de stemming 'der meerderheid afspie
gelt, is ontevredenheid over het voorstel van den heer
Ajsquith te lezen, zoodat het ons niet verwonderen' zou,
indien de regeering inderdaad een nederlaag heeft ge
leden, al is dit den Hollandschen couranten tot dusver
onbekend gebleven.
Het belangrijkste van de Lagerhuiiszitting, waarin
bet af en toe nog al rumoerig en hartstochtelijk is toe
gegaan, laten we h'ier in elik geval maar volgen.
De tninistar-preaident, de hoer Asqnith, sprak o. m.
aldus:
„Warmoe-, zooal» ik hoop, ja, zooals ik geloof wij
onze uiteenlo opende inzichven tot o vereenstemmdng
kunnen brengen, dan moet zulk een overeenstemming
den vorm aannemen van een aanvullings-voorstel. Ik
ga nog een^stap verder dan ik tot dusver gedaan heb,
door in naam der regeering te verklaren, dat wij, in
den wensch, dat het Lagerhuis de derde lezing van het
zelf regeer ingsvoorsteli voor Pinksteren beëindigt, zelf
de verplichting op ons nemen, zulk een aanvullings-
voorstel in te dienen, in de hoop dat een overeenstem
ming bereikt worden 'kan. In dit geval zullen het zelf-
regeeringisvoorstel en het aanvullingsvoorstel tegelij
kertijd wet kunnen worden. Dat wil zeggen: het zalf-
regearingsvoorstel wordt door het Hoogerhuis verwor
pen, maar krijgt door de parlement-act wetskracht,
terwijl het aanvullingsvoorstel waarschijnlijk door bei
de buizen wordt aangenomen."
De leider der oppositie, de hear Bonar Law legde
daarop een vrij vage en niet veel zeggend© verklaring
af. Hij wees er op, dat bet vanzelf sprak dat het Huis
alvorens het voor de derde maal het zelfregeerings-
voorstel in behandeling nam, de voorstellen der regee
ring betreffende Ulster moest kennen, en in 'de gele
genheid gesteld worden daarover te beraadslagen. De
regearing laat zich in haar huidige politiek leiden, zei-
de hij, en slaat een koers in, die ons slechts voor een
paar weken over da moeilijkheden heen helpt. Deze
koers achtte hij zeer slecht voor het land en zeker niet
zonder gevaar.
De vroegere oppositie-leider, de heer Balfour, was
veel scherper. Schamper merkte hij op, dat een regee-
ring haar eigen zwakte bewees, wanneer zij steeds
weer nieuwe amendementen noodig had voor haar
voorstellen. Deze boosaardigheid bracht minister
Lloyd George in woede. Onverwacht stond hij op, ver
dedigde den heer Ajsquith en riep uit, dat het niet te
pas kwam, de regeering zwakheid te verwijten, wan
neer ze tracht, eenheid tot stand te brengen. „Wan
neer de oppositie de concessies der regeering op die
wijze ontvangt, bewandelt zij1 een weg, die tot burger
oorlog moet leiden." De oppositie was buiten haar
zelve, schreeuwde: „aftrden, lafaard, schande, schaam
U, ge zijt 'n schande voor uw land." De heer Balfour
trok zijn woorden in, ironisch opmerkend, dat de wij
ziging dan blijkbaar ten doel had, het ontwerp nog
volkomener te maken dan het reeds was..
De grootste verrassing bracht de leider der Iersche
nationalisten, die volgens de Chronicle een der mooi
ste redevoeringen heeft uitgesproken, welke hij ooit
heeft gëhouden. Maarde heer Redmond was te-
gende regearing. Hij wilde deze politiek van amende
menten niet mede maken. De gang van zaken had zijn
instemming niet. Hij achtte het nieuwe voorstel van
den heer Asquith teveel toegeven aan de oppositie. En
in het verslag staat duidelijk en herhaaldelijk „minis
terial cheers," hetgeen wil zeggen, dat de liberalen de
tegen den minister-president gerichte verklaringen
toejuichten. Ook dit is een aianwijizing voor een neder
laag der regeering, welke op zichzelf niet zoo heel veel
beteekemis zou hebben, maar als symptoom van ge
wicht kan zijn in den medelijken tijd, dien Engeland
thans doorleeft.
TIJDELIJK WETHOUDER.
Haar1 wij vernemen komt als tijdelijk wethouder
voor den heer mr. Boelmans ter1 Spill, de heer J. E.
Luibbe zeer ernstig in aanmerking.
KONINKLIJK BEZOEK.
Kaar wij vernemen zal Z. K. H. Prins Hendrik, H.
M. bij haar bezoek aan West-Friesland vergezellen.
De 'bezoekers zullen na een rijtoer door Enkhuizen te
hebben gemaakt langs da Streek naar Hoorn en van
Hoorn naar Medemblik rijden, waar in het „Kogge-
huis" de lunch wordt .gebruikt. Van Medemblik gaat
'de tocht naar Alkmaar.
De gasten, die per auto arriveeren, zullen met den
trein van 5 uur 10 min., waarin het Koninklijke rij
tuig wordt ingeschakeld, weer vertrekken.
IN HOOGER BEROEP.
PENSIOEN GEMEENTE- A IMTRiTKNi A E.'EN)
EN HUNNE WEDUWEN EN WEEZEN.
Volgens de nieuwe Pensioenwet moet wor den nage
gaan of op 1 October 1913 in deze gemeente voor de
ambtenaren pensioensbepalingen golden, die hoogere
pensioensaanspraken gaven dan deze wet.
Vergelijkt men, zeggen B. en W., de pensioenrege
ling, die tot 1 October 1913 te Alkmaar bestond, met
de thans geldende Rijksregeling, dam blijkt, dat die
regelingen in hoofdlijnen overeenkomen.
De weduwe- en weezenpensioenregeling, die tot 1
October 1913 te Alkmaar bestond, wijkt belangrijker
ai van de Rijksregeling. Zoo was bij art. 9 der desbe
treffende verordening bepaald, dat „bij bet aangaan
„van een later huwelijk de weduwe van een ambtenaar
„het gemot van het haar toegekend pensioen zou
„verliezen en aan haar de afkoopsom zou worden uit
gekeerd, een bedrag gelijk aan een jaar pensioen".
Deze uitkeerimg biji volgend huwelijk kent de wedu-
wemwet voor de gemeente-ambtenaren niet, doch daar
tegenover staat, dat krachtens genoemde wet bij over
lijden van den later en echtgenoot, de weduwe in het
aigemoc® weder .in bert genot treedt van het aan haar
toegekende pensioen. Verier was bij de'gemeentelij'ke
varordening bepaald, dat ingeval een. ambtenaar over
leed „aan de gevolgen van gewelddadigheden of van
een ongeval", aan de weduwe en weezen verhoogd pen
sioen werd toegekend, eeme bepaling, die de Rijkswet
mist. Hiertegenover staat, dat door aanneming van
het door prof. Xreub ingediende amendement, de we
duwe- en weezenpensioenen met pet. zijn ver
hoogd en daardoor de geheeLe weduwe- en weezen-pen
sioenregeling tlhams in het algemeen veel gunstiger is
dan de destijds geldende geameemtelij'ke regeling. Met
het oog op een en ander achrtem wij' het niet gewenscht
van gemeentewege voor de kleine verschillen tueschem
de destijds geldende gemeentelijke regeling en de te
genwoordige rijksregeling nog eeme euppletoire ge
meentelijke regeling te maken.
Op grond van het bovenstaande stellen B. en W.
den Raad voor de beide pensioen-verordeningen voor
het op 1 October 1913 in dienst zijnde of later aan te
stellen personeel te laten vervallen. Dit sluit tevens
in, dat bedoelde verordeningen van kracht blijven
voor de ambtenaren, die op 1 October 1913 reeds in
het genot van pensioen waren en op de weduwen en
weezen van vóór 1 Dctober 1013 overleden ambtena
ren.
De wachtgeld-regeling zou bij afzonderlijke veror
dening kunnen worden vastgesteld of eik voorkomend
geval zou afzonderlijk onder de oogen kunnen worden
'gezien.
HERZIENING LOONEN
GEMEENTE-WERKLIEDEN.
In de Raadsvergadering van den 29sten April stel
den B. en W. voor de behandeling der ontwerp-veror-
deningen, regelende de jaarwedden enz. van het perso
neel in verschillende takken van gemeentedienst aan
te houden, in verhand met een bespreking van het
College met het Hoofdbestuur van den Bond van Ne-
derl. Gem.-Werkliedem op 23 April hl. en met een
amendement van het raadslid den heer Verkerk d.d.
28 April d.a.v.
B. em W. wensdhten n.l. nog met de Commissie
van Bijstand voor de gemeente-gasfabriek en die voor
de publieke werken te overwegen in hoeverre het mo
gelijk zou zijn tegemoet te komen aan verschillend©
wemsehem door het hierboven genoemde Hoofdbestuur
geuit en voor welk gedeelte zij het amendement van
den heer Verkerk tot het hunne konden maken.
Na gepleegd overleg met bedoelde Oommissies en
met de directeuren der gemeente-gasfabriek en van
publieke werken, stellen zij. thans den Raad voor de
navolgende wijzigingen in de bijlagen Ne. 23 en 24:
a. In bijlage 23:
Artikel 1, in plaats van drie 1st© gasstokers te le
zen: drie 1ste gasstokers-vo or lieden,
in plaats van zes 2de gas'stokers en 'drie hulpstokers
te lezen: negen 2de gasstokers,
in plaats van een 1ste ookesgasmaker en twee 2de
co'kesgasmakers te lezen: drie ookesgasmakers.
Bij iedere stokensploeg is één verantwoordelijke sto
ker, dien B. en W. wenschen aian te duiden als lsten
gasstoker-voorman; de overige gasstokers verrichten
allen hetzelfde werk, het is daarom billijk, dat zij ge
lijk beloond worden. Dit laatst© is ook het geval met
de ookesgasmakers, weshalve zijl ook bij hen de rangen
willen doen vervallen.
Artikel 2. Het is B. en W. niet mogelijk voor alle
werklieden een verhooging van de aanvangisbezoldi-
ging met 1 per week voor te dragen, daar 'hierdoor
het goede verband tussehen de loonen zou worden ver
broken.
Het loon der fitters werd met 1 per week ver
hoogd, en van 12.50 op 13.50 gebracht, 'dat der
lantaaxnfitters met 0.50 en gebracht op 13; de
verschillende aard der werkzaamheden van fitters en
lantaarnfitters wettigt h, i. een verschil van f 0.50
per week, doch laat niet toe gelijkstelling voor de 'bei
de categoriën.
Het loon van den smid stelden B. en W. voor van
14 op 17 per week (met drie periodieke verhoogin
gen van 1)', Werd ook hier een loonsverhooging
toegepast van 1 per week, dan zouden de loongren
zen zijn van 16 tot 17.50, een loon dat tegenover
dat der overige werklieden onevenredig hoog ie te
noemen. B. en W. kunnen daarom niet verder gaan
dan voor te stellen het loon van den smid te bepalen
op 15.50 tot 17 per week (met 3 periodieke verhoo
gingen van 26).
Het loon der 1ste gassto kers-voor lieden stellen zij
thans voor op 15.50 tot 17 per week (met 3 perio
dieke verhoogingen van 26)i; 'hooger loon wordt ook
elders nagenoeg niet uitgekeerd.
Dat der 9 tweede gasstokers stellen zij voor op
14.50 tot 16 per week (met 8 periodieke verhoo
gingen van 26).
Het loon der 3 cokesgasmakers stellen zij voor op
15.50 tot 17 per week (met 3 periodieke verhoo
gingen van 26)deze arbeiders behooren gelijk ge
stéld' te worden met de stokers-voorlieden. Voor den
ovenmetsedaar stellen ziji voor 14.50 tot 10 par
week (met 3 periodieke verhoogingen van 26).
Artikel 0 te 'lezen: Het genot van vrije woning
met vuur en licht van den fabrieksbaas wordt voor-
'loopig bepaald op een waarde van 200 's jaars; dat
van den fitterabaas op een waarde van 150 jaars.
b. In bijlage 24:
Art. 2. De loonen te bepalen voor:
de timmerlieden op 14 tot 15.50; den metselaaT
op 14 tot 15.50; den lsten verver op 14 tot
15.50; den 2den verver o.p 13.50 tot 15; de
straatmakers op 13.50 tot 15; den baggerman op
13.50 tot 15; den lsten markt werker op 14 tot
15.50; den 2den mar'ktwerker op 13.50 tot 16;
(allen met 8 periodieke verhoogingen van 20,
's jaars).
GRO'OTE GELDLEENING.
B. en W. stellen den Raad voor een geldleening aan
te gaan van 505.000 tegen een rente van 4^2 pet.
De leaning zal strekken tot bestrijding der kosten
van aankoop van verschillende eigendommen en van
onderscheidene uitgevoerde productieve en niet-pxo-
duotieve werken, benevens van het renteloos voor
schot ad 20.000, verleend aan de Noordei'stoom-
tramwegmaatschappij voor den aanleg van een stoom
tram AlkmaarSchagem. De kosten van al deze wer
ken hebben bedragen 614,469,04%, doch in minde-
ding van dit bedrag is gebracht 5.500 en 8000, op
de begrooting voor 1913 en 1914 bereids uitgetrokken
als aflossing voer deze leening. De hierbadoelde kos
ten zijn voorloopig bestreden geworden door tijdelijke
leeningen, welke leeningen thans in haar geheel zul
len worden afgelost.
AU minimum van aflossing wordt bepaald voor de
jaren 1915 tot en met 1918 telkens 10.000 voor de
jaren 1919 tot en met 193'5 telkens 16.000, en voor
de jaren 1936 tot en met 1960 telkens 14.000, betaal
baar op 1 November. De gemeenteraad behoudt ten
allen rijde de bevoegdheid tot grootere en zelfs tot ge-
heale aflossing, maar van die bevoegdheid1 zal geen
gebruik worden gemaakt gedurende de eerste vijf ja
ren.
B. en W. stellen niet voor een openbare inschrijving
te doen houden, maar gebruik te maken van het aan
bod der Rotterdamsche Bankvereeniging, gedaan me
de namens de Amsterdamsche Bank, om deize 'leening
in haar geheel, tegen den koers van 9©V16 pet. over
te nemen.
GEMEENTELIJK PENSIOENFONDS.
Het verdient aanbeveling, aldus B. en W. in bijlage
47, het 'gemeentelijk pensioenfonds intact te 'laten. De
pensioenen, die reeds zijn verleend aan ambtenaren en
nagelaten betrekkingen van ambtenaren, kunnen uit
dat fonds worden betaald. Voorts kan het dienen oim,
al is gebruik gemaakt van art. 68, eerste ii'd, der pen
sioenwet voor de gemeente-ambtenaren 1913, waar-,
door de gemeente voor de op 1 Mei 1913 in dienst zijn
de ambtenaren betaalt volgens het zoogenaamde om
slagstelsel, de verdeeling der lasten voor de op 1 Oc
tober 1913 in dienst zijnde ambtenaren toch te doen
geschieden volgens het zoogenaamde gemiddelde pre
mie-systeem. Voor de ni 1 October 1913 aangestelde
of aan te stollen ambtenaren moet reeds volgens de
pensioen wetten door de gemeente naar het gemiddelde
premie-systeem worden hijgedragen, zoodat het ge
meentelijk pensioenfonds voor deze ambtenaren kan
worden gesloten.
Een voorgestelde wijziging in de verordening van
art. 2 sub b, heeft de strekking om zoowel de kortin
gen ten behoeve van het Rijkspensioenfonds voor de
gemeente-ambtenaren als die ten behoeve van het ge
meentelijk fonds in het gemeentelijk fonds te doen
storten.
De wijziging van art. 3 strekt om de bijdragen door
de gemeente aian het Rijksfonds af te dragen uit het
gemeentelijk fonds te doen betalen. Zoodoende blijft
het verschil tussehen hetgeen de gemeente aan het
Rijksfonds moet afdragen en.hetgeen van die bijdra
gen op de ambtenaren wordt verhaald, ten laste van
het gemeentelijk fonds.
B. en W. stellen in verband hiermede den Raad
voor te besluiten:
a. te bepalen, dat de bedoelde verordening vervalt
voor de ma 1 October 1913 aangestelde of aan te stel
len ambtenaren»
b. de bedoelde verordening te wijzigen als volgt:
Verordening tot wijziging der Verordening,
houdende bepalingen omtrent het gemeentelijk
pensioenfonds (G.B. No. 320 van 1010).
Art. 2 sub b. te lezen als volgt:
„door de op de bezoldigingen der ambtenaren in te
„houden kortingen voor ambtenaar»- en weduwe- an
weezenpensioen".
Aan art. 3 wordt een 6e lid toegevoegd, luidende:
„e. de krachtens de pensioenwet voor de gemeente-
ambtenaren 1913 en de weduwenwet voor de gemeem-
„te-ambtenaren 1913 door de Gemeente verschuldigde
„bijdragen".
Deze Verordening wordt geacht den lsten October
1913 in werking te zijn getreden.
SUBSIDIE AAN DE N.-H. VEREENIGING
„HET WITTE KRUIS".
Naar aanleiding van da in de raadsvergadering van
18 Maart LI. gehouden bespreking betreffende het
voorstel van B. en W. tot het verleenen, onder zekere
voorwaarde, eener subsidie aan de NirH. Vereeniging
„het Witte Kruis", opgenomen in bijlage No. 10,
heeft het college zic'h tot het Hoofdbestuur der be
doelde Vereeniging gewend met het verzoek te willen
berichten of en zo© ja welke bezwaren zijner
zijds tegen aanneming van het voorstel bestaan.
In verband met het ingekomen antwoord stellen B.
en W. den Raad thans voor te besluiten:
lo. den duur, waarvoor de bij' raadsbesluit van 20
November 1913 aan het Hoofdbestuur der N.-H. ver
eeniging „het Witte Kruis" tot wederopzeggen® afge
stane grond in erfpacht is uitgegeven, nader te bepa
len op 40 jaren;
2a. aan het Hoofdbestuur voornoemd, naar aanlei
ding van zijn adres d.d. 8 Januari LI,, in verband met
zijn nader schrijven van 24 April d.a.v., ten behoeve
van de ontemetringsinriebtingen dier Vereeniging,
een j aarlij ksche subsidie uit de gemeentekas toe te
kennen van 100.
RECHTSPOSITIE1 VERPLEEGSTERS
IN HET STADS-ZIEKENHUIS.
Het Hoofdbestuur van ,,Nosokómos", Nederland
se he vereeniging tot bevordering der belangen van
verpleegsters en verplegers, heeft zich tot den Raad
gewend met een adres, waarbij' wordt verzocht in het
contract, aan te gaan met de gediplomeerde verpleeg-
sters'(gers) en leerlingen bij' indiensttreding, de we-
derzijdsche plichten en rechten te regelen.
B. en W. steHen- den Raad voor overeenkomstig het
advies van het bestuur van het stadsziekenhuis en1 de
rapporten van de artsen en de directrice het Hoofd
bestuur voornoemd te berichten, dat er naar 's Raads
meening geen voldoende termen aanwezig zijn om op
dit verzoek in1 te gaan.
GESLAAGD.
Aan de Leidsche Universiteit werd gisteren met
gunstigen uitslag afgelegd het propaedeutisch examen
in de geneeskunde door den heer A. M. Mulder, van
Alkmaar.
RUILING VAN GRONDEN.
Men seint ons uit den Haag:
De Eerste Kamer heeft goedgekeurd het ontwerp
tot ruiling van gTond tussehen het Rij'k en de gemeen
te Alkmaar. Het betreft de gronden, gelegen op het
z.g.n. Eiland.
TWEEDE KAMER.
Na verdere discussie werd gisteren zonder hoofde
lijke stemming het amendement der commissie van
rapporteurs op art. 39 van het ontwerp-Inkomstenbe-
1 aaring aangenomen, waardoor de aanslagregeling in
hoofdzaak is opgedragen aan het dienstvak der direc
te belastingen, doch met samenwerking, in het belang
van de juistheid' der aanslagen, tussehen dit dienst
vak én dat der registratie Tevens is hierbij opgeno
men een opgave van de gevallen waarin een aangifte
biljet moet worden uitgereikt, welke bepaling ook in
het artikel van het wetsontwerp voorkwam. Art. 39
van bet ontwerp kwam thans te vervallen.
Aangenomen werden de artt. 30 tot en met 48, na
dat de Minister alle amendementen, die uitvloeisel
zijn van het aangenomen amendement, had overgeno
men.
N'a art. 48 stelde de heer De Meester (U.-L.)
voor, het artikel 49 uit het oorspronkelijk ontwerp-
Kolkman, dat deze minister had geschrapt, te herstel
len. Dit artikel bepaalt, dart bij gebrek aan aangifte,
waartoe men verplicht is, de belasüng met 25 pet.
wordt verhoogd.
Hert amendement werd van verschillende zijden be
streden, waarop de voorsteller hert' zoo wijzigde, dat
alleen zij, die in gebreke blijven na uitnoodiging om
aangifte te doen, met 25 pet. hooger zullen worden
belast.
Het wordt evenwel met 61 tegen 13 stemmen ver
worpen.
^X'a een vinnig debat tussehen de heeren Schaper
(S.-D.) en Beumer (A.-R.), waarbij eerstgenoemde
de rechterzijde verweet achterstelling van de vrouw
bij den man, is aangenomen met 47 tegen 19 stemmen
een amendement van den heer Knobel V.-L.), dat
het mogelijk maakt, dat ook vrouwen niet-amibtelijk
lid van de schattings-oo mmissie kunnen zijn.
Heden voortzetting.
PEST OP JAVA.
Bij het departement van koloniën is ontvangen het
volgende telegram van den Gouverneur-Generaal van
Nederlands ch-Indië, d.d. 12 dezer, betreffende pestge-
v all en op Java gedurende het 14-daagsche tijdvak van
22 April5 Mei: