DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. No. 150. Hondënl m zestiende Jaargan sr. 1914. ZATERDAG 27 JUNI. Verkiezing Kamer van Koop handel en Fabrieken. Op A/eg naar 't Pestgebied. FEUILLETON. De Fransch© Hoeve» Uit de oude Doos. mwmt BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen, ter voldoening aan artikel 10, alinea 4 van het Algemeen Reglement voor de Ka mers van Koophandel en Fabrieken, ter kennis van belanghebbenden, dat de verkiezing van een lid der Kamer van Koophandel en Fabrieken in deze ge meente, ter vervulling der vacature ontstaan door het overlijden van den heer S. DE LANGE PBz., is bepaald op DONDERDAG 30 JULI a.s., des na middags van 1 y, tot 3 34 uur, in een der lokalen van het Stadhuis. Burgemeester en Wethouders voornoemd, JAN DE WIT Dz.. Voorzitter, lo.-B. DONATH, Secretaris. Alkm .r, 23 Juni 1014. mmmmmmsmmssm plaatsten wij ons netjes no. II achter 't kleinen wagen tje dat behalve onze nationale driekleur den kapitein der Grotiee meevoerde, evenals den gids. Waarom dit nu juist niet zoo erg solide uitziende vehikel voor op moest rijden, zou al gauw blijken toen de hel lingen hl maar steiler werden en de heele stoet dan telkens prachtig gelegenheid had zich te verzamelen Ikaar te blijven. Beslist een navolgenswaarde dit alles in werkelijk onovertroffen in rijke schoon heid... Maar: Montserrat is dan ook niet Portu- gecschhet is eene Engelsche bezitting, van eene fa milie Uook. jMicht der Reise-Cook, dieser hier ïst noch viel reicher", haastte zich telkens onze gids te vertellen, om toch maar goed te doen gevoelen, hoe rijk deze meneer Cook toch wel wasl uit we moesten trachten een rijdier uit te pikken. Met veel moeite veroverde ik een paard, dat mij, vooral om 't feit dat z'n eigenaar een voet boven z'n rasgenooten uitstak, voor mijn onderdanen van de meest geschikte afmetingen leek en op dezen fieren rossinant gezeten heb ik met een groot gezelschap op de meest fantastische rijdieren gezeten of g 'gen of geplakt, den tocht meegemaakt naar de gevan- en bij elkaar te blijven. Beslist een navoigenswaarae i me"cei ^pn "héééteiiTkHmaat' is 't daar hierover waren I gems' een 'allervuilst gebouw, waar de heeren gasten hangenden chauffeur, dat hij al gauw werd wtvereo- om uit te rusten 1 ^hWTderiris'dTbleek té zijn: de lampjes waren ech- ren door den gids, om in de gauwigheid nog even de I plotseling de aardas eens I creheel met sorinraff bedekt 1 langs een sultanspa- stad in te rijden naar de garage, we hebben toen in richting ging wentelen en ons kikkerlandje eens me eL^de^kt EMfoo^ela^ m sS^bSwéer- egende vaart, straat-op, straft-af, langs trams met een dergelijk klimaat werd gezegend - wie weet, ol leis, de markt met z ngpocneiaars a lilezels en trams zonder muilezels, nog heel wat 0ok de nijvere Hollanders maar niet t bijltje ii. Aan boord van het s.s. „Grotius," den 25 Mei 1914. LISSABON, TANGER. Morgens vroeg voeren we den Taag op; wei had den we groote plannen gemaakt, van 't dek af dit schouwspel te genieten maar zelfa aan boord is 5 uur i morgens nog wel wat ei vroeg, vooral als 'i avo ,-lpraatje i pari; e wat Lager heeft geduurd dan ie oorsp 'onkelij (en zeer solide) plannen wa ren. x>dat ik dan ook ais in een kaleidoseoop de verse, snde panorama's m'n patrijspoort zag voor- bijglij iwat op zich zelf ook weer eai bijzonder en lan niet te versmaden genot ia! Op er: rivier hingen nog de ochtendnevels, zoodat de bergen aan de oevers van den wijden riviermond iets v» '.ig-blauwig-grijs, bijna vervloeiden in de zacht lauwe tinten van den morgeahemel. Maar ai spoedig trokken de nevels op, hoe langer hoe wijder reikte de blik, en toen we voor Lissabon ankerden, lag de hoofdstad van Portugal daar blank en vlekkeloos, tegen de bergen opgebouwd, met. z'n marmeren pa leizen, z'n trotsche kathedralen en musea.... Lissabon is mooi van buiten! Wat valt de nade re kennismaking enorm tegenI 's Morgens v uur verlieten we de Groihia; op de ri vier lagen vrij wat schepen, en daar werd ook wei ge werkt; we passeerden eenige l'ortugeesche oorlogs schepen - die er nu juist niet zoo vervaarlijk uitza gen; 'en wel eigenaardigen indruk maakte het op ons, dat d» zwaarste kanonnen op de stad gericht wa renOok zagen we nogal veel matrozen met 't ge laden geweer nonchalant over den schouder, op die scheepjes de wacht houden; ze schijnen oiakander daar aanboord óók al niet te best te vertrouwen lMe dunkt dat er nég wel prettiger baantjes zijn te be denken, dan Portugeesch regeeringspersoon of offi cier: een prachtig systeem van onderlinge controle en dwarskiikerij is de wel wat wrakke hoeksteen, waar op t Port.igeesche regeeringspaleis steunt.. Aan dei, wal stond een groot aantal auto's voor onze excursie klaar; en al gauw snorden we in een achttal tee wagens, de Hollandsche vlag voorop, door .i'.ton's hobbelige straten, 't Had er 's nachts hard g -egend, zoodat alles nog nat en vuil was maai met razende vaart jakkerden onze chauffeurs door al 't gevoel heen zoodat de modder niet om onze ooren (uaarvoor was gezorgd door werkelijk afdoende sp» schermen), maar des te meer om die der wandeLo..en nietsdoeners in de straten spatterde. En al dadelijk konden we aan 't woedend opstuiven van enkei i dter bev oorrechte leden van 't Portugeesch baliel:lui»ersüom bemerken dat we de lauwe Wester- stranden van ons Noordelijk Holland hadden verla ten, en dat een Zuidelijker temperament de gemoe- r!. ren al heel gauw uit het evenwicht bracht! ft/ij troffen het met onzen chauffeur; we! verstond hij geen woord Fratisch, Engels eb of Duitsch ma ir rijden deed hij des te beter, en nadat hij eerst woedend bijna een der andere wagens had omver ge uite. 'i waagde vóór hem te willen vertrekken!), vliegende muilezels van Lissabon gezien; t geheel maakte een verwaar loosden, vuilen indruk; op de straat een enormen romme' zonder eenige orde; met veel luierende don- ker-geti.de boosdoeners gezichten van menschen die druk gesticuleeren als ze de politiek behandelen, maar anders liefst 't dolce far niente cultiveeren. Ik heb maar één soort menschen gezien, die wél werkten en haast schenen te hebben en dat waren de vischverkoopers, die later ook buiten de stad tel kens zagen: altijd op een sukkeldrafje, hun mand met visch balanceerena op de kruin. Deze visschers- bevolking zal nog wel niet zóó lui en verdorven zijn ate de stedeling: voor hoe lang nog? \Vant inderdaad indien ik ooit een indruk van verval en verwording en ontaarde luiheid heb gekre- 'vii dan is 't wel geweest bij dit vluchtig bezoek aan •ortuga 't eenige goede wat er zagen, was t brutale rijden onzer chauffeurs; ook de wagens wa- reü goed: maar de rest alles beneden A.P. Al spoedig haalden we, even buiten de stad, de an- er bij neerlegden 1 Up den terugweg hadden we nog een angstig mo ment, toen we ineens bemerkten, dat we nog maar met z u drieén van auto's waren, en de rest ook na be klimming van een heuvel, in velden noch wegen was to zien. 1 oen er na een kwartiertje wachten nog niets op daagde, zijn we teruggereden en vonden den gehee- leu stoet een heel eind terug, net weer gereed te ver trekken; de dames waren nog wel wat ontdaan en daar was ook reden voorl Door 't springen van een band en 't plotseling stoppen in volle vaart van een der wagv was de volgende niet meer in staat vol doende te r amen, zoodat hij es swt em flink vaartje boven op Et e dams werd rdc>> uit den wa gen gesiinv d: wonder boven wonder wam zij er wéi met kl rscheuren, maar zonder verwondingen af. Ook dt wagens waren beschadigd, maar nadat onder de noodige verwijten en Portugeesche vloeken alles weer zooveel mogelijk was hersteld, zetten wij ders, enz. Zelfs voerde onze gids ons heeren der schepping (de dames zouden toen den Harem bezien, maar later bleek, dat de bewoonsters daarvan net op een uitstapje naar de bergen waren!) naar wat hij noemde „den Bruchtang en wat heel erg naar was en niet erg Oosterss.c; mij dunkt, dat kun je in de Pijp nu/ fraaier zien. En sche bma&te en bezakte ézels, m overal daar tusschen die schilderachtige bruine kercia, met vaak fraaie ge laatstrekken, den fez fier op 't hoofd ook velen met duivelsch-listige en onbetrouwbare oogen, die den vreemdeling nu juist niet altijd vriendelijk aan blikten En overal dezelfde benauwde geur, een mengsel van menschen- en dierenluchtjes, aangevuld met den stank van lialf-vergane vruchten en groenten, die overal, in de meest vieze slopjes, te koop zijn; de zon moet wèl een enorme hygiënische kracht hebben want ondanks die allertreurigste toestanden (treu- dere auto's weer in; met z°E I én T zélfde fiteke'gangSjé''onzen' tocht vóórt, nu langs I rig'althans van uit ons Europeesch standpunt be- z'n gebruind facie wees on^dMe Portugm o^zn >s namiddags weer aan zien) is T g d) beerschen er beirekkelijk horloge: dat had-ie hem nu eens netjes in etu nw<u ««.inicr riekten rfe felle, niet o-etemnerde zon doodt er horloge. tiertje gelapt! Dat hij daarbij een paar malen op het nippertje een medemensch had overreden, inte resseerde sinjeur minder; er zijn wel wetten en verordeningen op snelheid maar daar stoort niemand zich aaneen goed Portugees wijkt ook liefst om wer- Cintra ook meer begroeide hellingen zagen <m weg naar 't oude Koningspaleis volgden, was t kei ijk het ideale nabij. Maar zelfs hier was de weg vol gaten en plassen, zo'Jat onze wagen slang zich van de eene zijde naar de andere kronkelde, nu eens, een beetje op den eeuen boord. Dat terugkomen aan boord is altijd prettig het is werkelijk je t h u i s dat je daar weer vindt; en als dan, na eene havenplaats ook 't vreemde gespuis, dat met allerlei koopwaren of wegens 't kolenladen, de dekken onveilig maakt, het schip heeft verlaten, dan voelt zich weer geheel „onder ons", en kan weer gerust z'n hut open laten en zich overgeven aan 't kalme le ven der zee. En als men zich dan, na 't verfrisschend weinig ziektende felle, niet getemperde zon doodt er cillc ziektekiemen. Behalve 't Moorsche Tanger is er ook nog een meer Europeesch internationaal deel: vooral de diploma tie is er goed vertegenwoordigd, ook de Hollandsche. Toen we na al 't merkwaardige in en om de stad te hebben bewonderd, weer naar boord terug waren ge keerd, werden we verrast door de aanwezigheid van een paar lieve Hollandsch-sprekende jonge dames; deze bleken logées te zijn van een onzer gezantschaps- bezagen - dat ona allen afviel; al weer een mengelmoes; je moet, om er te komen, langs allerlei afval, puin etc., klauteren; dan mag je voor idem-zooveel de schatten der oude Mooren (die dit paleis bouwden) bewon deren en er is werkelijk nog veel fraais voor een kunstliefhebber te zien. De Moorsche wand-versie- ufl.| nitefrpM in 7yn Hekstoel en de Indrukken aan I deze oieKen logees te zijn van etn onzer gezduiüv-uapa- fend o tedaan nou eens weer Lïmtet d^ komt attaché's: het moet wei eigenaardig zijn, eens te Tan- len, geen arbeid die hem drijft, geen hotels die hem in de [Qjandsche stad of er buiten de muren komt... Zal Tanger sjioedig een der weinige plaatsen in dit ondennaansche zijn, waar de zwakke vrouw nog wel de bescherming van 't sterkere geslacht zal willen zoeken waar de man nog z'n edelen aanleg (hm, hm!) zal kunnen volgen en galant ridder het leven zijner gezellin zal weten te beschermen...'? Met ideaal-mooi weer en eene kalme zee verlieten we Lissabon, stoomden op korten afstand van de Por tugeesche kust naar 't Zuiden en toen wij den volgen dén morgen Tanger naderden, merkten wij a! gauw dat we nu vrij wat Zuidelijker waren gekomen, het werd waj-tn; een behaaglijke waimte tot nu toe ringen (alles ingelegd) zijn prachtig; het Moorsch hebben we deze nog steeds als een prettig, weldadig aardewerk is schatten waard; uit latere eeuwen zijn er prachtige Gobelins, en vrij wat schilderijenmaar alles is zóó rommelig en onoordeelkundig geplaatst en 't geheele paleis is zoo'n raar mengelmoes van mooi-oude en afstootend-moderue bouwsels, dat men alleen en détail kan bewonderen. Het is onbegrijpe lijk, dat dit huis het buitenverblijf van een koning was; hoe koud hoe „ongezellig" zou een Hollan der zeggen. Maar daarna (en na den vrij matigen lunch, waar van alleen de vruchten me konden bekoren trou wens, om eerlijk te zijn moet ik hier bijvoegen, dat de iets beschouwd; de Roode Zee zal ons wel gauw an ders leeren! Ook Tanger ligt mooi, in een ruime baai, tegen de hellingen der bergen aan; toch is 't panorama hier niet ozo mooi als te Lissabon misschien komt het doordat het wit der gebouwen hier iets te fel en scherp afsteekt, in de zon die hier reeds met tropische hitte blakeren kan. Tanger is Oostersch is Moorsch; al dadelijk ko men die bruine kerels met allerlei Oostersche koop waar aan boord, waar ze eerst tegen exorbitant hoo- heel eeuwenoud» tuinen, een.heeien berg en ^gdega Roman aaar het Duitsch, van LOUISE WESTKIRCH. dal omvattend, vol van de prachtigste bloemen, varens en allerlei sub-tropische planten, waar de lucht zwoel en vochtig is, en geen wind is te voelen waar t - ene uitzicht, tusschen de met bloemen beladen hoo rnen en struiken door, op cea meertje diep onder uwe voeten, het andere yog overtreft in weelderige pracht Hij was zijn evenbeeld in gestalte en houding, had dezelfde vierkante kin en hetzelfde vierkante voor hoofd. Maar iu zijn oogen was een zwakke weer- g,- s van het licht, dat in zijn moeders oogen gloeide, ofschoon het verborgen in de diepte smeulde. Toen hij ze nu op zijn vader vestigde, waren zij koel en scherp ate die van den boer. Hiunerk ging over de deel naar de kleine kamer, waar hij uit het kabinet schrijfgereedschap en 'n boek nam. „Latea we den nu afrekeuen." Enno haalde- uit zijn zak een lederen tasdsje te voorschijn en maakte, daarvan zorgvuldig 't geknoop te koord los. Toen telde hij het geld op de tafel voor dei boer. Er lag eerbied iu de wijze waarop hij de geldstukken aanvatte volgens hun waarde, de vijftig meteen voorzichtig met de toppen der vingers, de blanke vijfmarkstukken met een liefkozend streelen en zelfs de gewone nikkelen munten legde hij stuk voor stuk neer'als dingen van gewicht. De harde, aan de gewrichten wat uitgezette vin gers van den ouderen man streken als ijzeren staven, door een sterken magneet aangetrokken, op de mun ten neer, kleefden er aan vast. Het geld verdween in de palmen der hand. Het kwam niet weer te voor- 8chiin- ,,'t Is goed. Ga nu maar neen en haal de kast van vrouw Bortfeld." Jii /ader Toen zijn zoon het vertrek had verlaten sloot Briak- meier de deur met den sleutel ai. En nu pas begou hij kalm en bedachtzaam ér munten te schiften en met anderen in verschillende vakjes ie rangschikken. Hij ram daartoe den tijd, rekende, telde op, telde nog eens op em liet' beb.agelijk de geldstukken door Zijn vingers glijden. Geld is ecu goed ding, sluit al het andere in "zich. Een verstandig man zorgt er voor, dat hij geen gebrek aan geld heeft. Hij was verstan dig geweest, alle Britikmeiera waren dab Het zat in 't bloed Plotseling sloeg hei hoofd der kolome den deitsel van de kisl met de papieren met kracht toe, stopte haastig de kous met de zilverstukken in een hoek van het kabinet Wat was dat geweest Keek een spook door 't raam naar hem? --Neen, waar hij stond, kon door het kleine venster mensch nod) spook hem zien. Er zijn ook geen spoketi. Het is echter onaangenaam, da! men in 'f leven dikwijls de goede dingen zoo duur moet koopen, dat men he: levenslang niet te boven komt Maar dat moet gedragen worden. De Spreek- holmens hadden hem tot hun burgemeester verkozen Dat was als '-en vrijsprekend Godsoordeel. En ook dal was waarheid: 'hij had de onderscheiding ver diend, want hij had altijd met veel beleid voor de ko lonie geijverd, hetzij het een verbetering gold van ne. kanaal af een belasting aan het provinciaal bestuur. Hij had ook goed gedaan, had Wilm Baxmann, toen zijn huis afbrandde, geld gegeven voor den bouw van een nieuwe woninghad Toni Graveloh, een arme inwoner van Spreckholm, zelfs in z'n eigen huisje in het veen onder dak gebracht. Ja, hij verdiende zijn ambt en wilde het trouw vervullen. Wat geweest was was geweest. Zijn hoofd, dat in pijnlijke overpeinzingen op zijn borst was gezonken, richtte zich fier op. In dit oogenblik drukte Alheid op de klink van de Kun je niet eens komen, vader?' "Wat is er dan?" „Och, alleen maar. omdat je nu toch burgemeester bent De oude Pieisr Clussmann staat op de deel en heeft je iets te vragen." echten Marokkaan, naar den steiger: en dan krijgt men daar direct een inderdaad zeer interressant kijkje op 't Oostersche levenNog nooit héb ik zóó'n bende (dit is 't eenige juiste woord) gezien als de onontwar bare kluwen ezel-, paarde- en menscheuüjven, waar- Brinkmder sloot het kabinet „Clussmann Cluss- j maan? die op Cluver Puvoge! zijn hoeve woonde? Ieder, die ook maar eenigszins bekend is met onder wijstoestanden ten platten lande van voor honderd, twee-, driehonderd jaar geleden, weet wel, dat deze alles te wenschen lieten. De schoollokalen onge schikt, de leermiddelen hoogst gebrekkig en de onder wijzers even slecht betaald als ze onderlegd waren. De meester was wel gedwongen naar allerlei bijver diensten uit te zien en deze vond hij voor een deel in verschillende kerkelijke betrekkingen als: koster, voorzanger, klokluider, doodgraver enz. Bij de benoeming van een schoolmeester waren dus b.v. in de gouden eeuw niet alleen gemeentelijke maar wel degelijk ook kerkelijke belangen betrokken en als men nu bedenkt welk een overheerschende positie de kerk in die dagen innam, behoeft het geen verwonde ring te wekken, dat b ijelke benoeming de kerkeraad een woordje mee sprak en bij verschil van meening met de vroedschap dikwijls zijn zin wist door te drij ven. Toch gebeurde het soms, dat de vroedschap zijn eigen gang ging, zich niet storende aan de rechten van den kerkeraad in dezen. Dit geschiedde o. a. ook te Oosterleek in den jare Die al zijn geld verzopen en verbrast, land en huis verwaarloost! heeft, en toen naar de stad' is vertrokken i in Spreckholm geboren 'k heb familie, vier en daar op zi;o ouden dag nog is gaan vrijen?" dige deerns weet je en mijn vrouw is „Ja, ja, vader. Oude Pieter Clussmann. Enno is al met hem bezig. Maar die begrijpt er niets van. Kom jij nou. Hij zegt, dat hij in Spreckholm geboren is en een ongelukkig mart." Brinkmeier verliet de kamer en liep met zwaren tred door de keuken. Zijn meedocgenlooze oogen tuurden scherp in het donker over de deel, waarin de groote ruimte tusschen de plaatsen voor de paarden rechts en de koeien links een gebogen grijsaard wachtte. Sneeuwit haar viel in lange lokken öm de ingevallen slapen en holle wangen. Dof blauwe, waterige dron- kemansoogen keken stompzinnig uit de diepe kassen en de hand, die een verschoten muts krampachtig om klemde, ging voortdurend bevend heen en weer. Te genover deze erbarmelijke figuur stond Enno als het leven in al zijn kracht, kaarsrecht, gezond en hard vochtig. Zoodra Pieter Clussmann den nieuwen burgemees ter zag. boog hij haastig zijn krommen rug twee-, driemaal. „Hinnerk Brinkmeier! Hinnerk Brinkmeier! Ik heb de eer je geluk te wenschen als burgemeester. Dat hebben de Spreckholmers goed gedaan. En ik ben er ook mee ingenomen. Wij zijn toch samen jong ge weest. Jij kent me, weet beter dan een ander dat ik dat ik Ik weet Pieter Clussmann", zei Brinkmeier barsch, „dat jij altijd een liederlijk sujet bent geweest, al voor dat je den langen broek aan had en dat je sinds dien tijd niet veranderd bent." Zeg dat niet, Brinkmeier", zei de ander klagend. „Dat moet je niet zeggen. Niet ieder heeft zulke ster ke schouders als jij om zich door een muur heen te werken. Een goeden wil heb ik altijd gehad. Het le ven was me te machtig. Jij bent machtiger geweest dan het leven. Dat is geluk." „En wat wil je?" „Ja, kiik, omdat jij nu toch burgemeester bent en ik ier unon- dood, een goede vrouwEn* met mijn werk is het maar dunne tjes, sinds ik dat beven in armen en beenen heb. En in Bremen willen ze me niet houden,omdat ik daar niet thuis behoor. En daarom wou ik vragen of of de gemeente Spreckholm mij en de mijnen om s hemels wil zou willen opnemen, omdat ik toch in Spreckholm geboren ben." Het was niet gemakkelijk te spreken onder den scherpen blik van Brinkmeiers oogen. Nu richtte de burgemeester zijn forsch lichaam nog meer op en antwoordde „Ik begrijp niet, hoe je zooiets durft vragen, Pieter Clussmann. Het is nu al dertig jaar geleden, dat je uit Spreckholm bent. Je burgerrecht heb je wegge smeten, je burgerplichten niet vervuld. Je hebt bij ons niets meer te zoeken." De oude man hief de bevende hand met de muts op. „Maar waar moet ik dan heengaan? Met vier kin- ders! Bedenk dat toch eens." „Dat is mijn zaak niet. Ik sta hier voor de kolonie Spreckholm. En die zou het mij niet in dank afne men. als ik het hunne wegsmeet aan zoo'n onverbeter- lijken schooier, omdat die tot hun schande toevallig in Spreckholm geboren is." In de doffe oogen van den smeekende gloeide een vonk. „Burgemeester! Burgemeester! Bezondig je niet! Nee, Brinkmeier, nee, dat kan je laatste woord niet zijn. Vrouw Brinkmeier, je hebt ook kin deren. Denk aan je eigen vleesch en bloed. Ik wil immers niets hebben dan een dak boven mijn hoofd, een klein stukje land om boekweit en aardappels op te verbouwen maar een klein beetje slecht land van het uitgestrekte veen Brinkmeier mat met verachting de gebroken gestal te voor hem. „Woesten grond kun je niet bebouwen, dat weet jm. £0' 2) o sss5!fifiasasBca3B«aai deur. e op

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1914 | | pagina 5