DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Handelsdagschool
MONKEY
BRAND
Honderd en zestiende Jaargang.
1914
WOIKSDAG
10 JTJNL
Aangifte van Leerlingen.
FEUILLETON.
Is U aan liet koken?
Jï Oe ISS®
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
eestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
oor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk 11,—.
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Prijs der gewone advertentlën s
Per regel f0,10. Bij groote contracten rabat. Oroote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
Telefoon «romer 8.
met 3-]arlgen cursus
Jongena en meisje», die het onderwijs wenschen
te volgen aan de HANDELSDAGSCHOOL, wor
den verzocht zich in persoon of schriftelijk vóór 26
juni a.s. aan te melden bij den Directeur, den heer
A. Versteege, aan het schoolgebouw (Victoriepark)
bij voorkeur op Maandagmiddag en Donderdag
middag, gedurende de schooluren.
Als leerlingen worden toegelaten:
a. zij, die in het bezit zijn van een verklaring of
getuigschrift, waaruit duidelijk blijkt, dat zij de
zes of zeven klassen eener lagere school met
uitgebreid leerplan met vrucht hebben door-
loopen;
b. zij, die den leeftijd van 12 jaren hebbende be
reikt, het toelatingsexamen met goed gevolg
hebben afgelegd.
Het sub b bedoelde examen omvat:
het lezen, het schrijven, het rekenen, de beginselen
tier Nederlandsche en Fransche taal, der aardrijks
kunde en der geschiedenis. Zij, die op grond van
de bepaling sub a zonder examen wenschen te
worden toegelaten, of die in aanmerking wenschen
te komen voor het bepaalde in artikel 10 alinea 2
der Verordening op de Handelsdagschool, worden
verzocht daarvan bij de aangifte kennis te geven.
STADSNIEUWS.
ARRONDISSEMENTS-RECHTBANK
TE ALKMAAR.
Zitting van Dinsdag 9 Juni.
RUZIE BIJ HET BILJARTEN.
De Castricumsche arbeider C. Z. heeft 25 April zijn
collega G. Duin in het café Slotvanger met een bier
plas naar het hoofd gegooid, waardoor diens neus
bloedend werd verwond een litteeken zal hem
eeuwig sieren. De heeren hadden herrie gekregen
over het punten tellen bij het keuen. Daar Z. overi
gens nog al goed oppast, werd j 25 boete subs. 10
iiagen hechtenis tegen hem geëischt.
LAST VAN DE GESCHEIDEN VROUW.
De sergeant-machinedrijver J. H. Statman te Helder
is getrouwd geweest met Anna Kruit, die 28 Novem
ber 25 jaar wordt ze woont thans aan de Ruijsdael-
kade te Amsterdam. Het huwelijk, waaruit een aan
den man toegewezen kind gesproten is, is wettelijk
ontbonden. Ze was er beslist tegen, dat haar ex-
man onder eede gehoord werd over de haar ten laste
gelegde beleediging, vervat in zeer onaangename ter
men. Ze is 24 April te Helder geweest en bij haar
vertrek is aan het station een heele scheldparty ge
weest. „Waer werd opregées tam
Na het verhoor van Statman en een korporaal bleek
het getuigenverhoor nog niet erg volkomen.
Den 30 Juni zal de zaak opnieuw behandeld wor
den, een nieuwe getuige, ten Hoeve, zal dan worden
gehoord.
Naar het Duitsab
van
E. WERNER.
.JoW.
Mevrouw Von Amikoff had Lisbeth een flink stand
je gegeven, toen deze zoo laat was thuisgekomen en
op alle vragen en verwijten slechts één verklaring gaf
zij was verdwaald geraakt in het bosch, en had eerst
na lang zoeken den goeden weg terug kunnen vinden.
Vandaag werd zij weer door een onweerstaanbaren
drang naar de boschkapel getrokken. Het was wel
niet de vroolijke wandeling van voor drie dagen,
want de zon hield zich schuil, en er broeide een on
weer.
Lisbeth volgde het beekje, dat haar toen ook den te
rugweg had aangegeven. Zij wist, waar dit beekje
heenging, en dacht er met vreemde onrust aan, maar
toch wilde zij niet terugkeeren. Zij ging steeds verder,
het bosch werd al lichter, en nu kwam zij op de open
plek aan en schrok van de zwarte, dreigende wolken,
die zich boven de Dolemieten samenpakten. Als het
onweer losbarstte... maar zij kon toch altijd in de
bergkapel gaan, die als alle kerken hier te lande,
steeds open was. Dus vlug naar boven. Nog buiten
adem van het snelle loopen kwam zij aan en daar
zat op de bank onder het afdak weer de vreemde man,
van wien zij eigenlijk niets meer wist dan zijn naam
Alexis.
Maar nu schrok Lisbeth niet meer,
„Bent u toch gekomen eindelijk gekomen 1"
Zij keek hem verwonderd aan.
„Wist u het dan, dat ik komen zou?"
„Ja, ik wist het 1"
Het wild-wanhopig verlangen van een mensch,
EEN RAAR HEER.
De ontsmetterslmecht J. P. B. te Alkmaar, die niet
verschenen was, schijnt een vreemd heer te zijn.
In den nacht van 2 op 3 Mei omstreeks kwart na
één werd de stucadoor J. H. Lutjehanns door zijn
vrouw gewekt voor de mededeellng. dal er Iemand op
het erf was. L. ging uit zijn bed, trok het gordijn op
en zag den bekl., die daarop over de schutting sprong
L. ging hem na en greep hem vast Hij zei wel op
het erf te zijn geweest, maar bij vergissing! Bekl
kan niet andera op het erf zijn gekomen dan door over
de schutting te klimmen.
Den agent van politie P. Orondsma had bek!, ver
klaard, dat hij bij vergissing op het erf was geweest,
hij moest bij juffrouw S. zijn.
Het O. M. eischte 10 boete aubs. 5 dagen hecht.
De President informeerde nog eena even by get.
Grondsma of de ontsmettersknecht al niet eens eerder
iets dergelijks bij de hand had gehad, Deze wist een
tweetal analoge gevallen, ééns Bij het circus op het
Doelenveld en nog eens by een juffrouw, die er zoo
van geschrokken is, dat ze er ziek van is geweest.
Get. meende, dat wat bekl. In het scnild voert, is
het bespieden van vrouwen en meisjes, wanneer deze
zich ontkleeden.
De Pres. meende gehoord te hebben, dat bekl. het
speciaal „verzien" had op vrouwen, die in een positie
verkeeren.
Wat met de indertijd zoo geschrokken juffrouw het
geval geweest bleek te zijn!
VOOR DE 16e MAAL OP DE BANK.
De Uitgeester arbeider J. B. staat niet bepaald gun
stig bekend. Hoewel hij nog lang niet op den ouden
dag is, heeft hq al een 15tal vonnissen achter den rug
4 maanden, 2 maanden, zes weken enz. Naar een
betrekking, waarvoor een beslist drankvrij persoon ge
vraagd wordt, kan Jan eventueel wel solliciteeren,
maar er is dan maar een schijn van kans op succes
voor hem.
Den lOen Mei heeft hij den tuinder J. Kranse mis
handeld. Deze werd bloedend verwond door een
slag op zijn gezicht. Bekl. had bij het toebrengen van
den slag een voorwerp, welk kon Kranse niet zeggen,
in zijn hand.
Nu, bekl. bekende, dat h ij geslagen had, maar tevo'
ren had Kranse hem niets meer of minder dan „dubbel
en dwars voor de wereld geslagen". Een voorwerp
in de hand! geen kwestie van luid riep bekl. uit,
dat hij in zijn hand niets had dan...... zijn hand.
Kranse zou in een heg gevallen zijn en toen ver
wondingen hebben opgeloopen, wat deze echter be
slist ontkende.
14 dagen gevangenisstraf vroeg de Officier.
Jan wou nu eens graag een geldboete, hij heeft
werk en het is in den besten tijd,
Pres.: Hoeveel verdien je?
Bekl.: 26 cents per uur en ik werk lederen dag 10
«ur.
Pres.: 's Maandags ook?
Bekl. was zoo rondborstig te erkennen, dat dit niet
altijd het geval met hem was.
MISHANDELING.
De arbeider A. B. te Egmond-Binnen heeft 7 Mei op
het land van de wed. Bruin aldaar den 18-jarigen
P. Bruin mishandeld door hem met een schoffel tegen
het hoofd te slaan, waardoor hij bloedend werd ver
wond. Het O. M. eischte t 25 boete subs. 10 dagen
hechtenis.
voor wien nog slechtB één ding bestaat op de wereld
en die zich daar met al de kracht van zijn siel en zijn
wil aan vastklampt zulk een verlangen heeft een
hypnotische macht, die tot zich trekt, zelfs van heel
ver. Lisbeth had geen begrip van dergelijke zielsge
steldheid; zy zag en voelde slechts dat die sombere
hardheid in zijn stem en zyn oogen geweken was
daarom was zij nu ook niet bang meer. Nog een
weinig verlegen, maar toch met een warme deelne
ming in haar stem vroeg zy
„Bent u weer beter?"
Hij glimlachte droevig.
Ik het woud begon het nu te waaien er stak een
storm ophet doffe gerommel groeide aan tot een rol
lenden donder, de bliksemstralen volgden elkaar
steeds vlugger op, en de eerste, zware regendroppels
vielen.
„Wij moeten naar beneden!" zei Brunold opstaande
„Wij zullen nog juist het huis kunnen bereiken. Kom
gauw
Zy daalden Bne! den weg ai, gevolgd door Borro.
Het was hoog tijd, want nu kwam het onweer van al
le kanten opzetten, en het werd hoe langer hoe don
kerder. Van het huis zagen zy slechts alleen de om
trekken; zy waren by den ingang genaderd, toen
Lisbeth sruikelde en viel. Zij wilde vlug weer op
staan, maar zonk met een uitroep van pijn op haar
knieën neer.
„Wat is er?" vroeg Brunold.
„O, mijn voet ik kan niet opstaan."
Zonder iets te zeggen, boog hij zich over haar heen,
tilde haar op, en droeg haar in zijn armen naar huis.
Dr. Eckard stond reeds in de deur uit te kijken.
„Wat is er gebeurd?" vroeg hij verschrikt
„Een ongelukje!" antwoordde Brunold, hijgend
van inspanning. „Ga op zij, Frits, dan draag ik haar
naar boven
„Zeker niet!" zei Eckard, die nu Lisbeth had her
kend. „Dat mag jij niet doen!"
Hij nam den last van hem over, en droeg Lisbeth
naar boven naar de huiskamer. Daar onderzocht hij
DAN BRN BS VAN DB PARTÜI
Terwijl O zich aan den mnaltJJd te
goed doet, vesfflsaak ik mij tanmhm
da petten en paimen om xe weer
gttaüiteiBnd sehocm te maken en
gers&d voor db volgsude keer. Zoodra
tlzfa&le goed gedaan hebt, geeft dan
de vorken en mossen maar door,
want door ze even te poetsen
wrljl De ze weer acfaoon»
MIST MOOR DE WASGH.
APPèLZAKEN.
De visscher J. S. te Warmenhuizen was in appèl ge
komen van een kantonrechterlijk vonnis, waarbij hij
wegens overtreding der Visscherijwet werd veroor
deeld. Wegens een fout in de dagvaarding werd door
het O. M. ontslag van rechtsvervolging met verbeurd
verklaring van 't in beslag genomen net gerequireerd.
«at
Een 4-tal Tijdgeestzaken, die van J. P. K., barbier
te Heiloo, J. v. d. K., bleekersknecht te Alkmaar, M. J.
D., doodgraver te Anna-Paulowna, B. v. T., koopman
te Schagen. Mr. van Velzen, van Schiedam, trad als
gemachtigde op.
De rechtbank besliste, dat alle zaken zouden wor
den geschorst tot 8 September a.s., om alsdan nog
den heer Iburg, directeur van „De Tijdgeest" te Rot
terdam, te hooren.
Nog werd behandeld het appèl van N. B, A. v. K.,
directeur-eigenaar van de Spaarkasvereeniging „Zon
der Baatzucht" te Rotterdam, door den Hoomschen
Kantonrechter erzake Loterijwet-overtreding tot een
hooge boete veroordeeld, evenals dit reeds in vele
andere plaatsen is geschied.
Mr. Huizenga, van Hoorn, pleitte, nadat het O. M.
bevestiging van het Kantonrechterlijk vonnis geëischt
had, ontslag van rechtsvervolging of een lagere boete.
EEN DIEFACHTIGE URKER DAME.
De gedetineerde 22-jarlge dienstbode Dirkje H., uit
Enkhuizen, Urker van origine, heeft zich aan een door
haar bekenden diefstal schuldig gemaakt. Den 15en
Mei nam ze weg een portemonnaie, bevattende 4 rijks
daalders, een kwartje, een dubbeltje en 4 centen, welke
lag op een schenkblad in de achterkamer van A. Buis
man, vrouw van B. Buis, wonende naast de familie,
waar bekl. in dienstbetrekking was. Ze had juffrouw
Buis geholpen by het kloppen van een wiegekleed,
wat de verwondering van den President opwekte: een
wiegekleed, dat is zoo zwaar toch niet, dat kan één
persoon wel kloppen, meende Z. E. A. Hierop werd
haar voet en zag, dat deze niet gebroken, maar slecht
verstuikt was.
Terwijl Eckard de boerin ging roepen, boog Bru
nold zich over het jonge meisje.
„Ik ben geen dokter," zei hy zacht, „maar ik heb
gewoond oorden, waar nooit geneeskundige hulp
te krijgen was, en daar moest men wel leeren, zichzelf
te helpen. Mag ik uw voet behandelen?"
Zy zag hem vol vertrouwen aan en zei
„Ja, mynheer Alexis!"
ïhtusschen was buiten het onweer in al zijn kracht
losgebarsten. Eekard kwam terug met de boerin, die
doeken en water meebracht Men kon voorloopig
niets anders doen dan omslagen maken en den ge
kwetsten voet masseeren, en Brunold duldde niet, dat
een ander dan hij Lisbeth verpleegde, hij behandelde
haar met de meest voorzichtige nauwgezetheid.
Bijna twee uur hield 't onweer aan met onvermin
derde kracht; toen het eindelijk wat bedaarde, werd er
een boodschap naar het hotel gestuurd, om te berich
ten, waar juffrouw von Amikoff zich bevond en dat
het haar overkomen ongeval niet van emstigen aard
was. Het was onmogelijk haar heden nog thuis te
halen, want reeds viel de duisternis, terwijl bovendien
na zulk een regen de wegen onbegaanbaar waren ge
worden.
Er werd in de huiskamer voor Lisbeth een bed op
gemaakt, daar er geen andere kamer beschikbaar was.
Op de tafel brandde een lamp met een dichte kap, die
de geheele kamer in zachten schemer hulde, en Lis
beth moe van de doorgestane pijn en van al hei nieu
we en vreemde van dien dag, viel weldra in een die
pen slaap.
En vreemd, daar kwam plotseling haar oude kin
derdroom weer terug van lang, lang geleden. Daar
zat iemand aan haar bed en fluisterde haar de woor
den in, die zij half-wakend, half-droomend aanhoorde:
„Mijn Lisbeth! Mijn kleine Lisbeth! Mijn lieve, lie
ve Lisbeth I" En toen was het haar, of een paar war
me lippen haar voorhoofd aanraakten, heel zacht en
teer als in taar kinderjaren.
niet gerepliceerd, maar het bleek, dat, nadat juffrouw
Buis zich even had omgekeerd, om het kleed op den
wieg te leggen, de portemonnaie, welke even te voren
er nog was geweest, verdwenen was.
De verdenking viel op bekl., die echter zei van
niets te weten. Later is ze toch door de mand geval
len. De portemonnaie had ze in een put geworpen,
het geld werd bij haar in beslag genomen. Tegen de
dienstbode, die 19 Augustus van het vorig jaar door
de Alkmaarsche rechtbank tot 3 maanden gevangenis
straf veroordeeld werd wegens gelddiefstal, 2 maal
gepleegd in een ziekenhuis ten nadeele van een mede
patiënte, werd door het O. M. drie maanden gevange
nisstraf geëischt.
De ambtshalve toegevoegde verdediger, Mr. W.
Stap, zei zich te hebben afgevraagd, of bekl. wel toe
rekenbaar is. Bekl. heeft pleiter gezegd, dat er een
zucht, een aandrang in haar is, welke maakt, dat ze
niet van geld kan afblijven, als dit onbeheerd ligt en
ze van meening is, dat het niet wordt gemerkt, wan
neer ze het wegneemt. Ook tn verband met de rare
verklaringen, welke de directeur van het Huis van
Bewaring pl. over bekl. gaf, verzoekt hij een onder
zoek te aoen instellen naar haar geestvermogens.
Het O. M. meende, dat er geen enkele reden is, om
dit onderzoek te bevorderen. Als er al een onder
zoek moet worden ingesteld naar de geestvermogens
van iemand, die zijn handen niet thuis weet te hou
den, dan wist Z. E. A. niet, waar het wel heen moest.
Mr. Stap merkte op, dat de Substituut-Officier geen
psychiater is, evenmin als pl. Slechts een psychiater
kan uitmaken, of er inderdaad een goede reden was
voor het vermoeden van pl., die bij zijn verzoek persis
teerde.
Op de vraag van den President, of ze nog iets toe
te voegen had aan de woorden van haar verdediger,
antwoordde Dirkje: 't Is niet zoo, ik ben wel goea.
VERNIELING
J. H. Th. S., 19 jaar, zonder beroep te Texel, heeft
27 April te den Burg een ruit in de openbare school
stukgeslagen. Er was een fuifje geweest ter gelegen-
Boven In het berghotel was alles In rep en roer,
toen het tennis-gezelschap voor het onweer in huis
vluchtte, en juffrouw von Amikoff niet bij hen was.
Niemand had haar gezien; zij was in het geheel niet
op het tennisveld geweest; ook was zij niet in 't ho
tel en een zoeVen buitenshui* met dit weer was niet
te doen. Mevrouw von Amikoff en miss Lindsay
brachten een paar angstige uren door.
Eindelijk kwam een bode van den Einödhof met
een brief van dr. Eckard. Nu wist men, dat Lisbeth
veilig was, maar toch waren de beide dames niet ge
rust. Voor miss Lindsay gold in de eerste plaats het
ongepaste van een dergelijk avontuur, maar voor de
moeder kwam daar nog een andere overweging by.
Ondanks al de beleefde voorkomendheid, waarmee
Eckard haar steeds bejegende, gevoelde zij toch in
hem een tegenstander, een vijand, en 't was voor haar
een onwelkome tijding, dat haar dochter in zijn huis
op zijn gastvrijheid was aangewezen.
Zij dacht er niet aan, zelf naar den Einödhof te
gaan, maar miss Lindsay moest den volgenden mor
gen onmiddellijk vertrekken met den dokter, die ge
durende het seizoen steeds in het hotel aanwezig was.
Daar de enorme regen der laatste dagen de wegen
zoo goed als onbegaanbaar had gemaakt, zouden zij
zich van de gebruikelijke muildieren bedienen. Iwan
leidde de derde, die voor Lisbeth bestemd was, aan
den teugel.
Eckard stond met Brunold voor het raam en zag de
heele karavaan door den regen aankomen. Hij kende
den dokter van den vorigen zomer.
„Zij hebben daar waarachtig een heele expeditie
uitgerust", lachte hij. „Maar wij geven onzen buit
niet terug, al kwam het geheele hotel op ons af. Lis-
beth's voet is zóó opgezwollen, dat de dokter wel een
barbaar moet zijn, als hij een dergelijk transport zou
toestaan, en de strenge miss Lindsay neem ik wel voor
mijn rekening. Ik zal haar den Einödhof zóó tegen
maken, dat zij wel gauw den aftocht blaast. Daar
zijn ze!"
42) G
ifApwi"TTrcfV)
lts
>ii