DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Adres: JAC. MET. No. 159 Honderd en zestiende jaargang. 1914 WOENSDAG 8 |J IJLI. Engelscho Brieven. Dit nnrnmer bestaat uit 3 bladen. Van onzen Londenschen medewerker. Nadruk verboden. LONDEN, 6 Juli. Deze geheele week duren de beraadslagingen van bestuursleden der Internationale Alliantie voor Vrou wenkiesrecht en voorzitters der aangesloten vereeni- gingen. Maandagavond ontving Lady Brassey de dames in haar paleis, bekend door het interessante museum dat ze daar heeft en de fraaie muziekzaal in Moorschen stijl. Haar echtgenoot, Lord Brassey, een vriend van Keizer Wilhelm, heeft men, een paar weken geleden, in Duitschland voor een smokkelaar aangezien. Dinsdag van 4 tot 6 uur werd men ontvangen door Lady Selborne, een zuster van Lord Salisbury en door Lady Arran, bij welke gelegenheid Lady Betty Balfour de gedelegeerden toesprak. Vandaag, Woens dag, zijn de eigenlijke vergaderingen begonnen; en zoo gaat het tot Maandag door: vergaderingen en re cepties, bijeenkomsten met Lagerhuisleden, een bezoek aan het I Hogerhuis en een autocht op Zondag. Het hoofddoel dezer samenkomst is het voorberei den en bespreken van het programma voor het inter nationaal congres, dat in 1915 te Berlijn zal plaats hebben, 't Is wel een bewijs hoe de beweging, al lijdt die in Engeland wellicht schade, door de kapriolen der suffragettes, in 't overig deel der wereld gesta dig zich ontwikkelt, dat men reeds nu weer bijeen moet komen. Er zijn vier en twintig gedelegeerden, die vergade ren onder voorzitterschap van mevr. Chapman Cutt, presidente der Internationale Alliantie en die pas te rug is van een reis om de wereld, waarop ze persoon lijk heeft onderzocht, hoe het overal staat met het vrouwenvraagstuk. Dat onze landgenoote, mevrouw dr. Aletta Jacobs een der vier en twintig is, spreekt bijna van zelve en ook uit de namen van hare colle ga's blijkt ten overvloede, dat de zaak in uitstekende handen is. Men ziet er onder anderen de volgende dames: mejuffrouw Annie Furuhjelm, lid van den Finschen Landdag, mevr. Anna Lindemann, wier echtgenoot leider is der sociaal-democratische partij in den Wurtembergschen Landdag, mevr. de Witt Schlumberger, presidente der Fransche Unie voor Vrouwenkiesrecht, die op het oogenblik alle krachten inspant om der Fransche vrouwen het kiesrecht voor gemeenteraden te bezorg" mej. Rosika Schwimmer, de begaafde Hong?' ue schrijfster en spreekster, die, meen ik, ook .ederland goed bekend is en die zek'er een der welsprekendste woordvoerdsters is. Dan is er mevr. Elna Munch, de echtgenoote van den Deenschen minister van Oorlog, die vol hoop en vertrouwen is dat Denemarken wel het eerstvolgende land zal wezen waar vrouwen het kiesrecht krijgen. Nog deze week zullen aldaar de verkiezingen zijn afgeloopen en van dien afloop hangt alles af, zoodat mevr. Munch wellicht een blijde boodschap kan bren gen vóór men uit elkaar gaat. Van de kapriolen der suffragettes gesproken, deze hebben een harer in een onaangenaam parket ge bracht! Men weet dat de suffragettes haar geld, zooal niet voornamelijk dan toch voor een flink deel, krijgen van schatrijke dames, vooral uit conservatie ve kringen, omdat men daar in de suffragettes mede een middel zit om het ministerie van de liberalen te doen vallen. Een dezer dames uit de groote wereld had aan hare secretaresse een groote som gegeven, om uit te betalen aan de vereeniging der militanten, terwijl ze zelve een buitenlandsche reis ging maken. Toen ze thuis kwam maakte ze echter de onaangena me ontdekking, dat hare ontrouwe helpster verdwe nen was en het geld, inplaats van het uit te betalen, ten eigen bate had aangewend. De bestolene ging onmiddellijk haar advocaat ver zoeken om de noodige maatregelen tegen de dievegge te nemen; doch deze moest haar den raad geven dat het voor haar zelve zeer onaangename gevolgen zou hebben, als ze in rechten ging ageeren. Zij had im mers het geld gegeven voor een onwettig doelbrand stichten enz. en liep dus zelve gevaar strafrechtelijk vervolgd te worden, als dit bekend werd. De secreta resse is zoodoende schotvrij gebleven en de suffraget tes hebben tot nu toe geen bijdragen uit die bron ont vangen. Terwijl ernstige vrouwen zich bezighouden met de internationale positie van het kiesredit voor vrouwen, zijn er genoeg in Londen die het leven van een ande ren kant bekijken en andere opvattingen hebben van de plichten eener vrouw als staatsburgeres. Tot deze laatste soort schijnt mevr. Temple Thurston te be- hooren, de vrouw van een vrij bekend Engelsch au teur. Deze dame heeft een reputatie een dierenvrien- din te zijn en men vindt, naar men weet, bij dezulken soms zeer eigenaardige gevoelens voor hunne mede- menschen. Mevr. Thurston heeft zich ten minste het genot niet kunnen ontzeggen, om naar een bokspartij te gaan kijken. Nu, zij was niet de eenige dame die, in avondtoilet gedost, is gaan zien hoe de twee kerels trachtten elkaar tegen den grond te slaan. Doch ze is wel de eenige die na afloop een opgewonden re laas vol bloed en vaderlandsliefde, precies als een oorlogscorrespondent, voor een krant heeft geschre ven. De vraag of vrouwen een bokspartij kunnen gaan kijken is hier druk besproken en men zou, na de hysterische ontboezeming dezer dame, vooral van een letterkundig oogpunt bezien, geneigd zijn te antwoor den: „Liever niet!" Hier staat tegenover dat er da mes en dames zijn en dat er niet veel bedorven is aan een harer, die misschien jammert over een kreupele kip of een overreden hond, doch juicht over een kerel die een ander bloedend tegen den grond heeft gekwakt als de eerste slechts een Engelschman is en de tweede niet. Van gansch ander allooi is ongetwijfeld mevr. Cham berlain, de weduwe van den verleden week gestorven staatsman. Acht lange jaren heeft zij haar man op gepast, verpleegd en verzorgd, op een wijze en met eene toewijding, die beslist hebben medegewerkt om hem zoo lang in het leven te houden._'t Was trou wens bekend dat zij altijd zijn trouwe helpster was, ook toen hij nog volkomen gezond was. Zij was bij alle openbare vergaderingen waar hij sprak en versterkte de bekoring die op elk van haar man uitging, belang rijk door eigen charme. En toen Chamberlain wat ouder werd, hoewel hij nog volkomen gezond en krachtig was, gebeurde het wel eens dat zijn geheugen hem in den steek liet en lij niet dadelijk het juiste woord kon vinden, hoewel hij zorgvuldig zijn redevoeringen van buiten leerde en vooraf thuis liefst in de serre waar zijn orchi deeën gekweekt werden repeteerde. Toen zijn vrouw dat opmerkte, leerde zij de redevoeringen ook van buiten en was zoodoende in staat hem, als 't noo- dig bleek, te souffleeren. Zoo leefde zij geheel met hem mede en ging geheel in hem op! Zij was zijn derde vrouw en dit herinnert er aan van hoeveel beteekenis 't getal drie in Chamberlain's leven is geweest, een bijzonderheid die interessant is voor elk die aan geluks- en ongeluksgetallen gelooft. Drie is immers een geluksgetal? Welnu, hier volgt de lijst. Chamberlain heeft drie eputatius verworven: als fabrikant, als spreker, als staatsman; hij is driemaal burgemeester van Birming ham geweest; hij heeft drie stel politieke overtuiging en gehad: als republikein, als liberaal, als unionist; hij heeft zich in het openbaar leven op drieërlei gebied bewogen: voor de gemeente (van 187076), voor het Vereenigd Koninkrijk (van 187686) en voor het Britsclie wereldrijk (van 1886 tot zijn ziekte); hij is driemaal minister geweest: van Plaatselijk Bestuur, van Bedrijven en van Koloniën. In verband met zijn derde huwelijk wordt een aar dige anecdote verteld. Eene dame van zijn kennis had zich bij zekere gelegenheid heftig uitgelaten over Engelsche jongelui van adellijken huize, die meer en meer Amerikaansche erfdochters trouwden. Zij zei: „Ik hou wel van de Amerikanen, maar ik wou dat ze twee dingen thuis hieldenhun meisjes en hun kreeft- in-blikjes. Op zekeren dag kreeg ze een briefje van Chamber lain, waarin hij haar meedeelde, dat hij naar Amerika vertrok om Miss Endicott te trouwen, met de bijvoe ging: „ik ben bereid de kreeft er aan te geven, maar ik sta er op dat je leert van het meisje te houden." P.S. In mijn vorigen brief schreef ik alsof verschil van gevoelen had bestaan tusschen generaal Booth en de tegenwoordige „commander", Eva Booth, van het Heilsleger in de Vereenigde Staten. Dit is onjuist, het was met haar voorganger in het opperbevel, een harer broers, die dan ook ten slotte uit het Leger trad en evangelist werd STADSNIEUWS. DE NACHTELIJKE OEFENING. Ze trokken wèl belangstelling, de militairen, die lier gisteren kwamen om een nachtelijke oefening te houden. Eerst al op de straat, maar in meerdere ma te nog, toen het bivak op de Krocht bij de gevangenis werd betrokken, de keukens werden gegraven, de ten ten werden opgeslagen. Dat de mannetjes zich na den marsch van Hoorn de bruine boontjes en de rijs tepap wel lieten smaken, laat zich denken. Dat ze nog wel graag een tukje wilden doen eveneens. Maar de belangstelling der stadgenooten uitte zich zoo luidruchtig, dat er van een rustige rust geen sprake kon zijn en de bivakplaats weldra niet meer voor het publiek toegankelijk kon worden gesteld. Voordat om zeven uur het appèl voor de oefening weerklonk had zich echter menig soldaat op het stroo in de lage ten ten door een kort maar krachtig slaapje verkwikt. En om zeven uur daar begon het lieve leventje, dat zooveel belangstellenden op de been en op de fiets brachtEn niet alleen in Alkmaar. Want 's na middags waren te Heilo de troepen van Haarlem aangekomen, die bivakkeerden op het land van dan heer Bakker, nabij de R. K. kerk. Patrouilles zag men langs de straatwegbennensluipen en zich ver dekt opstellen, in het bosch werden alom wachten uit gezet, die zich kalmpjes in het zwaarbedauwde gras nestelden of voortdurend heen en weer liepen. Mili taire wielrijders fietsten af en aan. De uniformen werden in aantal echter verre overtroffen door de burgerpakjes en de lichte toiletjes. Aan den Wester- weg stond een troep van circa 40 man, maar daar om en daarbij waren zeker wel een tweehonderd bur gers en burgeressenSommige belangstellenden heb ben den heelen nacht door stand gehouden en de oefening tot het einde toe meegemaakt. En in Heilo scheen het wel heelemaal geen pluktijd meer te we zen. Op het anders nachtelijk-stille avonduur heerschte er ongewone levendigheid en schalde er een uitbundigheid op, waarnaar de vogels wel vreemd hebben moeten luisteren. Alleen de geitenmelker, dien men eiken avond hooren kan, liet zich niet van de wijs brengen, hij maakte zijn gebruikelijke avond vlucht en deed zijn knerpend geluid als altijd klin ken, zich hoog in de lucht niet storend aan de mili taire oefening, die de menschen daar beneden zoo bezig hield zonder dat ze precies zullen hebben begrepen, wat er nu eigenlijk gaande was. Hoe luidde de militaire opdracht? Wij wanneer we ons thans mogen vereenzelvigen met de Hoomsche troepen wij wisten, dat de vij and zich bevond ten zuiden van het Noordzeekanaal en dat zijn opmarsch in noordelijke richting eiken dag verwacht kon worden. Wij hadden te zorgen voor Alkmaar. Van onze voorpostenopstelling liep de lijn van verdediging van de Bonnehofstee langs de Langelaan tot Groenewater wij hadden dat op onze stafkaart heel nauwkeurig nagegaan, wij had den het terrein deugdelijk verkend, en wij wisten dus wat ons te doen stond. Dat wist onze tegenpartij, de Haarlemmers, trouwens ook. Haar was gezegd, dat men voornemens was den Ssten Juli (morgen) het Noordzeekanaal over te trekken en den vijand in het noorden aan te vallen. In verband daarmede waren heden (7 Juli) de overgangen bij Velzen bezet. De tegenpartij had nu de opdracht onze opstelling ten zuiden van Alkmaar te verkennen en te verontrusten. Om zeven uur namen wij onze opstelling in. Wij hadden de verschillende toegangen behoorlijk afge sloten en gezorgd, dat we weerstand konden bieden wij waren met ons honderd zes en tachtigen, ter wijl onze tegenpartij 27 man minder had. Omstreeks acht uur werden wij al bestookt door afdeelingen van vijftien man. Om negen uur zonden we een boodschapper naar den vijand met een witte vlag onzen voorkomenden commandant, kapitein Heuve- link. Niet, dat wij ons nu al dadelijk wilden overge ven. Maar de heer Berger, die welwillend zijn groen land voor de oefening ter beschikking had gesteld, verzocht ons ten noorden van de Langelaan niet te schieten en die boodschap brachten we even over aan de wacht der zuiderpartij, die onmiddellijk bereid was hieraan gehoor te geven zij en wij hadden beiden nog gelegenheid te over om al ons kruit te ver schieten 1 Voortdurend werden wij tot omstreeks elf uur ver ontrust. Maar wij hielden ons goed. Ook toen om on geveer twee uur twee grootere afdeelingen van 50 man trachtten door onze voorposten-opstelling heen te )reken. Wij hebben toen heftig gevuurd en het doorbraakplan van den vijand verijdeld, maar één onzer wachten werd genomen en een werd van haar plaats verdreven, terwijl wij enkel een vijandelijke ke pi, in de hitte van het gevecht prijs gegeven, konden vermeesteren. Toen begreep de vijand wel, dat wij ons niet verschalken lieten, dat er van de verkenning weinig zou komen en dat zij dus het verontrusten ge rust kon staken. Maar wij vertrouwden het zaakje toch nog niet en bleven waakzaam. Enkelen onzer mochten op hun post een oogje toedoen, doch we zorgden, dat er genoeg oogen open bleven om elke poging tot overrompeling dadelijk te ontdekken. De meesten onzer genoten van den jongen morgen, wij luisterden naar het lustige gezang van de vogels, wij vingen enkele stekelvarkens en degenen onder ons, die filosofisch aangelegd waren, dachten waarschijnlijk aan Schapenhauer, die ergens verhaalt van stekel varkens, welke, om zich tegen de kou te beschutten, dicht bij elkaar kropen, elkaar met de stekels prikten, uit elkaar gingen, weer dichter bij elkaar drongen, el kaar weer prikten, weer uitelkaar gingen, totdat ze den afstand hadden gevonden, waarop ze elkaar kon den warmen zonder elkaar te bezeeren. Schopenhauer beweert, dat menschen ook zoo den afstand moeten vinden, waarop ze 't met elkaar kunnen uithouden. Het is mogelijk maar soldaten maken dan een uit zondering op den regel. Zij zijn niet stekelig, zij weten den afstand tot hun meerderen even gemakke lijk te bewaren als dien tot hun lotgenooten te vin den. Wij vonden echter dat het langzamerhand tijd werd voor koffiedrinken en voor de kommies te meer, omdat wij strakjes naar Egmond aan Zee zouden wandelen. Onze commandant zou eens gaan kijken of er nog onraad was en onze verslaggever zou hem op zijn tocht vergezellen. Een wielrijder werd wak ker gemaakt en uitgezonden om eenige collega's op te halen, met een slaapdronken gezicht ging hij er op uit en kwam weldra met twee collega's terug. De frissche fietsers gingen voorop, dan volgde de com mandant met den journalist, terwijl de slaapdronkene voor de achter-dekking zorgde hij kon zoo terloops nog een oogje dicht doen. De spieders deden uit nemend 'hun plicht en bewaarden onze commandant voor de schande, door den vijand gevangen genomen te worden, hoewel onze journalist, naar wij vreezen, op zijn fiets zat te popelen, hopend dat de comman dant spoedig „er bij" zou zijn, niet van wege den commandant, maar vanwege de sensatie. Er viel echter in bosschen en beemden geen witbroek te be kennen en de schildwacht keek verlangend in de rich ting van Haarlem, toen onze commandant het vijan delijk bivak betrad. Vroolijke begroeting in den vroegen morgen met kapitein Rijk volgde. De ons vij andelijke commandant verzekerde, dat 'hij ons niet meer verontrusten zou en onze slaapdronkene werd vooruit gezonden met de blijde boodschap, dat er wel „einde" en „verzamelen" kon worden geblazen. Maar onze man was als de dikke jongen uit de Pick wick zoodra hij op de fiets zat sliep hij en hij ont waakte niet voor en aleer 'hij vlak bij Alkmaar een schrobbeering van onzen commandant had gekregen, omdat hij zijn heele boodschap van het verzamelen- blazen vergeten had. Toen onze commandant den hoornblazer het met gejuich begroete signaal had doen geven, hebben we onze spulletjes gauw bij el kaar gepakt en zijn welgemoed onder het zingen van e enlied naar de krocht gemarcheerd, waar de koffie al in de ingegraven pianokeukens te dampen stond, waar we brood en boter kregen en waar we een paar centen van onze soldij konden besteden aan ver- verschingen, welke een man, die zijn nachtrust aan zijn negotie had opgeofferd, ons aanbood. En terwijl wij ons nog eens eventjes uitrekten, heb ben wij ons verbaasd over de hevige belangstelling der vroeg-opstaande Alkmaarders, die zoowaar al weer rondwaarden, schoon de klok nog vijf moest slaan. Omstreeks half negen werd het bivak opgebroken en trokken de troepen naar Egmond aan Zee waar tot Vrijdag oefeningen in de duinen worden gehou den. Tegen negen uur Vrijdagavond zullen de sol daten weer door de stad trekken en terugmarscheeren naar Hoorn, waar men Zaterdag omstreeks vier urn- in den morgen denkt aan te komen. MIDDELBAAR EN VOORBEREIDEND ONDERWIJS. Bij de boekhandelaren PI. van Balen, N. V. v. h. Herms. Coster en Zoon, L. Frankenberg, A. v. d, Meulen, W. Nederkoom en O. de Waal ligt een lijst ter teekening, waarop zij, die zelve hoo- gerburgerschool of gymnasium hebben bezocht, of wier kinderen en pupillen deze scholen be- aressen, onderwijzers(essen) aan voorbereidingsscho len, leden van het schooltoezicht enz. instemming kun nen betuigen met het adres inzake de wetsontwerpen op het Middelbaar en Voorbereidend Hooger onder wijs, ingediend door de Hoogleeraren Molengraaff, Niermeyer c. s. In het adres dat wij onlangs in een hoofdartikel met ingenomenheid hebben bespro ken worden ernstge bedenkingen geopperd tegen de bij de Tweede Kamer aanhangige wetsontwerpen op het Middelbaar en voorbereidend Hooger Onderwijs Betoogd wordt dat boven een groot aantal vakken betrekkelijk weinige, die dan grondig kunnen worden beoefend, de voorkeur verdienen. Hoewel wij het niet in alle opzichten met het adres eens zijn en met name van adressanten verschillen, waar deze het on noodig achtten, dat allen de lessen volgen in de let terkunde van elk der moderne talen sporen wij toch gaarne belangstellenden aan, het adres te teeke uen en daardoor hun instemming te betuigen met een tegen billijk tarief. Carrosseriefabrikant. Telefoon 1. regeling, waarbij enkele vakken voor allen 'cht worden, terwijl dan uit de overigen zoo kan ien gekozen, dat een harmonische ontwikkeh. van lichaam, verstand en gemoed naar ieders aanleg te be reiken valt. ARRONDISSEMENTSRECHTBANK. Zitting van 7 Juli. DIEFSTAL. R. K. te Hoorn was einde Mei commensaal bij H. Snelten. Hij was echter een rare kostganger, immers hij zag er niet tegen op om zich ten nadeele van zijn kostbaas ruim 140 toe te eigenen. Getuige Snelten verklaarde, dat hij het geld goed en wel in een kastje van zijn kamer had geborgen. Op een avond, omstreeks half elf, merkte hij tot zijn grooten schrik, dat het geld verdwenen was. Ook mis te hij reeds een 30 van een fonds te Leeuwarden, waarvan hij bode is. Hij keek er dadelijk zijn com mensaal op aan en gelijk bleek niet ten onrechte. Beklaagde bekende dat hij het geld had weggeno men uit het kastje. Hij had er berouw over. Nog nooit was hij met den strafrechter in aanraking geweest en het bedrag is nagenoeg geheel terug gegeven. De Officier van Justitie eischte drie maanden ge vangenisstraf. De verdediger, mr. Gouveme, zou gaarne zien, dat beklaagde tot een geldboete werd veroordeeld. En be klaagde zelf ook! MISHANDELING. Was de vorige beklaagde nog nimmer met de justi tie in aanraking geweest, heel wat minder gunstig staat zijn opvolger op het bankje der beschuldigden bekend. J. P. is diens naam. Hij heeft gelijk wij indertijd uitvoerig hebben medegedeeld den 24sten Mei den kleermaker J. v. d. Steen geducht mishan deld, o. a. door dezen op den neus te trappen, terwijl ook de werkman J. van Baar en de timmerman S. Knuist er van dezen woesteling van langs hadden gekregen. Getuige v., d. Steen verklaarde dat hij 's avonds naar de kerk ging. Op den Singel moesten ze voorbij een vechtpartij. Hij had toen gezegd: „bemoei je toch niet met dat soort." Beklaagde heeft zelf blijkbar on middellijk begrepen, dat het soort, waarbij hij te recht werd ingedeeld, niet deugt. Hij heeft getuige onder handen genomen en hem geducht toegetakeld. Getuige Knuist bleek een der personen te zijn, die door beklaagde was aangevallen en tot wie v. d. Steen had gezegd: bemoei je niet met dat soort. Hij had gezien, dat bekl. toen v. d. Steen had mishandeld. Ook getuige J. v. Baar verklaarde in dezen geest, terwijl getuige S. P. Stuifbergen, onderwijzer, eveneens de mishandeling had gezien. Dr. A. N. Dinger, getuige-deskundige, bevestigde, dat v. d. Steen danig was toegetakeld. Het rechter neusgat was thans nog niet eens normaal. Beklaagde zeide niet de bedoeling te hebben gehad om v. d. Steen zoo te mishandelen. Tegen hem werden 6 maanden gevangenisstraf ge- MISHANDELING. Een oude veete moet nooit met een melkbus worden gesleten. Dat zal P. H., melkslijter te Nibbixwoud, hebben geleerd. Hij had een oude kwestie met den Hoom- schen arbeider W. v. d. Hulst. En om die kwestie uit de wereld te helpen,, sloeg hij dezen met een melk bus op het hoofd. V. d. Hulst vond echter dat dit niet precies de juiste manier was om een kwestie op te los sen. Hij deed aangifte van de mishandeling, en wan neer de Officier van Justitie gelijk krijgt, zal de melk slijter een maand lang gelegenheid hebben te over denken, hoe hij kwesties op bevredigender wijze kan bijleggen. BELEEDIGING EN MISHANDELING. J. C., arbeider te Ursem, heeft den gemeente-veld wachter P. Saai beleedigd en mishandeld. Hij scl "jnt meer sterken drank te gebruiken dan goed voor em is. Eisch: 3 maanden gevangenisstraf. BELEEDIGING. De Enkhuizer visscher J. v. d. W. was nog ver standig geweest, toen hij het te kwaad had en agent van politie te Hoorn, om het bij een bel :ng te laten. De eisch tegen hem was dan ook 5 boete of 5 dagen hechtenis. MISHANDELING. Grietje v. d. Sluis, echtgenoote van H. J. V. Efuist, te Helder, had den 29sten Mei ongewenscht bezoek gekregen. De logementhouder A. A. A. (het merk is niet zoo goed als vroeger de Zeeuwsche chocolade van 3 A's) was lastig geweest in haar café, en had zich zelfs niet ontzien haar te schoppen en te slaan. Ook haar man kreeg van hetzelfde laken een pak. D. w. z. dat zeiden zij en W. v. Oosten, vrouw van G. Boellen. Beklaagde vond echter dat de getuigen stonden te liegen, dat het een schandaal was. Maar de Officier dacht er anders over en was zoo vrij tegen beklaagde 14 dagen gevangenisstraf te eischen. MEINEED. S. H. Th. H., winkelbediende te Velp, werd be schuldigd den 12den Mei voor het Kantongerecht te den Helder onder eede een valsche getuigenis te heb ben afgelegd. Beklaagde had, toen zijn patroon niet thuis was aan den Rijksveldwachter H. v. d. Veen te den Helder een potje „Spendid" verkocht, een goedje dat voor zomersproeten heette te zijn, doch zeer gevaarlijk is. Get. v. d. Veen verklaarde aan bekl. gezegd te heb ben wie hij was en gevraagd te hebben of beklaagde handelde in opdracht van zijn patroon. Get. Hulsebos, brigadier van de Rijksveldwacht zeide aan getuige v. d. Veen opdracht te hebben ge geven tot het koopen en het stellen van de vragen. Uit de aanteekeningen van v. d. Veen, die wel wat ALKMAARSCHE COURANT. pierht

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1914 | | pagina 1