DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN,
16161 16 01,
Adres: JAC. MET.
Ho, m
Honderd en zestiende jaargang.
1914
m
U
WOENSDAG 10 JUNI.
Engeiseliö Brieven,
saa m
l>it nummer bestaat uit S bladen.
LONDEN, 8 Juni.
't Ia altijd een waagstuk om te Londen in den „Sea
son" eene tentoonstelling te geven van het werk van
eén persoon; en het is een bewijs van zelfvertrouwen
in mejuffrouw Jo Koster, dat zij, na zich, door hard
werk, ijverige studie en onverpoosde toewijding aan
hare kunst, in Nederland een naam te hebben ver
overd, den Engelschen is komen bewijzen, dat zij een
eigen persoonlijkheid bezit en dat die persoonlijkheid
wat te zeggen heeft.
Voor ik over haar werk 't een en ander meedeel,
wil ik wat uit haar leven vertellen, omdat van het
voorbeeld van man of vrouw, die zich een eigen weg
baant, altijd opwekkende kracht uitgaat, die bij ande
ren den zucht wekt, anderen den moed geeft zich zelf
te wezen.
Pas zestien jaren oud verliet ze de school, die waar
schijnlijk ook al leed aan de vaderlandsche examen
vrees en te veel van haar krachten vergde. Ze kreeg,
niet zonder moeite, van haar ouders gedaan, dat ze
eenige uren 's weeks het onderwijs aan de Academie te
Rotterdam mocht volgen. Ze werkte hard en na een
jaar had ze voor zich zelf uitgemaakt, dat ze schilde
res zou worden. Haar vader stond er echter op, dat
ze een diploma zou halen en met het oog daarop ging
ze naar Amsterdam.
Daar was evenwel ook weer „Het Examen", het
verderfelijk monster, dat kunstzin en kunstleven dood
combinatie met anderen, weer mocht komen, zal ze
waarschijnlijk vrienden winnen voor haar werk en,
wat de Duitschers noemen „durchdringen," wat vaster
beklijft dan veel werk dat „einschlagt."
Juist omdat haar werk zoo geheel persoonlijk is, zal
ze bij Jan en Alleman slechts langzaam indruk ma
ken; doch haar stukken zijn zoo goed in toon gehou
den, dat elk die wat gezien heeft, beseft wat hij hier
voor zich heeft.
Ze heeft zelve bijvoorbeeld hard moeten werken; en
men ziet het haar boeren aan dat de stoere pit van
die kerels haar sympathie opwekt, zij leeft hun leven
mee en weet ons te doen begrijpen hoe dat leven haar
aandoet. Zij is ook, wat oppervlakkige menschen
noemen, een optimist; dit blijkt voldoende uit het
schetsje van haar „Sturm und Drang," vooral
„Drang" periode hierboven gegevendaarom stort ze
stroomen van gulden, vroolijk zonnelicht in haar bin
nenhuisjes, haar velden en weiden, haar bloeiende
bloemen en boomen; ze tintelen en fonkelen.
Zoo is er stemming in haar stukken gekomen; de
stemming die in haarzelve is, vol eerbied voor 't le
ven, vol sobere, onverdroten toewijding, vol blijde
dankbaarheid voor 't mooi dat onze aarde biedt, aan
wie oogen heeft om te zien en hersens om te denken.
Men zal misschien twijfelend vragen: „Is dat nu
een „Engelsche Brief," dit epistel over een Nederland-
sche schilderes?"
Maar, alsjeblieft, ongeduldige lezer of lezeres, wij
Nederlanders in den vreemde staan, al blijft er veel,
heel veel van ons hart in Nederland, tot op zekere
hoogte buiten de geestesgemeenschap van onze land-
genootendoch ook gij die daar thuis zit buiten
de onze hier in Londen. En daarom kan het geen
verderfelijk monster, aat kunstzin en xunsueven aooa- =>---
de door het vergif van lessen, noodig niet om kunste-J kwaad als gi] af en toe eens hoort hoe uw do™ en la-
6 ji..j k lm nns hpriïhrt." Die aanraking heeft nlaats als
naars te vormen en te leiden, doch om in de jongelui
zooveel perspectief, anatomie, stijlgeschiedenis, deco
ratief en mathesis te pompen, dat ze „er door" konden
komen.
Ze had graag weg gewild, dorh haar vader stierf
en harde noodzakelijkheid dwong haar door te wer
ken in 't gareel der examentucht, tot ze, twintig jaar
oud, haar diploma had en, in Rotterdam teruggekeerd,
zelf les kon geven. Na drie jaren had ze zooveel leer
lingen, dat haar geen tijd meer werd gelaten zelf te
studeeren en zich als schilderes te bekwamen.
Dat gevoel drukte haar zoodanig, dat ze niet lang
aarzelde toen een vriendin, die te Parijs een letterkun
dige had getrouwd, haar aanraadde zich in Nederland
van alles los te maken en zich geheel aan haar eigen
werk te wijden. Ze trok de stoute schoenen aan en
ging in Frankrijk's hoofdstad, in Collarossi's atelier,
werken, terwijl ze in een goedkoop logementje ging
wonen met behulp van het geld, dat ze van haar les
sen had overgespaard, doch ook met behulp van een
geweldigen durf en even groote onervarenheid.
ten ons „bërührt." Die aanraking heeft plaats als
de begaafdsten uwer tot ons komen; en als nu een
uwer maar zegt: „hè, vinden ze er dat in Londen
van?", dan zijn we allebei een beetje wijzer geworden.
En dat kan nooit kwaad.
BINNENLAND.
't Was moeilijk werk. 't Parijsche atelier deed in j tijoen van 84 uren komen voor.
ouderwetschheid voor de Rotterdamsche School niet
TWEEDE KAMER.
Aan de orde was gisteren art. 9 der Stuwadoors
wet, dat om. bepaalt, dat de ondernemers zich hebben
te richten naar de bepalingen omtrent arbeids- en
rusttijden, bij algemeene maatregel van bestuur vast
tg stellen.
De heer Spiekman (S. D. A. P.) verdedigde
men loondieverij en uitbuitin gtegengaan.
De minister gaf toe, dat de bepaling niet
alle nadeden ondervangt, maar ze is ook niet zonder
beteekenis. Spr. bestreed, de opvatting dat hij hier
iets geheel nieuws als bij overrompeling voorstelde.
Als men meent, dat de bepaling niets beteekent, wilde
spr. haar intrekken, maar voorloopig handhaafde hij
haar, want hij achtte haar een verbetering.
De vergadering werd verdaagd tot hedenochtend.
DE REIS VAN DEN HEER VAN KOL.
De heer van Idsinga, lid der Tweede Kamer, heeft
tot minister Pleyte de vraag gericht, waarom de den
heer van Kol verstrekte opdracht niet door tus-
schenkomst van den minister van buitenlandsche za
ken aan de diplomatieke of consulaire ambtenaren
in Japan is gegeven, tot wier werkkring het behoort
de regeering omtrent zulke onderwerpen in te lichten;
desnoods met toevoeging aan die ambtenaren van een
Oost-Indisch ambtenaar, ten einde bij de vervulling
van de opdracht meer in het bijzonder de aandacht te
vestigen op hetgeen voor Nederlandsch-Indië van
nut zou kunnen zijn.
De minister heeft op deze vraag medegedeeld, dat
met de aan de heeren Van Kol en Ketner verleende
opdracht tot het instellen van een onderzoek in Ja
pan naar de wijze, waarop daar te lande de inheem-
sche nijverheid wordt aangemoedigd, beoogd wordt
na te gaan, in hoever de in Japan getroffen maatre
gelen zouden kunnen worden toegepast in het be
lang van de opheffing van de inlaudsche nijverheid
in Nederlandsch-Indië. Zoodanig onderzoek behoort
naar 's ministers meening te geschieden door perso
nen, die met Indische toestanden en met de nijverheid
der Inlandsche bevolking bekend zijn, hetgeen van
onze diplomatieke of consulaire ambtenaren in Japan
niet gezegd kan worden.
Intusschen zal van de locale kennis en de voorlich
ting van die ambtenaren in het belang bedoeld on
derzoek, ongetwijfeld veel partij kunnen worden ge
trokken, weshalve de minister van buitenlandsche za
ken, door den minister van koloniën werd uitgenoo-
digd, genoemde heeren bij Hr. Ms. gezant te Tokio
en onze consulaire ambtenaren in Japan in te leiden
met het verzoek, hen zooveel mogelijk ter zaken aan
de hun verleende opdracht behulpzaam te willen zijn.
Gemengd nieuws.
DE STRIJD IN DE BOUWVAKKEN.
- n Het gezamenlijk aantal stakers er. uitgestotenen in
een amendement, om als regel 10 uren per etmaal, monier-bedrijf te Amsterdam bedraagt ruim 300.
maar in geen gevai meer dan 24 uren achtereen te jj f )p ajp-pmppne natroonsvereenieine heeft eistere
laten arbeiden, rusttijden van 6 uren en minder inbe
grepen, en de arbeidsweek niet langer te doen zijn
dan 60 uren.
Spr. achtte het noodig de arbeiders zoowel
als tegen de werkgevers te beschermen. Werk-
onder, hare collega's waren beesten, op zeer laag ze
delijk peil staande. Doch het zijn in Parijs bracht
troost, Parijs met zijn mooie winkels, de Parijzenaars
met hun artistieke silhouetten, het Louvre met zijn
kunstschatten. De eerste twee weken deed ze in 't
atelier geen mond open en schrok van haar eigen stem
als ze in een „Bouillon" iets bestelde. Later kwam
ze in kennis met Duitsche aspirant-schilders, met wie
ze de zomervacantie doorbracht in Knocke in België
en waar ze een schilderes ontmoette, die ze al in Rot
terdam had leeren kennen. Deze ried haar den heer
Blanc-Garin in Brussel te gaan spreken; en in hem
vond ze waarlijk een schilder-onderwijzer, die haar
De heer v. d. V o o r t v Z ij p (A.-R.) achtte het
niet wenschelijk, om naast het maximum van 24 uren
achtereen en de arbeidsweek van 60 uren, nog een
i normalen werkdag van 10 uren vast te stellen. An
ders ging spr. gaarne met het amendement mede.
De heer Nierstrasz (V. L.) zei, dat de werkge
vers vaak ""een frissche arbeiders kunnen krijgen. Te
Amsterdam werkt ongeveer 95 procent van de arbei
ders 's nachts niet. Dat er slechts 240 buiten vallen,
gebeurt blijkbaar slechts bij noodige uitzondering en
spr. zou het betreuren, wanneer men dat belette.
Minister Treub verdedigde in het alge
meen de regeling bij algemeenen maatregel en niet
bij de wet. Zelf is sprvoor den 10-urigen arbeidsdag,
maai' zoolang deze niet algemeen en overal kan be-
haar „métier" leerde, iets waaraan men in Nederland jj 3jaan jg ^voering niet mogelijk. Het havenbedrijf is
i i_ s' ook niet geschikt om er een proef mede te nemen.
Spr.'s voornemen is, om in den alg. maatregel een
arbeidstermijn van 12 uur te stellen en voor de uit
zonderingsgevallen den termijn van 24 uur te nemen.
als men er te veel van krijgt, doch een stevigen grond
slag vormt waarop men kan voortbouwen, zoodra
men haar genoeg onder de knie heeft om te vergeten,
dat men ze heeft geleerd; want een schilder bespeurt
wel, dat hij haar moet vergeten en moet toch niet
meer bij machte wezen bij zijn werk in strijd met haar
voomhriftec bandelen,
In 't atelier van Blanc-CarJn kwam zij in kennis met
leerlingen uit alle mogelijke landen en won er vrien- jj
De heer Spiekman repliceerende, merkte op,
dat hij en de medevoorstellers van het amendement
bereid zijn, om nog daaraan toe te voegen, dat in bij
zondere gevallen tic werktijd mag worden overschre
den.
De heer v. d. Voort v. Zijp verklaarde zich
am voor haar heele leven. Doch haar geld raakte |j bereid, om in het zijnerzijds voorgestelde amendement 5
op: en daar zij met twee anderen den prijs won dien j!: (werkweek van Zondag tot Zondag) deze verandering
de Koningin voor jonge kunstenaars beschikbaar stelt, Ij te brenger., dat er in plaats van 60 uren 66 uren gele-
kreeg ze daarvan maar een derde gedeelte. Doch ze ren wordt,
sloeg zich er door en kreeg bovendien in de vacantie- De heer Schaper (S. D. A. P.) bracht een wij
ziging aan in het amendement-Spiekman, zoodat als
regel wordt gesteld 10 uren per etmaal met mogelijk
heid om in elk bijzonder geval vergunning te krijgen
voor langer werk tot een maximum van 24 uren.
Het amendement v. d. V o o r t v. Z ij p werd in
getrokken, dat van den heer Spiekman, nadat nog een
in Nederland heel wat bestellingen voor portretten,
Een jaar of wat vormde het portretschildereu haar
eenige bi on van inkomsten, tot ze Brussel verliet en
zich met een andere leerling van het atelier-Blanc-
Garin in Nederland vestigde, waar ze nu voor het
eerst werkte zonder de leiding van een meester.
Van dien tijd af heeft mej. Koster op eigen wieken paar kleine wijzigingen waren aangebracht, door mi-
gedreven en haar vleugels kunnen uitslaan. Ze ging mister Treub overgenomen, waaróp het gewijzigd
een winter in Bodighera doorbrengen, zonder er te art. 'J aangenomen werd.
kunnen aarden en vestigde zich toen in de buurt van Bij een volgend artikel verklaarde de minister
Zwolle, een buurt waar geen schilders wonen Ze i bij alg. maatregel van bestuur te zullen bepalen, dat
richtte er een kleine teekenschool voor meisjes in, op de stoomwinch alleen mag worden bediend door
zulk een voet dat haar voldoende tijd bleef voor eigen iemand, die zich verstaanbaar kan maken voor Ne-
'ers.
tegen billijk taief.
CarrosBeriefabrikant. Telefoon 578.
In behandeling kwam artikel 14, houdende bepalin
gen, dat de havenarbeider persoonlijk zijn loon zal
studie en werk. Zoo leefde ze, zonder eigenlijk ver
keer met haar vakgenooten en bijna hoewel niet zoo
eenzaam als de Gelderscbe schilder van Ingen te Ren- w
kurn. Zij bezocht nog wel schilderij-tentoonstellingen ontvangen, welk artikel laatstelijk door den minister is
en eens in 't jaar ging ze met haar werk naar Brem- j aangevuld met een bepaling, dat hoofden of bestuur-
mer in Den Haag, dien ze zoowel als schilder en als j ders eener stuwadoorsondememing, die gebonden zijn
dj h
als individueels lunstenares. Zij heeft in Nederland
herhaaldelijk tentoongesteld, werd bij het honderdja
critic .- zeer hoog stelt; dank zij_hem vond ze zich zelf I door een collectieve arbeidsovereenkomst, geen haven
arbeiders in hun dienst mogen nemen of houden onder
bedingen, die strijdig zijn met die overeenkomst en
dat zij verplicht zijn te zorgen, dat hunnen arbeiders
niet minder dan het hun verschuldigd loon wordt uit
betaald.
De heeren Rutgers (a.-r.), Lobman (chr.-
hist.), en Van Nispen (r.-k.) opperden staats
rechterlijke bedenkingen tegen genoemde aanvulling
van dat artikel, waardoor iets geheel nieuws in onze
wetgeving wordt gebracht. Deze sprekers adviseerden
den minister de aanvulling terug te nemen.
De heer Van N i s p e n (R.-K.) stelde bij amen
dement voor, de aanvulling van het artikel te doen
vervallen.
De heer Spiekman (s.-d.) oordeelde den toe
stand in het bedrijf nog niet rijp voor wettelijke rege
ling op dit punt. Intrekking der aanvulling kan spre
ker geen ramp vinden.
De heer M e n d e 1 s (S. D. A. P. noemde het stu-
wadoorsbedrijf uit zijn aard parasitair. Daarin mag
rig bestaan der Akademie (1901) bekroond voor een
portret dat ze inzond, twee jaar later in Groningen
voor een scherm in hout gesneden en drie paneelen in
borduurwerk, en verleden jaar op de tentoonstelling
„Dc Vrouw" te Amsterdam.
Onder Kaar leiding en toezicht is ook het scherm
uitgevoerd dat de stad Zwolle de Koningin aanbood
bü de geboorte van prinses Juliana.
Wat nu haar werk betreft, kan men reeds in den
beginne zien dat zij beslist artistieken aanleg vertoont,
een aanleg die zich in later jaren ten volle ontwikkeld
heeft. Men ziet er aan hoe ze door de atelier-manier
tjes is heengeworsteld en ten slotte er in slaagde haar
eigen kijk op de dingen in haar werk uit te drukken.
Daarom had ze gelijk ook te Londen te komen, want
zij is iemand. Of zij dadelijk in Londen vasten voet
kreeg, weet ik niet; dat krijgt bijna niemand. Het ijs
is nu evenwel gebroken en als ze later, desnoods in
De algemeene patroonsvereeniging heeft gisteren
een brief ontvangen van de opperlieden-vereeniging
„Ontwaakt door nieuw leven", waarin naar aanlei
ding van de kwestie bij den patroon Munnik gevraagd
wordt, of het bestuur van de algemeene patroonsver
eeniging bereid is haar leden tot opheffing van de uit
sluiting te adviseeren, indien het bestuur van „O. D.
N. L." zijn leden aanraadt de staking te doen eindi
gen.
Het bestuur der algemeene patroonsvereeniging
heeft hierop geantwoord: Ons bestuur is bereid om
de uitsluiting op te heffen, wanneer het werk bij den
heer Munnik en dat bij den heer Van den Braak her
vat wordt op ordelijke wijze en naar genoegen van
den patroon. Wij moeten hieraan echter nog toevoe
gen, dat misschien bij den een of anderen patroon de
regeling van het werk niet zal toelaten, dat allen di
rect weer in dienst worden genomen. Voorts moeten
wij ook onze andere leden tot op zekere hoogte vrij
laten bij het weder aannemen van de ontslagenen, om
dat wij hen niet kunnen verplichten om weder terug
te nemen degenen, die zich op zoo ergerlijke wijze
hebben misdragen als in de laatste dagen eenige ma
len is voorgekomen.
Wij merken op, dat dit niet zijn rancune-maatrege
len, maar, dat zulks alleen een noodwendig gevolg is
van de daden van die werklieden zeiven, terwijl wij
ons overtuigd houden, dat deze daden evenzeer door
uw bestuur worden afgekeurd als door ons.
Wij nemen aan, dat wanneer uwe vereeniging zich
na ontvangst van dezen brief bereid verklaart tot her
vatting van den arbeid, zooals wij dat wenschen,
daarmede uwerzijds erkend wordt het recht van den
patroon om in de keuze aati zijn werklieden geheel
vlij te zijn.
Wanneer wij omgaand en uiterlijk Woensdag 10 de
zer 's ochtends vóór 11 uur bericht hebben ontvangen,
dat u met dit schrijven accoord gaat, zullen wij aan
onze leden berichten, dat alle werken weder kunnen
worden opengesteld op Donderdagochtend 11 dezer.
DE STAKING TE ZAANDAM.
Gisteravond hebben er met betrekking tot de sta
king weer straatrelletjes plaats gehad, tengevolge van
het volgen van kantoorbedienden, die verdacht wer
den „onderkruiperswerk" te hebben verricht. Een
hunner werd zoodanig door zijn achtervolgers gemo
lesteerd, dat hij bij den burgemeester aan diens wo
ning aan de Gedempte Gracht bescherming ging zoe
ken. Ook andere kantoorbedienden werden mishan
deld.
VRIJE ZATERDAMÏDDAG.
Naar men aan het Dgbl. v. Z. H. meldt, is aan het
departement van justitie Zaterdag j.l. op het laatste
oogenblik de maatregel van den vrijen Zaterdagmid
dag ingetrokken.
De bezwaren aan enkele departementen schijnen van
zoodanigen emstigen aard te zijn, dat de zaak op
nieuw in den ministerraad zal worden overwogen.
Het wordt niet onmogelijk geacht, dat als gevolg
hiervan algeheele intrekking van het enkele weken ge
leden genomen besluit zal volgen.
HOEFIJZERVERBOND.
Tot heden is bij het hoofdbestuur van het Hoefijzer-
verbond bijna 60.000 ingekomen voor het Neder-
landsche kinderherstellingsoord. Voor het hoofdge
bouw is ongeveer 80,000 noodig. terwijl het zieken
huisje, de lighutten, de meubileering en inrichting ten
minste 20.000 zullen vereischen. Nog verscheidene
sub-comité's in kleinere plaatsen zijn bezig met inza
melen.
Het Verbond wil trachten in de week van 18 Au
gustus in zooveel mogelijk alle gemeenten een straat
verkoop te organiseeren van de hoefijzerspeldjes.
Het is de bedoeling om, als het geld bijeen is, on
middellijk met den bouw te beginnen.
DE RIJKSP AARDENKEURING.
De paardenkeuring te Amsterdam is gisteren uitste
kend van stapel geloopen.
't Is, schrijft het N. v. d. D., dat te dezen niet erg
hoopvol was gestemd, aan de goede wijze, waarop de
zaak geregeld was, te danken geweest, dat de keuring,
die om 8 uur begon, veel vroeger was afgeloopen dan
men berekend had. Bovendien is er veel gebruik ge
maakt van het recht om vóórkeuring aan te vragen,
zoodat Maandagavond reeds een 400-tal paarden voor
de commissie verschenen. Een even groot aantal on
geveer is gekeurd tusschen gisternacht 4 en des mor
gens 7V2 uur, welke tijd ook voor vóórkeuring wa9
aangewezen.
Maar behalve aan de vóórkeuringen is 't aan nog
een omstandigheid te danken geweest, dat deze eerste
rijkspaardenkeuring onder de nieuwe bedeeling, niet
zooveel stoornis in het verkeer heeft teweeg gebracht
als er van gevreesd werd. Er heerscht op het oogen
blik een besmettelijke ziekte onder de paarden, een
goedige soort influenza, die lang niet alle paarden
aantast, maar die toch maakt, dat gezonde dieren uit
een besmetten stal, niet in de nabijheid van anderen
gebracht mogen worden. De Amsterdamsche Rijtuig
maatschappij alleen b.v. kon ongeveer 125 paarden
thuishouden. D. w. z. ze behoefde deze niet ter keu
ring aan te bieden, hoewel van die paarden verreweg
het grootste deel hun gewone werk hebben kunnen
blijven doen.
Op deze wijze was reeds vóór twaalven de keuring
geëindigd.
AMSTERDAMSCHE KUNST.
Men schrijft ons uit Amsterdam:
Er verschijnen hier een menigte gratis-verBpreide
advertentiebladen, die gewoonlijk Zaterdags uitko
men. De dingen zien er vies uitheb je ze eens door
gekeken, dan moet je beslist je handen wasschenze
zien zwart van de inkt. Natuurlijk zijn er enkele
uitzonderingen.
De uitgevers kunnen er maar weinig geld aan spen-
deeren; anders zouden het pracht-juweelen kunnen
zijn (d. w. z. hun blaadjes). Want in hun hart zijn
het artisten eerste-klas.
Een der uitgevers is in het bezit gekomen, op welke
manier weten wij niet, van een serie half-versleten
kunstdruk-cliché's. En iederen Zaterdag bewonderen
we de reproducties en waardeeren de talenten van den
ondememenden zakenman, als wij „de Avondschool"
van Gerard Dou dienstbaar gemaakt zien aan de re
clame van een lampenwinkel, als „de Stier" van Pot
ter dienst doet boven een advertentie van een ossensla-
ger, en een „Mauve"-schaapje een nieuwe kous moet
introduceeren.
VOORUITGANG IN DE AMSTERDAMSCHE
HAVEN.
Men schrijft ons uit Amsterdam:
Zooals men weet, breidt de scheepvaart op Amster
dam zich voortdurend uit; ieder jaar komen meer
schepen aan, enze worden veel grooter. De ton
neninhoud neemt ongeveer met 10 pet. per jaar toe.
Dit jaar blijkt de stijging echter nog veel duidelijker.
Van 1 Januari tot ultimo Mei kwamen te Amsterdam
aan 1073 schepen tegen 983 in de eerste vijf maanden
van het vorige jaar. De inhoud was in de eerste vijf
maanden van 1913: 4.795.758 kub. M.; dit jaar be
droeg deze 5.627.449 kub. M., dat is een stijging van
haast 2 pet.
Deze sterke stijging is in hoofdzaak het gevolg van
den bloei van de Amsterdamsche stoomvaartmaat
schappijen, die voortdurend nieuwe, groote booten op
stapel laten zetten en die prachtige dividenden uitkee-
ren.
Wanneer de stijging in dit tempo zou blijven voort
duren, zou Amsterdam over een tiental jaren in het
havenlijstje van het vasteland wederom vooraan staan.
UIT LIMMEN.
Bij een in deze gemeente te houden velddienstoe
fening zal in den nacht van 11 op 12 Juni e.k. met
losse patronen worden geschoten.
UIT AKERSLOOT.
Met ingang van 21 dezer is herbenoemd tot bur
gemeester dezer gemeente de heer J. Hennes.
OEEN ZEESLANG.
Indertijd namen wij uit de „Dord. Crt." een bericht
over aangaande een vreemdsoortige visch, die te Sche-
veningen, 10 mijlen van de kust was gevangen.
Het lichaam van het dier, dat ongeveer 1 M. lang
was, was verdeeld in 17 zwaarden en van onderen ge
heel met haar begroeid. Voorts hadden zich overal
aan het lichaam kleine schelpjes afgezet. Oogen wa
ren niet te zien. Het dier werd gezonden naar de
Heidemaatschappij te Arnhem.
Thans blijkt uit Onze Zoetwatervisscherij, dat die
wondervischeen walvischkaak was met 17 balein
platen, die een poos op den bodem der zee had gele
gen, waar er zich kleine schelpdiertjes op afzetten!
KORTE BERICHTEN.
H. M. de Koningin-Moeder heeft een gift van
60 doen toekomen aan de commissie van beheer van
de stichting tot 't verkrijgen van een herstellingsoord
voor de politie in Nederland.
Bij de firma Gonnermann, te Haarlem, zijn gis
teren 30 van de 90 arbeiders niet aan den arbeid ge
gaan. Men is niet tevreden met de regeling in geval
van ziekte.
De rechtbank te Arnhem heeft gisteren den bank-