M
mi
m
n
m
B
m
p
8
s
s
n
n
NIEUWE 6ADEAUX
Damrubriek.
9
H
m
W
H
m
Si
B
li
ft
H
11
11
ft
8
1
9
1
1
gg
1
B
9
SU
Si
M
S
LEO PALEARI Co.
Hf
Él
j§
ft
Hf
g§
ff§
ft
Pi
m,
JÉ
Algemeene zwakte.
ZIE CIRCULAIRE
OM DE ZEEP
en hebben er geheel geene wetten dien opzigte be
staan, dat men omtrent verscheidene dingen tegenkan
ting vreest te zullen ondervinden. Intusschen denkt
men dat deze ordonnantie niet dadelijk naar den letter
zal worden ingevoerd, doch dat men dezelve van lie
verlede zal trachten algemeen te maken.
Advertentie.
Den ondergetekende wonende in de Lange-
straat Wijk B„ No. 87, W a s t, Q 1 a n s t en Verft
alle soorten van Ooederen, rekommandeert zig
in een ieders gunst en recommandatie, beloovende een
prompte en civiele bediening.
Verders bied den ondergetekende zig ook aan de
gegoede Burgerij met hetKookenen Braaden
zoo wel binnen als buitens Huis, beloovende een goe
de en civiele bediening.
ANNA GEERTRUY KNUIZER.
Aan de Dammers 1
Met dank voor de ontvangen oplossingen van pro
bleem 2yi (auteur D. Klay).
Stand
Zwart: 7, 8, 10, 12, 13, 14, ló, 17, 19, 20, 23, 24, 26.
Wit: 21, 27, 31, 32, 33, 35, 36, 37, 40, 44, 47, 48, 50.
Oplossing
1. 35—30 1. 24 35
2. 44—39 2. 35 44
3. 33—28 3. 44 22
4. 27 9 4. 16 38!
5. 37—311 5. 26:281
6. 48—42 6. 14 3
7t. 42 4 (acht schijven).
Een aardig probleem 1
Goede oplossingen ontvingen wij van de heeren:
J. Amelsbeek, C. Bethlem Jr., R. W. F. Bosman,
G. Cloeck, D. Qerltng, J. Houtkooper, J. K., G. van
Nieuwkuijk, G. H. Swart, Alkmaar, S. Homan, Wijde
Wormer, H. E. Lantinga, Haarlem.
WEDSTRIJDEN.
Naar wij vernemen zullen er binnenkort heel wat
belangrijke wedstrijden op damgebied worden ge
speeld.
De heeren Vervloet en Musly te Rotterdam hebben
het plan opgevat in ons land een vierkamp te doen
spelen tusschen de heeren Weiss Molimard uit Fran
krijk en Hoogland en de Haas uit Nederland. Dat zou
een prachtwedstrijd zijn! Wij hopen, dat hij slagen
zal. In November zou de strijd plaats hebben
Herman Hoogland heeft een tweetal uitnoodigingen
ontvangen, n.l. om te komen Bpelen in Lyon in een
wedstrijd, aldaar te houden ter gelegenheid van de
koloniale tentoonstelling en om te komen spelen in
Canada! Ja, lezer, in Amerika. Er zal dan gespeeld
worden op ons gewone dambord en op 't Caaadeesche.
(144 ruiten elk 30 stukken). Hoogland krijgt ver
goeding van reis- en verblijfkosten en is nog niet vast
besloten. Ook De Haas was uitgenoodigd, doch deze
heeft bedankt. Wij hopen spoedig meer nieuws over
deze wedstrijden te kunnen mededeelen.
In Amsterdam zal onder leiding van J. de Haas een
groepen-wedstrijd gehouden worden in het Paleis
voor Volksvlijt, ter gelegenheid van de Internationale
Bakkerq -T entoonstelling.
Zooals men ziet is er dus nog heel wat In 't voor
uitzicht.
EEN HOOGST EIGENAARDIG GEVAL.
In de massakamp V. A. D.U. D. G. won R. A.
Hoogland, een jongere broer van den wereld-kampi
oen, op fraaie wijze een schijf.
Na den 9en zet van zwart was de volgende stand
ontstaan
IpI
m&t
„Dat ben ik altijd geweest, sinds dien tijd. Ik ben
bevriend met den uitgever der „Deutsche Petersburger
Zeitung". Maar genoeg deze Petrowski is na bij;
na tien jaar plotseling hier in Berlijn opgedoken als
een verloren man, die alles aanpakt om te binnen le
ven. Hij kan natuurlijk niet vermoeden, wie Alexis
is, en denkt, dat je al lang dood bent, maar wel kent
hij de rol, die ArnikofPs weduwe in de tegenwoordige
gezelschappen speelt. Of hij misschien haar heeft
pogen af te zetten en ls afgewezen, dat weet ik niet;
maar hij heeft onze „Rundschau" een artikel aangebo
den met de onthullingen van haar eerste en haar twee
de huwelijk. Pikant en op 'n gemeens lage manier.
Wellicht rekende hij hierbij op onze jeugdvriend
schap en dacht, dat mij deze wraak voor jou welkom
zou zijn."
„En wat heb je gedaan?"
„Natuurlijk het artikel teruggezonden en dien me
neer aan zijn verstand gebracht, dat de „Rundschau
niet de plaats is voor dergelijke laagheden. Maar er
zijn hier bladen, die zich voor ieder schandaaltje lee-
nen, als het maar sensatie wekt, en hij zal den weg
naar dergelijke schendblaadjes wel weten te vinden.
Richard's voorhoofd trok zich somber samen.
„Ik dank je, Fritz, je hadt gelijk, het was beter, da
ik het door jou te weten kwam. En is er geen tnidde
om Petrowski te beletten
„Neen, of men moest zijn stilzwijgen koopen, en
daar zijn w ij niet de aangewezen personen voor. Je
wordt gewroken door zijn onthullingen en jij ver
schijnt daarin als een offer, als een martelaar maar
het maakt haar vortaan onmogelijk, zoowel hier als
in Petersburg."
„Dan dienen wij er ons bij neer te leggen. Ik heb
gezwegen ter wille van Lisbeth, maar als er niets aan
te doen is laat hem dan maar begaan!"
Eckard trad op zijn vriend toe en lei zijn hand op
zijn schouder.
„Arme Richard! Dat is nog een aandoening te
meer bij al de andere. Hoe zal je dat dragen
Wit (H.) speelde 34—30! Een mooie zet! Zwart
liet volgen 20—25? en wit won een schijf door:
1. 28-22 1. 25 34
2. 40 20 2. 15 241?
3. 22-17!
Zwart moet nu schijf 21 verliezen, wil hij dat niet
en laat hij 21—26 volgen, dan wordt de ramp nog
grooter, zie maar:
L_ 3. 21-26?
4. 37—31 4. 26 28
5. 27—21 5. 16 27
6. 42—37 6. 12 21
7. 38—32 7. 27 38
8. 43 1. Heel mooi!
Maar nu komt juist 't eigenaardige.
In de laatste damrubriek in „de Telegraaf' maakt
de heer J. de Bruijn te Vollenhove (vroeger te Rotter
dam, de bekende speler van Constant), de zeer juiste
opmerking dat zwart toch geen schijf had behoeven te
verliezen. Dat zit hem in de tweede zet van zwart,
't Is n.l. langzamerhand bij de dammers een sleur ge
worden om uit theoretisch oogpunt 15 24 te slaan
naar 't midden en niet 14 25 naar den kant. Maar in
dit geval komt duidelijk aan den dag, dat 15 24 ook
fout kan wezen. Had zwart n.l. als tweeden zet 14 25
gespeeld, dan was er geen schijf verloren gegaan. Zie
maar: (nadat in den diagramstand 3430 en 2025
gespeeld is:
1. 28-22 1. 25:34
2. 40:20 2. 14:25!
3. 22—17 3. 21—26
Deze zet kan nu wel.
4. 37—31 4. 26 28
5. 27—21 5. 16:27
6. 42—37 6. 12 21
7. 38—32 7. 27 38
8. 43 1.
Maar nu speelt zwart 8—12, de dam wordt afgeno
men en de partijen staan gelijk.
Zoowel R. Hoogland als J. de Bruijn verdienen
een woord van hulde, de eerste voor zijn mooien slag-
zet, de laatste voor zijn Juiste opmerking.
De lezer verzuime niet 't voorgaande aandachtig
door te spelen.
Ter oplossing van deze week:
Probleem 292 van J. DIJKSTRA Jzn., den Haag.
Eerste publicatie.
sm
WÊ
Zwart: 1, 4, 5, 7, 8, 12, 16, 18, 19, 22, 23, 28, 42.
Wit: 15, 20, 21, 25, 29, 31, 32, 34, 36, 37, 39, 44, 48.
Al is de stand van dit probleem nu Juist niet fraai
te noemen, wij hebben het gaarne een plaatsje gege
ven wegens de zeer mooie ontleding.
Oplossingen vóór of op Donderdag 25 Juni bureau
van dit blad.
CORRESPONDENTIE. J. D. te d. H. Zooals gij
ziet, hebben wij uw probleem in den eersten stand
geplaatst. De ontleding is heel mooi.
VOOR DAMES.
Naast de paarlengameeringen, die op de winter- en
voorjaars toiletten waren aangebracht en welke men
dientengevolge ook nog op de zomerjaponnetjes zag,
brengt men nu oqk garneeringen van houten of stee-
nen kralen. Men ziet ze in alle kleuren, maar meest
in zwart en wit, ze hebben denzelfden langwerpig
ronden vorm als de paarlen. Daarbij zijn ze van ver
schillende grootte, van een halven tot anderhalven
centimeter doorsnede. Ze worden zeer origineel aan
gebracht. Zoo vindt men bij de z.g. overblouses van
zijdemousseline, die donker over lichte en licht over
donkere kleeren worden gedragen en gewoonlijk als
Russische blouses met schootje en een koord zonder
mouwen worden gedragen, enkele, van welke de
mousseline op regelmatige afstanden met kralengar-
neering bezet is. De kleuren zijn zoo, dat de kralen
de kleur hebben van het onderkleed. Ook worden
kralenkettingen in plaats van ceintuurs en kralen als
omranding van het décolleté gedragen.
Ook brengt men de kralengameeringen op hoedea
aan. Zoo ziet men b.v. een hoed van zwarte zijde-
„Misschien behoef ik het niet meer te dragen des
te beter!"
Het drama, dat dien avond in het Lesslngtheater
werd gegeven, had noch hooge verwachtingen, noch
belangstelling gewekt, daar de auteur zoo goed als
onbekend was. Wel was de naam Alexis eenige kee-
ren in de „Rundschau" voorgekomen door eenige
schetsen en novellen. Van den schrijver wist men al
leen, dat hij Duitsch-Russisch was en sinds eenigen
tijd in Berlijn woonde.
Het stuk droeg een zonderlingen naam„Der Blut-
baum," een titel, die Iets afschrikwekkends had! Eeni
gen herinnerden zich de Russische sage, die Alexis in
een zijner novellen had ingevlochten en waar deze
naam ook in voorkwam. Men sprak er van, dat de
theaterdirecteur geaarzeld had, het stuk aan te nemen,
daar hij moeilijkheden met de censuur vreesde. Tor-
wald echter had zich dadelijk voor het drama geïnte
resseerd; hij had er zelf een hoofdrol in. De 'andere
acteurs haalden hun schouders op en vonden het een
waagstuk, dit somber hartstochtelijk werk ten tooneele
te voeren. Het bleef een groote vraag of het in de
oogen van het publiek genade zou vinden.
Het Le8singtheater bood den gewonen première-
aanblik. De geheele staf der critici was aanwezig,
evenals bekende literaire persoonlijkheden; het pu-
mousseline met breede en doorzichtige rand, die als
een aureool om het hoofd schijnt te staan. In plaats
van gameering is een snoer witte kralen om den bui
tensten rand gelegd, een tweede omgeeft de bol.
Op linnen en batisten japonnen is de kralengarnee-
ring dikwijls vastgenaaid,
schen.
Deze wordt mecgewas-
bliek werd grootendeela gevormd door die kringen,
die met voorliefde premières bijwonen, en van welker
bijval of afkeuring net lot van het werk afhangt.
Het spel begon, maar de oude Russische sage, die
het stuk den titel gaf, werd slechts even in het begin
heel vluchtig aangeroerd, en diende slechts als sym
bool van den inhoud de tragiek eener gevangen,
verbannen ziel, die om bevrijding smeekt. Dit was
niet de romantiek van lang vervlogen tijden. De au
teur had zijn werk geplaatst midden in 't tegenwoor-
woordige leven, en nu ontwikkelde zich een handeling
vol pakkende kracht, die met een nergens falende ener
gie werd doorgevoerd tot aan het eind. En de men-
WAT TE ETEN?
Een Amsterdamsch medewerkster schrijft ons:
Een bekend arts heeft eens gezegdj dat één kookster,
die haar vak goed verstaat, meer kan uitrichten dan
honderd dokters en professoren. Hierbij doelde hij o;
de belangrijkheid van goed voedsel als voorbehoi
middel van tallooze ziekten. Onze grootouders had
den voor deze waarheid allerlei spreekwoorden, die
we hier niet zullen aanhalen, omdat ze alle min of
meer plat zijn en bovendien bekend genoeg. Zooals
iedere huisvrouw wel weet, zijn er tegenwoordig ta
bellen in den handel over de voedingswaarde der
meest voorkomende voedingsmiddelen. Of men steeds
met deze tabellen te rade gaat, bil de samenstelling
van het menu? Ik heb goede reden te beweren, dat
de gemiddelde huisvrouw, die te zorgen heeft voor
een maaltijd van vleesch, groenten en aardappelen
plus een toetje, slechts zelden,een blik op haar tabel
werpt. Zij weet een en ander 'uit het hoofd, meent ze.
Dat ze zich hierin wel eens vergist, en dat ze op een
snikheeten dag soms een „toe-schoteltje" kan maken
met een paar eieren er in, zonder er zich om te be
kommeren, dat de karbonades al te vet waren, en de
hoeveelheid groenten bij de tegenwoordige duurte
niet zeer groot ontgaat haar vaak ten eenen male.
Dat het den dischgenooten niet bijzonder mag sma
ken, verwondert haar zeer.
Rijst, in water gekookt, met bessensap of rhabarber
er bij, zou natuurlijk veel beter hebben gesmaakt, dan
het maizena-puddinkje.
In theorie weet iedereen, dat men 's winters veel
vet noodig heeft, doch dat de maag 's zomers bijna
geen vet kan verdragen. Bij groote hitte, wanneer er
bijna geen eetlust bestaat en het lichaam toch kracht
eischt, is er één uitkomst: fruit, fruit en nog eens fruit.
En in deze behoefte bij het middagmaal te voorzien,
is de taak van een goed kookster. Men kan heusch op
het vleesch de helft bezuinigen en het aldus gewonnen
geld besteden aan een groote hoeveelheid groente. Be
reid men een soepje vooraf, laat het dan een tomaten-,
linzen- of groentesoep zijn; vooral geen wintersche
erwtensoep! Als toespijs ete men rijkelijk kersen;
bessen kan men in alle soorten ook naar smaak eten;
met ardbeien moet men voorzichtig zijn; deze staan
ook spoediger tegen. Er zijn menschen, die bij groo
te hitte geen andere uitkomst kennen, dan water! En
toch moet men bijna nergens voorzichtiger zijn dan
met water. Een oogenblik neemt het de dorst weg,
doch het is zonder eenig voedingswaarde, omdat men
door alle overige voedsel reeds lang de noodige do
sis water tot zich genomen heeft. Water neemt daar
bij echter slechts voor korten tijd den dorst weg. Een
kwast, met een goede hoeveelheid citroensap en sui
ker naar smaak, doet veel beter zijn plicht. Ook bes
sensap en fosco op spuitwater verdienen veel aanbeve
ling.
De koekbakker houdt ook altijd rekening met winter
en zomer. Een mokkataartje zal hij in den zomer niet
bij voorkeur bakken en in den winter weet hij dat
zijn confiture-gebakjes minder aftrek hebben.
Ingezonden stukken.
EXAMENS.
„Oppervlakkigheid en geestelijke overlading zullen:
toenemen onder de leus van algemeene ontwikkeling
zoo luidt de waarschuwing van de Heeren Professo
ren Niermeijer e. a. tegen de wetsontwerpen op M. O.
en Voorber. H. O.
Oppervlakkigheid en geestelijke overlading kenmer
ken dus nu reeds ons Middelb. en Voorbereidend H.
O. 't Ligt niet aan mij te beoordeelen in hoeverre dit
waar is, maar wel weet ik, dat reeds de toelating tot
M. en V. H. O. deze oppervlakkigheid in de hand
werkt. De Gemeente Alkmaar geeft gelegenheid tot
een zevenjarige opleiding voor IT. B. S. en Gymn.,
zoodat een breede en flinke opzet mogelijk is, 't kind
zich rustig kan ontplooien en niet te vroeg behoeft
plaats te nemen op de banken, waar door 't groot
aantal leerkrachten minder op de individualiteit van
het kind kan gelet worden.
Dat wordt door veel ouders als een voorrecht be-
schowd en dat ia voorzeker een voorrecht.
Men heeft den tijd, de verschillende leervakken meer
grondig te onderwijzen, de klip van oppervlakkigheid
zoo veel mogelijk om te zeilen, en, wat 't voornaam
ste is van 't Lager Onderwijs, bij 't kind liefde te
kweeken voor de leervakken, die hem later meer we
tenschappelijk zullen onderwezen worden, 't Ligt dus
voor de hand te denken dat de inrichtingen van M. O.
en V. H. O. hier ter stede, die de leerlingen betrek
ken van bepaalde opleidingsscholen, zeker gediend
zullen zijn met zulk eene zevenjarige opleiding en de
leerlingen op gunstig advies van onderwijzers en on
derwijzeressen zullen aannemen. Maar neen! Een
examen, afgenomen aan 12-, 13-jarigen, staat voor de
De toestand van algemeene zwakte is er een die het
allermeest voorkomt. Dat is geen bloedarmoede, maar
het lijkt er veel op; in alle geval, indien men er niet
op Iet, loopt het er op uit. De algemeene zwakte wordt
veroorzaakt door algemeene vertraging van alle func
ties, die tot oorsprong heeft een slechte voeding der or»
janen door het bloed. Daaruit volgt dus, dat men de
ïoedanigheid van het bloed moet verbeteren, het ver
rijken en zuiveren. De Pink Pillen verrijken en zui
veren het bloed. Iedere gift der Pink Pillen heeft dat
gevolg, zoodat gij met iedere pil een verbetering on
dervindt. De Pink Pillen zijn onovertroffen tegen
de bloedarmoede, de bleekzucht, de neurasthenie, de
algemeene zwakte, de maagpijnen, schele hoofdpijnen
en rheumatiek.
De Pink Pillen zijn vmWJgbaar h per doos
en 9 per zes doozen bij het Moofdaepot der Pink
'illm, Dfloofltekade 15, Amsterdam. Te Alkmaar tag
Miratap en Stothoubop, Langestraat 86.
schen, die daar leefden, leden en streden, waren met
onverbiddelijke, strenge waarheid geteekend; men be
greep en voelde, dat zij uit het leven gegrepen waren.
Dit alles speelde zich af ln een land en te midden
van een volk, dat leder kende met een somberen
achtergrond van dreigende onweerswolken en blik
semflitsen. Hier verhief zich het noodlot en het leed
van een enkele tot het noodlot van heel een volk en
het leed van heel de menschheld. Hier riep het wild
vertwijfeld verlangen der menschheld om de vrijheid
en het geluk, die toch eens op aarde gewoond moeten
hebben, zooals de oude sprookjes vertellen.
Het stuk was van een aangrijpende schoonheid, van
een poëzie, die uit dien sprookjestijd scheen te stam
men, en daarbij was toch het geheel één heftig pro
test, één vreeselijke aanklacht tegen geweld en onrecht
en tegen alle heillooze machten, die op aarde kunnen
heerschen.
Torwald, die het geheele stuk droeg, overtrof zich-
zelven. Met heel zijn meesterschap vertolkte hq de
hoofdrol, die met hem scheen te groeien. Hij sleepte
al de medespelenden mee, iedereen gaf het beste, wat
in hem was. De vertolking bleef geheel op hetzelfde
hooge peil van het drama.
Reeds na het eerste half uur was het publiek mee
gesleept en klonken van alle kanten de bijvalsbetui
gingen. Aan het slot der tweede acte riep men reeds
om den auteur, die zich echter niet vertoonde, en dit
herhaalde zich steeds luider en dringender, totdat de
regisseur naar voren trad en in naam van den „afwe
zigen" auteur diens dank overbracht. Men was eeni~-
zins teleurgesteld; men had hem willen zien en L
was haast onbegrijpelijk, dat hij niet aanwezig was.
Nu kwam het hoogtepunt van het drama en het was
hiervan dat Brunold van Torwald gezegd had: hi;
speelt niet, hij laat leven 1 En al de toehoorders leef
den het mee, die vreeselijke mengeling van waarheid
en fantasie, en allen voelden het, dat hier een auteur
van Gods genade tot hen sprak.
„Daar hebben wij eindelijk den langverwachten
deur I En 't is juist dat examen, waardoor breedte
en diepte van 't onderwijs in 't zevende leerjaar te
oor gaat.
Ge wilt b.v. uw leerlingen een goeden blik laten
slaan in de Vaderlandsche Historie, de oorzaken van
den loop der gebeurtenissen met hen trachten op te
sporen; eenige beschavingsgeschiedenis aanbrengen,
maar ge gunt er u den tijd niet toe. 't Is memoreeren
en nog eens memoreeren den loop dier gebeurtenis
sen zelve, dat den tijd in beslag neemt. En kan men
er nu aan onze hoogere inrichtingen op gesteld zijn,
dat men op de L. S. dien glimp van keunis aan jonge
kinderen geeft, die terstond verdooft, dat men een
vernisje aanbrengt, dat in minder dan geen tijd ver
dwenen is? Werken de Heeren Leeraren op deze
wijze het niet zelf in de hand, dat veel leerlingen in
het eerste jaar reeds niet beantwoorden aan de ver
wachtingen door het examen gewekt?
Dat ligt niet aan den tijd van voorbereiding, niet
aan den leerling, maar aan het examen dat zij voor de
13-jarige jeugd noodig achten.
Volgens mijne inzichten moesten die inrichtingen
de leerlingen onzer voorbereidingsscholen aannemen
na gunstig advies van de school, die een beter oordeel
vellen kan dan een Leeraar, die 't kind onder de
meest ongunstige omstandigheden eenige oogenblik-
ken aan den tand voelt.
Wel komt nu 't bezwaar voor de L. S„ scheiding te
moeten maken tusschen de leerlingen, die men wèl en
hen, die men niet voldoende ln staat acht 't Middelb.
of Voorb. H. O. te volgen.
Blijven de ouders van deze laatste toch bij hun
wensch, hunne kinderen op een dier inrichtingen ge
plaatst te zien, dan zal men voor dit beperkte aantal
meer tijd en gelegenheid vinden een rustiger en gron
diger onderzoek in te stellen.
„Laat uw kind geen inrichting voor Midd. of H. O.
bezoeken als het blijkt, dat uw kind geen aanleg voor
de studie heeft", dien raad geeft terecht de Heeh Hart
aan de ouders. Maar kennen de ouders de kinderen
in dezen voldoende? Biedt onze zevenjarige africht-
methode geen te goede kansen aan heel middelmati-
gen, om plaats te nemen op H. B. S. en Gymn. waar
ze in de 1ste of 2de klasse reeds drenkelingen wor
den, leerlingen, die nog met voldoende cijfers op de
L. S. overgingen en den ouders de hoop konden ge
ven, dat ze 't Middelb. Onderwijs wèl zouden kunnen
volgen
't Laatste woord over ons onderwijs, ook het L. O.,
is gelukkig nog niet gesproken.
Laten we vooreerst nog buiten beschouwing de ge
volgen van de verkeerde opleiding op den zedelijken
groei van het kind, dan nog weten we te goed, hoe
veel er aan óns onderwijs ontbreekt.
Bijna elk leervak kan met toewijding van den on
derwijzer de ambitie van 't kind wekken, maar on9
onderwijs is nog te veel „africhten", onze schoolboe
ken zijn nog steeds een uittreksel uit leerboeken; de
praktijk van 't leven staat nog geheel naast ons onder
wijs, of liever ons onderwijs staat nog naast de
praktijk van 't leven. En moeten dan examens aan
13-jarigen afgenomen, die gebreken nog komen ver-
grooten, en dat op verzoek van Leeraren, die begrij
pen kunnen, wat een moeite de L. S. hebben moet, om
een gezonden, fermen basis te leggen?
Laten wij volwassenen ons eigenlijk schamen, dat
we nog zoo weinig een kind weten te geven, wat des
kinds is. J. K.
ADVERTFNTIëN.
VOORDAM. - ALKMAAR.
BRUINE TEER, KOOLTEER, CAR-
BOLINEUM.
SW Vraagt prijs per frist.
MACHINE OLIE, CYLINDER OLIE,
WAGEN OLIE.
dichter der toekomst!" zeide de hoofdredacteur van de
groote „Revue", die in zulke gevallen het meest te zeg
gen haa. „En dien heb je zoo lang voor ons achter
gehouden, Eckard? Jij bent toch de eenige, die hem
nader kent, jij hebt zijn stuk aangeboden, maar den
man zelf houd je zorgvuldig voor ons verborgen!
Eckard glimlachte droevig, toen er van een „dichter
der toekomst" gesproken werd.
„Voor het oogenblik hebben we hem alvast!" ant
woordde hij. „Ik heb den heeren al verteld, dat lig
een zonderling is, en menschenschuw."
„Dat zal nu wel veranderen, na zoo'n succes I Nu
moet hij uit zijn schuilhoek te voorschijn komen, en
dat zal hij ook wel, als hij maar eerst de couranten
heeft gelezen; de pers zal wel eenstemmig in haar
oordeel zijn. Breng hem ln ieder geval onze grootste
erkentelijkheid over."
„Ik zal het niet vergeten. Maar neem mij niet kwa
lijk, ik moet nog even met den directeur spreken."
Hiermede verwijderde Eckard zich haastig. De cri
ticus der „Rundschau" keek hem na en maakte de op
merking: „Ik geloof, dat men ons voor den gek
houdt, Alexis is wèl hier, maar wil zich eenvoudig
niet vertoonen."
„Onmogelijk!" riep een ander. „Met zulk een sue-
ceg
„Het viel mij op, dat dr. Eckard in de groote pauze
plotseling verdwenen was en eerst op het laatste
oogenblik terugkwam. Hij is niet op het tooneel ge
weestmaar deze heele avond staat in het teeken
van het zonderlinge."
Het schelletje riep de heeren op hun plaatsen, ter
wijl dr. Eckard een zijtrap opging, die naar een kleine
donkere loge voerde, vlak naast het tooneel. Daar zat
eenzaam een bleeke man, die moeite had, zijn aandoe
ningen meester te blijven. Het succes van het drama
was reeds lang beslist, maar wat zich daar op 't too
neel afspeelde, riep weer al de vreeselijke, oude her-
innnrineg bij hem wakker.
Wordt vervolgd.