DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN,
Raleigh.
NL WWILD, Eoterstraat A19. Alkmaar.
No. 117
Hondord en zestiende Jaargang.
1914
ZATEEDAG
16 MEI.
Maandag, den 25 Mei 1914
Dinsdag, den 26 Mei 1914
Woensdag, den 27 Mei 1914
Woeosilag 15 Juli 1914,
Voor honderd jaar geleden.
Indische Bijdragen.
Militie.
Zitting van den Keuringsraad
De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR
maakt bekend, dat de keuringsraad voor de-ingeschre
venen voor de militie, lichting 1015, dezer gemeente,
zitting zal houden te ALKMAAR ten stadhuize, M
kens des voormiddags te 9 uur, op
,oor de ingeschrevenen wier namen beginnen met de
letters A tot en met J., op
voor hen wier namen beginnen met de letters K. tot en
met P en op
voor hen wier namen beginnen met de letters Q tot
en met Z., terwijl bovendien op
des voormiddags te 9 uur, nog eene zitting zal wor
den gehouden voor afdoening der zaken, welker behan
deling niet is afgeloopen.
Omtrent den Keuringsraad gelden de hieronder
vermeide bepalingen:
TAAK VAN DEN KEURINGSRAAD.
Behalve in de hierna te noemen uitzonderingsgeval
len geschieden voor den Keuringsraad de meting en
het geneeskundig onderzoek naar de geschiktheid
voor den dienst.
Ongeschikt voor den dienst worden geacht:
lo. zij, die kleiner zijn dan 1.55 M.;
2o. zij, die lijden aan of behept zijn met een der
ziekten of gebreken, vermeld op eene bij Koninklijk
besluit vastgestelde lijst.
Alleen zij, die bij de meting blijken de vereischte
lichaamslengte te bezitten, worden onderworpen aan
het geneeskundig onderzoek.
De uitspraken van den Keuringsraad worden in
het openbaar medegedeeld.
WIE VOOR DEN KEURINGSRAAD MOETEN
VERSCHIJNEN.
Voor den Keuringsraad moet in het algemeen ver
schijnen ieder ingeschrevene, die niet bij onherroepe
lijk geworden uitspraak van den dienst voorgoed of
tijdelijk vrijgesteld dan wel voorgoed of voorloopig
uitgesloten is. Onherroepelijk is een uitspraak tot
vrijstelling of uitsluiting eerst, wanneer tegen de
uitspraak geen bezwaar ingebracht of beroep inge
steld is binnen den daarvoor bij de wet gestelden ter
mijn of de uitspraak bij de eindbeslissing is gehand
haafd.
Hij, die voor den Keuringsraad moet verschijnen,
is verplicht zich aldaar aan een onderzoek naar zijn
lichaamslengte en, zoo noodig, aan een geneeskundig
onderzoek te onderweipen. Hij kan echter aan den
Commissaris der Koningin in de provincie het ver
zoek doen om het onderzoek voor een anderen Keu
ringsraad te ondergaan. Dit verzoek kan ongeze
geld zijn, doch moet gefrankeerd verzonden worden.
Het verzoek moet door den ingeschrevene zelf wor
den gedaan, met redenen omkleed en onder nauwkeu
rige opgave van adres, alsmede van de plaats waar
hij verlangt te worden gekeurd.
Het staat den ingeschrevene vrij bij de keuring
eene geneeskundige verklaring omtrent de lichaams
gesteldheid over te leggen, opdat de keurende genees-
heeren daarmede rekening kunnen houden.
WIE NIET VOOR "DEN KEURINGSRAAD BE
HOEVEN TE VERSCHIJNEN.
Voor den Keuringsraad behoeven niet te verschij
nen de ngeschrevenen die in vrijwilligen militairen
ijn, en verder:
lie doen blijken door ziekte of gebreken tot die
ijning buiten staat te zijn;
nier bedo
dienst zi
lo. d;
verschiji
De nier "bedoelde ingeschrevenen worden onder
zocht op de plaats, waar zij zich bevinden, mits deze
binnen net Rijk gelegen is; zij zijn verplicht zich aan
dit onderzoek te onderwerpen.
2o. die zich in verzekerde bewaring bevinden of
die verpleegd worden in een rijkswerkinrichting, een
rijksopvoedingsgesticht of een tuchtschool;
Voor het onderzoek van deze categorie van inge
schrevenen geld en dezelfde bepalingen als voor de ca
tegorie onder lo. vermeld.
3o. die verpleegd worden in een krankzinnigen-,
idioten-, doofstommen- of blindengesticht
Voor deze ingeschrevenen wordt door de bestuur
ders der gestichten eene geneeskundige verklaring
overgelegd.
4o. die hun beroep maken van de buitenlandsche
zeevaart of van de zeevisscherij buitenslands;
Deze ingeschrevenen kunnen, zoo zij keuring wen-
schen, zich hetzij voor den Keuringsraad aan het on
derzoek onderwerpen, hetzij vóór 16 Mei tot het on
dergaan van dit onderzoek aanmelden bij den Plaat
selijke- of Garnizoenscommandant in een garnizoen
te hunner keuze, waar een officier van gezondheid is,
of bij den Commandant der Afdeeling Mariniers te
Rotterdam. Bij deze aanmelding, die op een werk
dag des voormiddags negen uur moet geschieden,
moet de ingeschrevene zijn bewijs van inschrijving
voor de militie medebrengen en ten genoegen van den
Commandant aantoonen, dat hij een beroep als hier-
bedoeld uitoefent. Ten minste eén dag vóór de aan
melding moet de aanvrage om keuring aan den Com
mandant hetzij schriftelijk, hetzij mondeling worden
gedaan.
5o. die woonplaats hebben of verblijf houden in
het buitenland.
Deze ingeschrevenen kunnen niettemin, zoo zij keu
ring wenschen, zich zij den Keuringsraad aan het on
derzoek onderwerpen. Zij kunnen bovendien op de
hiervoren aangegeven wijze verzoeken om het onder
zoek voor een anderen Keuringsraad te ondergaan.
Voor zooveel deze ingeschevenen echter door ziek
te of gebreken buiten staat zijn voor den Keurings
raad te verschijnen, kunnen zij volstaan met bij den
Keuringsraad voóór de sluiting zijner zitting in te
zenden eene na 1 Mei afgegeven verklaring, waaruit
blijkt
a. dat de ingeschrevene met geslachtsnaam,
voornamen en leeAijd arm t duiden wegens ziekte
of gebreken buiten staat is /oor den Keuringsraad te
verschijnen
b. dat de ingeschrevene door hen, die de verkla
ring hebben afgegeven, ongeschikt voor den dienst
wordt geoordeeld;
c. de aard en de graad van de ziekte of va., het ge
brek, op grond waarvan de ongeschiktheid aanwezig
wordt geacht, zoomede, de bezwaren, door de ziekte
of het gebrek veroorzaakt.
Deze verklaring moet de onderteekening dragen
van twee geneeskundigen, die ter plaatse van afgifte
bevoegd zijn tot uitoefening van de genees- en heel
kunde. In de Nederlandsche koloniën mag de ver
klaring door enkel dokters-djawa echter alleen dan
worden afgegeven, wanneer ter plaatse geen ander ge
neeskundige is, en mag zij door een dokter-djawa met
een ander geneeskundige alleen dan worden afgege
ven, wanneer ter plaatse niet meer dan één ander ge
neeskundige is. De handteekeningen van hen, die de
verklaring hebben afgegeven, moeten behoorlijk voor
echt zijn verklaard, onder bijvoeging, dat zij, door
wie de handteekeningen zijn gesteld, ter plaatse be
voegd zijn tot uitoefening van de genees- en heelkun
de, dan wel dokters-djawa ziin. Zoo het stuk is on
derteekend door een dokter-djawa, of mede-ondertee
kend door een dokter-djawa, moet bovendien blijken,
welk van de hiervoren bedoelde gevallen aanwezig is.
STRAFBEPALINGEN.
De ingeschrevene, die verplicht is voor den Keu
ringsraad te verschijnen en niet op de daarvoor aan
gewezen plaats of tijd verschijnt, of die, aldaar ver
schenen zijnde, zich niet aan de meting of aan het
geneeskundig onderzoek onderwerpt, alsmede de in
geschrevene, die moet worden onderzocht op de plaats,
waar hij zich bevindt, en zich niet onderwerpt aan de
meting of het geneeskundig onderzoek, wordt gestraft
met hechtenis van ten hoogste veertien dagen of
geldboete van ten hoogste honderd vijftig gulden.
Pleegt hij het feit opzettelijk, dan wordt hij gestraft
met gevangenisstraf van ten hoogste twee maanden
of geldboete van ten hoogste zeshonderd gulden.
NIEUW GENEESKUNDIG ONDERZOEK.
Een nieuw geneeskundig onderzoek van een inge
schrevene heeft plaats, zoo het gevoelen van de beide
geneeskundigen van den Keuringsraad niet van de
zelfde strekking is. Het nieuwe onderzoek geschiedt
voor den Militieraad, in zijne tweede zitting in Au
gustus.
Overigens kan van een ingeschrevene, omtrent
wien door den Keuringsraad uitspraak is gedaan, bij
den Militieraad een nieuw geneeskundig onderzoek
worden aangevraagd:
lo. door den ingeschrevene, wien de uitspraak
geldt, of door zijn vader, moeder, voogd of curator;
2o. door elk der overige voor de gemeente inge
schrevenen, of door zijn vader, moeder, voogd of cu
rator.
De aanvrage moet. zoo zij wordt ingediend door
een der onder 2o. bedoelde personen, berusten op aan
nemelijke, in de aanvrage omschreven gronden, en
binnen tien dagen na den dag, waarop de uitspraak
van den Keuringsraad in het openbaar werd medege
deeld, zijn ingeleverd bij den Burgemeester der Ge
meente, waar de ingeschrevene, wien het geldt, voor
de militie is ingeschreven. Van de inlevering wordt
een bewijs van ontvangst afgegeven. Aanvragen,
niet ingericht of niet ingeleverd op de wijze, hier om
schreven, kunnen geen gevolg hebben.
INDEELINO BIJ DE ZEEMILITIE OF
BIJ EEN DER KORPSEN VAN HET LEGER.
De Voorzitter van den Keuringsraad verzamelt tij
dens de zitting gegevens omtrent de indeeling.
In verband hiermede staat het den ingeschrevene
vrij alsdan aan dien Voorzitter mede te deelen, of
hij zou wenschen te worden bestemd voor de zeemili
tie, voor een bereden korps of voor de administratie-
troepen en ook aan welk korps of garnizoen hij zich
anders gaarne zou zien toegewezen^ Ook kan de in
geschrevene den Voorzitter een schriftelijke verkla
ring ter hand stellen, ten bewijze, dat hij voor eenig
vak of eenigen arbeid bijzondere geschiktheid bezit.
Alkmaar, den llen Mei 1914.
De Burgemeester voornoemd,
G. RIPPING.
Java en de Bnltenbezlttlngen.
Deze veertien daagsche bijdragen over Indië, zullen
den lezers van de Alkmaarsche Courant vertellen van
land en volk van Grooter Nederland, van inboorlingen
en vreemde Oosterlingen, van bestuurden en bestuur
ders en van de toestanden ginds, waaronder die al
len leven. Bij hare samenstelling zal de jongste mail
en andere berichten over Indië worden uitgegaan.
Of hiermede een steentje zal worden bijgebracht
tot eenige meerdere belangstelling hier te lande, voor
dat groote en grootendeels nog in het allereerste
tijdperk van ontwikkeling zijnde Nederlandsch gebied?
Land en volk van ons Oostersch eilandenrijk hebben
die belangstelling zoo dringend van noode en zijn
haar overwaard. Zij is in het welbegrepen belaag van
Nederland als groote koloniale mogendheid.
Gelijk de titel van deze eerste bijdrage wellicht doet
vermoeden, wil zij eene vergelijking trekken tusschen
Java met Madoera en dat overige, 13% maal grootere
deel van den Archipel, dat, verband houdende met
de bestaande officieele indeeling, met de collectieve
benaming „de Buitenbezittingen" wordt aangeduid.
Eenige uiteenzetting of en in hoever deze indeeling
zooals velen meenen, verouderd moet worden genoemd
schenkt de gelegenheid als inleiding voor deze rubriek,
land en volk in ruwe trekken af te beelden.
Een feit is het, dat altijd Java en niet een van de
andere groote eilanden het hoofdeiland van den Ar
chipel is geweest, Java (met Madoera), dat in zijne
dichte bevolking steeds de hoofdvoorwaarde heeft be
zeten tot hooger ontwikkeling.
Hierin bezit het reeds een geweldigen, niet in te
halen voorsprong op de, met uitzondering van Bali,
Lombok en eenige der kleinere eilanden, armbevolkte
Buitenbezittingen. Pro- J. F. Niermeijer noemt dan
ook de indeeling van den Archipel: Java (met Madoe
ra) en de Buitenbezittingen, of in zielentallen uitge
drukt: rond 30 millioen en slechts 10 millioen, in
overeenstemming met de kuituur. 1)
Ook Sumatra, ten behoeve waarvan eenige andere
indeeling gewenscht wordt, mist, hoewel beter be
volkt dan het overgroote deel van de Buitenbezit
tingen, dien voor de ontwikkeling van land en volk
voornamen factor. Het rijke cultuurland van de Oost
kust van Sumatra had zich onder den enormen aan
voer van arbeidskrachten van buiten, nu reeds een
150.000 Javanen en Chineezen, nimmer tot zijn huidi-
gen bloei kunnen opwerken en de gestadige uitbrei
ding van dat cultuurgebied vraagt een steeds groo
teren aanvoer van arbeiders, die nu voor een deel uit
het Bataksch binnenland verkregen worden.
We zouden nog op de kunstmatige en daarom wei
nig gelukte teelt van Javanen-kolonies in de Lampongs
kunnen wijzen, op de emigratie van Javaansche koe
lies naar het goudmijn-land van Noord-Benkoelen
enz. Geen sprekender bewijs echter voor onze bewe
ring dan de vermelding, dat op een meer dan drie
maal grooter gebied op Sumatra slechts een bevol
king huist ter sterkte van nog niet het tiende deel van
Java's bevolking. Daaruit blijkt tevens, hoe gering
het zielental is van dat enorme gebied beoosten Su
matra en beoosten Java, waaronder dan nog de dicht
bevolkte eilanden Bali en Lombok zijn begrepen. Vol
gens prof. Niermeijer is de bestaande indeeling van
den Archipel nog meer in overeenstemming met de
kuituur, wanneer men bij Java en Madoera twee na
burige eilanden, Bali en Lombok, voegt. „De Java-
Lombok-rij heeft op een dertiende der grootte van het
geheel (binnen de Nederlandsche grenzen gerekend)
meer dan drie vierde van het aantal bewoners." 1
Toch heeft Sumatra reeds langer dan dat overige
deel van de Buitenbezittingen de aandacht getrokken,
waarvoor verschillende redenen zijn aan te voeren.
Wij noemen hier slechts de economische, als: de
Groote cultures" in
ouvemement van
Atjeh en Onderhoorigheden, vooral in de residentie
Sumatra's Oostkust, cue zijn gelegen tusschen de kust
en de hooge plateau van het binnenland; de olierijke
streken daar in de grensgebieden van beide gewesten,
en in Palembang en Djambi, in welk laatste gewest
zij echter nog op ontginning wachten; de aanwezig
heid van edele en andere metalen en van steenkolen
in loonende hoeveelheden in het bergland langs de
Westkust.
Doch gewezen moet uog op wei het meest ontwik-
Alleen verkrijgbaar
rijkdom van den bodem voor de „v.
de streken op de Oostkust van het go
1
kelde volk van den Archipel op den Maleier van de
Westkust, m. n. van Padangsche Bovenlanden. De
Maharadja van het oude rijk van Meuangkabau deed
zijn gezag erkennen tot in de landen aan gene zijde
van den Barisan, het tegenwoordige Bengkalis op de
Uostkust. Op alle eilanden van den Archipel heeft
de Maleier zich met de inheemsche bevolking ver
mengd, dan wel deze naar de binnenlanden terugge
drongen. Zij en de Boegineezen en Makassaren van
Celebes waren tot voor weinige jaren de feitelijke
heerschers in uitgestrekte kustgebieden van de Buiten
bezittingen.
Van de meerdere belangstelling voor Sumatra ge
tuigt wel de intensievere bestuursindeeling. Telt Java
met Madoera 17 residenties, Sumatra is met inbegrip
van den Riouw-archipel, Banka en Billiton, ingedeeld
in elf gewesten. Ziet men daartegenover de zooveel
grootere eilanden Borneo en Celebes en de uitgebrei
de eilandengroepen van de Kleine Soenda-eilanden en
der Molukken, waarvan de bestuursindeeling voor elk
niet meer bedraagt dan twee gewesten.
Vermeld zij hier nog, dat het enorme gebied van
N.-Guinea bij de residenties Ternate en Onderhoorig
heden en Amboina is ingedeeld en dat van de Kleine
Soenda-eilanden, Bali en Lombok een afzonderlijk ge
west uitmaken.
Men zal ons wijzen op de reeds in de Kamer aan
hangig gemaakte plannen tot reorganisatie van de be
stuursindeeling van den geheelen Archipel, waardoor
gewesten van grooter omvang (gouvernementen) zul
len ontstaan, b.v. voor Java met Madoera en het ei
land Sumatra elk drie. Doch ook daarbij zullen Bor
neo en Celebes minder bedeeld blijven, uitmakende
dan elk één geweest, evenals het vorige deel en met
die reorganisatie zullen mede de korpsen bestuurs
ambtenaren, Europeesche en Inlanasche, grondig
worden herzien.
Wij voor ons kunnen wel zeggen, dat de vorming
van een gouvernement van Midden-Sumatra toe te
juichen zal zijn op historische en geographische
gronden en stellen ons daarbij dat gewest voorals sa
mengesteld uit: de tegenwoordige gewesten Suma
tra's Westkust en Djambi, de afdeeling Indrageri van
de residentie Riouw en Onderhoorigheden, alsmede
het Zuidelijk deel, Bengkalis, van de residentie Oost
kust van Sumatra. De stroomgebieden van de vijf
machtige rivieren van Sumatra: de Rokan, de Siak, de
Kampar, de Koeantan en de Batang Hari, die alle,
zoo niet geheel, dan toch grootendeels in he Barisan-
bergland van e.g. gewest haar bron-rivieren hebben,
zullen dan één gouvernement vormen, dat van kust
tot kust reikt.
Doch ook voor handel en verkeer werd Sumatra
beter bedacht dan eenig ander deel der Buitenbezit
tingen. Het kan in de verste verte zich nog niet be
roemen op een prachtig spoor- en tramwegnet als Ja
va bezit, dat binnen enkele jaren wellicht een één-
daagsche verbinding tusschen Batavia en Soerabaja
zal zien tot stand gebracht. Doch waar in de Buiten
bezittingen worden overigens ijzeren wegen aange
troffen
Het tracé is reeds uitgezet en de aanleg aangevan
gen voor eene verbinding van het Atjehsche tramweg-
net met het net van spoor- en tramwegen in de resi
dentie Oostkust van Sumatra en spoedig zal een ijze-
ren.weg Oléhleh met de Asahan-rivier verbinden. Een
zijlijn door het Siantarsche naar den Zuidelijken oe
ver van het Toba-meer zal ook niet lang meer uitblij
ven.
Ter Westkust leidde de ontdekking van het Ombi-
linkolenveld tot den aanleg van den Staatsspoorweg,
waarvan de eindpunten in het binnenland zijn: Sa-
wah Loentoh nabij dat veld en het Noordelijker gele
gen Pajakoemboeh, en aan de kust Emmahaven, waar
heen de steenkolen worden afgevoerd.
Ten slotte het in Zuid-Sumatra in aanleg zijnde
spoorwegnet met de stamlijn Z.N. door de residen
ties Lampongsche Districten en Palembang langs den
Oostelijken voet van den Barisan.
Nog stukwerk dus dat alles, onderling gescheiden
nog door onmetelijke gebieden, waarvan echter de
voorloopige spoorwegverkenning reeds heeft plaats
gehad.
Toch nchijnt men thann van oordeel, dat Sumatra
eerder vermeerdering van groote wegen geschikt voor
automobielverkeer, van noode heeft. Naast de be
staande groote wegen worden reeds 4 millioen gul
den voor dat doel verwerkt.
Thans is echter een groot wegenplan voor Suma-
tra opgemaakt, hoewel nog niet definitief vastgesteld,
dat rond 8 millioen voor nieuwe wegen vraagt en
rond 9 millioen aan noodig geachte verbetering van
de bestaande, een totaalsom dus van 21 millioen, wel
ke in de eerstvolgende jaren alleen aan het net der
groote verkeerswegen op Sumatra door den Staat
ten koste zal zijn te leggen.
Ten slotte zij nog gewezen op het onderzoek, dat
wordt ingesteld, om te Belawan aan de Malakka-
straat een oceaanhaven in te richten, de tweede haven
dus na Sabanghaven op Poeloeweh aan den grooten
verkeersweg met Oost-Azië, en dat in de Lampongs-
baai een spoorhaven wordt ingericht.
Waarlijk, moeilijk kan worden volgehouden, dat
Sumatra thans nog als onmondig wordt beschouwd,
waar toch ook op ander gebied van overheidsbemoei
ing, als onderwijs, landbouw, boschwezen en veeteelt,
de belangstelling gaande is. Naarmate de hooge ver
wachtingen zich zullen verwezenlijken, die men van
het eiland koestert, zal ook die belangstelling toene
men, evenals voor het veelomvattend gebied der volks
gezondheid, waarvoor zelfs op Java bijna nog alles
moet worden gedaan.
Doch moeten de „brieven van meerderjarigheid"
aan Sumatra uit te reiken, voor alles bevatten vol
gens het oordeel van den Deli-correspondent van de
UIT DE ADKMAiAESCHE COHEDANT VAN1
MAANDAG DEN' 16 MET 1814.
Gro'Ot-Brittaimië.
Londen, den 6 Mei. Men heeft heden avond alhier
de Parijsche papieren van den 3 DL ontvangen, en,
hoewei zij weinig nieuws bevatten, echter dezelve met
het grootste genoegen gelezen en ontwaard 'dat bij
den intogt des Konings de hartelijkste vreugde en de
meeste eensgezindheid geheerscht hebben. Zoo zulks
in de daad bewaarheid 'syordt, 't welk men niet in
twijfel kan trekken, heeft da vrees, welke sommige
nog voor het vervolg aan den dag leggen, weinig
grond.
Een der voornaamste ministerieele morgenbladen
schijnt heden noig eeniige ongerustheid te willen inboe
zemen wegens de aanstaande terug keer van 500.000
Fransche soldaten (thans nog krijgsgevangenen1).
Hetzelve laat zich aldus uit: „Men heeft de reductie
zelfs van eene gedisciplineerde armee, bij bet sluitên
van eenen vrede, altijd voor zeer gevaarlijk gehouden.
Wat heeft men nn van 5001 duizend soldaten, die
steeds onder de vanen van Napoleon gediend hebben,
te verwachten, indien men dezelve op eens Frankrijk
laat Dverstroomen? Zij zijn onbekwaam om zich we
der aan den landbouw toe te wijden; zij zijn te trots
om te bedelen; zoo zij' allen op eens ontslagen worden,
zal Frankrijk vol bandieten geraken. Blijven zij 'bij
een onder zulke zachtaardige en gematigde bevelheb
ber®, als Soult en d'Avoust? als dan is de troon van
Bodewijk XVIII op een zandgrond gebouwd en de
misdadiger van 'het eiland Elba kan met reden ver
wachten om eenmaal weder uit zijne ballingschap ge
roepen te worden, ten' einde zijne handen op nieuw in
het bloed der Bourbons te d tropen; het monster, 't
welk na de schrikkelijke les 'biji Leipzig, nog durfde
verklaren dat hij geen vrede zouden maken voor dat
hij Munchen verbrand en zijne adelaars op de puin-
hoopen van Weenen geplant had, leeft nog. Het is
van het grootste belang voor Frankrijk dat deze ben
den krijgsgevangenen' in zeer kleine afdeetLingen terug
komen. Wij' lezen in de adressen welke aan Bodewijk
XVlli gepresenteerd worden te veel van de eer en
roem van de leger®. Die roem heeft voor het grootste
gedeelte ©en onuitwischharen schandvlek op den
Franschen naam gedrukt en heeft al wat in Frankrijk
nofc edel en deugdzaam was, ongelukkig gemaakt.
Welke roem ligt er in den moord van Madrid, in de
vernieling van Saragoasa, in de wreed© vervolging
van de brave Hamburger»? Wij willen ons deze too-
neelen van ellenden en afgrijzen niet herinneren, doch
zoo men er gedurig toespelingen op maakt komen de
zelve ons als von zeiven voor den geest, en zijn wij ge
noodzaakt om zonder achterhoudendheid te spreken.
Men kan die deugdzaimen onder de Franschen, den
Souverein, de Bondgenoten en ook onze regering niet
genoeg aanmanen oim op hunne hoede te zijn tegen
den geest van. het soldaten despotismua."
Advertenties':
De Burgemeester der gecombineerde Gemeente
van de Z ij p e en H a z e p o l d e r, Petten en
Oallantsoog, brengt ter kenniase der daarbij be
langhebbende, dat de Kermis te Petten, welke, uit
hoofde der tijd» omstandigheden, op den gewonen tijd
geen voortgang heeft kunnen 'hebben, als nu plaats
hebben zal, op Zondag den 22 Mei aanstaanden;
Zullende op dezelve geen Lo ter ijikr amen, Bij.selaars
en dergelijke Dobbelspelen, noch vreemde Bedelaars
worden geadmitteerd.
Men is van mening op Zaturdag den 21 Mei
1814, des nademdddags ten vijf urure, bij' openbare
Veiling te Verkoopen:
lo. Een aangename Plaisier-Tuin, gelegen buiten het
Nieuwlanderhek der Stad Alkmaar, in de Pop-
manslaan, zijnde No. 72 in de buitenwijk D, uit-
zigt hebbende over de Landerijen van Overdie;
zijnde deze Tuin beplant met Ebrtra weldragende
Vrngtboomen, het Tuinhui® is geapproprieerd
tot een aangenaam Buitenverblijf, hebbende di
verse behangen zoo Booven- aha Beneden-Kamers,
voorzien van Kassen, Bedstede en verdere ver
dachte commoditeiten; als mede Regen- en Put-
wa ter s-Pomp en.