DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN, No. 126 Honderd en zestiende Jaargang. 1914 VRIJDAG 29 MEI. EEN SCHEEPSRAMP. FEUILLETON. Hjevenswegen H. J. W. BECHT, ALKMAAR, 29 Mei. LONDEN, (V. D.) 29 Mei. EEN TELE GRAM UIT OTTOWA (IN CANADA) MELDT DAT HET STOOMSCHIP „EM PRESS OF IRELAND" VAN DE CANADIAN PACIFIC LINE MET EEN IJSBERG IN BOT SING IS GEKOMEN EN GEZONKEN. DE „EMPRESS OF IRELAND" HAD 1700 PAS SAGIERS AAN BOORD. BIJ DE DIRECTIE VAN DE CANADIAN PACIFIC LINE IS NOG GEEN BEVESTIGING ONTVANGEN. Ijsberg.botsinggezonken. Dadelijk herinnert dit telegram aan de verschrikke lijke catastrophe, welke in den nacht van 13 op 14 April 1912 heeft plaatsgevonden, de Titanic-ramp. Het moderne technisch wonder met den trotschen naam stiet in dien nacht om 11 uur 40 minuten op een ijsberg en zonk tegen 2 uur. Van de 2300 passagiers kwamen er 1600 personen om. Heel de beschaafde wereld werd diep getroffen door het bericht van deze ontzettende ramp, de verschrikkelijkste van den nieu wen tijd en geweldig was de indruk, dien de berichten met de nadere bijzonderheden maakten. Hebben wij thans te doen met een scheepsongeluk van soortgelij ken omvang? Het is op het oogenblik, waarop wij dit schrijven, niet te zeggen. Waar de „Empress of Ireland" verongelukt is, wordt niet aangegeven. Het is bekend, dat in dezen tijd van het jaar de ijsbergen in den Atlantischen Oceaan buitengewoon gevaarlijk zijn. 's Winters is er zoo goed als geen beweging in het ijs, maar in het voorjaar breekt het los en blijft ronddrijven in de zee, de schepen dreigend met den ondergang. Enkele da gen geleden lazen we, dat de „Mauretania" van de Cunardlijn, ternauwernood aan een ijsberg was ont snapt. In dit opzicht is het bericht der botsing dus zeer wel mogelijk. De plek, waarop zij heeft plaats gevonden wordt echter niet vermeld in het telegram uit de Canadeesche hoofdstad. Wel is waar is bij de directie van de Canadian Pa cific nog geen bevestiging ontvangen, maar men weet hoe het in dergelijke gevallen gaat. De White Star Line heeft bij de Titanic-ramp, welke plaats greep na bij Newfoundland, meer dan drie dagen de waarheid achter gehouden. Zoover waren we gekomen, toen ons de volgende draadberichtea bereikten LONDEN 29 Mei. (V. D.) Een officieel tele gram bericht, dat de „Empress of Ireland" nabij Fa- therpoint in botsing is gekomen met het Noorsche ko- lenschip Storsad. De Empress of Ireland zonk zeer snel, de reddingboeien konden niet worden uitgezet om de drenkelingen op te nemen. Twee schepen ijl den te hulp en konden een aantal drenkelingen opne men. Een gTooi aantal geredden is In Rimouski Naar het Duitsch van E. WERNER. 36) o Toen kwam plotseling zijn pratische natuur hem te hulp en gaf hem een eveneens praktische gedachte in. Waartoe toch al die omslag, al die mooie woorden? Het meisje in zijn armen nemen en haar kussen dan zou zij vanzelf begrijpen, wat hij wilde. Hij voegde de daad bij de gedachte, boog zich over haar heen, en toen zij verwonderd naar hem opkeek, kuste hij haar werkelijk. „Mijnheer Von Eberty!" Zij sprong op, gloeiend rood, maar hij liet haar niet tot bezinning komen. „Dat was het, wat ik je vragen wouLisbeth, lieve, kleine Lisbeth, wil je mijn vrouwtje worden?" Nu was het er uit. Lisbeth stond hem verward aan te kijken en zei voorloopig niets anders dan„O I" Maar zij begreep toch wel, dat dit een huwelijksaan zoek was, zij het dan ook in verkorten vorm. Otto was echter plosteling welbespraakt geworden, en vervolg de nu niet plechtig meer, maar op hartelijken toon „Ik ben verliefd op je geworden, den eersten keer al dat ik je zag. Maar zeg dan toch wat, Lisbeth, wil je mij hebben?" Zij hief haar hoofdje op, en zei met een schalksch lachje „Ik zeg toch heelemaal niet neen „Dus ja! niet waar. Lisbeth!" riep Eberty ver rukt uit. Maar toen werd hij weer ernstig. „En je moeder zal zij ons haar toestemming geven?" Een zonderling harde uitdrukking kwam er op het lachend kindergezichtje. (prov. Canada) aan wal gebracht. Aan boord van het schip bevonden zich 12 passagiers 2e klasse, 1360 3e klasse. Vele schepen bevinden zich op de plaats des on- heils, om de in reddingbooten opgenomenen aan boord te nemen en naar land te brengen. LONDEN (V. DJ. Nader wordt gemeld, dat zich aan boord van de Empress of Ireland 90 passagiers le, 250 2e, 650 tusschendeks bevonden, terwijl de be manning uit 432 leden bestaat. 420 personen zijn aan land gebracht in ellendigen toestand. De kapitein Kendal is gered. Gevreesd wordt, dat 1000 personen omgekomen zijn. Aan boord bevonden zich enkele Hollandsche fami lies. Bijzonderheden ontbreken. Uit deze nadere gegevens blijkt dus, dat de ijsber gen geen schuld aan het ongeluk hebben, maar dat de ramp moet worden toegeschreven aan een botsing tus- schen twee schepen. Er waren 1422 menschen aan boord van wie er 420 aan land gekomen zijn. Ook nu weer heeft de draadlooze telegrafie goede diensten be wezen en de hulpverschaffing bevorderd. Een groot aantal werd aan wal gebracht te Rimouski, een bis schopsstad in de provincie Quebec. Fatherpoint heb ben wij niet kunnen vinden doch we vermoeden, dat de ramp heeft plaats gehad in de St. Laurens-baai. Na de Titanic-ramp is deze ramp van de Empress of Ireland een der grootste catastrophen, gelijk uit het onderstaande lijstje van de groote scheepsrampen blijkt. 1896. Kuang Ping, Japansch transportstoom schip, ontploffing Kinschan 500 menschenlevens. 1873. Atlantic, vergaan bij Nieuw-Schotland, 560 menschenlevens. 1891. Utopia Italiaansch landverhuizersschip 574 menschenlevens. 1878. Princes Alice, in de Theems vergaan, 650 menschenlevens. 1881. Victoria. Engelsche stoomboot, op de Cana deesche kust vergaan, 700 menschenlevens. 1800. Queen Charlotte bij Livomo verbrand, 700 menschenlevens. 1707. Association, vlaggeschip van den Engel- schen admiraal Shovel, bij de Scilly-eilanden vergaan, 800 menschenlevens. 1782. Royal George bij Portsmouth schipbreuk geleden, 900 menschenlevens. 1811. St. George Defence vergaan bij Jutland, 1400 menschenlevens. (Ongecorrigeerd.) BINNENLAND. Gemengd nieuws. GENEESKUNDIG ONDERZOEK VÓÓR HET HUWELIJK. Het Comité ter bevordering van geneeskundig on derzoek vóór het huwelijk het naar zijn streven van belang achtende, bekend te zijn met de zienswijze van de leden der Staten-Generaal omtrent het vraag stuk: geneeskundig onderzoek voor het huwelijk heeft zich tot alle leden gewend met verzoek, de vol gende vraag te willen beantwoorden: Wat is uw opi nie inzake het vraagstuk geneeskundig onderzoek vóór het huwelijk en omtrent de wegen, die kunnen leiden tot de oplossing daarvan? De antwoorden zullen worden afgedrukt in het eerstvolgend Vliegend blaadje van het comité. TUBERCULOSEBESTRIJDING. In de vergadering der Vereeniging voor Gezinsver pleging te Hoorn is de volgende motie met algemeene stemmen aangenomen: De algemeene vergadering voor Gezinsverpleging in de classis Hoorn, bijgewoond door eenige bestuurs leden van Witte Kruis-af deelingen, spreekt den wensch uit, dat de Vereeniging voor gezinsverpleging in sa menwerking met de Witte Kruis-afdeelingen de tuber- „Mama zal wel ja zeggen; die is blij, dat zij mij kwijt isl" „Maar Lisbeth!" „ja, zoo is zijIk sta haar in den weg; zij neemt mij nooit mee, omdat zij daar niet van houdt. En zij houdt van mij ook heelemaal niet." Zij had dit, ondanks haar kinderlijke begrippen, reeds lang gevoeld, hoewel zij natuurlijk nog te jong was, om de reden te kunnen doorgronden. Otto zweeg getroffen. Hij had moeder en dochter nooit tezamen bijgewoond, maar hield het voor van zelfsprekend, dat dit eenig kind de lieveling van haar moeder was. Lisbeth keek hem smeekend aan en vroeg „Otto wil je dan ook van mij houden?" En plotseling wierp zij zich in zijn armen en begon luid te weenen. Otto was gelukkig. Nu was de plechtige stemming gekomen, die volgens hem bij een verloving paste. Hij deed zijn best, Lisbeth tot bedaren te brengen en even daarna lachte zij alweer, hoewel er nog een paar dik ke tranen aan haar wimpers hingen. Daar ging de deur open en de lange, magere gestal te van miss Lindsay verscheen op den drempel. Stijf en onbewegelijk stond zij daar als Lot's vrouw, toen zij een zoutpilaar werd; maar eindelijk klonk haar be straffende stem: „Lizza! Miss Lizzie!" De verliefden stoven uiteen, vooral Eberty in doo- delijke verlegenheid. Voor Lisbeth was echter het groote oogenblik van haar triomf aangebroken. Zij verkondigde plechtig: „Miss Lindsay, mag ik u mijn verloofde voorstellen vrijheer Otto von Eberty auf Liebenau!" Intusschen was Erwin's zending bij mevrouw von Amikoff ook buiten verwachting gelukt. Olga was door zijn mededeeling in het eerst wel verrast, maar Erwin bemerkte onmiddellijk dat deze haar niet on welkom was. Haar kleine Lisawetta, die nog niet in de gezelschapskringen was gepresenteerd, had zich zoo uit de kinderkamer een minnaar weten te verove culosebestrijding ter hand zal nemen, volgens de be ginselen in het referaat van dr. Beeker aangegeven en gezamenlijk beproeven, een betere regeling te verkrij gen in de subsidieering van rijkswege. HOLLANDS NOORDERKWARTIER. GOED MELKEN 1914. Ter bevordering van goed melken stelde de Vereeni ging tot Ontwikkeling van den Landbouw in Hol lands Noorderkwartier wederom de gelegenheid open voor vrouwen en meisjes en mannen en jongens uit Noord-Holland boven het Noordzeekanaal van min stens 16 jaren, om een diploma van bekwaamheid in het melken te verwerven. Dit melk-examen had plaats op 14 dagen tusschen 7 en 27 Mei j.l. aan de Proefzuivelboerderij te Hoorn. De commissie van beoordeeling bestond dagelijks uit 3 practische veehouders; de regeling werd getroffen door het Rijks zuivelconsulentschap te Hoorn. Het aantal deelnemers bedroeg 122; van de 37 vrou wen en meisjes verwierven er 33 het diploma, en van de 85 mannen en jongens werden 78 gediplomeerd; 1 vrouw, 3 meisjes, 2 mannen en 5 jongens moesten worden afgewezen. Uit deze omgeving zijn geslaagd: Vrouwen en meisjes: C. Bakker, Winkel; M. Berk hout, Alkmaar; H. Bouma, BarsingerhomA. Breed, Sint Maartensbrug; M. Hoogland, Schagerwaard; T. Jongejan, Barsingerhom; N. Kluft, Oude Niedorp; G. Kooij, Barsingerhom; M. Kooij, Wieringerwaard; T. Kooij, Stompetoren; C. van der Molen, Heiloo; E. Oortgijsen, Aartswoud; M. Rouw, Beemster; T. Veen, Wieringerwaard; J. Wardenaar, Barsingerhom; S. H. Wardenaar, Barsingerhom; N. Witsen, Nieuwe Nie dorp. Mannen en Jongens: P. Adema, Barsingerhom. C. Amels, Winkel. C. de Boer Jz., Barsingerhom. Jb. de Boer, Oude Niedorp. C. Buisman Jz., Nieuwe Niedorp. G. Doekes, Dirks hom, K. Doekes, Dirkshom, A. Doets, Beemster. C. Groot Cz., Nieuwe Niedorp. K. Groot Cz., Nieuwe Niedorp. S. Gutker, Schoorl. Jb. Jellema, Venhuizen. Dk. Kaan Kz., Wieringerwaard. G. Koom Cz., Win kel. H. Koom, Winkel. A. Kooij, Anna Paulowna. J. Kooij Rz., St. Maartensbrug, F. Korver Jz., Win kel, J. Korver, Hoom, P. Kuin, Nieuwe-Nie- dorp, J. Landman, Nieuwe-Niedorp, G. de Lange, Beemster. H. van der Meer, Winkel. J. J. Mi chel, Schoorl. Jb. van der Molen, Heiloo. J. Nierop Dz., Hensbroek. P. van der Oord Az., Barsingerhom. P. Ootjers, Lutjewinkel. C. Rampen, Schagerbrug. Jb. Roet, Beemster. N. Soers, Groot-Schermer. G. Spil, HéErtrugowaard. A. Strijbis, Winkel. C. Trappel, Wie ringerwaard. C. C. Winkel, Opmeer. EEN TIJDELIJK LEERAAR. Te Dordrecht heeft de gemeenteraad het voorstel tot benoeming van een tijdelijk leeraar aan de H. B. S. te ruggenomen, op verzoek van den voorgedragene zelf. Op zichzelf zou dat niets bijzonders zijn, ware 't niet, schrijft het N. v. d. D., dat deze „hulpkracht" niet voor bezoldiging in aanmerking wenscht te komen een officieele benoeming kan dan achterwege blijven en dat het hier niemand minder geldt dan den wel dra 77-jarigen oud-directeur der Dordtsche H. B. S. zelf, den bekenden paedagoog dr. A. S. van Oven. Toen namelijk onlangs een der leeraars ziek werd en dit, zoo dicht voor het eind-examen, ernstige sto ring dreigde te geven, bood de nog altijd even opge wekte en valide oud-directeur zijn diensten aan om „in te springen". Hij zal nu de 5de klasse (die hem nog als 1ste klasse aan het hoofd der school gekend heeft) mee den laatsten stoot geven in de goede richting. In den gemeenteraad werd onder algemeene instem ming bewondering geuit over dit bewijs van toewij ding en werklust. UITLOKKING TOT MISDRIJF. In hooger beroep stond gisteren voor het Amster- damsche Hof terecht de 30-jarige assuradeur C. Zwart uit IJmuiden, die op 5 Maart 1.1. door de Haarlem- sche rechtbank was vrijgesproken van de hem ten las- ren, een landheer nog wel, heel rijk en van uitstekend goeden naam. Bij zoo'n spoedig huwelijk was het meteen niet meer noodig, dat Olga haar dochter in haar kringen moest binnenleiden. Lisbeth zou nu met haar man naar zijn landgoed trekken, en Olga kon er zich met enkele, korte bezoeken „af" maken. In Petersburg zou men van de getrouwde dochter spre ken als van barones Eberty auf Liebenau. Dat klonk heel goed; dus werd alles tot ieders bevrediging ge regeld. Den volgenden dag zou Erwin's drama worden op gevoerd. Zijn naam en positie maakten deze première tot een gebeurtenis. Maar dr. Eckard had gelijk: de stemming ten gun ste van Erwin was sinds het vertrek van zijn vrouw geheel omgeslagen. Nu wist iedereen, dat Johanna eindelijk de oogen waren geopend, en zij niet langer de rol wilde spelen, die haar man en mevrouw von Amikoff haar hadden toegedacht. Zij had gedaan, wat zij aan haar eer als vrouw verschuldigd was, en nu trok iedereen, ook Torwald, haar partij. Deze weigerde nu zelfs de hoofdrol in het drama te vervul len. De schouwburg was tot op de laatste plaats bezet, toen het scherm opging. De eerste, zeer levendige acte wist ieders aandacht te boeien; toch kwam de bijval alleen van Brankow's vrienden; het publiek zelf nam een afwachtende houding aan. Dit veranderde niet in den loop van den avond: meer en meer kwam uit, dat het stuk de eigenlijke dramatische kem miste. Bovendien was de vertolker der hoofdrol niet tegen zijn partij opgewassen. Zijn opvatting deugde niet; hij bleef declameeren, zonder indruk op zijn hoorders te maken, en de meest pakkende momenten, waarvan Erwin en zijn vrienden de grootste verwachtingen hadden gekoesterd, verliepen zonder emoties. Het slot der derde acte echter, de redevoering van den held van het stuk tot het volk, had succes, daar zat leven en kracht in. Torwald zou voor zich zelf en den au teur met deze scène een waren triomf behaald en te gelegde uitlokking tot misdrijf. Het O. M. had 2% jaar geëischt met last tot gevan genneming. Bekl. zou door het beloven van een som van 1000 aan den machinist van den stoomtrawler „Hope, Y. M. 115" dezen bewogen hebben, het schip in volle zee te doen zinken. Inderdaad zonk op 18 April 1913 het schip door toedoen der bemanning. De advocaat-generaal vroeg vernietiging van het vonnis, met veroordeeling van bekl. tot 2 jaar gevan genisstraf, met last tot gevangenneming van bekl. NEGENTIEN RIJWIELEN VERDUISTERD. Een Haagsche juffrouw heeft, meldt de Tel., kans gezien 19 rijwielen te verduisteren en te verkoopen. De zaak kwam te Haarlem uit Daar had zij drie rij wielen verduisterd en verkocht voor 22yg. Toen zij door de Haarlemsche politie te 's-Gravenhage was aangehouden, en naar Haarlem was overgebracht, be kende zij te 's-Gravenhage nog 15 rijwielen te hebben verduisterd en verkocht. GEMEENTERAAD VAN ZAANDAM. Gisteravond vergaderde de gemeenteraad van Zaan dam. Mededeeling werd gedaan, dat aan den Raad is in gezonden een reeds gepubliceerde open brief van den Bond van Werkgevers in het Houtbedrijf. De heer Duijs noemde elk woord van den open brief een onwaarheid, sprak van de werkgeversmoraal alcohol en oranje, wees er op, dat burgemeester Ter Laan de vrijzinnige parvenu's nog niet kent en zette uitvoerig het ongemotiveerde en onwenschelijke van 't aanstellen van particuliere nachtwakers door dezen uiteen. Spr. achtte het in het belang van Zaandam, dat de arbeiders de staking winnen. De voorzitter verdedigde zich tegen den onbeschof- ten aanval der werkgevers, hij ging htm brief na, zijn antwoord daarop is niet door de werkgevers gepubli ceerd, hoewel hij schreef, dat ze het als open briel mochten beschouwen. Zaandam is tijdens de staking, al is er wel iets gebeurd, waarvan men de stakers niet beschuldigen kan, het toonbeeld van een volmaakt rustige stad. Uit den brief van de werkgevers blijkt, dat de goede trouw bij hen afwezig is, zooals hij na der motiveerde. Woorden als nu door den heer Duijs gebezigd keurde hij niet goed. Door den heer Feisser (V.-D.) werd erkend, dat de ordebewaring door den burgemeester bij deze staking alle hulde verdient. Er volgde eenige discussie naar aanleiding van des heeren Duijs' opmerking, dat het in het belang van Zaandam is, dat de stakers den strijd winnen. De hoop op bemiddeling en onmiddellijke opheffing van den strijd werd door enkele leden uitgesproken. De heer Duijs zei het belang van Zaandam te zien in het winnen der staking door de arbeiders, èn om de werklieden, èn in 't belang van den handeldrijven- den middenstand. Als de groote heeren hier de rijk dommen hebben weggehaald, gaan ze te Bloemendaal of elders wonen. Scherp hekelde spr. de omstandig heid dat geen enkel burgerlijk raadslid is opgekomen tegen de leugens in den Open Brief van de werkge vers, hoe anders zou het zijn gegaan, wanneer arbei ders zooveel leugens hadden gedebiteerd. Door den heer Prins (soc.-dem.) werd de volgende motie ingediend: „De Raad van Zaandam enz., spreekt zijn sympathie uit met het onpartijdig optre den van den voorzitter en het hoofd der politie en spreekt zijn afkeuring uit over de onwaarheden door den Bond van Werkgevers in een open brief aangaan de den persoon van den voorzitter gepubliceerd." Het tweede deel van de motie werd ingetrokken, omdat sommige leden de toelichting van bedoelden brief nog moesten ontvangen. De motie werd daarna aangenomen met algemeene stemmen. EEN VERSTANDIO BESLUIT. In het jongste nummer van het orgaan der Vereeni ging tot vereenvoudiging van onze schrijftaal vinden wij. aldus schrijft „Het Volk", in de lijst van nieuw toegetreden leden ook den naam van den heer J. Kor ver, arrondissements-schoolopziener te Helder, die daarmede stellig het stuk hebben gered. Zelfs Rie- dinger wist zijn publiek mee te slepen en oogstte een stormachtigen bijval van alle zijden. Maar het vuurtje doofde even snel, als het was op gevlamd. Na dit hoogtepunt van het werk, vermocht niets het meer op te halen. Al wat volgde, was mat en flauw en kon niet meer boeien. Het karig applaus werd door gesis tot zwijgen gebracht, het tragische slot miste alle effect het was een volkomen neder laag. Den volgenden avond kwam het oordeel der pers algeheele veroordeeling van het werk. De auteur kreeg heel wat te slikken: dat een eerzuchtige dilet tant niet het recht had, naar den kroon eens dichters te grijpen, dat mooie woorden alleen geen drama ma ken, en dat in dit geval elk dramatisch talent ontbrak. Hiermede was de staf gebroken over Brankow's li teraire toekomst. Het was de tweede dag na de opvoering. Dr. Ec kard stond in de spreekkamer bij Brankow en sprak met den bediende, die op al zijn vragen en aandrin gen slechts ontkennend zijn hoofd schudde. Maar ten slotte stoorde Eckard zich daar niet aan en ging re gelrecht naar Erwin's studeerkamer, waar hij wel ver moedde, dat zijn neef zou zijn en hem daar ook vond. Erwin zat met het hoofd in de handen voor zijn schrijftafel. Eckard sloot de deur achter zich, trad op hem toe en lei zijn hand op zijn schouder. „Erwin „Laat me! Ik ben niet in een stemming om te pra ten." „Je zult en je moet praten I Je opsluiten en in je eentje gaan tobben en mokken is het ergste wat je doen kunt je hebt een fiasco gemaakt, laten wij het maar eerlijk bekennen, maar je bent niet de eerste schrijver, die met een nederlaag begint en er zich toch weer bovenop werkt." (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1914 | | pagina 1