DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN, Honderd en zestiende Jaargang. 1914 DINSDAG 9 JUNI. Levenswegen £0* 134, Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele Rijk f 1, Afzonderlijke nummers 3 Cents. Prijs der gewone advertentiën Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat Groofe letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. FEUILLETON. Uitgave H. J. W. 6ECHL Amsterdam. Telefoonnummer 3. ALKMAAR, 9 Juni. Naar aanleiding van hetgeen wij verleden Donder dag schreven over de kiesrechtvrouwen in Engeland ontvingen we onder het opschrift „De verstandige be zadigdheid der Engelsche Kiesrechtvrouwen" het volgende stuk: Geachte Redactie. De overgroote meerderheid der Engelsche kies rechtvrouwen munt uit door verstandige bezadigd heid. Het hoofdartikel van uw blad van 4 Juni j.l. eindigt met de woorden„Wanneer nu eens de jaren, besteed aan wandaden, waren gebruikt voor rustige propaganda, wanneer in stede van de „militant mad ness" eens een verstandige bezadigdheid ware ge toond, zou het vrouwenkiesrechtvraagstuk een bevre digende oplossing in Engeland heel wat dichter gena derd zijn!" Het is ten opzichte van den in dien slot zin geuiten wensch wellicht goed en ook rechtvaardig om er op te wijzen, dat er in Engeland niet minder dan 51 vereenigingen voor Vrouwenkiesrecht bestaan, die aan dien wensch ten volle beantwoorden. De 52e echter, helaas, trekt aller aandacht tot zich, hoewel het toch maar een der kleinere vereenigingen is. Het is „the Women's Social and political Union" alleen, die brandsticht en zich van bommen als argumenten bedient. Die Union heeft volgens de opgave van Lord Lytton in het Hoogerhuis op 6 Mei j.l. 15000 leden. De 53ste en laatste vereeniging ten slotte, „the Women's Freedom-Leage," was aanvankelijk bij na even militant, maar trok zich van de latere buiten sporigheden terug. Sedert wordt die Leage even zeer door de groote Engelsche bladen genegeerd als de 51 vereenigingen voor vrouwenkiesrecht, die 's lands wetten eerbiedigen. En hierin ligt juist een der aanleidingen van het betreurenswaardige militantis- me. Als de Engelsche pers in den beginne, toen het militantisme nog tamelijk onschuldig was, daaraan niet al haar aandacht had gewijd, ten koste van de or delijke vrouwenkiesrechtbeweging, dan was het mili tantisme stellig bij zulk ijzig stilzwijgen ondergegaan. Nu de pers omgekeerd de ordelijke vereenigingen doodzwijgt, gaan die toch niet ten onder, maar ne men steeds toe in bloei. De grootste der de wet eer biedigende vereenigingen, „the National Union of Women's Suffrage Societies," heeft 53000 leden, aan wie op straffe van royement verboden is tevens lid eener militante vereeniging te zijn. Door het werken dezer vereeniging werd het gemeentelijk vrouwenkies recht in Engeland reeds verkregen en op haar aanspo ring petitionneerden in de laatste 2 jaar 197 gemeen tebesturen, waaronder die van Edinburg, Dublin, Glasgow, Manchester en andere groote steden, om de invoering van parlementair vrouwenkiesrecht. Zij houdt jaarlijks raeér goed bezochte vergaderingen dan alle politieke partijen van Engeland te zamen. Zij houdt groote, ordelijke optochten en openluchtmee- tiugs, die het volk nader brengen tot haar streven, mannen en vrouwen van naam en erkende verdienste geven hun werk, hun tijd en hun geld ruimschoots om mee te werken tot haar doel. Zij alleen vertegen woordigt Engeland in den Wereldbond voor Vrou wenkiesrecht en de Nederlandsche Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht heeft reden om trotsch te zijn op haar Engelsche zustervereeniging, die ondanks het militantisme van anderen, hard werkend en rustig, bloeiend en doelbewust, voortgaat op haar weg. Nu kan het vreemd schijnen, dat er in Engeland be halve deze nog 50 andere niet-militante vereenigingen voor Vrouwenkiesrecht bestaan. Dit vindt niet zijn oorzaak in twist of verdeeldheid. Het zijn voor 't grootste deel vrouwen-vakvereenigingen, die als hoofddoel vrouwenkiesrecht hebben. Verder bestaat er een Roomsch-Katholieke vereeniging voor vrouwen kiesrecht, een Kwakersvereenigiging, een hoog-aristo- cratische van dames, behoorend tot de conservatieve partij en een belangrijke, zeer actieve mannenbond. De arbeiderspartij is in haar geheel voor Vrouwenkies recht en ging zelfs een soort verbond met de groot ste vereeniging aan. Nu moge het zijn, dat de buitenlandsche pers, slecht voorgelicht door de Engelsche, de groote ordelijke be weging over het hoofd ziet ter wille van de suffraget tes, in Engeland zelf weet men beter. Daar denken velen zoo logisch als de bisschop van Londen, die kort geleden tot voorstander van vrouwenkiesrecht werd, door de ordelijke beweging gewonnen, ondanks het feit, dat voor weinige maanden de suffragettes een bom legden onder zijn preekstoel in St. Paul's Cathe dral. Er zijn menschen, die niet slechts de geheele Engel sche Vrouwenkiesrechtbeweging, maar ook die in an dere landen verantwoordelijk stellen voor het Engel sche militantisme. Buiten Engeland staan de suffra gettes echter met geen enkele organisatie voor Vrou wenkiesrecht in verbinding, welke ook. Navolging vonden zij slechts in China. Met dank voor de plaatsing, E. VAN DER HOEVEN. Met het woord „kiesrechtvrouwen" hebben wij nim mer aangeduid de wakkere maar rustige strijdsters voor het vrouwenkiesrecht, die juist door haar ver standige actie en haar bezadigd optreden de zaak, welke zij voorstaan het best dienen. Wij hebben altijd daaronder enkel begrepen de furies, die door haai' wandaden heel de beschaafde wereld met verontwaar diging vervullen en die nu zelfs blijkbaar in het oog der weinig-doortastende Engelsche regeering de maat hebben doen overloopen. Het schijnt tenminste, dat de regeering haar houding zal wijzigen en strenger zal gaan optreden tegen de leden der sociale en po litieke vrouwen-unie. Niets moet den rustigen t strijdsters aangenamer zijn. Hoe eerder toch die tes. Dan zouden ruiten en kerken, schilderijen en tee- keningen het moeten ontgelden en de licht-ontvlam- bare furies zouden naast het stembiljet de petroleum- kan en het schendend mes even goed blijven hantee- ren. Het is waarlijk geen wonder, dat de pers in en buiten Engeland voor deze militante kiesrechtbewe ging zoo de aandacht vraagt, al denkt zij er in het algemeen niet aan de ordelijke actie daarvoor verant woordelijk te stellen. Alleen wij zien niet in, waarom de Engelsche bladen altijd de namen der misdadigsters voluit vermelden en waarom de En gelsche illustraties steeds weer foto's van haar wan daden opnemen. In dit opzicht zou het inderdaad goed zijn als de Engelsche perspubliciteit vermeed, wat als persoonlijke reclame kan gelden en tot navol ging kan opwekken. BINNENLAND. Naar het Duitsch van E. WERNER. roodlottige beweging wordt gefnuikt, hoe beter in menig opzicht. In Engeland zelf begint de eerbied voor de vrouw te lijden onder de suffragetten-actie. Te Londen worden bijv. herhaaldelijk dames gemo lesteerd, die voor zulke kiesrechtvrouwen worden aangezien! En Zondag werden zelfs in het Hyde- park bijeenkomsten van niet-militante strijdsters ver- itoord, gelijk de Daily Chronicle, welke geenszins be- .ïoort tot de bladen, die de ordelijke beweging dood zwijgen, mededeelt. Zoo schaadt de suffragetten- actie de kiesrechtzaak. Wij wezen er Donderdag reeds op, dat bij de eerstvolgende algemeene Lager huisverkiezingen het vrouwenkiesrecht wel geen punt jvan strijd zal uitmaken. Men moet ook niet verge ten, dat onder de tegenwoordige omstandigheden met invoering van het vrouwenkiesrecht weinig zal zijn bereikt. De militanten zullen met het recht natuur lijk niet tevreden zijn, zij zullen ook de macht willen hebben. En nu denke men zich eens een verkiezings campagne met de middelen en wapens der suffraget- PEST IN INDIë. Bij het departement van koloniën is het volgende telegram van den gouverneur-generaal van Neder- landsch-Indië ontvangen: Gedurende het tijdvak van 20 Mei tot en met 2 dezer zijn voorgekomen In de afdeeling Malang 377 nieuwe pestgevallen, 321 dooden. Berbek 1. Banka 1 uit Honkong geimpor- teerd. Soerabaja 14 en Toeloengagoen 24 sterfgeval len. Madioen 14 nieuwe gevallen, 13 dooden. Kediri 34 nieuwe gevallen, 33 dooden. Paree 54 nieuwe ge vallen, 49 dooden. Magetan 14 nieuwe gevallen, 11 dooden. In de vorige periode in Malang nog 27 gevallen, 20 dooden, Kediri en Paree elk 3 gevallen, 2 dooden, La- mongan 2 gevallen, 1 doode, Bangil 1, Magetan 1 en Madioen 4 sterfgevallen. Het Nederlandsche Roode Kruis zal op verzoek van den Gouverneur-Generaal van Nederlandsch-Indië twee ambulance-automobielen naar de peststreken in Nederlandsch-Indië uitzenden. G. G. IDENBURO. Gaat of blijft G.-G. Idenburg? vraagt het Bat. Nbl. Deze vraag is in de dagbladen den laatsten tijd reeds zoo vaak gesteld en de eigenaardigste conclusies wer den daarbij getrokken. Thans kan op deze vraag ech ter nogmaals een definitief antwoord gegeven wor den, hetwelk luidt, dat de heer Idenburg in December a.s. zeker als gouverneur-generaal zal aftreden. Niet alleen mag dit gezegd worden op grond van het feit, dat Z. E. den vice-president van den Raad van Indië, de heer Van Rees, warm heeft aanbevolen als zijn op volger, maar er is nog een andere aanwijzing, die sterker spreekt. Sinds jaren is het n.l. de gewoonte geweest, zoo schrijft men van ambtelijke zijde, dat de land voogd van onze koloniën bij zijn aftreden aan de Ko ningin en den minister van koloniën een uitvoerig ge schrift overhandigt, waarin de scheidende gouverneur- generaal de door hem gevoerde politiek uiteenzet en verdedigt, kortom, een brok geschiedenis inlevert over hetgeen tijdens zijn aanzijn in de koloinën is voorge vallen en tot stand gekomen. Zoo deden Roosenboom en Van Heutz en zoo zal ook Idenburg doen, want sinds eenigen tijd houdt onze landvoogd zich met de samenstelling van zulk een oratio pro domo bezig. Aan verschillende departementschefs is opgedragen Z. E. tal van gegevens te verstrekken. Aangedrongen wordt op grooten spoed, en van iemand uit de omge ving van onzen onderkoning vernamen we, dat het werk goed vlot en binnen eenige maanden voltooid kan zijn. De gouverneur-generaal maakt er een lijvig stuk werk van, dat in hoofdzaak wordt opgebouwd uit feitenmaterieel. In dit opzicht besteedt de heer Iden burg veel meer zorg aan dit bestuursverslag dan zijn voorgangers, die met een historisch opstel volstonden. Uit een en ander mag intusschen met zekerheid ge constateerd worden, dat onze landvoogd in Decem ber a.s. het bijltje er bij neerlegt DE WETSONTWERPEN OP HET M. a EN VOORBEREIDEND H. O. Het „Handelsblad" maakt met veel genoegen mel ding van het gisteren door ons medegedeelde, aan de Tweede Kamer gezonden adres van een aantal profes soren ten aanzien van de regeling van bovengenoemde materie. Men kan schrijft het blad over sommige op merkingen er van denken gelijk men wil. Maar einde lijk weer een geluid, dat vooropstelt waar het 't mees te op aan komt: ons onderwijs bovenal te hervormen zóó, dat het beter van onze kinderen en jongelieden menschen make. Daarop moet het volle gewicht vallen, want daar heerscht het groote gebrek. Het is niet de vraag, of op elke school al wel vol doende wordt geleerd als voorbereiding voor de stu die alweer aan eene volgende, hoogere school, waartoe de aandacht der onderwijs-specialiteiten zich zoo lichtelijk beperkt; en die tot een eeuwig opdrijven van boven af, een eeuwig vijlen en verschroeven en splitsen aan onderdeden van programma's leidt Elke school, de lagere, de middelbare en de hooge re, moet ten slotte vóór alles zijn een dgen plaats van opvoeding voor het leven. Niet daéraan hapert het te onzent, dat de jonge ge- ueratie onvoldoende lessen, speciale kennis, kundig heden, vak dit of vak dat, medekrijgt, maar juist hierin: dat zij in 't algemeen gesproken van geen school genoeg meekrijgt aan vorming. Wil men in dit opzicht voor de toekomst iets doen, dan is dit alleen mogelijk in den geest als waarin hier gesproken wordt, en met bet geweldig vele dat daaraan nog vast zit. 42) o—- Zij zweeg eensklaps, verschrikt door de plotselinge verandering op het gelaat van haar buurman. Hij kromp ineen bij bet hooien van den naam, die de her innering aan al de ellende van het verleden weer bij hem opwekte, en nu hoorde hij dezen naam uit den mond van zijn kind, dat den verwoester van heel zijn geluk „vader" noemde! Lisbeth sprong op en keek hem ontsteld aan. „U moet dadelijk naar den Einödhof gaan; u bent ziek, en ik zal u wel brengen!" „Neen!" Deze vreemde man bezat blijkbaar een groote wilskracht, want, hoewel diep geschokt, was hij weer spoedig zichzelven volkomen meester. „Blijft u maar hier, ik kan best alleen gaan 1" Lisbeth durfde hem niet tegen te spreken, maar toen hij haar voorbij wilde gaan, trad zij hem eens klaps in den weg en bood hem zwijgend haar blauwe gentianen aan. Slechts haar betraande oogen smeek ten hem, ze aan te nemen. Brunold zag haar aan met zóó'n smartelijken, ziels- bedroefden blik, als zij nog nooit in andere oogen had waargenomen, maar toch strekte hij met een zwak lachje zijn hand naar haar bloemen uit. „Ik dank u wel. Adieu!" Hij ging heen, en Lisbeth zag, hoe hij den berg af daalde en beneden in de boerderij verdween. Nu, dat Lisbeth alleen was, barstte zij in tranen uit, zij wist zelf niet waarvoor of waarom, het was toch eigenlijk een vreemde man, die haar niets aanging en toch weende zij lang en droevip. Dr. Eckard zat op de bank voor den Einódhof, en laast hem zijn neef, die was overgekomen om het buiten" van oom Fritz te bezichtigen. Zij spraken nu over den vreemden gast, die hier met Eckard tezamen woonde. „Hij is een zonderling, die men nemen moet, zooals hij is, met al zijn eigenaardigheden," zei Eckard. „Het was al mooi, dat hij aan tafel kwam vandaag hij is anders een menschenhater." „Ik geloof, dat u hem al langer kent, oom Frits, en meer van hem weet, dan u kwijt wilt zijn. Maar ik zal er niet verder op aandringen, want u zult wel uw re denen hebben om het geheim te houden." „Ja, en het is bovendien niet mijn geheim," zei Ec kard ernstig. „Laten wij er dus maar over zwijgen. Jij blijft dus een poosje hier." „Neen, ik ga over een paar dagen weg." „Weg, en waar naar toe?" „Ik denk een uitstapje naar de Ortler-Alpen te ma- kan; daar ben ik nog nooit geweest. Bij ons geniet alles hun zomersche rust, zelfs de verkiezingen, dus daar ben ik niet noodig. En naar Rodenstein te gaan, zoo vlak bij Reineck, dat zou weer aanleiding geven tot alle mogelijke praatjes, die wij nu liever willen vermijden." Eckard fronste zijn voorhoofd. „Ik had zoo gehoopt, dat de dood van mevrouw Von Dankmar en de stemming, waarin je bij vertrek verkeerde, eenige verzoening tusschen jou en Johanna had bewerkt. Maar ik schijn mij jammer genoeg ver gist te hebben." „Johanna wilde niet, zij bleef bij haar besluit." „Ja, dat begrijp ik, dat is de Dankmarsche koppig heid. Wanneer willen jullie scheiden?" „Zoodra de rouwtijd om is." „En je gedraagt je nu reeds of je heelemaal vrij bent Het zou beteer geweest zijn, als je nog wat voorzich tiger bleef, met het oog op je politieken loopbaan." „Ik wil in alle opzichten vrij worden, maar mis schien in een andere oeteekenis, dan u wel denkt 1" zei Erwin op vasten toon. „Je logeert toch boven in het Berg-hotel „Neen, ik ben in de „Alpenrose" afgestapt." „Dat komt op hetzelfde neer, dat is maar een kwar tiertje verder, en ik weet precies al de namen van de vreeindelingenlijst van het hotel. Mevrouw Von Arni- koff heeft je toch geroepen, en je hebt haar onmiddel lijk gehoorzaamd." „Ja, gekomen ben ik wèl, maar of ik zal gehoorza men is een andere vraag." „Ben je er zeker van, dat dit het einde is?" „Ja! Maar ik moet nu opstappen. Ik heb meer dan een uur noodig voor den terugtocht, maar ik kom in ieder geval nog even bij u vóór mijn vertrek." Erwin stond op en nam afscheid. „Als hij toch weer onder dien ouden invloed mocht komen, zal ik hem toch vrij maken en als het niet an ders kan, zal ik hem de oogen openendacht Eckard, toen Erwin was vertrokken. Hij ging weer zitten, en bijna gelijkertijd kwam Brunold het huis uit „Is je neef weg?" vroeg hij kort. Ja." ",Komt hg nog dikwijls?" klonk het misnoegd. „Hij gaat over een paar dagen weg, maar komt nog eens terug. Je zult er toch niets tegen hebben, dat ik mijn neef hier ontvang?" „Natuurlijk niet, jij bent hier de baas. Maar ik heb de kunst verleerd om met menschen om te gaan." „Dat heb je anders in je laatste betrekking toch ook moeten doen. Maar er liggen nog weken van rust en eenzaamheid voor je, en het berghotel is ver van hier." Brunold zweeg; na een poos vroeg hij eensklaps: „Weet je, wie daar is?" Eckard zag hem verbaasd aan. „Weet jij het?" „Ja, het kind was hier, een paar dagen geleden." „Wie? Je dochter?" „Ja, ik heb haar gezien." „En ook gesproken?" Brunold knikte. „Boven, bg de bergkapel." „En toen?" vroeg Eckard in de grootste spanning „Wat bedoel je?" „Heb je haar niets verteld of geen toespelingen ge maakt?" Gemengd nieuws. HET CONFLICT IN HET BOUWBEDRIJF. De Centrale Bond van Bouwvakarbeiders (moder nen) heeft besloten zich ten opzichte van het conflict te Amsterdam tusschen de Federatie en de A. P. V. onzijdig te houden. De leden van den Bond bigven dus aan het werk. Het was gisteren de dag, waarop de door de A. P. V. afgekondigde partieele uitsluiting inging. Een merkwaardig geval deed zich, naar ons van arbeiders- djde werd medegedeeld, op een der werken voor. De uitgesloten arbeiders gingen daar gistermorgen aan den arbeid, alsof er om zoo te zeggen niets te doen was. De patroon maakte hen opmerkzaam, dat zij waren uitgesloten „Dat kan wel zijn", antwoordde de woordvoerder, „maar daar trekken we ons niets van aan. Als u ons het werken beletten wil, moet u de politie maar ha len!" Tegen zooveel ijver en arbeidslust was de patroon aiet bestand en hij liet de mannen hun gang gaan. (Hdbl.) „Dat zij nog banger voor mij zou worden? Dacht je werkelijk, dat ik haar zou vertellen, wie haar vader was?" „Wat je na je vlucht bent geweest, komt voor reke ning van hen, die je in het ongeluk gestort hebben, dat moeten zij voor God en hun geweten kunnen ver antwoorden; maar thans ben ik een schrijver, wiens naam een goeden klank heeft. Als je drama succes heeft en dat zal het, dat verzeker ik je dan ben je eensklaps een beroemd man geworden." Brunold haalde zijn schouders op. „Wat heb ik daar aan nu nog?" „Je bent jonger dan ik, en ik ben nog in de kracht van mijn leven. Je zult er wel weer bovenop komen." Brunold wees met zijn hand naar zqn borst. „Ik maak mij geen illusie's meer, ik met mijn kwaal, en dat weet jij evengoed als ik. Maar ik zou éénmaal nog succes willen hebben, één enkel, groot succsl Dan wist ik, dat ik toch niet voor niets héb geleefd! Nog eenmaal er op uit met het verloren wrak de volle zee in en dan vergaan!" Eckard sprak hem niet tegen: een specialiteit tn Berlijn had hem naar waarheid ingelicht, dat er geen hoop meer was op herstel, en hg wist ook, dat Ri chard niet misleid wilde worden. Toen Brunold op stond, hied Eckard heb bezorgd tegen. „Je wilt toch niet het bosch in? Er komt vast on weer." „Slechts even naar de bergkapel. Driar is zoo'n mooi vergezicht en het onweer is daar prachtig te zien." Dr. Eckard maakte geen tegenwerping meer, daar de kapel maar tien minuten ver was en het huis dus in geval van nood gemakkelijk te bereiken zou zijn. Bru nold klom langzaam omhoog naar het kerkje. Hij had er de laatste dagen iederen middag gezeten en ge wacht. Hij hield zichzelf voor, dat het dwaasheid was, maar toch zat hij daar trouw en wachtte op iets, dat komen zou komen moest. CWwrtb vervolgd). MANT

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1914 | | pagina 1