DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN, Raleigh. NL WWILD, Eoterstraat A19. Alkmaar. No. 117 Hondord en zestiende Jaargang. 1914 ZATEEDAG 16 MEI. Maandag, den 25 Mei 1914 Dinsdag, den 26 Mei 1914 Woensdag, den 27 Mei 1914 Woeosilag 15 Juli 1914, Voor honderd jaar geleden. Indische Bijdragen. Militie. Zitting van den Keuringsraad De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR maakt bekend, dat de keuringsraad voor de-ingeschre venen voor de militie, lichting 1015, dezer gemeente, zitting zal houden te ALKMAAR ten stadhuize, M kens des voormiddags te 9 uur, op ,oor de ingeschrevenen wier namen beginnen met de letters A tot en met J., op voor hen wier namen beginnen met de letters K. tot en met P en op voor hen wier namen beginnen met de letters Q tot en met Z., terwijl bovendien op des voormiddags te 9 uur, nog eene zitting zal wor den gehouden voor afdoening der zaken, welker behan deling niet is afgeloopen. Omtrent den Keuringsraad gelden de hieronder vermeide bepalingen: TAAK VAN DEN KEURINGSRAAD. Behalve in de hierna te noemen uitzonderingsgeval len geschieden voor den Keuringsraad de meting en het geneeskundig onderzoek naar de geschiktheid voor den dienst. Ongeschikt voor den dienst worden geacht: lo. zij, die kleiner zijn dan 1.55 M.; 2o. zij, die lijden aan of behept zijn met een der ziekten of gebreken, vermeld op eene bij Koninklijk besluit vastgestelde lijst. Alleen zij, die bij de meting blijken de vereischte lichaamslengte te bezitten, worden onderworpen aan het geneeskundig onderzoek. De uitspraken van den Keuringsraad worden in het openbaar medegedeeld. WIE VOOR DEN KEURINGSRAAD MOETEN VERSCHIJNEN. Voor den Keuringsraad moet in het algemeen ver schijnen ieder ingeschrevene, die niet bij onherroepe lijk geworden uitspraak van den dienst voorgoed of tijdelijk vrijgesteld dan wel voorgoed of voorloopig uitgesloten is. Onherroepelijk is een uitspraak tot vrijstelling of uitsluiting eerst, wanneer tegen de uitspraak geen bezwaar ingebracht of beroep inge steld is binnen den daarvoor bij de wet gestelden ter mijn of de uitspraak bij de eindbeslissing is gehand haafd. Hij, die voor den Keuringsraad moet verschijnen, is verplicht zich aldaar aan een onderzoek naar zijn lichaamslengte en, zoo noodig, aan een geneeskundig onderzoek te onderweipen. Hij kan echter aan den Commissaris der Koningin in de provincie het ver zoek doen om het onderzoek voor een anderen Keu ringsraad te ondergaan. Dit verzoek kan ongeze geld zijn, doch moet gefrankeerd verzonden worden. Het verzoek moet door den ingeschrevene zelf wor den gedaan, met redenen omkleed en onder nauwkeu rige opgave van adres, alsmede van de plaats waar hij verlangt te worden gekeurd. Het staat den ingeschrevene vrij bij de keuring eene geneeskundige verklaring omtrent de lichaams gesteldheid over te leggen, opdat de keurende genees- heeren daarmede rekening kunnen houden. WIE NIET VOOR "DEN KEURINGSRAAD BE HOEVEN TE VERSCHIJNEN. Voor den Keuringsraad behoeven niet te verschij nen de ngeschrevenen die in vrijwilligen militairen ijn, en verder: lie doen blijken door ziekte of gebreken tot die ijning buiten staat te zijn; nier bedo dienst zi lo. d; verschiji De nier "bedoelde ingeschrevenen worden onder zocht op de plaats, waar zij zich bevinden, mits deze binnen net Rijk gelegen is; zij zijn verplicht zich aan dit onderzoek te onderwerpen. 2o. die zich in verzekerde bewaring bevinden of die verpleegd worden in een rijkswerkinrichting, een rijksopvoedingsgesticht of een tuchtschool; Voor het onderzoek van deze categorie van inge schrevenen geld en dezelfde bepalingen als voor de ca tegorie onder lo. vermeld. 3o. die verpleegd worden in een krankzinnigen-, idioten-, doofstommen- of blindengesticht Voor deze ingeschrevenen wordt door de bestuur ders der gestichten eene geneeskundige verklaring overgelegd. 4o. die hun beroep maken van de buitenlandsche zeevaart of van de zeevisscherij buitenslands; Deze ingeschrevenen kunnen, zoo zij keuring wen- schen, zich hetzij voor den Keuringsraad aan het on derzoek onderwerpen, hetzij vóór 16 Mei tot het on dergaan van dit onderzoek aanmelden bij den Plaat selijke- of Garnizoenscommandant in een garnizoen te hunner keuze, waar een officier van gezondheid is, of bij den Commandant der Afdeeling Mariniers te Rotterdam. Bij deze aanmelding, die op een werk dag des voormiddags negen uur moet geschieden, moet de ingeschrevene zijn bewijs van inschrijving voor de militie medebrengen en ten genoegen van den Commandant aantoonen, dat hij een beroep als hier- bedoeld uitoefent. Ten minste eén dag vóór de aan melding moet de aanvrage om keuring aan den Com mandant hetzij schriftelijk, hetzij mondeling worden gedaan. 5o. die woonplaats hebben of verblijf houden in het buitenland. Deze ingeschrevenen kunnen niettemin, zoo zij keu ring wenschen, zich zij den Keuringsraad aan het on derzoek onderwerpen. Zij kunnen bovendien op de hiervoren aangegeven wijze verzoeken om het onder zoek voor een anderen Keuringsraad te ondergaan. Voor zooveel deze ingeschevenen echter door ziek te of gebreken buiten staat zijn voor den Keurings raad te verschijnen, kunnen zij volstaan met bij den Keuringsraad voóór de sluiting zijner zitting in te zenden eene na 1 Mei afgegeven verklaring, waaruit blijkt a. dat de ingeschrevene met geslachtsnaam, voornamen en leeAijd arm t duiden wegens ziekte of gebreken buiten staat is /oor den Keuringsraad te verschijnen b. dat de ingeschrevene door hen, die de verkla ring hebben afgegeven, ongeschikt voor den dienst wordt geoordeeld; c. de aard en de graad van de ziekte of va., het ge brek, op grond waarvan de ongeschiktheid aanwezig wordt geacht, zoomede, de bezwaren, door de ziekte of het gebrek veroorzaakt. Deze verklaring moet de onderteekening dragen van twee geneeskundigen, die ter plaatse van afgifte bevoegd zijn tot uitoefening van de genees- en heel kunde. In de Nederlandsche koloniën mag de ver klaring door enkel dokters-djawa echter alleen dan worden afgegeven, wanneer ter plaatse geen ander ge neeskundige is, en mag zij door een dokter-djawa met een ander geneeskundige alleen dan worden afgege ven, wanneer ter plaatse niet meer dan één ander ge neeskundige is. De handteekeningen van hen, die de verklaring hebben afgegeven, moeten behoorlijk voor echt zijn verklaard, onder bijvoeging, dat zij, door wie de handteekeningen zijn gesteld, ter plaatse be voegd zijn tot uitoefening van de genees- en heelkun de, dan wel dokters-djawa ziin. Zoo het stuk is on derteekend door een dokter-djawa, of mede-ondertee kend door een dokter-djawa, moet bovendien blijken, welk van de hiervoren bedoelde gevallen aanwezig is. STRAFBEPALINGEN. De ingeschrevene, die verplicht is voor den Keu ringsraad te verschijnen en niet op de daarvoor aan gewezen plaats of tijd verschijnt, of die, aldaar ver schenen zijnde, zich niet aan de meting of aan het geneeskundig onderzoek onderwerpt, alsmede de in geschrevene, die moet worden onderzocht op de plaats, waar hij zich bevindt, en zich niet onderwerpt aan de meting of het geneeskundig onderzoek, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste veertien dagen of geldboete van ten hoogste honderd vijftig gulden. Pleegt hij het feit opzettelijk, dan wordt hij gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee maanden of geldboete van ten hoogste zeshonderd gulden. NIEUW GENEESKUNDIG ONDERZOEK. Een nieuw geneeskundig onderzoek van een inge schrevene heeft plaats, zoo het gevoelen van de beide geneeskundigen van den Keuringsraad niet van de zelfde strekking is. Het nieuwe onderzoek geschiedt voor den Militieraad, in zijne tweede zitting in Au gustus. Overigens kan van een ingeschrevene, omtrent wien door den Keuringsraad uitspraak is gedaan, bij den Militieraad een nieuw geneeskundig onderzoek worden aangevraagd: lo. door den ingeschrevene, wien de uitspraak geldt, of door zijn vader, moeder, voogd of curator; 2o. door elk der overige voor de gemeente inge schrevenen, of door zijn vader, moeder, voogd of cu rator. De aanvrage moet. zoo zij wordt ingediend door een der onder 2o. bedoelde personen, berusten op aan nemelijke, in de aanvrage omschreven gronden, en binnen tien dagen na den dag, waarop de uitspraak van den Keuringsraad in het openbaar werd medege deeld, zijn ingeleverd bij den Burgemeester der Ge meente, waar de ingeschrevene, wien het geldt, voor de militie is ingeschreven. Van de inlevering wordt een bewijs van ontvangst afgegeven. Aanvragen, niet ingericht of niet ingeleverd op de wijze, hier om schreven, kunnen geen gevolg hebben. INDEELINO BIJ DE ZEEMILITIE OF BIJ EEN DER KORPSEN VAN HET LEGER. De Voorzitter van den Keuringsraad verzamelt tij dens de zitting gegevens omtrent de indeeling. In verband hiermede staat het den ingeschrevene vrij alsdan aan dien Voorzitter mede te deelen, of hij zou wenschen te worden bestemd voor de zeemili tie, voor een bereden korps of voor de administratie- troepen en ook aan welk korps of garnizoen hij zich anders gaarne zou zien toegewezen^ Ook kan de in geschrevene den Voorzitter een schriftelijke verkla ring ter hand stellen, ten bewijze, dat hij voor eenig vak of eenigen arbeid bijzondere geschiktheid bezit. Alkmaar, den llen Mei 1914. De Burgemeester voornoemd, G. RIPPING. Java en de Bnltenbezlttlngen. Deze veertien daagsche bijdragen over Indië, zullen den lezers van de Alkmaarsche Courant vertellen van land en volk van Grooter Nederland, van inboorlingen en vreemde Oosterlingen, van bestuurden en bestuur ders en van de toestanden ginds, waaronder die al len leven. Bij hare samenstelling zal de jongste mail en andere berichten over Indië worden uitgegaan. Of hiermede een steentje zal worden bijgebracht tot eenige meerdere belangstelling hier te lande, voor dat groote en grootendeels nog in het allereerste tijdperk van ontwikkeling zijnde Nederlandsch gebied? Land en volk van ons Oostersch eilandenrijk hebben die belangstelling zoo dringend van noode en zijn haar overwaard. Zij is in het welbegrepen belaag van Nederland als groote koloniale mogendheid. Gelijk de titel van deze eerste bijdrage wellicht doet vermoeden, wil zij eene vergelijking trekken tusschen Java met Madoera en dat overige, 13% maal grootere deel van den Archipel, dat, verband houdende met de bestaande officieele indeeling, met de collectieve benaming „de Buitenbezittingen" wordt aangeduid. Eenige uiteenzetting of en in hoever deze indeeling zooals velen meenen, verouderd moet worden genoemd schenkt de gelegenheid als inleiding voor deze rubriek, land en volk in ruwe trekken af te beelden. Een feit is het, dat altijd Java en niet een van de andere groote eilanden het hoofdeiland van den Ar chipel is geweest, Java (met Madoera), dat in zijne dichte bevolking steeds de hoofdvoorwaarde heeft be zeten tot hooger ontwikkeling. Hierin bezit het reeds een geweldigen, niet in te halen voorsprong op de, met uitzondering van Bali, Lombok en eenige der kleinere eilanden, armbevolkte Buitenbezittingen. Pro- J. F. Niermeijer noemt dan ook de indeeling van den Archipel: Java (met Madoe ra) en de Buitenbezittingen, of in zielentallen uitge drukt: rond 30 millioen en slechts 10 millioen, in overeenstemming met de kuituur. 1) Ook Sumatra, ten behoeve waarvan eenige andere indeeling gewenscht wordt, mist, hoewel beter be volkt dan het overgroote deel van de Buitenbezit tingen, dien voor de ontwikkeling van land en volk voornamen factor. Het rijke cultuurland van de Oost kust van Sumatra had zich onder den enormen aan voer van arbeidskrachten van buiten, nu reeds een 150.000 Javanen en Chineezen, nimmer tot zijn huidi- gen bloei kunnen opwerken en de gestadige uitbrei ding van dat cultuurgebied vraagt een steeds groo teren aanvoer van arbeiders, die nu voor een deel uit het Bataksch binnenland verkregen worden. We zouden nog op de kunstmatige en daarom wei nig gelukte teelt van Javanen-kolonies in de Lampongs kunnen wijzen, op de emigratie van Javaansche koe lies naar het goudmijn-land van Noord-Benkoelen enz. Geen sprekender bewijs echter voor onze bewe ring dan de vermelding, dat op een meer dan drie maal grooter gebied op Sumatra slechts een bevol king huist ter sterkte van nog niet het tiende deel van Java's bevolking. Daaruit blijkt tevens, hoe gering het zielental is van dat enorme gebied beoosten Su matra en beoosten Java, waaronder dan nog de dicht bevolkte eilanden Bali en Lombok zijn begrepen. Vol gens prof. Niermeijer is de bestaande indeeling van den Archipel nog meer in overeenstemming met de kuituur, wanneer men bij Java en Madoera twee na burige eilanden, Bali en Lombok, voegt. „De Java- Lombok-rij heeft op een dertiende der grootte van het geheel (binnen de Nederlandsche grenzen gerekend) meer dan drie vierde van het aantal bewoners." 1 Toch heeft Sumatra reeds langer dan dat overige deel van de Buitenbezittingen de aandacht getrokken, waarvoor verschillende redenen zijn aan te voeren. Wij noemen hier slechts de economische, als: de Groote cultures" in ouvemement van Atjeh en Onderhoorigheden, vooral in de residentie Sumatra's Oostkust, cue zijn gelegen tusschen de kust en de hooge plateau van het binnenland; de olierijke streken daar in de grensgebieden van beide gewesten, en in Palembang en Djambi, in welk laatste gewest zij echter nog op ontginning wachten; de aanwezig heid van edele en andere metalen en van steenkolen in loonende hoeveelheden in het bergland langs de Westkust. Doch gewezen moet uog op wei het meest ontwik- Alleen verkrijgbaar rijkdom van den bodem voor de „v. de streken op de Oostkust van het go 1 kelde volk van den Archipel op den Maleier van de Westkust, m. n. van Padangsche Bovenlanden. De Maharadja van het oude rijk van Meuangkabau deed zijn gezag erkennen tot in de landen aan gene zijde van den Barisan, het tegenwoordige Bengkalis op de Uostkust. Op alle eilanden van den Archipel heeft de Maleier zich met de inheemsche bevolking ver mengd, dan wel deze naar de binnenlanden terugge drongen. Zij en de Boegineezen en Makassaren van Celebes waren tot voor weinige jaren de feitelijke heerschers in uitgestrekte kustgebieden van de Buiten bezittingen. Van de meerdere belangstelling voor Sumatra ge tuigt wel de intensievere bestuursindeeling. Telt Java met Madoera 17 residenties, Sumatra is met inbegrip van den Riouw-archipel, Banka en Billiton, ingedeeld in elf gewesten. Ziet men daartegenover de zooveel grootere eilanden Borneo en Celebes en de uitgebrei de eilandengroepen van de Kleine Soenda-eilanden en der Molukken, waarvan de bestuursindeeling voor elk niet meer bedraagt dan twee gewesten. Vermeld zij hier nog, dat het enorme gebied van N.-Guinea bij de residenties Ternate en Onderhoorig heden en Amboina is ingedeeld en dat van de Kleine Soenda-eilanden, Bali en Lombok een afzonderlijk ge west uitmaken. Men zal ons wijzen op de reeds in de Kamer aan hangig gemaakte plannen tot reorganisatie van de be stuursindeeling van den geheelen Archipel, waardoor gewesten van grooter omvang (gouvernementen) zul len ontstaan, b.v. voor Java met Madoera en het ei land Sumatra elk drie. Doch ook daarbij zullen Bor neo en Celebes minder bedeeld blijven, uitmakende dan elk één geweest, evenals het vorige deel en met die reorganisatie zullen mede de korpsen bestuurs ambtenaren, Europeesche en Inlanasche, grondig worden herzien. Wij voor ons kunnen wel zeggen, dat de vorming van een gouvernement van Midden-Sumatra toe te juichen zal zijn op historische en geographische gronden en stellen ons daarbij dat gewest voorals sa mengesteld uit: de tegenwoordige gewesten Suma tra's Westkust en Djambi, de afdeeling Indrageri van de residentie Riouw en Onderhoorigheden, alsmede het Zuidelijk deel, Bengkalis, van de residentie Oost kust van Sumatra. De stroomgebieden van de vijf machtige rivieren van Sumatra: de Rokan, de Siak, de Kampar, de Koeantan en de Batang Hari, die alle, zoo niet geheel, dan toch grootendeels in he Barisan- bergland van e.g. gewest haar bron-rivieren hebben, zullen dan één gouvernement vormen, dat van kust tot kust reikt. Doch ook voor handel en verkeer werd Sumatra beter bedacht dan eenig ander deel der Buitenbezit tingen. Het kan in de verste verte zich nog niet be roemen op een prachtig spoor- en tramwegnet als Ja va bezit, dat binnen enkele jaren wellicht een één- daagsche verbinding tusschen Batavia en Soerabaja zal zien tot stand gebracht. Doch waar in de Buiten bezittingen worden overigens ijzeren wegen aange troffen Het tracé is reeds uitgezet en de aanleg aangevan gen voor eene verbinding van het Atjehsche tramweg- net met het net van spoor- en tramwegen in de resi dentie Oostkust van Sumatra en spoedig zal een ijze- ren.weg Oléhleh met de Asahan-rivier verbinden. Een zijlijn door het Siantarsche naar den Zuidelijken oe ver van het Toba-meer zal ook niet lang meer uitblij ven. Ter Westkust leidde de ontdekking van het Ombi- linkolenveld tot den aanleg van den Staatsspoorweg, waarvan de eindpunten in het binnenland zijn: Sa- wah Loentoh nabij dat veld en het Noordelijker gele gen Pajakoemboeh, en aan de kust Emmahaven, waar heen de steenkolen worden afgevoerd. Ten slotte het in Zuid-Sumatra in aanleg zijnde spoorwegnet met de stamlijn Z.N. door de residen ties Lampongsche Districten en Palembang langs den Oostelijken voet van den Barisan. Nog stukwerk dus dat alles, onderling gescheiden nog door onmetelijke gebieden, waarvan echter de voorloopige spoorwegverkenning reeds heeft plaats gehad. Toch nchijnt men thann van oordeel, dat Sumatra eerder vermeerdering van groote wegen geschikt voor automobielverkeer, van noode heeft. Naast de be staande groote wegen worden reeds 4 millioen gul den voor dat doel verwerkt. Thans is echter een groot wegenplan voor Suma- tra opgemaakt, hoewel nog niet definitief vastgesteld, dat rond 8 millioen voor nieuwe wegen vraagt en rond 9 millioen aan noodig geachte verbetering van de bestaande, een totaalsom dus van 21 millioen, wel ke in de eerstvolgende jaren alleen aan het net der groote verkeerswegen op Sumatra door den Staat ten koste zal zijn te leggen. Ten slotte zij nog gewezen op het onderzoek, dat wordt ingesteld, om te Belawan aan de Malakka- straat een oceaanhaven in te richten, de tweede haven dus na Sabanghaven op Poeloeweh aan den grooten verkeersweg met Oost-Azië, en dat in de Lampongs- baai een spoorhaven wordt ingericht. Waarlijk, moeilijk kan worden volgehouden, dat Sumatra thans nog als onmondig wordt beschouwd, waar toch ook op ander gebied van overheidsbemoei ing, als onderwijs, landbouw, boschwezen en veeteelt, de belangstelling gaande is. Naarmate de hooge ver wachtingen zich zullen verwezenlijken, die men van het eiland koestert, zal ook die belangstelling toene men, evenals voor het veelomvattend gebied der volks gezondheid, waarvoor zelfs op Java bijna nog alles moet worden gedaan. Doch moeten de „brieven van meerderjarigheid" aan Sumatra uit te reiken, voor alles bevatten vol gens het oordeel van den Deli-correspondent van de UIT DE ADKMAiAESCHE COHEDANT VAN1 MAANDAG DEN' 16 MET 1814. Gro'Ot-Brittaimië. Londen, den 6 Mei. Men heeft heden avond alhier de Parijsche papieren van den 3 DL ontvangen, en, hoewei zij weinig nieuws bevatten, echter dezelve met het grootste genoegen gelezen en ontwaard 'dat bij den intogt des Konings de hartelijkste vreugde en de meeste eensgezindheid geheerscht hebben. Zoo zulks in de daad bewaarheid 'syordt, 't welk men niet in twijfel kan trekken, heeft da vrees, welke sommige nog voor het vervolg aan den dag leggen, weinig grond. Een der voornaamste ministerieele morgenbladen schijnt heden noig eeniige ongerustheid te willen inboe zemen wegens de aanstaande terug keer van 500.000 Fransche soldaten (thans nog krijgsgevangenen1). Hetzelve laat zich aldus uit: „Men heeft de reductie zelfs van eene gedisciplineerde armee, bij bet sluitên van eenen vrede, altijd voor zeer gevaarlijk gehouden. Wat heeft men nn van 5001 duizend soldaten, die steeds onder de vanen van Napoleon gediend hebben, te verwachten, indien men dezelve op eens Frankrijk laat Dverstroomen? Zij zijn onbekwaam om zich we der aan den landbouw toe te wijden; zij zijn te trots om te bedelen; zoo zij' allen op eens ontslagen worden, zal Frankrijk vol bandieten geraken. Blijven zij 'bij een onder zulke zachtaardige en gematigde bevelheb ber®, als Soult en d'Avoust? als dan is de troon van Bodewijk XVIII op een zandgrond gebouwd en de misdadiger van 'het eiland Elba kan met reden ver wachten om eenmaal weder uit zijne ballingschap ge roepen te worden, ten' einde zijne handen op nieuw in het bloed der Bourbons te d tropen; het monster, 't welk na de schrikkelijke les 'biji Leipzig, nog durfde verklaren dat hij geen vrede zouden maken voor dat hij Munchen verbrand en zijne adelaars op de puin- hoopen van Weenen geplant had, leeft nog. Het is van het grootste belang voor Frankrijk dat deze ben den krijgsgevangenen' in zeer kleine afdeetLingen terug komen. Wij' lezen in de adressen welke aan Bodewijk XVlli gepresenteerd worden te veel van de eer en roem van de leger®. Die roem heeft voor het grootste gedeelte ©en onuitwischharen schandvlek op den Franschen naam gedrukt en heeft al wat in Frankrijk nofc edel en deugdzaam was, ongelukkig gemaakt. Welke roem ligt er in den moord van Madrid, in de vernieling van Saragoasa, in de wreed© vervolging van de brave Hamburger»? Wij willen ons deze too- neelen van ellenden en afgrijzen niet herinneren, doch zoo men er gedurig toespelingen op maakt komen de zelve ons als von zeiven voor den geest, en zijn wij ge noodzaakt om zonder achterhoudendheid te spreken. Men kan die deugdzaimen onder de Franschen, den Souverein, de Bondgenoten en ook onze regering niet genoeg aanmanen oim op hunne hoede te zijn tegen den geest van. het soldaten despotismua." Advertenties': De Burgemeester der gecombineerde Gemeente van de Z ij p e en H a z e p o l d e r, Petten en Oallantsoog, brengt ter kenniase der daarbij be langhebbende, dat de Kermis te Petten, welke, uit hoofde der tijd» omstandigheden, op den gewonen tijd geen voortgang heeft kunnen 'hebben, als nu plaats hebben zal, op Zondag den 22 Mei aanstaanden; Zullende op dezelve geen Lo ter ijikr amen, Bij.selaars en dergelijke Dobbelspelen, noch vreemde Bedelaars worden geadmitteerd. Men is van mening op Zaturdag den 21 Mei 1814, des nademdddags ten vijf urure, bij' openbare Veiling te Verkoopen: lo. Een aangename Plaisier-Tuin, gelegen buiten het Nieuwlanderhek der Stad Alkmaar, in de Pop- manslaan, zijnde No. 72 in de buitenwijk D, uit- zigt hebbende over de Landerijen van Overdie; zijnde deze Tuin beplant met Ebrtra weldragende Vrngtboomen, het Tuinhui® is geapproprieerd tot een aangenaam Buitenverblijf, hebbende di verse behangen zoo Booven- aha Beneden-Kamers, voorzien van Kassen, Bedstede en verdere ver dachte commoditeiten; als mede Regen- en Put- wa ter s-Pomp en.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1914 | | pagina 5