DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN, 16161 16 01, Adres: JAC. MET. Ho, m Honderd en zestiende jaargang. 1914 m U WOENSDAG 10 JUNI. Engeiseliö Brieven, saa m l>it nummer bestaat uit S bladen. LONDEN, 8 Juni. 't Ia altijd een waagstuk om te Londen in den „Sea son" eene tentoonstelling te geven van het werk van eén persoon; en het is een bewijs van zelfvertrouwen in mejuffrouw Jo Koster, dat zij, na zich, door hard werk, ijverige studie en onverpoosde toewijding aan hare kunst, in Nederland een naam te hebben ver overd, den Engelschen is komen bewijzen, dat zij een eigen persoonlijkheid bezit en dat die persoonlijkheid wat te zeggen heeft. Voor ik over haar werk 't een en ander meedeel, wil ik wat uit haar leven vertellen, omdat van het voorbeeld van man of vrouw, die zich een eigen weg baant, altijd opwekkende kracht uitgaat, die bij ande ren den zucht wekt, anderen den moed geeft zich zelf te wezen. Pas zestien jaren oud verliet ze de school, die waar schijnlijk ook al leed aan de vaderlandsche examen vrees en te veel van haar krachten vergde. Ze kreeg, niet zonder moeite, van haar ouders gedaan, dat ze eenige uren 's weeks het onderwijs aan de Academie te Rotterdam mocht volgen. Ze werkte hard en na een jaar had ze voor zich zelf uitgemaakt, dat ze schilde res zou worden. Haar vader stond er echter op, dat ze een diploma zou halen en met het oog daarop ging ze naar Amsterdam. Daar was evenwel ook weer „Het Examen", het verderfelijk monster, dat kunstzin en kunstleven dood combinatie met anderen, weer mocht komen, zal ze waarschijnlijk vrienden winnen voor haar werk en, wat de Duitschers noemen „durchdringen," wat vaster beklijft dan veel werk dat „einschlagt." Juist omdat haar werk zoo geheel persoonlijk is, zal ze bij Jan en Alleman slechts langzaam indruk ma ken; doch haar stukken zijn zoo goed in toon gehou den, dat elk die wat gezien heeft, beseft wat hij hier voor zich heeft. Ze heeft zelve bijvoorbeeld hard moeten werken; en men ziet het haar boeren aan dat de stoere pit van die kerels haar sympathie opwekt, zij leeft hun leven mee en weet ons te doen begrijpen hoe dat leven haar aandoet. Zij is ook, wat oppervlakkige menschen noemen, een optimist; dit blijkt voldoende uit het schetsje van haar „Sturm und Drang," vooral „Drang" periode hierboven gegevendaarom stort ze stroomen van gulden, vroolijk zonnelicht in haar bin nenhuisjes, haar velden en weiden, haar bloeiende bloemen en boomen; ze tintelen en fonkelen. Zoo is er stemming in haar stukken gekomen; de stemming die in haarzelve is, vol eerbied voor 't le ven, vol sobere, onverdroten toewijding, vol blijde dankbaarheid voor 't mooi dat onze aarde biedt, aan wie oogen heeft om te zien en hersens om te denken. Men zal misschien twijfelend vragen: „Is dat nu een „Engelsche Brief," dit epistel over een Nederland- sche schilderes?" Maar, alsjeblieft, ongeduldige lezer of lezeres, wij Nederlanders in den vreemde staan, al blijft er veel, heel veel van ons hart in Nederland, tot op zekere hoogte buiten de geestesgemeenschap van onze land- genootendoch ook gij die daar thuis zit buiten de onze hier in Londen. En daarom kan het geen verderfelijk monster, aat kunstzin en xunsueven aooa- =>--- de door het vergif van lessen, noodig niet om kunste-J kwaad als gi] af en toe eens hoort hoe uw do™ en la- 6 ji..j k lm nns hpriïhrt." Die aanraking heeft nlaats als naars te vormen en te leiden, doch om in de jongelui zooveel perspectief, anatomie, stijlgeschiedenis, deco ratief en mathesis te pompen, dat ze „er door" konden komen. Ze had graag weg gewild, dorh haar vader stierf en harde noodzakelijkheid dwong haar door te wer ken in 't gareel der examentucht, tot ze, twintig jaar oud, haar diploma had en, in Rotterdam teruggekeerd, zelf les kon geven. Na drie jaren had ze zooveel leer lingen, dat haar geen tijd meer werd gelaten zelf te studeeren en zich als schilderes te bekwamen. Dat gevoel drukte haar zoodanig, dat ze niet lang aarzelde toen een vriendin, die te Parijs een letterkun dige had getrouwd, haar aanraadde zich in Nederland van alles los te maken en zich geheel aan haar eigen werk te wijden. Ze trok de stoute schoenen aan en ging in Frankrijk's hoofdstad, in Collarossi's atelier, werken, terwijl ze in een goedkoop logementje ging wonen met behulp van het geld, dat ze van haar les sen had overgespaard, doch ook met behulp van een geweldigen durf en even groote onervarenheid. ten ons „bërührt." Die aanraking heeft plaats als de begaafdsten uwer tot ons komen; en als nu een uwer maar zegt: „hè, vinden ze er dat in Londen van?", dan zijn we allebei een beetje wijzer geworden. En dat kan nooit kwaad. BINNENLAND. 't Was moeilijk werk. 't Parijsche atelier deed in j tijoen van 84 uren komen voor. ouderwetschheid voor de Rotterdamsche School niet TWEEDE KAMER. Aan de orde was gisteren art. 9 der Stuwadoors wet, dat om. bepaalt, dat de ondernemers zich hebben te richten naar de bepalingen omtrent arbeids- en rusttijden, bij algemeene maatregel van bestuur vast tg stellen. De heer Spiekman (S. D. A. P.) verdedigde men loondieverij en uitbuitin gtegengaan. De minister gaf toe, dat de bepaling niet alle nadeden ondervangt, maar ze is ook niet zonder beteekenis. Spr. bestreed, de opvatting dat hij hier iets geheel nieuws als bij overrompeling voorstelde. Als men meent, dat de bepaling niets beteekent, wilde spr. haar intrekken, maar voorloopig handhaafde hij haar, want hij achtte haar een verbetering. De vergadering werd verdaagd tot hedenochtend. DE REIS VAN DEN HEER VAN KOL. De heer van Idsinga, lid der Tweede Kamer, heeft tot minister Pleyte de vraag gericht, waarom de den heer van Kol verstrekte opdracht niet door tus- schenkomst van den minister van buitenlandsche za ken aan de diplomatieke of consulaire ambtenaren in Japan is gegeven, tot wier werkkring het behoort de regeering omtrent zulke onderwerpen in te lichten; desnoods met toevoeging aan die ambtenaren van een Oost-Indisch ambtenaar, ten einde bij de vervulling van de opdracht meer in het bijzonder de aandacht te vestigen op hetgeen voor Nederlandsch-Indië van nut zou kunnen zijn. De minister heeft op deze vraag medegedeeld, dat met de aan de heeren Van Kol en Ketner verleende opdracht tot het instellen van een onderzoek in Ja pan naar de wijze, waarop daar te lande de inheem- sche nijverheid wordt aangemoedigd, beoogd wordt na te gaan, in hoever de in Japan getroffen maatre gelen zouden kunnen worden toegepast in het be lang van de opheffing van de inlaudsche nijverheid in Nederlandsch-Indië. Zoodanig onderzoek behoort naar 's ministers meening te geschieden door perso nen, die met Indische toestanden en met de nijverheid der Inlandsche bevolking bekend zijn, hetgeen van onze diplomatieke of consulaire ambtenaren in Japan niet gezegd kan worden. Intusschen zal van de locale kennis en de voorlich ting van die ambtenaren in het belang bedoeld on derzoek, ongetwijfeld veel partij kunnen worden ge trokken, weshalve de minister van buitenlandsche za ken, door den minister van koloniën werd uitgenoo- digd, genoemde heeren bij Hr. Ms. gezant te Tokio en onze consulaire ambtenaren in Japan in te leiden met het verzoek, hen zooveel mogelijk ter zaken aan de hun verleende opdracht behulpzaam te willen zijn. Gemengd nieuws. DE STRIJD IN DE BOUWVAKKEN. - n Het gezamenlijk aantal stakers er. uitgestotenen in een amendement, om als regel 10 uren per etmaal, monier-bedrijf te Amsterdam bedraagt ruim 300. maar in geen gevai meer dan 24 uren achtereen te jj f )p ajp-pmppne natroonsvereenieine heeft eistere laten arbeiden, rusttijden van 6 uren en minder inbe grepen, en de arbeidsweek niet langer te doen zijn dan 60 uren. Spr. achtte het noodig de arbeiders zoowel als tegen de werkgevers te beschermen. Werk- onder, hare collega's waren beesten, op zeer laag ze delijk peil staande. Doch het zijn in Parijs bracht troost, Parijs met zijn mooie winkels, de Parijzenaars met hun artistieke silhouetten, het Louvre met zijn kunstschatten. De eerste twee weken deed ze in 't atelier geen mond open en schrok van haar eigen stem als ze in een „Bouillon" iets bestelde. Later kwam ze in kennis met Duitsche aspirant-schilders, met wie ze de zomervacantie doorbracht in Knocke in België en waar ze een schilderes ontmoette, die ze al in Rot terdam had leeren kennen. Deze ried haar den heer Blanc-Garin in Brussel te gaan spreken; en in hem vond ze waarlijk een schilder-onderwijzer, die haar De heer v. d. V o o r t v Z ij p (A.-R.) achtte het niet wenschelijk, om naast het maximum van 24 uren achtereen en de arbeidsweek van 60 uren, nog een i normalen werkdag van 10 uren vast te stellen. An ders ging spr. gaarne met het amendement mede. De heer Nierstrasz (V. L.) zei, dat de werkge vers vaak ""een frissche arbeiders kunnen krijgen. Te Amsterdam werkt ongeveer 95 procent van de arbei ders 's nachts niet. Dat er slechts 240 buiten vallen, gebeurt blijkbaar slechts bij noodige uitzondering en spr. zou het betreuren, wanneer men dat belette. Minister Treub verdedigde in het alge meen de regeling bij algemeenen maatregel en niet bij de wet. Zelf is sprvoor den 10-urigen arbeidsdag, maai' zoolang deze niet algemeen en overal kan be- haar „métier" leerde, iets waaraan men in Nederland jj 3jaan jg ^voering niet mogelijk. Het havenbedrijf is i i_ s' ook niet geschikt om er een proef mede te nemen. Spr.'s voornemen is, om in den alg. maatregel een arbeidstermijn van 12 uur te stellen en voor de uit zonderingsgevallen den termijn van 24 uur te nemen. als men er te veel van krijgt, doch een stevigen grond slag vormt waarop men kan voortbouwen, zoodra men haar genoeg onder de knie heeft om te vergeten, dat men ze heeft geleerd; want een schilder bespeurt wel, dat hij haar moet vergeten en moet toch niet meer bij machte wezen bij zijn werk in strijd met haar voomhriftec bandelen, In 't atelier van Blanc-CarJn kwam zij in kennis met leerlingen uit alle mogelijke landen en won er vrien- jj De heer Spiekman repliceerende, merkte op, dat hij en de medevoorstellers van het amendement bereid zijn, om nog daaraan toe te voegen, dat in bij zondere gevallen tic werktijd mag worden overschre den. De heer v. d. Voort v. Zijp verklaarde zich am voor haar heele leven. Doch haar geld raakte |j bereid, om in het zijnerzijds voorgestelde amendement 5 op: en daar zij met twee anderen den prijs won dien j!: (werkweek van Zondag tot Zondag) deze verandering de Koningin voor jonge kunstenaars beschikbaar stelt, Ij te brenger., dat er in plaats van 60 uren 66 uren gele- kreeg ze daarvan maar een derde gedeelte. Doch ze ren wordt, sloeg zich er door en kreeg bovendien in de vacantie- De heer Schaper (S. D. A. P.) bracht een wij ziging aan in het amendement-Spiekman, zoodat als regel wordt gesteld 10 uren per etmaal met mogelijk heid om in elk bijzonder geval vergunning te krijgen voor langer werk tot een maximum van 24 uren. Het amendement v. d. V o o r t v. Z ij p werd in getrokken, dat van den heer Spiekman, nadat nog een in Nederland heel wat bestellingen voor portretten, Een jaar of wat vormde het portretschildereu haar eenige bi on van inkomsten, tot ze Brussel verliet en zich met een andere leerling van het atelier-Blanc- Garin in Nederland vestigde, waar ze nu voor het eerst werkte zonder de leiding van een meester. Van dien tijd af heeft mej. Koster op eigen wieken paar kleine wijzigingen waren aangebracht, door mi- gedreven en haar vleugels kunnen uitslaan. Ze ging mister Treub overgenomen, waaróp het gewijzigd een winter in Bodighera doorbrengen, zonder er te art. 'J aangenomen werd. kunnen aarden en vestigde zich toen in de buurt van Bij een volgend artikel verklaarde de minister Zwolle, een buurt waar geen schilders wonen Ze i bij alg. maatregel van bestuur te zullen bepalen, dat richtte er een kleine teekenschool voor meisjes in, op de stoomwinch alleen mag worden bediend door zulk een voet dat haar voldoende tijd bleef voor eigen iemand, die zich verstaanbaar kan maken voor Ne- 'ers. tegen billijk taief. CarrosBeriefabrikant. Telefoon 578. In behandeling kwam artikel 14, houdende bepalin gen, dat de havenarbeider persoonlijk zijn loon zal studie en werk. Zoo leefde ze, zonder eigenlijk ver keer met haar vakgenooten en bijna hoewel niet zoo eenzaam als de Gelderscbe schilder van Ingen te Ren- w kurn. Zij bezocht nog wel schilderij-tentoonstellingen ontvangen, welk artikel laatstelijk door den minister is en eens in 't jaar ging ze met haar werk naar Brem- j aangevuld met een bepaling, dat hoofden of bestuur- mer in Den Haag, dien ze zoowel als schilder en als j ders eener stuwadoorsondememing, die gebonden zijn dj h als individueels lunstenares. Zij heeft in Nederland herhaaldelijk tentoongesteld, werd bij het honderdja critic .- zeer hoog stelt; dank zij_hem vond ze zich zelf I door een collectieve arbeidsovereenkomst, geen haven arbeiders in hun dienst mogen nemen of houden onder bedingen, die strijdig zijn met die overeenkomst en dat zij verplicht zijn te zorgen, dat hunnen arbeiders niet minder dan het hun verschuldigd loon wordt uit betaald. De heeren Rutgers (a.-r.), Lobman (chr.- hist.), en Van Nispen (r.-k.) opperden staats rechterlijke bedenkingen tegen genoemde aanvulling van dat artikel, waardoor iets geheel nieuws in onze wetgeving wordt gebracht. Deze sprekers adviseerden den minister de aanvulling terug te nemen. De heer Van N i s p e n (R.-K.) stelde bij amen dement voor, de aanvulling van het artikel te doen vervallen. De heer Spiekman (s.-d.) oordeelde den toe stand in het bedrijf nog niet rijp voor wettelijke rege ling op dit punt. Intrekking der aanvulling kan spre ker geen ramp vinden. De heer M e n d e 1 s (S. D. A. P. noemde het stu- wadoorsbedrijf uit zijn aard parasitair. Daarin mag rig bestaan der Akademie (1901) bekroond voor een portret dat ze inzond, twee jaar later in Groningen voor een scherm in hout gesneden en drie paneelen in borduurwerk, en verleden jaar op de tentoonstelling „Dc Vrouw" te Amsterdam. Onder Kaar leiding en toezicht is ook het scherm uitgevoerd dat de stad Zwolle de Koningin aanbood bü de geboorte van prinses Juliana. Wat nu haar werk betreft, kan men reeds in den beginne zien dat zij beslist artistieken aanleg vertoont, een aanleg die zich in later jaren ten volle ontwikkeld heeft. Men ziet er aan hoe ze door de atelier-manier tjes is heengeworsteld en ten slotte er in slaagde haar eigen kijk op de dingen in haar werk uit te drukken. Daarom had ze gelijk ook te Londen te komen, want zij is iemand. Of zij dadelijk in Londen vasten voet kreeg, weet ik niet; dat krijgt bijna niemand. Het ijs is nu evenwel gebroken en als ze later, desnoods in De algemeene patroonsvereeniging heeft gisteren een brief ontvangen van de opperlieden-vereeniging „Ontwaakt door nieuw leven", waarin naar aanlei ding van de kwestie bij den patroon Munnik gevraagd wordt, of het bestuur van de algemeene patroonsver eeniging bereid is haar leden tot opheffing van de uit sluiting te adviseeren, indien het bestuur van „O. D. N. L." zijn leden aanraadt de staking te doen eindi gen. Het bestuur der algemeene patroonsvereeniging heeft hierop geantwoord: Ons bestuur is bereid om de uitsluiting op te heffen, wanneer het werk bij den heer Munnik en dat bij den heer Van den Braak her vat wordt op ordelijke wijze en naar genoegen van den patroon. Wij moeten hieraan echter nog toevoe gen, dat misschien bij den een of anderen patroon de regeling van het werk niet zal toelaten, dat allen di rect weer in dienst worden genomen. Voorts moeten wij ook onze andere leden tot op zekere hoogte vrij laten bij het weder aannemen van de ontslagenen, om dat wij hen niet kunnen verplichten om weder terug te nemen degenen, die zich op zoo ergerlijke wijze hebben misdragen als in de laatste dagen eenige ma len is voorgekomen. Wij merken op, dat dit niet zijn rancune-maatrege len, maar, dat zulks alleen een noodwendig gevolg is van de daden van die werklieden zeiven, terwijl wij ons overtuigd houden, dat deze daden evenzeer door uw bestuur worden afgekeurd als door ons. Wij nemen aan, dat wanneer uwe vereeniging zich na ontvangst van dezen brief bereid verklaart tot her vatting van den arbeid, zooals wij dat wenschen, daarmede uwerzijds erkend wordt het recht van den patroon om in de keuze aati zijn werklieden geheel vlij te zijn. Wanneer wij omgaand en uiterlijk Woensdag 10 de zer 's ochtends vóór 11 uur bericht hebben ontvangen, dat u met dit schrijven accoord gaat, zullen wij aan onze leden berichten, dat alle werken weder kunnen worden opengesteld op Donderdagochtend 11 dezer. DE STAKING TE ZAANDAM. Gisteravond hebben er met betrekking tot de sta king weer straatrelletjes plaats gehad, tengevolge van het volgen van kantoorbedienden, die verdacht wer den „onderkruiperswerk" te hebben verricht. Een hunner werd zoodanig door zijn achtervolgers gemo lesteerd, dat hij bij den burgemeester aan diens wo ning aan de Gedempte Gracht bescherming ging zoe ken. Ook andere kantoorbedienden werden mishan deld. VRIJE ZATERDAMÏDDAG. Naar men aan het Dgbl. v. Z. H. meldt, is aan het departement van justitie Zaterdag j.l. op het laatste oogenblik de maatregel van den vrijen Zaterdagmid dag ingetrokken. De bezwaren aan enkele departementen schijnen van zoodanigen emstigen aard te zijn, dat de zaak op nieuw in den ministerraad zal worden overwogen. Het wordt niet onmogelijk geacht, dat als gevolg hiervan algeheele intrekking van het enkele weken ge leden genomen besluit zal volgen. HOEFIJZERVERBOND. Tot heden is bij het hoofdbestuur van het Hoefijzer- verbond bijna 60.000 ingekomen voor het Neder- landsche kinderherstellingsoord. Voor het hoofdge bouw is ongeveer 80,000 noodig. terwijl het zieken huisje, de lighutten, de meubileering en inrichting ten minste 20.000 zullen vereischen. Nog verscheidene sub-comité's in kleinere plaatsen zijn bezig met inza melen. Het Verbond wil trachten in de week van 18 Au gustus in zooveel mogelijk alle gemeenten een straat verkoop te organiseeren van de hoefijzerspeldjes. Het is de bedoeling om, als het geld bijeen is, on middellijk met den bouw te beginnen. DE RIJKSP AARDENKEURING. De paardenkeuring te Amsterdam is gisteren uitste kend van stapel geloopen. 't Is, schrijft het N. v. d. D., dat te dezen niet erg hoopvol was gestemd, aan de goede wijze, waarop de zaak geregeld was, te danken geweest, dat de keuring, die om 8 uur begon, veel vroeger was afgeloopen dan men berekend had. Bovendien is er veel gebruik ge maakt van het recht om vóórkeuring aan te vragen, zoodat Maandagavond reeds een 400-tal paarden voor de commissie verschenen. Een even groot aantal on geveer is gekeurd tusschen gisternacht 4 en des mor gens 7V2 uur, welke tijd ook voor vóórkeuring wa9 aangewezen. Maar behalve aan de vóórkeuringen is 't aan nog een omstandigheid te danken geweest, dat deze eerste rijkspaardenkeuring onder de nieuwe bedeeling, niet zooveel stoornis in het verkeer heeft teweeg gebracht als er van gevreesd werd. Er heerscht op het oogen blik een besmettelijke ziekte onder de paarden, een goedige soort influenza, die lang niet alle paarden aantast, maar die toch maakt, dat gezonde dieren uit een besmetten stal, niet in de nabijheid van anderen gebracht mogen worden. De Amsterdamsche Rijtuig maatschappij alleen b.v. kon ongeveer 125 paarden thuishouden. D. w. z. ze behoefde deze niet ter keu ring aan te bieden, hoewel van die paarden verreweg het grootste deel hun gewone werk hebben kunnen blijven doen. Op deze wijze was reeds vóór twaalven de keuring geëindigd. AMSTERDAMSCHE KUNST. Men schrijft ons uit Amsterdam: Er verschijnen hier een menigte gratis-verBpreide advertentiebladen, die gewoonlijk Zaterdags uitko men. De dingen zien er vies uitheb je ze eens door gekeken, dan moet je beslist je handen wasschenze zien zwart van de inkt. Natuurlijk zijn er enkele uitzonderingen. De uitgevers kunnen er maar weinig geld aan spen- deeren; anders zouden het pracht-juweelen kunnen zijn (d. w. z. hun blaadjes). Want in hun hart zijn het artisten eerste-klas. Een der uitgevers is in het bezit gekomen, op welke manier weten wij niet, van een serie half-versleten kunstdruk-cliché's. En iederen Zaterdag bewonderen we de reproducties en waardeeren de talenten van den ondememenden zakenman, als wij „de Avondschool" van Gerard Dou dienstbaar gemaakt zien aan de re clame van een lampenwinkel, als „de Stier" van Pot ter dienst doet boven een advertentie van een ossensla- ger, en een „Mauve"-schaapje een nieuwe kous moet introduceeren. VOORUITGANG IN DE AMSTERDAMSCHE HAVEN. Men schrijft ons uit Amsterdam: Zooals men weet, breidt de scheepvaart op Amster dam zich voortdurend uit; ieder jaar komen meer schepen aan, enze worden veel grooter. De ton neninhoud neemt ongeveer met 10 pet. per jaar toe. Dit jaar blijkt de stijging echter nog veel duidelijker. Van 1 Januari tot ultimo Mei kwamen te Amsterdam aan 1073 schepen tegen 983 in de eerste vijf maanden van het vorige jaar. De inhoud was in de eerste vijf maanden van 1913: 4.795.758 kub. M.; dit jaar be droeg deze 5.627.449 kub. M., dat is een stijging van haast 2 pet. Deze sterke stijging is in hoofdzaak het gevolg van den bloei van de Amsterdamsche stoomvaartmaat schappijen, die voortdurend nieuwe, groote booten op stapel laten zetten en die prachtige dividenden uitkee- ren. Wanneer de stijging in dit tempo zou blijven voort duren, zou Amsterdam over een tiental jaren in het havenlijstje van het vasteland wederom vooraan staan. UIT LIMMEN. Bij een in deze gemeente te houden velddienstoe fening zal in den nacht van 11 op 12 Juni e.k. met losse patronen worden geschoten. UIT AKERSLOOT. Met ingang van 21 dezer is herbenoemd tot bur gemeester dezer gemeente de heer J. Hennes. OEEN ZEESLANG. Indertijd namen wij uit de „Dord. Crt." een bericht over aangaande een vreemdsoortige visch, die te Sche- veningen, 10 mijlen van de kust was gevangen. Het lichaam van het dier, dat ongeveer 1 M. lang was, was verdeeld in 17 zwaarden en van onderen ge heel met haar begroeid. Voorts hadden zich overal aan het lichaam kleine schelpjes afgezet. Oogen wa ren niet te zien. Het dier werd gezonden naar de Heidemaatschappij te Arnhem. Thans blijkt uit Onze Zoetwatervisscherij, dat die wondervischeen walvischkaak was met 17 balein platen, die een poos op den bodem der zee had gele gen, waar er zich kleine schelpdiertjes op afzetten! KORTE BERICHTEN. H. M. de Koningin-Moeder heeft een gift van 60 doen toekomen aan de commissie van beheer van de stichting tot 't verkrijgen van een herstellingsoord voor de politie in Nederland. Bij de firma Gonnermann, te Haarlem, zijn gis teren 30 van de 90 arbeiders niet aan den arbeid ge gaan. Men is niet tevreden met de regeling in geval van ziekte. De rechtbank te Arnhem heeft gisteren den bank-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1914 | | pagina 1