M mi m n m B m p 8 s s n n NIEUWE 6ADEAUX Damrubriek. 9 H m W H m Si B li ft H 11 11 ft 8 1 9 1 1 gg 1 B 9 SU Si M S LEO PALEARI Co. Hf Él j§ ft Hf g§ ff§ ft Pi m, JÉ Algemeene zwakte. ZIE CIRCULAIRE OM DE ZEEP en hebben er geheel geene wetten dien opzigte be staan, dat men omtrent verscheidene dingen tegenkan ting vreest te zullen ondervinden. Intusschen denkt men dat deze ordonnantie niet dadelijk naar den letter zal worden ingevoerd, doch dat men dezelve van lie verlede zal trachten algemeen te maken. Advertentie. Den ondergetekende wonende in de Lange- straat Wijk B„ No. 87, W a s t, Q 1 a n s t en Verft alle soorten van Ooederen, rekommandeert zig in een ieders gunst en recommandatie, beloovende een prompte en civiele bediening. Verders bied den ondergetekende zig ook aan de gegoede Burgerij met hetKookenen Braaden zoo wel binnen als buitens Huis, beloovende een goe de en civiele bediening. ANNA GEERTRUY KNUIZER. Aan de Dammers 1 Met dank voor de ontvangen oplossingen van pro bleem 2yi (auteur D. Klay). Stand Zwart: 7, 8, 10, 12, 13, 14, ló, 17, 19, 20, 23, 24, 26. Wit: 21, 27, 31, 32, 33, 35, 36, 37, 40, 44, 47, 48, 50. Oplossing 1. 35—30 1. 24 35 2. 44—39 2. 35 44 3. 33—28 3. 44 22 4. 27 9 4. 16 38! 5. 37—311 5. 26:281 6. 48—42 6. 14 3 7t. 42 4 (acht schijven). Een aardig probleem 1 Goede oplossingen ontvingen wij van de heeren: J. Amelsbeek, C. Bethlem Jr., R. W. F. Bosman, G. Cloeck, D. Qerltng, J. Houtkooper, J. K., G. van Nieuwkuijk, G. H. Swart, Alkmaar, S. Homan, Wijde Wormer, H. E. Lantinga, Haarlem. WEDSTRIJDEN. Naar wij vernemen zullen er binnenkort heel wat belangrijke wedstrijden op damgebied worden ge speeld. De heeren Vervloet en Musly te Rotterdam hebben het plan opgevat in ons land een vierkamp te doen spelen tusschen de heeren Weiss Molimard uit Fran krijk en Hoogland en de Haas uit Nederland. Dat zou een prachtwedstrijd zijn! Wij hopen, dat hij slagen zal. In November zou de strijd plaats hebben Herman Hoogland heeft een tweetal uitnoodigingen ontvangen, n.l. om te komen Bpelen in Lyon in een wedstrijd, aldaar te houden ter gelegenheid van de koloniale tentoonstelling en om te komen spelen in Canada! Ja, lezer, in Amerika. Er zal dan gespeeld worden op ons gewone dambord en op 't Caaadeesche. (144 ruiten elk 30 stukken). Hoogland krijgt ver goeding van reis- en verblijfkosten en is nog niet vast besloten. Ook De Haas was uitgenoodigd, doch deze heeft bedankt. Wij hopen spoedig meer nieuws over deze wedstrijden te kunnen mededeelen. In Amsterdam zal onder leiding van J. de Haas een groepen-wedstrijd gehouden worden in het Paleis voor Volksvlijt, ter gelegenheid van de Internationale Bakkerq -T entoonstelling. Zooals men ziet is er dus nog heel wat In 't voor uitzicht. EEN HOOGST EIGENAARDIG GEVAL. In de massakamp V. A. D.U. D. G. won R. A. Hoogland, een jongere broer van den wereld-kampi oen, op fraaie wijze een schijf. Na den 9en zet van zwart was de volgende stand ontstaan IpI m&t „Dat ben ik altijd geweest, sinds dien tijd. Ik ben bevriend met den uitgever der „Deutsche Petersburger Zeitung". Maar genoeg deze Petrowski is na bij; na tien jaar plotseling hier in Berlijn opgedoken als een verloren man, die alles aanpakt om te binnen le ven. Hij kan natuurlijk niet vermoeden, wie Alexis is, en denkt, dat je al lang dood bent, maar wel kent hij de rol, die ArnikofPs weduwe in de tegenwoordige gezelschappen speelt. Of hij misschien haar heeft pogen af te zetten en ls afgewezen, dat weet ik niet; maar hij heeft onze „Rundschau" een artikel aangebo den met de onthullingen van haar eerste en haar twee de huwelijk. Pikant en op 'n gemeens lage manier. Wellicht rekende hij hierbij op onze jeugdvriend schap en dacht, dat mij deze wraak voor jou welkom zou zijn." „En wat heb je gedaan?" „Natuurlijk het artikel teruggezonden en dien me neer aan zijn verstand gebracht, dat de „Rundschau niet de plaats is voor dergelijke laagheden. Maar er zijn hier bladen, die zich voor ieder schandaaltje lee- nen, als het maar sensatie wekt, en hij zal den weg naar dergelijke schendblaadjes wel weten te vinden. Richard's voorhoofd trok zich somber samen. „Ik dank je, Fritz, je hadt gelijk, het was beter, da ik het door jou te weten kwam. En is er geen tnidde om Petrowski te beletten „Neen, of men moest zijn stilzwijgen koopen, en daar zijn w ij niet de aangewezen personen voor. Je wordt gewroken door zijn onthullingen en jij ver schijnt daarin als een offer, als een martelaar maar het maakt haar vortaan onmogelijk, zoowel hier als in Petersburg." „Dan dienen wij er ons bij neer te leggen. Ik heb gezwegen ter wille van Lisbeth, maar als er niets aan te doen is laat hem dan maar begaan!" Eckard trad op zijn vriend toe en lei zijn hand op zijn schouder. „Arme Richard! Dat is nog een aandoening te meer bij al de andere. Hoe zal je dat dragen Wit (H.) speelde 34—30! Een mooie zet! Zwart liet volgen 20—25? en wit won een schijf door: 1. 28-22 1. 25 34 2. 40 20 2. 15 241? 3. 22-17! Zwart moet nu schijf 21 verliezen, wil hij dat niet en laat hij 21—26 volgen, dan wordt de ramp nog grooter, zie maar: L_ 3. 21-26? 4. 37—31 4. 26 28 5. 27—21 5. 16 27 6. 42—37 6. 12 21 7. 38—32 7. 27 38 8. 43 1. Heel mooi! Maar nu komt juist 't eigenaardige. In de laatste damrubriek in „de Telegraaf' maakt de heer J. de Bruijn te Vollenhove (vroeger te Rotter dam, de bekende speler van Constant), de zeer juiste opmerking dat zwart toch geen schijf had behoeven te verliezen. Dat zit hem in de tweede zet van zwart, 't Is n.l. langzamerhand bij de dammers een sleur ge worden om uit theoretisch oogpunt 15 24 te slaan naar 't midden en niet 14 25 naar den kant. Maar in dit geval komt duidelijk aan den dag, dat 15 24 ook fout kan wezen. Had zwart n.l. als tweeden zet 14 25 gespeeld, dan was er geen schijf verloren gegaan. Zie maar: (nadat in den diagramstand 3430 en 2025 gespeeld is: 1. 28-22 1. 25:34 2. 40:20 2. 14:25! 3. 22—17 3. 21—26 Deze zet kan nu wel. 4. 37—31 4. 26 28 5. 27—21 5. 16:27 6. 42—37 6. 12 21 7. 38—32 7. 27 38 8. 43 1. Maar nu speelt zwart 8—12, de dam wordt afgeno men en de partijen staan gelijk. Zoowel R. Hoogland als J. de Bruijn verdienen een woord van hulde, de eerste voor zijn mooien slag- zet, de laatste voor zijn Juiste opmerking. De lezer verzuime niet 't voorgaande aandachtig door te spelen. Ter oplossing van deze week: Probleem 292 van J. DIJKSTRA Jzn., den Haag. Eerste publicatie. sm WÊ Zwart: 1, 4, 5, 7, 8, 12, 16, 18, 19, 22, 23, 28, 42. Wit: 15, 20, 21, 25, 29, 31, 32, 34, 36, 37, 39, 44, 48. Al is de stand van dit probleem nu Juist niet fraai te noemen, wij hebben het gaarne een plaatsje gege ven wegens de zeer mooie ontleding. Oplossingen vóór of op Donderdag 25 Juni bureau van dit blad. CORRESPONDENTIE. J. D. te d. H. Zooals gij ziet, hebben wij uw probleem in den eersten stand geplaatst. De ontleding is heel mooi. VOOR DAMES. Naast de paarlengameeringen, die op de winter- en voorjaars toiletten waren aangebracht en welke men dientengevolge ook nog op de zomerjaponnetjes zag, brengt men nu oqk garneeringen van houten of stee- nen kralen. Men ziet ze in alle kleuren, maar meest in zwart en wit, ze hebben denzelfden langwerpig ronden vorm als de paarlen. Daarbij zijn ze van ver schillende grootte, van een halven tot anderhalven centimeter doorsnede. Ze worden zeer origineel aan gebracht. Zoo vindt men bij de z.g. overblouses van zijdemousseline, die donker over lichte en licht over donkere kleeren worden gedragen en gewoonlijk als Russische blouses met schootje en een koord zonder mouwen worden gedragen, enkele, van welke de mousseline op regelmatige afstanden met kralengar- neering bezet is. De kleuren zijn zoo, dat de kralen de kleur hebben van het onderkleed. Ook worden kralenkettingen in plaats van ceintuurs en kralen als omranding van het décolleté gedragen. Ook brengt men de kralengameeringen op hoedea aan. Zoo ziet men b.v. een hoed van zwarte zijde- „Misschien behoef ik het niet meer te dragen des te beter!" Het drama, dat dien avond in het Lesslngtheater werd gegeven, had noch hooge verwachtingen, noch belangstelling gewekt, daar de auteur zoo goed als onbekend was. Wel was de naam Alexis eenige kee- ren in de „Rundschau" voorgekomen door eenige schetsen en novellen. Van den schrijver wist men al leen, dat hij Duitsch-Russisch was en sinds eenigen tijd in Berlijn woonde. Het stuk droeg een zonderlingen naam„Der Blut- baum," een titel, die Iets afschrikwekkends had! Eeni gen herinnerden zich de Russische sage, die Alexis in een zijner novellen had ingevlochten en waar deze naam ook in voorkwam. Men sprak er van, dat de theaterdirecteur geaarzeld had, het stuk aan te nemen, daar hij moeilijkheden met de censuur vreesde. Tor- wald echter had zich dadelijk voor het drama geïnte resseerd; hij had er zelf een hoofdrol in. De 'andere acteurs haalden hun schouders op en vonden het een waagstuk, dit somber hartstochtelijk werk ten tooneele te voeren. Het bleef een groote vraag of het in de oogen van het publiek genade zou vinden. Het Le8singtheater bood den gewonen première- aanblik. De geheele staf der critici was aanwezig, evenals bekende literaire persoonlijkheden; het pu- mousseline met breede en doorzichtige rand, die als een aureool om het hoofd schijnt te staan. In plaats van gameering is een snoer witte kralen om den bui tensten rand gelegd, een tweede omgeeft de bol. Op linnen en batisten japonnen is de kralengarnee- ring dikwijls vastgenaaid, schen. Deze wordt mecgewas- bliek werd grootendeela gevormd door die kringen, die met voorliefde premières bijwonen, en van welker bijval of afkeuring net lot van het werk afhangt. Het spel begon, maar de oude Russische sage, die het stuk den titel gaf, werd slechts even in het begin heel vluchtig aangeroerd, en diende slechts als sym bool van den inhoud de tragiek eener gevangen, verbannen ziel, die om bevrijding smeekt. Dit was niet de romantiek van lang vervlogen tijden. De au teur had zijn werk geplaatst midden in 't tegenwoor- woordige leven, en nu ontwikkelde zich een handeling vol pakkende kracht, die met een nergens falende ener gie werd doorgevoerd tot aan het eind. En de men- WAT TE ETEN? Een Amsterdamsch medewerkster schrijft ons: Een bekend arts heeft eens gezegdj dat één kookster, die haar vak goed verstaat, meer kan uitrichten dan honderd dokters en professoren. Hierbij doelde hij o; de belangrijkheid van goed voedsel als voorbehoi middel van tallooze ziekten. Onze grootouders had den voor deze waarheid allerlei spreekwoorden, die we hier niet zullen aanhalen, omdat ze alle min of meer plat zijn en bovendien bekend genoeg. Zooals iedere huisvrouw wel weet, zijn er tegenwoordig ta bellen in den handel over de voedingswaarde der meest voorkomende voedingsmiddelen. Of men steeds met deze tabellen te rade gaat, bil de samenstelling van het menu? Ik heb goede reden te beweren, dat de gemiddelde huisvrouw, die te zorgen heeft voor een maaltijd van vleesch, groenten en aardappelen plus een toetje, slechts zelden,een blik op haar tabel werpt. Zij weet een en ander 'uit het hoofd, meent ze. Dat ze zich hierin wel eens vergist, en dat ze op een snikheeten dag soms een „toe-schoteltje" kan maken met een paar eieren er in, zonder er zich om te be kommeren, dat de karbonades al te vet waren, en de hoeveelheid groenten bij de tegenwoordige duurte niet zeer groot ontgaat haar vaak ten eenen male. Dat het den dischgenooten niet bijzonder mag sma ken, verwondert haar zeer. Rijst, in water gekookt, met bessensap of rhabarber er bij, zou natuurlijk veel beter hebben gesmaakt, dan het maizena-puddinkje. In theorie weet iedereen, dat men 's winters veel vet noodig heeft, doch dat de maag 's zomers bijna geen vet kan verdragen. Bij groote hitte, wanneer er bijna geen eetlust bestaat en het lichaam toch kracht eischt, is er één uitkomst: fruit, fruit en nog eens fruit. En in deze behoefte bij het middagmaal te voorzien, is de taak van een goed kookster. Men kan heusch op het vleesch de helft bezuinigen en het aldus gewonnen geld besteden aan een groote hoeveelheid groente. Be reid men een soepje vooraf, laat het dan een tomaten-, linzen- of groentesoep zijn; vooral geen wintersche erwtensoep! Als toespijs ete men rijkelijk kersen; bessen kan men in alle soorten ook naar smaak eten; met ardbeien moet men voorzichtig zijn; deze staan ook spoediger tegen. Er zijn menschen, die bij groo te hitte geen andere uitkomst kennen, dan water! En toch moet men bijna nergens voorzichtiger zijn dan met water. Een oogenblik neemt het de dorst weg, doch het is zonder eenig voedingswaarde, omdat men door alle overige voedsel reeds lang de noodige do sis water tot zich genomen heeft. Water neemt daar bij echter slechts voor korten tijd den dorst weg. Een kwast, met een goede hoeveelheid citroensap en sui ker naar smaak, doet veel beter zijn plicht. Ook bes sensap en fosco op spuitwater verdienen veel aanbeve ling. De koekbakker houdt ook altijd rekening met winter en zomer. Een mokkataartje zal hij in den zomer niet bij voorkeur bakken en in den winter weet hij dat zijn confiture-gebakjes minder aftrek hebben. Ingezonden stukken. EXAMENS. „Oppervlakkigheid en geestelijke overlading zullen: toenemen onder de leus van algemeene ontwikkeling zoo luidt de waarschuwing van de Heeren Professo ren Niermeijer e. a. tegen de wetsontwerpen op M. O. en Voorber. H. O. Oppervlakkigheid en geestelijke overlading kenmer ken dus nu reeds ons Middelb. en Voorbereidend H. O. 't Ligt niet aan mij te beoordeelen in hoeverre dit waar is, maar wel weet ik, dat reeds de toelating tot M. en V. H. O. deze oppervlakkigheid in de hand werkt. De Gemeente Alkmaar geeft gelegenheid tot een zevenjarige opleiding voor IT. B. S. en Gymn., zoodat een breede en flinke opzet mogelijk is, 't kind zich rustig kan ontplooien en niet te vroeg behoeft plaats te nemen op de banken, waar door 't groot aantal leerkrachten minder op de individualiteit van het kind kan gelet worden. Dat wordt door veel ouders als een voorrecht be- schowd en dat ia voorzeker een voorrecht. Men heeft den tijd, de verschillende leervakken meer grondig te onderwijzen, de klip van oppervlakkigheid zoo veel mogelijk om te zeilen, en, wat 't voornaam ste is van 't Lager Onderwijs, bij 't kind liefde te kweeken voor de leervakken, die hem later meer we tenschappelijk zullen onderwezen worden, 't Ligt dus voor de hand te denken dat de inrichtingen van M. O. en V. H. O. hier ter stede, die de leerlingen betrek ken van bepaalde opleidingsscholen, zeker gediend zullen zijn met zulk eene zevenjarige opleiding en de leerlingen op gunstig advies van onderwijzers en on derwijzeressen zullen aannemen. Maar neen! Een examen, afgenomen aan 12-, 13-jarigen, staat voor de De toestand van algemeene zwakte is er een die het allermeest voorkomt. Dat is geen bloedarmoede, maar het lijkt er veel op; in alle geval, indien men er niet op Iet, loopt het er op uit. De algemeene zwakte wordt veroorzaakt door algemeene vertraging van alle func ties, die tot oorsprong heeft een slechte voeding der or» janen door het bloed. Daaruit volgt dus, dat men de ïoedanigheid van het bloed moet verbeteren, het ver rijken en zuiveren. De Pink Pillen verrijken en zui veren het bloed. Iedere gift der Pink Pillen heeft dat gevolg, zoodat gij met iedere pil een verbetering on dervindt. De Pink Pillen zijn onovertroffen tegen de bloedarmoede, de bleekzucht, de neurasthenie, de algemeene zwakte, de maagpijnen, schele hoofdpijnen en rheumatiek. De Pink Pillen zijn vmWJgbaar h per doos en 9 per zes doozen bij het Moofdaepot der Pink 'illm, Dfloofltekade 15, Amsterdam. Te Alkmaar tag Miratap en Stothoubop, Langestraat 86. schen, die daar leefden, leden en streden, waren met onverbiddelijke, strenge waarheid geteekend; men be greep en voelde, dat zij uit het leven gegrepen waren. Dit alles speelde zich af ln een land en te midden van een volk, dat leder kende met een somberen achtergrond van dreigende onweerswolken en blik semflitsen. Hier verhief zich het noodlot en het leed van een enkele tot het noodlot van heel een volk en het leed van heel de menschheld. Hier riep het wild vertwijfeld verlangen der menschheld om de vrijheid en het geluk, die toch eens op aarde gewoond moeten hebben, zooals de oude sprookjes vertellen. Het stuk was van een aangrijpende schoonheid, van een poëzie, die uit dien sprookjestijd scheen te stam men, en daarbij was toch het geheel één heftig pro test, één vreeselijke aanklacht tegen geweld en onrecht en tegen alle heillooze machten, die op aarde kunnen heerschen. Torwald, die het geheele stuk droeg, overtrof zich- zelven. Met heel zijn meesterschap vertolkte hq de hoofdrol, die met hem scheen te groeien. Hij sleepte al de medespelenden mee, iedereen gaf het beste, wat in hem was. De vertolking bleef geheel op hetzelfde hooge peil van het drama. Reeds na het eerste half uur was het publiek mee gesleept en klonken van alle kanten de bijvalsbetui gingen. Aan het slot der tweede acte riep men reeds om den auteur, die zich echter niet vertoonde, en dit herhaalde zich steeds luider en dringender, totdat de regisseur naar voren trad en in naam van den „afwe zigen" auteur diens dank overbracht. Men was eeni~- zins teleurgesteld; men had hem willen zien en L was haast onbegrijpelijk, dat hij niet aanwezig was. Nu kwam het hoogtepunt van het drama en het was hiervan dat Brunold van Torwald gezegd had: hi; speelt niet, hij laat leven 1 En al de toehoorders leef den het mee, die vreeselijke mengeling van waarheid en fantasie, en allen voelden het, dat hier een auteur van Gods genade tot hen sprak. „Daar hebben wij eindelijk den langverwachten deur I En 't is juist dat examen, waardoor breedte en diepte van 't onderwijs in 't zevende leerjaar te oor gaat. Ge wilt b.v. uw leerlingen een goeden blik laten slaan in de Vaderlandsche Historie, de oorzaken van den loop der gebeurtenissen met hen trachten op te sporen; eenige beschavingsgeschiedenis aanbrengen, maar ge gunt er u den tijd niet toe. 't Is memoreeren en nog eens memoreeren den loop dier gebeurtenis sen zelve, dat den tijd in beslag neemt. En kan men er nu aan onze hoogere inrichtingen op gesteld zijn, dat men op de L. S. dien glimp van keunis aan jonge kinderen geeft, die terstond verdooft, dat men een vernisje aanbrengt, dat in minder dan geen tijd ver dwenen is? Werken de Heeren Leeraren op deze wijze het niet zelf in de hand, dat veel leerlingen in het eerste jaar reeds niet beantwoorden aan de ver wachtingen door het examen gewekt? Dat ligt niet aan den tijd van voorbereiding, niet aan den leerling, maar aan het examen dat zij voor de 13-jarige jeugd noodig achten. Volgens mijne inzichten moesten die inrichtingen de leerlingen onzer voorbereidingsscholen aannemen na gunstig advies van de school, die een beter oordeel vellen kan dan een Leeraar, die 't kind onder de meest ongunstige omstandigheden eenige oogenblik- ken aan den tand voelt. Wel komt nu 't bezwaar voor de L. S„ scheiding te moeten maken tusschen de leerlingen, die men wèl en hen, die men niet voldoende ln staat acht 't Middelb. of Voorb. H. O. te volgen. Blijven de ouders van deze laatste toch bij hun wensch, hunne kinderen op een dier inrichtingen ge plaatst te zien, dan zal men voor dit beperkte aantal meer tijd en gelegenheid vinden een rustiger en gron diger onderzoek in te stellen. „Laat uw kind geen inrichting voor Midd. of H. O. bezoeken als het blijkt, dat uw kind geen aanleg voor de studie heeft", dien raad geeft terecht de Heeh Hart aan de ouders. Maar kennen de ouders de kinderen in dezen voldoende? Biedt onze zevenjarige africht- methode geen te goede kansen aan heel middelmati- gen, om plaats te nemen op H. B. S. en Gymn. waar ze in de 1ste of 2de klasse reeds drenkelingen wor den, leerlingen, die nog met voldoende cijfers op de L. S. overgingen en den ouders de hoop konden ge ven, dat ze 't Middelb. Onderwijs wèl zouden kunnen volgen 't Laatste woord over ons onderwijs, ook het L. O., is gelukkig nog niet gesproken. Laten we vooreerst nog buiten beschouwing de ge volgen van de verkeerde opleiding op den zedelijken groei van het kind, dan nog weten we te goed, hoe veel er aan óns onderwijs ontbreekt. Bijna elk leervak kan met toewijding van den on derwijzer de ambitie van 't kind wekken, maar on9 onderwijs is nog te veel „africhten", onze schoolboe ken zijn nog steeds een uittreksel uit leerboeken; de praktijk van 't leven staat nog geheel naast ons onder wijs, of liever ons onderwijs staat nog naast de praktijk van 't leven. En moeten dan examens aan 13-jarigen afgenomen, die gebreken nog komen ver- grooten, en dat op verzoek van Leeraren, die begrij pen kunnen, wat een moeite de L. S. hebben moet, om een gezonden, fermen basis te leggen? Laten wij volwassenen ons eigenlijk schamen, dat we nog zoo weinig een kind weten te geven, wat des kinds is. J. K. ADVERTFNTIëN. VOORDAM. - ALKMAAR. BRUINE TEER, KOOLTEER, CAR- BOLINEUM. SW Vraagt prijs per frist. MACHINE OLIE, CYLINDER OLIE, WAGEN OLIE. dichter der toekomst!" zeide de hoofdredacteur van de groote „Revue", die in zulke gevallen het meest te zeg gen haa. „En dien heb je zoo lang voor ons achter gehouden, Eckard? Jij bent toch de eenige, die hem nader kent, jij hebt zijn stuk aangeboden, maar den man zelf houd je zorgvuldig voor ons verborgen! Eckard glimlachte droevig, toen er van een „dichter der toekomst" gesproken werd. „Voor het oogenblik hebben we hem alvast!" ant woordde hij. „Ik heb den heeren al verteld, dat lig een zonderling is, en menschenschuw." „Dat zal nu wel veranderen, na zoo'n succes I Nu moet hij uit zijn schuilhoek te voorschijn komen, en dat zal hij ook wel, als hij maar eerst de couranten heeft gelezen; de pers zal wel eenstemmig in haar oordeel zijn. Breng hem ln ieder geval onze grootste erkentelijkheid over." „Ik zal het niet vergeten. Maar neem mij niet kwa lijk, ik moet nog even met den directeur spreken." Hiermede verwijderde Eckard zich haastig. De cri ticus der „Rundschau" keek hem na en maakte de op merking: „Ik geloof, dat men ons voor den gek houdt, Alexis is wèl hier, maar wil zich eenvoudig niet vertoonen." „Onmogelijk!" riep een ander. „Met zulk een sue- ceg „Het viel mij op, dat dr. Eckard in de groote pauze plotseling verdwenen was en eerst op het laatste oogenblik terugkwam. Hij is niet op het tooneel ge weestmaar deze heele avond staat in het teeken van het zonderlinge." Het schelletje riep de heeren op hun plaatsen, ter wijl dr. Eckard een zijtrap opging, die naar een kleine donkere loge voerde, vlak naast het tooneel. Daar zat eenzaam een bleeke man, die moeite had, zijn aandoe ningen meester te blijven. Het succes van het drama was reeds lang beslist, maar wat zich daar op 't too neel afspeelde, riep weer al de vreeselijke, oude her- innnrineg bij hem wakker. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1914 | | pagina 10