1 DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN, Honderd en zestiende Jaargang 1914 VRIJDAG 19 JUNI. ^o. 143. Pluw^oliirek noodmaht osa het feuilleton achterwege te laten. ALKMAAR, 19 Juni. De Oosthoek van Europa blijft nog maar steeds een gevaarlijke hoek wanneer de wind daaruit waait, staat de politieke barometer op storm en on weer. Dd&r worden de kwesties gevonden of ze er gemaakt worden is een andere zaak, kon men den oorsprong naspeuren, dan kwam men niet onwaar schijnlijk in Europeesche kanselarijen terecht. Nauwelijks zijn de Macedonische en Kretenzer kwesties, die zooveel te doen#gaven, in een stadium gekomen, dat rust geeft, of nieuwe vraagstukken ko men aan de orde, vooral niet minder gevaarlijk dan de voorafgaande. Wat er uit de Albaneesche kwes tie groeien kan, weet men op het oogenblik niet. Dat zij den Europeeschen vrede ernstig zou kunnen ver storen betwijfelt niemand. En dan is er de Turksch-Orieksche kwestie. De be trekkingen tussdhen Turkije en Griekenland zijn nog steeds gespannen. Er is zelfs gesproken van een ul timatum, maar nader bleek, dat hiermede een Griek- sche nota was bedoeld, welke overigens in zeer krach tige termen was vervat en te meer indruk moest ma ken, toen de Grieksche minister-president zich in de Kamer op zeer uitdagende wijze uitliet. Men weet, dat de beide naties elkaar over en weer ernstige verwijten doen, elkaar tï van beschuldigen, dat hun onderdanen op de verschrikkelijkste wijze worden mishandeld. De Turken heeten tegenover de Grieken, welke op Turksch gebied wonen, alleron- menschelijkst op te treden. Nu heeft de houding der Turken tegenover de Christelijke bevolkingen van den Balkan nimmer uitgemunt door bijzondere verdraag zaamheid. Maar aan den anderen kant wanneer ettelijke duizenden Mohammedanen hun woonplaat sen in Macedonië in den steek laten om zich in Klein- Azië te vestigen, dan geschiedt dat ook niet uit over maat van tevredenheid over de behandeling, welke hen van de zijde van Griekenland ten deel valt! Bo vendien zijn de Grieksche klachten overdreven geble ken. Turkije heeft met een voortvarendheid, welke weinig Turksch is, de streken, waar mishandelingen zouden zijn geschied, onderzocht, de minister van öinnenlandsche zaken, de heer Talaat bey, heeft zich persoonlijk op de hoogte gesteld en verklaard, dat er meer verdichting dan waarheid in de klachten school. Turkije toont zich ln het antwoord op de Grieksche nota nog al verzoeningsgezind. In diplomatieke krin gen wordt zij bevredigend geacht. In Grieksche krin gen is men echter van meening, dat zij in den grond niets geeft. En naar gemeld werd, heeft de Grieksche minister van buitenlandsche zaken den Turksche gezant me degedeeld, dat Griekenland waarborgen verlangt tegen een herhaling der mishandelingen. Men kan ook moeielijk begrijpen, waarom het zich opnieuw in een oorlog zou willen wikkelen en wat het daarbij zou kunnen winnen. Een oorlog zou slechts een zee oorlog kunnen zijn. En op zee is Griekenland de baas. Gesteld bijv. dat Turkije er in slaagde de eilanden Chios en Mytilene te veroveren, dan zou Griekenland dadelijk de Turksche gamizoens kunnen blokkeeren, afgezien nog van de omstandigheid, dat de bevolking der eilanden Griekschgezind is. Maar evenmin is het duidelijk, wat Griekenland eigenlük bij een ooriog zou kruinen winnen. Voor de formeeie annexatie van de beide eilanden behoeft het toch geen oorlog te voeren. De Dardanellen forcee- ren, wat zelfs Italië is mislukt, zal het niet kunnen. Ondanks dit alles schijnt er inderdaad oorlogsge vaar te zijn. Griekenland heeft de verlofgangers reeds opge roepen Turkije heeft halsoverkop te Londen steen kool ingeslagen en vier b vijf schepe.i gekocht, be stemd voor het transport van troepen in geval van oorlog. Rusland wil de groote mogendheden vredelievende stappen laten doen te Konstantinopei en te Athene. Het is te hopen, dat dit achterwege blijft want dan zou de oorlogskans nog veel grooter worden! BINNENLAND. DEPARTEMENT VAN DEFENSIE. Nadat reeds eenige maanden geleden het koninklijk besluit, waarbij, in de plaats van de departementen van Marine en Oorlog, een departement van defensie was ingesteld, werd Ingetrokken, zijn thans ook inge trokken de voorstellen tot het treffen van wettelijke voorzieningen naar aanleiding van dit besluit. LUITENANT-GENERAAL DE VEER. Naar de Bredasche Courant verneemt zou luitenant- generaal De Veer voornemens zijn, binnen 14 dagen weder naar Albanië te vertrekken. OVERSTE THOMSON. Ook de Russische en de Fransche gezanten te deri Haag hebben uit naam van hun gouvernementen aan de Nederiandsche regeering oprechte deelneming be tuigd met den dood van luitenant-kolonel Thomson. De Minister van Buitenlandsche Zaken ontving een telegram van de Albaneezen, gevestigd in Triest, met betuiging van oprechte deelneming aan het Neder- landsche volk. De „Noord-Brabant" is gisteravond via Algiers naar de Adriatische Zee vertrokken. De „Noord-Bra bant" is een in 1897 gebouwd pantserdekschip van 4033 ton en gewapend met 20 stukken geschut. Een joumalist-photograaf heeft vergunning gekregen de reis mede te maken. Uit Triëst werd gisteren geseind, dat Kapitein Thomson, de broer van den gesneuvelden overste, al daar is aangekomen, in gezelschap van den Neder- landschen gezantschapssecretaris te Weenen, jhr. mr. Van Haersma de With. Daar de Nederlandsche re geering heeft besloten, dat het lijk niet over Triëst, maar door de „Noord-Brabant" rechtstreeks van Du- razzo naar Nederland zal worden overgebracht, is de heer Van Haersma de With naar Weeneu terugge keerd, terwijl Kapitein lhoinson heden zijn reis voort zet naar Durazzo. Ue Nederlandsche gezant te Rome heeft uit naam zijner regeering minister Di San Giuliano dank gezegd voor de woorden door hem in de itaii- aansche Kamer gesproken over den dood van majoor Thomson. Tot de voorwaarden, waaronder majoor Thom son zijn taak in Albanië aanvaardde, behoorde ook deze, dat voor hen, die in Nederland hoofdofficier waren, bij sneuvelen of levenslange ongeschiktheid 50.000 zou worden uitgekeerd. Mr. Evert Meijer te Amsterdam, die tien jaar gele den als korporaai te Leeuwarden onder kapitein i homson üiende en hem in geen acht jaar zag, schrijft eenige herinneringen neer in het „Handelsblad". Hij scünjlt o. m. Er is, als bewijs voor de bewering, dat hij in zijne compagnie geen tucht had, aangevoerd dat hij zoo weinig strafte. En inderdaad, hij strafte heel weinig, om de eenvoudige reden, dat het niet noodig was. De goede elementen in de compagnie deden niets straf baars, omdat ze 't onverdragelijk vonden door Thom son over hun gedrag te moeten worden onderhouden en de kwade elementen deden 't niet omdat zij doods bang voor Thomson waren. Ik zelf heb van Thomson op manoevre, wegens het present melden van iemand uit mijn tent die nog niet present was, vier dagen kwartierarrest gehad en het is geen phrase als ik zeg dat ik meer het land had over het feit dat Thomson mij moest straffen dan over de straf zelve. En zooals ik dat voelde, voelde vrijwel iedereen het in de com pagnie. De persoonlijke invloed van Thomson wa9 zeer groot Thomson was o. a. door zijn rapport over den Boe renoorlog bij de hoogere legerautoriteiten geen en fant chéri, en ook de vrijheid, die hij zich permitteer de om bijv. in de „Militaire Gids" zijn oordeel over militaire zaken te zeggen zonder aanzien des persoons had hem in die kringen vijanden bezorgd. Op een morgen, 't was op manoeuvre op de heide achter Heerenveen, ging onder de compagnie 't gerucht dat generaal Prins de manoeuvres zou bijwonen met het doel eens bijzonder te letten op de praestaties van Thomson's compagnie. Nooit heb ik beter dan dien morgen gemerkt, hoe Thomson geliefd was. Ieder was vol vuur om voor Thomson zijn best te doen en hoe wel 't dien morgen smoorwarm was in de hei, heb ik nooit een compagnie harder, beter en prettiger zien werken dan die van Thomson op dien dag. Het re sultaat was, dat Generaal Prins na afloop der ma noeuvres voor 't front der troepen, in zijn kernachti ge, met vele stopwoorden gepeperde taal, openlijk er kende, dat hij gekomen was omdat hij van Thomson's compagnie niet veel goeds had gehoord, maar dat hij in zijn heele militaire loopbaan nog nooit een com pagnie had gezien zoo goed als juist die van Thom son. Het was een prachtig moment, toen Thomson ons dien dag bij onze terugkomst in het kamp, vóór hij ons liet inrukken, nog eerst een paar woorden toe sprak en niemand kon na dien tijd in Thomson's bij zijn op de Friezen schelden, zonder van hem den wind van voren te krijgen. Gemengd nieuws. Het eeuwfeest van liet Nederlandse!! Hij belgenootsoliap. i^u> luiuui^ü uau vei vuigcna ae eigenlijke jaarver- gduëüug van nel uenooisuiap pianis en üeze weer in uezeUuc KeiK, namelijk die der Doopsgezinde Gemeen te, waai een eeuw geleden ook de eerste was gehou den. De breede suiaar van buitenlandsche aigevaar- digaeu en otliueeie vertegenwoordigers van regee ring, en wetensenap en vooral van Zendinggenoot schappen, die daar bijeen was, deed duidelijk uitko men weik een omvangnjk werk door het Bijoeigenout- schap wordt verricht en op hoe groote waardeenng 't zich in ons vaderland en daarbuiten mag beroemen. Maar ais een voorbeeld bij uitnemendheid van een godsdienstige feestvergadering zal in herinnering blij ven de groote samenkomst des avonds in de smaakvol versierde zaal van het Concertgebouw. Wanneer wordt ook zoo'n voortreffelijke combinatie van zoo veelzijdige krachten bijeen gevonden? Denk alleen maar allereerst aan zoo n orgei en zoo bespeeld om met een prelude van Bach een dergelijk godsdienstig samenzijn te openen! Ln vervolgens door hetzelfde orgel begeleid door de Christelijke Oratorium-veree- nigmg, de jubelkoor uit Haydn's „Schepping". Daarop volgde naar 't programma aangaf, Gebed: Ik weet met oi a lie aanwezigen zoo zouden wiilen ge noemd zien de enkele klinkende volzinnen waarin Ds. Lanunerts van Buren, daarop den door 't gehoorde gewekten indruk in woorden bracht, maar zeker vormden zij den weliuidenden overgang tot het on middellijk daaraansluitend oud-Hollandsch gebed, ook weer gezongen door het koor: „O Heer, die daar des hemels tente spreidt". Hoe treffend daarna de kernachtige toespraken der sprekers van den avond, telkens besloten door een typisch nationaal gezang in de taal van den laatsten spreker. Maar 't mooiste was van a) die verschillende liede ren, als, na de eerste verzen onberispelijk dor het koor te hebben hooren voorzingen, de gansche ver gadering met het laatste couplet instemde en zoo dat geheele concertgebouw-gehoor werd tot één belij dende of smeekende, of jubileerende schare, die dien spreker en zijne landlieden een oogenblik deed voe len, als of zij zich in eigen vaderlandsche gemeente bevonden. En toen eindelijk de voorzitter der Ne- derlandsch Hervormde Kerk, als om zoo te zeggen het huidige hoofd onzer volkskerk, de zegenbede uit sprak, dan was dat het passend slot van een waarlijk monumentale feestviering, die ook alleen door een zoo algemeene organisatie als het Bijbelgenootschap kan worden geboden. Toch zullen van deze feestweek voor de toekomst de volgende dagen van de internationale Bijbelconfe rentie nog wel van meer waarde blijkendaar zij den grondslag zullen kunnen leggen voor een blijvend contact tusschen alle Bijbelgenootschappen over de geheele 'wereld. Ook hier waren weer als inleiders de meest bevoeg de persoonlijkheden uitgekozen, waardoor elk der gehouden zittingen een geheel eigenaardig karakter vertoonde, te meer, omdat daar telkens de taai, van spreker en voorzitter, de discussièn beheerschte. En doordat steeds de referaten tijdig gedrukt in handen den hoorders waren, konden bij de gedachtenwisse- ling de verschillende inzichten zoo goed mogelijk aan het woord komen. Als altijd deed zich ook hier de tijdsbeperking als het eenige nadeel kennen, om dergelijke diepgaande kwesties in zoo grooten kring te behandelen. Woensdagmiddag had de opening der Bijbelten- toonsteiiing in het Stedelijk Museum plaats, waar een schat van materiaal van Bijbeluitgaaf en druk en illu stratie en bindwerk, enz. enz. was bijeen gebracht. De meeste conferentieleden zullen dit alles slechts vluchtig hebben kunnen overzien, om echter daardoor ook weer bevestigd te worden in den indruk op welk een buitengewoon belangrijk arbeidsgebied men zich met dit honderdjarige Genootschap bevindt. Hiervan getuigden ten slotte ook niet minder de ju bileum-uitgaven, die aan elk der deelnemers ten ge schenke zijn aangeboden. Reeds vroeger had ieder ais zoodanig ontvangen een paar aardig geïllustreer de boekjes: de beschrijving van een bezoek aan het Bijbelhuis en een smakelijk kinderboekje van Aletta Hoog over het Eeuwfeest, waarvan nu reeds een drie honderdduizend exemplaren aan onze vaderlandsche Zondagsscholen kosteloos zijn ter beschikking gesteld en nog een nieuwe oplage ter perse is. Niet minder royaal uitgevoerd is het rijk met por tretten versierd Gedenkboek van het Genootschap door zijn grijzen secretaris D9. C. F. Gronemeijer ge: schreven. Maar als merkwaardigste jubileum-uitgave zal voor de toekomst wel blijken de zak-uitgave van het Nieuwe Testament, die met gebruikmaking van de beste middelen van den tegenwoordigen tijd, daar door, overeenkomstig het eigenlijke doel van het Ge nootschap, dat, belangrijkste deel van den Bijbel in zoo klein mogelijk formaat, maar tegelijk met zoo groot mogelijke letter verkrijgbaar stelt: voor ieder een te lezen en steeds bij zich te dragen. Natuurlijk zullen ook de aanmerkingen op een ge dachtenisviering, als die wij u beschreven, wel niet achterwege blijven, maar algemeen zal moeten wor den erkend, dat het tegenwoordige Hoofdbestuur, naar zijn opvattingen en gaven, geen moeite en krach ten heeft gespaard, om dit Eeuwfeest te maken tot een gebeurtenis, waarop door de geheele Nederlandsche Christenheid met trots kan worden teruggezien. DE ZIEKENFONDS-KWESTIE. Dr. Th. Stoop schrijft in „Het Volk" een artikel over „Het einde der ziekenfondskwestie en het begin". Hij gaat de geschiedenis van het verzet tegen de plannen der Ned. Maatschappij tot Bevordering der Geneeskunst kortelings na en wijst op een artikel in „Het Volk" van 24 April van de hand van dr. van Bruggen, waarin deze er op wees, dat uit art 229 blijkt, dat de Maatschappij met alle groepen van per sonen, die het wenschen, kontrakten wil aangaan, re gelende de voorwaarden, waaronder artsen voor zie kenfondsen werkzaam willen zijn. Hoe dit kontrakten zullen luiden, kan niemand nog zeggen, vaste regelen bestaan daarvoor nog niet, die zullen afhangen van plaatselijke omstandigheden en gebruiken en van de wijze van inrichting van het fonds". Dit artikel, oordeelt dr. Stoop, moet als de eerste vredesduif worden beschouwd. Nog vestigt de schrijver de aandacht op een artikel in het „Tijdschrift van Geneeskunde" van 16 Mei van den soc.-dem. geneesheer dr. Berdenis van Berlekom, die er op wees, dat de arbeiders in de bestuurskwestie nooit kunnen toegeven, en op het antwoord hierop van dr. van Bruggen, inhoudende diens persoonlijke meening. Het overleg tusschen dr. Berdeni9 van' Berlekom en Van Bruggen, waarbij dr. Stoop zich voegde, is tot stand gekomen en belichaamd in een motie, waarin al§ leiddraad voor den door de Maatschappij te volgen weg wordt aangenomen: lo. dat zooveel mogelijk afdeelinga-ziekenfondsen zullen worden opgericht en in stand gehouden, die. liet eigendom zijn van de Ned. Maatschappij van Ge neeskunde 2o. dat bij het sluiten van kollektieve kontrakten tus schen maatschappij en ziekenfondsen vertegenwoordi ging der geneesheeren in het bestuur zal worden op prijs gesteld, doch niet geëischt. Die kontrakten zullen moeten bevatten: lo. bepalingen waardoor de vrije artsenkeuze zoo veel mogelijk wordt gewaarborgd; 2o. de vaststelling van een weistandsgrens (deze weistandsgrens behoeft niet noodzakelijk die van het bindend besluit te zijn, want het kontrakt treedt in de plaats van het bindend besluit); 3o. bepalingen, dat de geneesheeren niet gedwon gen worden verklaringen af te geven omtrent arbeids geschiktheid van ziekenfondsleden, die onder hun be handeling zijn of geweest zijn; 4o. de wijze van honoreering, benevens vaststelling van het honorarium. Deze motie, door de heeren van Berlekom, van Bruggen en Stoop bij het hoofdbestuur der maat schappij ingediend en verdedigd, werd door dat hoofdbestuur overgenomen en als bestuursvoorstel aan de aanstaande algemeene vergadering toegezon den. Het kan zeer waarschijnlijk geacht worden, schrijTt dr. Stoop, dat deze motie, nu zij door hoofdbestuur en centrale organisatie wordt voorgesteld en een paar sociaal-demokratische artsen aan de redaktie ervan hebben medegewerkt, zonder al te veel tegenstand door de maatschappij worden aangenomen. En aanneming dier motie beteekent, volgens de voorstellers, dat de vrede tusschen de arbeiderswereld en de artsen, die zoo ernstig bedreigd scheen, voor de toekomst is verzekerd: althans dat het ernstigste ver schilpunt tusschen die beide, de machtskwestie in de ziekenfondsen, nu op bevredigende wijze is uit den weg geruimd. De strijd tusschen de ziekenfondsen en de artsen is daardoor overgebracht op een ander en beter terrein: op het terrein der arbeidsvoorwaarden waaronder de artsen zullen werken. We! zal de maatschappij voortgaan met het stich ten van aideelings-ziekenfondseu, die haar uitsluitend eigendom zullen zijn en blijven, maar niemand kan haar daartoe o. i. het recht ontzeggen. Aan den ande ren kant zullen wij dan ziekenfondsen zien ontstaan door arbeiders-vereenigingen gesticht, waaraan de artsen zich niet individueel mogen verbinden, maar wel door een kollektief kontrakt met de artsen-vak- vereeniging der M. v. G. gesloten. Zoo gaat de art sen-vakorganisatie den weg op, haar door andere vak organisaties gewezen, die daarop voorgingen. Welke van die twee soorten van fondsen zal het op den duur winnen? De afdeelingsziekenfondsen, eigendom der geneeskundigen, of de arbeiders-ziekenfondsen? De beantwoording van die vraag blijft aan de toe komst overgelaten, al geven wij de laatsten.de beste kans. DE STAKING TE ZAANDAM. Naar aanleiding van een schrijven, waarin de Chris telijke Houtbewerkers-vereeniging aan den Bond van Werkgevers te kennen gaf nadere voorstellen te zullen doen, die naar haar oordeel een spoedige oplossing van het conflict tengevolge zouden hebben, heeft thans deze vereeniging een uitvoerig schrijven tot den Patroonsbond gericht ter begeleiding van een con cept-contract, waarop de leden en tevens die van de Katholieke organisaties zich bereid verklaren den ar beid te hervatten. Tevens is door „Recht en Plicht" een poging ge daan om ook de moderne en vrije organisaties te be wegen zich voor deze voorstellen te verklaren, die zich echter met overgroote meerderheid hiertegen heb ben verklaard. Met het schrijven van „Recht en Plicht" heeft de Katholieke organisatie „St. Jozef" haar instemming betuigd. VREDE DOOR RECHT. De Algemeene Nederlandsche Bond „Vrede door Recht" hield gisteren in het gebouw „Paviljoen" te Amsterdam zijn jaarlijksche algemeene vergadering. Det voorzitter, mr. M. de Pinto, van den Haag, wees in zijn openingswoord op het aangenomen con gres-rapport van Lucien Lefoyer over „De per:, ten dienste van de Pacifisten". Het rapport noemt de vre despogingen met betrekking tot de pers tot dusver on voldoende; aanbevolen wordt, dat de vredesvereeni- ging^n en voor alles de centrale comité's, zich in ver binding stellen met de in hun eigen land wonende be richtgevers van de dagblad-agentschappen en van de buitenlandsche bladen. De voorzitter vestigde er de aandacht der aanwezi gen op, dat het gisteren, 18 Juni, de 99ste herdenking was van den slag van Waterloo. Hij bracht een eere-saluut aan de vele dapperen, die in een nooge opvatting van hun plicht, hun leven hebben verloren. Ook voelde spr. zich gedrongen een eere-saluut te brengen aan de nagedachtenis van een grooten doode, luitenant-kolonel Thomson, die verre van zijn vaderland het leven liet. Alle aanwezigen betuigden door opstaan van hun zetels hun instemming met deze woorden. De secretaris, de heer H. van der Mandere, bracht hierna het jaarverslag uit. In 't begin van 1914 be droeg het aantal leden ruim 4500 en het aantal afdee- lingen 34. Thans bedragen die cijfers 5000 en 43. Het nadeelig solda bedraagt, blijkens het verslag van den penningmeester, den heer S. Baart de la Fail le, 1210.71%. De ontwerp-begrooting sluit met een eindcijfer van 8800. De heer H. van der Mandere werd benoemd tot eerste gedelegeerde naar het XXIe Wereldcongres voor den vrede, van 16 tot 21 September te houden te Weenen. Verschillende andere dames en heeren zul len nog gaan. Voor de eerste maal zal, naar medegedeeld werd, Bertha von Süttner's „Die Waffen Nieder" te Weenen in bioscopevorm opgevoerd worden. Tot leden van het hoofdbestuur werden gekozen jhr. B de Jong van Beek en Donk, generaal M. B. Roest van Tonningen, mevr. E. van Nispen tot Seve- naer-Hekman, mr. J. M. A. Roelants, mr. M. J. van der Flier en mr. V. H. Rutgers. Verschillende voorstellen en moties werden na korte bespreking aangenomen. DE NOTARIS TE BLADEL. Voor de rechtbank te 's-Hertogenbosch is gisteren behandeld de zaak tegen S. P. L. C., vroeger notaris te Bladel, thans gedetineerd, beklaagd dat hij als no taris opzettelijk zich wederrechtelijk heeft toegeëigend en heeft verduisterd een bedrag van 8000, welke geldsom hij ontvangen had om op hypotheek uit te zetten. Het O. M. heeft één jaar en 6 maanden gevangenis straf geëischt, met aftrek van de voorloopige hechte nis. Op verzoek van den verdediger werd beklaagde in vrijheid gesteld. BARBAARSCH NEDERLAND. Men deelt aan de „Maasbode" het volgende mede: Gisteren was een dame uit Rotterdam fietsende van den Haag naar Rotterdam. Toen zij Delft voorbij was en gekomen op een weggedeelte, dat zou geteerd worden, werd zij als het ware gebombardeerd door eenige kwajongens met kleverige korrels asphalt of teer. Geheel haar kleeding, van de schoenen tot den hoed, zat vo met die smerigheid. Zelfs werd getracht de dame in het gezicht te treffen. In Rotterdam aan gekomen, heeft zij beproefd een en ander te reinigen, evenwel zonder gevolg. De kleeren zijn geheel be dorven. EERE-DOCTORATEN. Naar de te Zwolle verschijnende „Onze Courant" verneemt, zal ter gelegenheid van het jubileum der universiteit te Groningen ook een eere-doctoraat wor den verleend aan den heer J. C. van Slee, emeritus predikant te Deventer, en aan den heer Berlage, archi tect te Amsterdam. UIT HOORN. De Hoomsche Middenstandsvereeniging besloot tot de oprichting van een onderlinge glasverzekering voor haar leden. Alhier heeft zich een comité gevormd tot in zameling van gelden voor het Nederlandsche Roode Kruis, ter bestrijding van de pestziekte in Nederl.- Tndië. De commsisie bestaat uit de heeren J. C. van de Blocquery, loco-burgemeester, eere-voorzitterdr. C. Keijser, voorzitter; O. Jz. Wonder, secretaris-pen-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1914 | | pagina 1