DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Lm Moult! to I».
Adres: JAC. MET,
No. 129
Honderd
er zestiend© jaargang
1914
WOENSDAG
3 JUNI.
Herhalingsoefeningen.
Oeze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon en
feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk fl,—
Afzonderlijke nummers 3 Cents
Prijs der gewone advertentiën s
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V, Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER fr ZOON, Voordam C 0.
Militie.
Telefoonnummer 3
DM nummer bestaat nit 3 bladen.
De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR
gelast, krachtens bekomen aanschrijving, op grond
van art. 80 in verband met art. 114 der Militiewet
(Staatsblad 1912 No. 21) den onderstaanden hier
wonenden verlofganger, om zich, ter bijwoning der
herhalingsoefeningen, bij zijn korp9 te vervoegen als
volgt:
Regiment Genietroepen, lichting 1908, Legerplaats
bij Zeist.
13 Juli 1914: ALBERTUS PETER HOLTES.
Den verlofgangers wordt hierbij gewezen op de na
volgende bepalingen:
lo. dat de miliciens-verlofgangers die verblijf hou
den in de plaats van opkomst, zich op den dag
voor de opkomst bepaald, uiterlijk te 8 uur voor
middags bij hun korps moeten aanmelden:
2o. dat de miliciens-verlofgangers die verblijf hou
den binnen 20 K.M. van de plaat9 van opkomst,
op den dag voor de opkomst bepaald, uiterlijk
te 10 uur voormiddags bij hun korps aanwezig
moeten zijn;
3o. dat de overige miliciens-verlofgangers zich bij
hun korps moeten aanmelden: voor zooveel zij
binnen het Rijk verblijf houden, op het tijdstip,
waarop zij aanwezig kunnen zijn, indien zij zich
op den dag, voor de opkomst bepaald, met het
eerst vertrekkende middel van versneld vervoer
langs de op de vervoerbewijzen aangegeven rou
te naar de plaats van opkomst begeven, of, in
dien bij gebruikmaking van een later vertrek
kend middel van versneld vervoer langs diezelf
de route zulks mogelijk is, uiterlijk op het onder
2o aangegeven tijdstip en voor zooveel zij bui
ten het Rijk verblijf houden vóór 4 uur namid
dags.
Voor zooveel de milicien door ziekte of om eene
andere reuen niet tot den werkelijken dienst kan
overgaan, wordt hij verzocht daarvan vóór het tijd
stip voor de opkomst bepaald, ter gemeente-secretarie
mededeeling te doen. Na zijn herstel zal hij zich on
verwijld naar zijn korps moeten begeven.
De Burgemeester voornoemd,
G. RIPPING.
Alkmaar, 29 Mei 1914.
ALKMAAR, 3 Juni.
De minister-president, de heer Doumergue, heeft
in Frankrijk zijn ontslag genomen en met de samen
stelling van een nieuw ministerie zal de heer Viviani
wel worden belast.
Fransche ministeries hebben zelden een lang leven.
Het kabinet-Doumergue heeft amper ze9 maanden
geleefd. En recht tierig was het nooit. Het kon en
kel de zaken zoo'n beetje gaande en zich zelf staande
houden tot de algemeene verkiezingen, welke het gaar
ne heeft willen leiden. De verkiezingen zijn niet slecht
voor het ministerie afgeloopen, maar de heer Dou
mergue vindt het blijkbaar nu welletjes. Hij kon niet,
gelijk indertijd de heer Waldeck Rousseau zich be
roepen op zijn slechten gezondheidstoestand, maar hij
is desondanks heengegaan en heeft niet voldaan aan
het vvizoek van den heer Poincaré om te blijven. Hij
heeft niet voor de nieuwe Kamer willen verschijnen.
Men kun hem daarin geen ongelijk geven. De poli
tieke toestand in Frankrijk is tegenwoordig zoo ver
ward, dat men er geen touw aan kan vastknoopen.
Uit de „persstemmen*' is eenvoudig niet wijs te wor
den. Het eene blad gewaagt van een eensgezindheid,
welke het onder de meerderheidspartijen ziet, bet an
dere echter ontdekt niets van een republikeinsche een
heiden beide bladen zijn van de kleur der meer
derheidspartijenDe heer Doumergue heeft blijk
baar genoeg aan den roem van goede verkiezingen te
hebben gemaakt. Hij wil door een of andere kwestie
zich dien roem niet laten ontglippen. Hij is een braaf
en achtbaar man. Maar hij is geen redenaar en hij
acht zich niet opgewassen tegen de welsprekende re
denaars, die gaarne ministers willen zijn en die dus
het kabinet bestoken. En daarom is hij naar den
heer Poincaré gegaan en heeft tot dezen gezegd„ik
ga, neem Vivian: in mijn plaats." De heer Viviani is
zeer welsprekend en handig in het debat. Hij is een
schitterend redenaar en een man van politieke erva
ring. Bovendien is de heer Viviani een intiem vriend
van ücn heer Poincaré, wiens processen hij overnam,
toen deze eerst minister-president en later president
der republiek werd. In het tegenwoordige ministerie
heeft hij de portefeuille van onderwijs. Hij deed den
laatsten tijd niet zoo heel veel van zich spreken, maar
vroeger was dat anders. Men noemt hem weieens
„Koster van den duivel," en dien naam heeft hij te
danken aan zijn houding, welke in 1906 zeer veel
aanstoot heeft gegeven. Hij was toen minister en
sprak van de regeeringstafel de volgende tirade:
„Millioenen menschen hebben hun handen naar de
vreugde uitgestrekt, waarvan zij hun aandeel op-
eischen. De revolutie heeft de zielen van de menschen
vrij gemaakt van de kerkelijke verschrikkingen en de
lichten van het geloof zijn aan den hemel uitge
doofd
De heer Viviani heeft echter nog iets anders tegen
zich. Hij heeft gestemd tegen de wet cp den drieja
rigen diensttijd Maar wanneer hij minister-president
wordt, zal hij daar niet langer tegen kunnen zijn en
zich niet kunnen stellen op het standpunt van het ra
dicale congres te Pau, dat terugkeer tot den tweejari
gen diensttijd eischt.
Maar het gebeurt vaker, dat een minister een
wet moet helpen uitvoeren, waar hij als kamerlid le
gen was. Men denke maar eens aan minister Treub
en het staatspensioen! Er wordt dan ook gedacht, dat
de heer Viviani in zijn opvatting omtrent den militai
ren dienstplicht geen onoverkomelijke bezwaar zal zien,
om minister-president te worden. Men spreekt reeds
van een formule, welke hij zal vinden om zijn positie
te redden. In dezen geest: „de wet op den driejari
gen dienstplicht is aangenomen en zij dient eerlijk te
worden toegepast; maar zij is geen dogma, zij kan
gewijzigd worden en wanneer er een wijziging wordt
gevonden, welke de verdediging van het land niet
verzwakt, doch den druk op de jongelieden wel ver
licht, dan kan die worden toegepast." Men kan dan
gaan zoeken.en zoolang men nog niet gevonden
heeft is de netelige kwestie van de baan en kan de
heer Viviani als de handige politieke tuinman optre
den, die de geit èn de kool weet te sparen.
BINNENLAND.
PESTBESTRIJDING OP JAVA.
De ambulances 3 en 4, die het Nederlandsche Roo-
de Kruis naar Indië zal uitzenden, zijn samengesteld
als volgt: Ambulance 3: zuster H van Harreveld,
hoofdverpleegster, zuster H. Karsen en zuster P. E.
Niewaal, verpleegsters. Ambulance 4: zuster G.
Joon, hoofdverpleegster: zuster A. E. M. Kurtz en
zuster A. N. E. Monsees, verpleegsters.
Het vertrek is bepaald op 14 Juli. De ambulances
gaan te Genua scheep aan boord van de Rembrandt.
De oud-resident F. Fokkens wijst er in de N.
Crt. op, dat de beweging voor het verstrekken van
geldelijken steun aan de pestbestrijding op Java, zicü
tot nog toe voornamelijk uitstrekt tot 't Indische deel
dei- bevolking van Nederland.
Hoognoodig is echter, schrijft hij, dat allen tot het
besef worden gebracht, dat het hier geldt een hulp
verschaffing, niet aan onderdanen van de een of an
dere vreemde mogendheid, maar aan onze landgenoo-
ten van tropisch Nederland, aan menschen, die in
dubbelen zin onze broeders mogen heeten, bewoners
van het land, dat met ons volksbestaan ten nauwste is
verbonden, den stempel drukt op geheel ons zijn.
Om dit te bereiken zou een bij andere gelegenheden
beproefd middel kunnen te baat genomen worden, n.l.
den verkoop op straat in alle steden en dorpen van
ons land door jonge meisjes (die ongetwijfeld zich
daarvoor zullen aanbieden) van een bloem voor de
pestbestrijding, blauw van kleur, de kleur van Insu-
ünde, met uitreiking daarbij van een carton of blad
papier, waarop gedrukt is de bekende teekening van
Oost-Indië op de kaan van Europa uitgemeten (uitga
ve Ónze Vloot) en eenige cijfers, die duidelijk aange
ven wat Indië in ons volksbestaan beteesent.
"KATWIjC*^
Gisteren zijn te Katwijk voor het lidmaatschap der
Tweede Kamer in hei kiesdistrict KatwijkLeider
dorp omcieel canclidaat gesteld de heeren S. R. de
miranda (8.D.A.P.), mr. H. W. C. J. de Jong (V.L.
en dl. J. Th. de Visser (Ch.-H.).
Gemengd nieuws,
UIT ZU1D-SCH ARWOUDE.
De laatste dag dei- muziekfeesten is eveneens in een
gezellige stemming voorbijgegaan. Cocadonis wist
ioor zijne grappige maar echter niet altijd gewilde
- „moppen," den aanwezigen eenige aangename
oogenb likken te bezorgen. De muziek van „Kunst na
Arbeid" en de zang van „Gemengd Koor" wisselden
elkander af, wat vooral des avonds de feestviering bij
de schitterende verlichting niet weinig verhoogde.
Ruim 20U0 personen hadden gisteren het terrein be
zocht, Honderden maakten gebruik van de bal-cham-
pêtre.
Heeft ook dit concours maanden van voorbereiding
gekost, van het bestuur heel veel geëischt, het uitne
mend slagen der feesten is een verdiende belooning
voor het werk dat „Kunst na Arbeid" bij dit concours
heeft verricht. Als na gedanen arbeid de muzeik
wordt beoefend aldus de voorzitter van den W.-
Frieschen Bond en hiermede besluiten wij ons over
zicht dan is ook de arbeid geen vloek, maar een
zegen. Aan het bestuur en directeur een woord van
hulde voor de wijze waarop zij hebben gearbeid om
dit concours in alle opzichten te doen slagen 1
BUITENLAND.
DUITSCHLAND. Te Bazel (Zwitserland) is in een
bijeenkomst van Fransche en Duitsche parlementsle
den een motie met algemeene stemmen aangenomen.
Deze motie begint met de afkeuring van de verga
dering over het nog steeds heerschende wantrouwen
tussdieu de twee landen uit te spreken en vervolgt
dan:
„Het Duitsch-Fransche comité is besloten, zijn po
gingen te verdubbelen, om den wil tot vrede van de
overgroote meerderheid van het volk in de twee lan
den geheel in het licht te stellen. Met dat doel be
sluit het comité, een berichtenruildienst in te stellen,
opdat Duitschers en Franschen over en weer ingelicht
zullen worden over de ware toedracht van gebeurte
nissen, die al te vaak door tendentieuze berichten in
de pers en hartstochtelijke gedachtewisselingen ver
draaid worden. Het comité verklaart het verder noo-
dig, om er opnieuw eendrachtig en met klem de aan
dacht op te vestige dat bij moeiliikheden bij de rege
ling van geschillen arbitrage, met name in de vormen,
door de Haagsche conveties voorzien, het meest
strookt met de waardigheid en het welzijn van be
schaafde volke. Eindelijk acht het comité het doel
matig, om voortaan de voltallige vergaderingen van
parlementariërs, die op den grondslag van de Bem-
sche conferentie staan, in Duitschland en in Frankrijk
te houden."
Aan een feestmaal, dat op de vergadering volgde,
hielden de heeren Konrad Haussmann voor de Duit
schers, en d'Estoumelles de Constant voor de Fran
schen, toespraken, waarin zij gewaagden van den
vooruitgang van de denkbeelden tot toenadering. Se
nator d'Estoumelles zeide o. m.: „De toekomst is vol
beloften, maar ook wat tot dusver bereikt is, is koste
lijk. Laat men zeggen wat men wil wij vertegen
woordigen toch een onoverwinnelijke macht, die het
verderfelijke chauvinisme zegevierend tegemoet zal
treden."
Met de in de motie bedoelde vergaderingen zal
reeds in den loop van dit jaar een begin worden ge
maakt.
De „Köln. Zeit." juicht het denkbeeld om een in
lichtingendienst in te richten, die de feiten, ontdaan
van alle partijdige en nationalistische tendenzen, in
het juiste licht zal stellen, van harte toe en wijst er
op, dat het dit bureau zeer zeker niet aan werk zal
ontbreken.
Niemand minder dan de Engelsche minister van
buitenlandsche zaken Grey heeft immers nog onlangs
verklaard, dat de pers als uitdrukking van de open
bare meening nog grooter invloed heeft op de ont
wikkeling der internationale betrekkingen dan de di
plomaten. En daardoor kan zij zooveel kwaad stich
ten, wanneer zij door partijdig gekleurde berichten of
verdraaiing der feiten de openbare meening op een
dwaalspoor brengt.
De „Temps" daarentegen laat zich schamper over
de toenaderingsapostelen uit. „De verklaring van
Bazel", zoo zegt zij, „doet ons de belachelijke belof
te, dat Frankrijk en Duitschland in het vervolg beter
over elkander zullen worden „ingelicht". Maar daar
voor hebben wij d'Estoumelles, Gaston Menier en
andere goedige slippendragers van den heer Jaurès
niet noodig Frankrijk en Duitschland kennen uitste
kend de groote gebeurtenissen uit hun jongste ge
schiedenis. En de openbare meening zal ze niet ver
geten, al doen deze heeren alsof zij ze niet kennen."
De „Radical" begroet de te nemen maatregelen als
het begin van een „modus vivendi" tusschen beide
landen, die de gelegenheid zal openen om aan de se
dert veertig jaren heerschende spanning een einde te
inaken. De moeilijkheid zit hem echter, volgens dit
blad, minder in de tusschen beide landen hangende
kwestie, dan is de wederzijdsche ongunstige stem
ming. Het is derhalve zaak eerst te trachten elkander
beter te leeren begrijpen. En daaraan moet de pers
medewerken door hare lezers objectief in te lichten en
iedere poging om leugens te verspreiden onmiddellijk
aan de kaak stellen.
ENGELAND. Minister Lloyd George, die giste
ren een toespraak hield tot een vergadering in de
open lucht te Criccieth, de stad van zijn jeugd, werd
daarbij onophoudelijk in de rede gevallen door kies
rechtvrouwen. De minister zette uiteen, dat de boom
van de Parliament-Act drie jaren geleden geplant was
en dat er zeker niet gedacht zou worden aan een par-
lementsontbinding eer er vruchten waren verkregen.
Tijdens de rede van den heer Lloyd George trok een
troep kiesrechtvrouwen, met hamers gewapend door
iiighstreet, waar de ruiten van winkels en van het
postkantoor enz., werden ingeslagen.
FRANKRIJK. De Parijsche „Temps" heeft door
een medewerker een onderzoek doen instellen naar
de wijze waarop door Duitschland de spionnage in
het oosten van het land is ingericht.
Het centrum van de Duitsche spionnage, aldus de
„Temps", was vroeger gevestigd te Metz. Vijf jaar ge
leden echter achtte men het raadzaam dit over te bren
gen naar Bazel. Verder zijn onderafdeelingen geves
tigd te Frankfort, Metz, Straatsburg, Luxemburg en
Nancy.
De werktuigen zijn meestal, menschen, voor wie in
de beschaafde maatschappij geen plaats meer is. Zijn
zij geheel „afgewerkt" en tot niets meer dienstig, dan
krijgt de politie maar een anonieme aanwijzing en
wordt de spion opgeborgen in een gevangenis of bag
no. Ook zijn er vele vrouwen in den spionnendienst.
De voornaamste helper is een voormalig inspecteur
van politie, Schwartz geheeten. Deze vertoeft aan
de Fransche zijde van de grenzen. Tot kort geleden
had hij een geheime verblijfplaats in de omgeving van
Nancy (het 19e legerkorps verheugt zich n.l. in zijn
bijzondere belangstelling), maar deze is thans bi] de
recherche bekend geworden. Toen de politie echter
een inval deed, was de vogel gevlogen.
Verscheidene kiezers uit het district Mamers
hebben een aanklacht tegen den heer Caillaux inge
diend. Hij wordt beschuldigd van omkpoping van
kiezers. De burgemeester van La Ferté, den heer
Bernard, een aanhanger van de heer Caillaux, had in
een oproep aan de kiezers de aandacht gevestigd op
een bedrag van meer dan 100.000 francs hetwelk het
district, dank zij den heer Caillaux, uit openbare gel
den verkregen had om daarmede het verkiezingswerk
te steunen.
OOSTENRIJK—HONGARIJE. Vier Duitsche
militaire vliegers zijn te Asperen opgestegen. Luite
nant von Thüna, met luitenant von Kleist als passa
gier, zijn voornemens over Munchen en Weimar naar
Berlijn te vliegen; luitenant von Hiddessen met eer-
tegen billijk taief.
Carrosseriefabrikant. Telefoon 573.
ste-luitenant Müller, kapitein Freiberg met kapitein
Streccius, en luitenant Wencher met luitenant Hen-
nings hebben naar Boedapest koers gezet.
SERVIë. De Volksvertegenwoordiging is begon
nen met de tweede lezing van de wetsontwerpen tot
verlenging van den dienstplicht en tot verleening van
een buitengewoon krediet voor het leger.
Volgens besluit van het ministerie had de minister
president Pasjitsj reeds op 31 Mei den koning het
verlangen te kennen gegeven om nog vóór de defini
tieve aanneming der beide legerontwerpen een besluit
uit te vaardigen tot ontbinding van de Volksvertegen
woordiging, en het houden van nieuwe verkiezingen.
Toen de koning eergisteravond aan het verlangen
van den heer Pasjitsj nog niet had voldaan, besloot
de regeering nog'tot gisterochtend 10 uur te wachten.
Toen ook deze tijd verstreken was zonder dat het
besluit was genomen, werd de zitting der Volksverte
genwoordiging tot Vrijdag verdaagd, daar de regee
ring verhinderd is er aan deel te nemen.
Een gistermiddag uitgegeven communiqué deelt
mede, dat de Koning de ontslag-aanvrage van het ka
binet met leedwezen heeft ontvangen en zich de ver
dere beslissing voorbehoudt.
ALBANIë. Volgens een telegram van den corres
pondent van het „Berl. Tagebl." te Durazzo hebben
de opstandelingen zonder noemenswaardigen tegen
stand Sjijak bezet. Op het regeeringsgebouw in Sjijak
wappert thans de Turksche vlag; in dit huis resideert
thans Derwisch Ali-
Deze nieuwe „heerscher" van Sjijak heeft zich op
vredelievende, doch zeer besliste wijze uitgelaten.
„Wij willen niet aanvallen, wanneer wij zelf niet aan
gevallen worden", zoo zeide hij. „Wij hebben de vre-
delievendste bedoelingen, maar wij willen den vorst
von Wied te verstaan geven, dat hij niet weet hoe hij
zich geacht en bemind moet maken bij het volk. Wij
wachten thans de uitspraak af van Europa; wij wil
len, dat het geloof onzer vaderen geëerbiedigd worde
en wij willen verder niets meer te maken hebben met
vorst Wilhelm, die onze vrouwen en kinderen liet
beschieten."
Men heeft hier den indruk gekregen, zoo vervolgt
de correspondent, dat de Mirdieten tegen de oproerige
Mohammedanen zullen oprukken.
Uit Durazzo wordt geseind, dat de Commissie van
Controle morgen naar Sijak vertrek om de onderhan
delingen met de opstandelingen te hervatten.
Naar verluidt is Kroja door opstandelingen, aan-
uangers van Lssaü pasja, ingenomen. De Moham
medanen sporen openlijk aan de samengaan met de
opstandelingen, de christenbevolking daarentegen is
bereid den Vorst te steunen. Essad pasja moet zijn
aanhangers ontboden hebben en deze zijn bereid de
reis te ondernemen.
Op het oogenblik heerscht er nog rust in Durazzo,
maar men is hier ernstig bezorgd over een mogelijken
opstand van de Mohammedanen die in Durazzo wo
nen. Vooral is men ongerust over het feit, dat vele
Aibaneesche gendarmen met hunne wapens naar de
opstandelingen overloopen.
In eén nacht zijn er niet minder dan 37 gedeser
teerd om zich bij de opstandelingen aan te sluiten.
ïh deze critieke oogenblikken deelen de Italiaansche
bladen weer allerlei senesationeele berichten mede.
Zoo meldt de officieuse „Tribuna", dat Wilhelm van
Albanië de hem toegevoegde raden van Oostenrijk en
Italië, kapitein Gastoldi en consul Buchberger, heeft
ontslagen en dat beiden naar hun vaderland terugkee-
ren.
De toestand van den Vorst is zoo goed als hope
loos. Als laatste toevlucht beschouwt hij nu de ver
legging van de residentie naar Skoetari, waarover hij
onderhandelingen met de mogendheden heeft aange
knoopt.
„Heeft de Vorst zich willen ontdoen van deze lijf
wachten, die hem beschermden, maar op de wijze als
men een gevangene beschermt?" vraagt de correspon
dent van het Journal. Of hebben de Italiaansche en
Oostenrijksche regeering er genoeg van de belangen
van een zoo weifelmoedig en zwak Vorst te verdedi
gen? Hoe het zij, de Vorst blijft zonder vrienden en
zonder beschermers in zijn paleis achter."
Het bericht, dat majoor Sluys, de commandant
van Durazzo, onmiddellijk na de jongste incidenten
gedwongen werd Albanië te verlaten, wordt in inter
nationale kringen te Valona volgens de Tel. -corres
pondent druk besproken. Hoewel men het nief be
twijfelt, dat het vertrek van majoor Sluys niet enkel
een concessie is aan het Mohamemdaansche element,
maar teven als de sanctie van een reeks misslagen be
schouwd moet worden, is toch het vertrouwen in de
Nederlandsche militaire missie niet geschokt. Dat zoo
wel generaal De Veer als majoor Thomsen zich naar
Durazzo begeven hebben en te zamen de plaats inne
men, die door majoor Sluys bekleed werd, is een
waarborg, dat geen nieuwe fouten begaan zullen wor
den*. Alle verbinding tusschen Durazzo en 't binnen
land is verbroken en men wordt door draadlooze
berichten van den toestand in de hooidstad op de
I