DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Adres: JAC. MET.
No. 159
Honderd en zestiende jaargang.
1914
WOENSDAG 8 |J IJLI.
Engelscho Brieven.
Dit nnrnmer bestaat uit 3 bladen.
Van onzen Londenschen medewerker.
Nadruk verboden.
LONDEN, 6 Juli.
Deze geheele week duren de beraadslagingen van
bestuursleden der Internationale Alliantie voor Vrou
wenkiesrecht en voorzitters der aangesloten vereeni-
gingen. Maandagavond ontving Lady Brassey de
dames in haar paleis, bekend door het interessante
museum dat ze daar heeft en de fraaie muziekzaal in
Moorschen stijl. Haar echtgenoot, Lord Brassey,
een vriend van Keizer Wilhelm, heeft men, een paar
weken geleden, in Duitschland voor een smokkelaar
aangezien.
Dinsdag van 4 tot 6 uur werd men ontvangen door
Lady Selborne, een zuster van Lord Salisbury en
door Lady Arran, bij welke gelegenheid Lady Betty
Balfour de gedelegeerden toesprak. Vandaag, Woens
dag, zijn de eigenlijke vergaderingen begonnen; en
zoo gaat het tot Maandag door: vergaderingen en re
cepties, bijeenkomsten met Lagerhuisleden, een bezoek
aan het I Hogerhuis en een autocht op Zondag.
Het hoofddoel dezer samenkomst is het voorberei
den en bespreken van het programma voor het inter
nationaal congres, dat in 1915 te Berlijn zal plaats
hebben, 't Is wel een bewijs hoe de beweging, al lijdt
die in Engeland wellicht schade, door de kapriolen
der suffragettes, in 't overig deel der wereld gesta
dig zich ontwikkelt, dat men reeds nu weer bijeen
moet komen.
Er zijn vier en twintig gedelegeerden, die vergade
ren onder voorzitterschap van mevr. Chapman Cutt,
presidente der Internationale Alliantie en die pas te
rug is van een reis om de wereld, waarop ze persoon
lijk heeft onderzocht, hoe het overal staat met het
vrouwenvraagstuk. Dat onze landgenoote, mevrouw
dr. Aletta Jacobs een der vier en twintig is, spreekt
bijna van zelve en ook uit de namen van hare colle
ga's blijkt ten overvloede, dat de zaak in uitstekende
handen is. Men ziet er onder anderen de volgende
dames: mejuffrouw Annie Furuhjelm, lid van den
Finschen Landdag, mevr. Anna Lindemann, wier
echtgenoot leider is der sociaal-democratische partij
in den Wurtembergschen Landdag, mevr. de Witt
Schlumberger, presidente der Fransche Unie voor
Vrouwenkiesrecht, die op het oogenblik alle krachten
inspant om der Fransche vrouwen het kiesrecht voor
gemeenteraden te bezorg" mej. Rosika Schwimmer,
de begaafde Hong?' ue schrijfster en spreekster,
die, meen ik, ook .ederland goed bekend is en die
zek'er een der welsprekendste woordvoerdsters is. Dan
is er mevr. Elna Munch, de echtgenoote van den
Deenschen minister van Oorlog, die vol hoop en
vertrouwen is dat Denemarken wel het eerstvolgende
land zal wezen waar vrouwen het kiesrecht krijgen.
Nog deze week zullen aldaar de verkiezingen zijn
afgeloopen en van dien afloop hangt alles af, zoodat
mevr. Munch wellicht een blijde boodschap kan bren
gen vóór men uit elkaar gaat.
Van de kapriolen der suffragettes gesproken, deze
hebben een harer in een onaangenaam parket ge
bracht! Men weet dat de suffragettes haar geld,
zooal niet voornamelijk dan toch voor een flink deel,
krijgen van schatrijke dames, vooral uit conservatie
ve kringen, omdat men daar in de suffragettes mede
een middel zit om het ministerie van de liberalen te
doen vallen. Een dezer dames uit de groote wereld
had aan hare secretaresse een groote som gegeven,
om uit te betalen aan de vereeniging der militanten,
terwijl ze zelve een buitenlandsche reis ging maken.
Toen ze thuis kwam maakte ze echter de onaangena
me ontdekking, dat hare ontrouwe helpster verdwe
nen was en het geld, inplaats van het uit te betalen,
ten eigen bate had aangewend.
De bestolene ging onmiddellijk haar advocaat ver
zoeken om de noodige maatregelen tegen de dievegge
te nemen; doch deze moest haar den raad geven dat
het voor haar zelve zeer onaangename gevolgen zou
hebben, als ze in rechten ging ageeren. Zij had im
mers het geld gegeven voor een onwettig doelbrand
stichten enz. en liep dus zelve gevaar strafrechtelijk
vervolgd te worden, als dit bekend werd. De secreta
resse is zoodoende schotvrij gebleven en de suffraget
tes hebben tot nu toe geen bijdragen uit die bron ont
vangen.
Terwijl ernstige vrouwen zich bezighouden met de
internationale positie van het kiesredit voor vrouwen,
zijn er genoeg in Londen die het leven van een ande
ren kant bekijken en andere opvattingen hebben van
de plichten eener vrouw als staatsburgeres. Tot deze
laatste soort schijnt mevr. Temple Thurston te be-
hooren, de vrouw van een vrij bekend Engelsch au
teur. Deze dame heeft een reputatie een dierenvrien-
din te zijn en men vindt, naar men weet, bij dezulken
soms zeer eigenaardige gevoelens voor hunne mede-
menschen. Mevr. Thurston heeft zich ten minste het
genot niet kunnen ontzeggen, om naar een bokspartij
te gaan kijken. Nu, zij was niet de eenige dame die,
in avondtoilet gedost, is gaan zien hoe de twee kerels
trachtten elkaar tegen den grond te slaan. Doch ze
is wel de eenige die na afloop een opgewonden re
laas vol bloed en vaderlandsliefde, precies als een
oorlogscorrespondent, voor een krant heeft geschre
ven. De vraag of vrouwen een bokspartij kunnen
gaan kijken is hier druk besproken en men zou, na de
hysterische ontboezeming dezer dame, vooral van een
letterkundig oogpunt bezien, geneigd zijn te antwoor
den: „Liever niet!" Hier staat tegenover dat er da
mes en dames zijn en dat er niet veel bedorven is aan
een harer, die misschien jammert over een kreupele
kip of een overreden hond, doch juicht over een kerel
die een ander bloedend tegen den grond heeft gekwakt
als de eerste slechts een Engelschman is en de tweede
niet.
Van gansch ander allooi is ongetwijfeld mevr. Cham
berlain, de weduwe van den verleden week gestorven
staatsman. Acht lange jaren heeft zij haar man op
gepast, verpleegd en verzorgd, op een wijze en met
eene toewijding, die beslist hebben medegewerkt om
hem zoo lang in het leven te houden._'t Was trou
wens bekend dat zij altijd zijn trouwe helpster was, ook
toen hij nog volkomen gezond was. Zij was bij alle
openbare vergaderingen waar hij sprak en versterkte
de bekoring die op elk van haar man uitging, belang
rijk door eigen charme.
En toen Chamberlain wat ouder werd, hoewel hij
nog volkomen gezond en krachtig was, gebeurde het
wel eens dat zijn geheugen hem in den steek liet en
lij niet dadelijk het juiste woord kon vinden, hoewel
hij zorgvuldig zijn redevoeringen van buiten leerde
en vooraf thuis liefst in de serre waar zijn orchi
deeën gekweekt werden repeteerde. Toen zijn
vrouw dat opmerkte, leerde zij de redevoeringen ook
van buiten en was zoodoende in staat hem, als 't noo-
dig bleek, te souffleeren.
Zoo leefde zij geheel met hem mede en ging geheel
in hem op!
Zij was zijn derde vrouw en dit herinnert er aan
van hoeveel beteekenis 't getal drie in Chamberlain's
leven is geweest, een bijzonderheid die interessant is
voor elk die aan geluks- en ongeluksgetallen gelooft.
Drie is immers een geluksgetal?
Welnu, hier volgt de lijst. Chamberlain heeft drie
eputatius verworven: als fabrikant, als spreker, als
staatsman; hij is driemaal burgemeester van Birming
ham geweest; hij heeft drie stel politieke overtuiging
en gehad: als republikein, als liberaal, als unionist;
hij heeft zich in het openbaar leven op drieërlei gebied
bewogen: voor de gemeente (van 187076), voor het
Vereenigd Koninkrijk (van 187686) en voor het
Britsclie wereldrijk (van 1886 tot zijn ziekte); hij is
driemaal minister geweest: van Plaatselijk Bestuur,
van Bedrijven en van Koloniën.
In verband met zijn derde huwelijk wordt een aar
dige anecdote verteld. Eene dame van zijn kennis
had zich bij zekere gelegenheid heftig uitgelaten over
Engelsche jongelui van adellijken huize, die meer en
meer Amerikaansche erfdochters trouwden. Zij zei:
„Ik hou wel van de Amerikanen, maar ik wou dat ze
twee dingen thuis hieldenhun meisjes en hun kreeft-
in-blikjes.
Op zekeren dag kreeg ze een briefje van Chamber
lain, waarin hij haar meedeelde, dat hij naar Amerika
vertrok om Miss Endicott te trouwen, met de bijvoe
ging: „ik ben bereid de kreeft er aan te geven, maar
ik sta er op dat je leert van het meisje te houden."
P.S. In mijn vorigen brief schreef ik alsof verschil
van gevoelen had bestaan tusschen generaal Booth en
de tegenwoordige „commander", Eva Booth, van het
Heilsleger in de Vereenigde Staten. Dit is onjuist,
het was met haar voorganger in het opperbevel, een
harer broers, die dan ook ten slotte uit het Leger trad
en evangelist werd
STADSNIEUWS.
DE NACHTELIJKE OEFENING.
Ze trokken wèl belangstelling, de militairen, die
lier gisteren kwamen om een nachtelijke oefening te
houden. Eerst al op de straat, maar in meerdere ma
te nog, toen het bivak op de Krocht bij de gevangenis
werd betrokken, de keukens werden gegraven, de ten
ten werden opgeslagen. Dat de mannetjes zich na
den marsch van Hoorn de bruine boontjes en de rijs
tepap wel lieten smaken, laat zich denken. Dat ze
nog wel graag een tukje wilden doen eveneens. Maar
de belangstelling der stadgenooten uitte zich zoo
luidruchtig, dat er van een rustige rust geen sprake
kon zijn en de bivakplaats weldra niet meer voor het
publiek toegankelijk kon worden gesteld. Voordat om
zeven uur het appèl voor de oefening weerklonk had
zich echter menig soldaat op het stroo in de lage ten
ten door een kort maar krachtig slaapje verkwikt.
En om zeven uur daar begon het lieve leventje,
dat zooveel belangstellenden op de been en op de
fiets brachtEn niet alleen in Alkmaar. Want 's na
middags waren te Heilo de troepen van Haarlem
aangekomen, die bivakkeerden op het land van dan
heer Bakker, nabij de R. K. kerk. Patrouilles zag
men langs de straatwegbennensluipen en zich ver
dekt opstellen, in het bosch werden alom wachten uit
gezet, die zich kalmpjes in het zwaarbedauwde gras
nestelden of voortdurend heen en weer liepen. Mili
taire wielrijders fietsten af en aan. De uniformen
werden in aantal echter verre overtroffen door de
burgerpakjes en de lichte toiletjes. Aan den Wester-
weg stond een troep van circa 40 man, maar daar
om en daarbij waren zeker wel een tweehonderd bur
gers en burgeressenSommige belangstellenden heb
ben den heelen nacht door stand gehouden en de
oefening tot het einde toe meegemaakt. En in Heilo
scheen het wel heelemaal geen pluktijd meer te we
zen. Op het anders nachtelijk-stille avonduur
heerschte er ongewone levendigheid en schalde er
een uitbundigheid op, waarnaar de vogels wel vreemd
hebben moeten luisteren. Alleen de geitenmelker,
dien men eiken avond hooren kan, liet zich niet van
de wijs brengen, hij maakte zijn gebruikelijke avond
vlucht en deed zijn knerpend geluid als altijd klin
ken, zich hoog in de lucht niet storend aan de mili
taire oefening, die de menschen daar beneden zoo
bezig hield zonder dat ze precies zullen hebben
begrepen, wat er nu eigenlijk gaande was.
Hoe luidde de militaire opdracht?
Wij wanneer we ons thans mogen vereenzelvigen
met de Hoomsche troepen wij wisten, dat de vij
and zich bevond ten zuiden van het Noordzeekanaal
en dat zijn opmarsch in noordelijke richting eiken
dag verwacht kon worden. Wij hadden te zorgen
voor Alkmaar. Van onze voorpostenopstelling liep
de lijn van verdediging van de Bonnehofstee langs de
Langelaan tot Groenewater wij hadden dat op
onze stafkaart heel nauwkeurig nagegaan, wij had
den het terrein deugdelijk verkend, en wij wisten dus
wat ons te doen stond. Dat wist onze tegenpartij, de
Haarlemmers, trouwens ook. Haar was gezegd, dat
men voornemens was den Ssten Juli (morgen) het
Noordzeekanaal over te trekken en den vijand in het
noorden aan te vallen. In verband daarmede waren
heden (7 Juli) de overgangen bij Velzen bezet. De
tegenpartij had nu de opdracht onze opstelling ten
zuiden van Alkmaar te verkennen en te verontrusten.
Om zeven uur namen wij onze opstelling in. Wij
hadden de verschillende toegangen behoorlijk afge
sloten en gezorgd, dat we weerstand konden bieden
wij waren met ons honderd zes en tachtigen, ter
wijl onze tegenpartij 27 man minder had. Omstreeks
acht uur werden wij al bestookt door afdeelingen
van vijftien man. Om negen uur zonden we een
boodschapper naar den vijand met een witte vlag
onzen voorkomenden commandant, kapitein Heuve-
link. Niet, dat wij ons nu al dadelijk wilden overge
ven. Maar de heer Berger, die welwillend zijn groen
land voor de oefening ter beschikking had gesteld,
verzocht ons ten noorden van de Langelaan niet te
schieten en die boodschap brachten we even over aan
de wacht der zuiderpartij, die onmiddellijk bereid
was hieraan gehoor te geven zij en wij hadden
beiden nog gelegenheid te over om al ons kruit te ver
schieten 1
Voortdurend werden wij tot omstreeks elf uur ver
ontrust. Maar wij hielden ons goed. Ook toen om on
geveer twee uur twee grootere afdeelingen van 50 man
trachtten door onze voorposten-opstelling heen te
)reken. Wij hebben toen heftig gevuurd en het
doorbraakplan van den vijand verijdeld, maar één
onzer wachten werd genomen en een werd van haar
plaats verdreven, terwijl wij enkel een vijandelijke ke
pi, in de hitte van het gevecht prijs gegeven, konden
vermeesteren. Toen begreep de vijand wel, dat wij
ons niet verschalken lieten, dat er van de verkenning
weinig zou komen en dat zij dus het verontrusten ge
rust kon staken. Maar wij vertrouwden het zaakje
toch nog niet en bleven waakzaam. Enkelen onzer
mochten op hun post een oogje toedoen, doch we
zorgden, dat er genoeg oogen open bleven om elke
poging tot overrompeling dadelijk te ontdekken. De
meesten onzer genoten van den jongen morgen, wij
luisterden naar het lustige gezang van de vogels, wij
vingen enkele stekelvarkens en degenen onder ons, die
filosofisch aangelegd waren, dachten waarschijnlijk
aan Schapenhauer, die ergens verhaalt van stekel
varkens, welke, om zich tegen de kou te beschutten,
dicht bij elkaar kropen, elkaar met de stekels prikten,
uit elkaar gingen, weer dichter bij elkaar drongen, el
kaar weer prikten, weer uitelkaar gingen, totdat ze
den afstand hadden gevonden, waarop ze elkaar kon
den warmen zonder elkaar te bezeeren. Schopenhauer
beweert, dat menschen ook zoo den afstand moeten
vinden, waarop ze 't met elkaar kunnen uithouden.
Het is mogelijk maar soldaten maken dan een uit
zondering op den regel. Zij zijn niet stekelig, zij
weten den afstand tot hun meerderen even gemakke
lijk te bewaren als dien tot hun lotgenooten te vin
den.
Wij vonden echter dat het langzamerhand tijd werd
voor koffiedrinken en voor de kommies te meer,
omdat wij strakjes naar Egmond aan Zee zouden
wandelen. Onze commandant zou eens gaan kijken
of er nog onraad was en onze verslaggever zou hem
op zijn tocht vergezellen. Een wielrijder werd wak
ker gemaakt en uitgezonden om eenige collega's op
te halen, met een slaapdronken gezicht ging hij er op
uit en kwam weldra met twee collega's terug. De
frissche fietsers gingen voorop, dan volgde de com
mandant met den journalist, terwijl de slaapdronkene
voor de achter-dekking zorgde hij kon zoo terloops
nog een oogje dicht doen. De spieders deden uit
nemend 'hun plicht en bewaarden onze commandant
voor de schande, door den vijand gevangen genomen
te worden, hoewel onze journalist, naar wij vreezen,
op zijn fiets zat te popelen, hopend dat de comman
dant spoedig „er bij" zou zijn, niet van wege den
commandant, maar vanwege de sensatie. Er viel
echter in bosschen en beemden geen witbroek te be
kennen en de schildwacht keek verlangend in de rich
ting van Haarlem, toen onze commandant het vijan
delijk bivak betrad. Vroolijke begroeting in den
vroegen morgen met kapitein Rijk volgde. De ons vij
andelijke commandant verzekerde, dat 'hij ons niet
meer verontrusten zou en onze slaapdronkene werd
vooruit gezonden met de blijde boodschap, dat er
wel „einde" en „verzamelen" kon worden geblazen.
Maar onze man was als de dikke jongen uit de Pick
wick zoodra hij op de fiets zat sliep hij en hij ont
waakte niet voor en aleer 'hij vlak bij Alkmaar een
schrobbeering van onzen commandant had gekregen,
omdat hij zijn heele boodschap van het verzamelen-
blazen vergeten had. Toen onze commandant den
hoornblazer het met gejuich begroete signaal had
doen geven, hebben we onze spulletjes gauw bij el
kaar gepakt en zijn welgemoed onder het zingen van
e enlied naar de krocht gemarcheerd, waar de koffie
al in de ingegraven pianokeukens te dampen stond,
waar we brood en boter kregen en waar we een
paar centen van onze soldij konden besteden aan ver-
verschingen, welke een man, die zijn nachtrust aan
zijn negotie had opgeofferd, ons aanbood.
En terwijl wij ons nog eens eventjes uitrekten, heb
ben wij ons verbaasd over de hevige belangstelling
der vroeg-opstaande Alkmaarders, die zoowaar al
weer rondwaarden, schoon de klok nog vijf moest
slaan.
Omstreeks half negen werd het bivak opgebroken
en trokken de troepen naar Egmond aan Zee waar
tot Vrijdag oefeningen in de duinen worden gehou
den. Tegen negen uur Vrijdagavond zullen de sol
daten weer door de stad trekken en terugmarscheeren
naar Hoorn, waar men Zaterdag omstreeks vier urn-
in den morgen denkt aan te komen.
MIDDELBAAR EN VOORBEREIDEND
ONDERWIJS.
Bij de boekhandelaren PI. van Balen, N. V. v. h.
Herms. Coster en Zoon, L. Frankenberg, A. v. d,
Meulen, W. Nederkoom en O. de Waal ligt een
lijst ter teekening, waarop zij, die zelve hoo-
gerburgerschool of gymnasium hebben bezocht,
of wier kinderen en pupillen deze scholen be-
aressen, onderwijzers(essen) aan voorbereidingsscho
len, leden van het schooltoezicht enz. instemming kun
nen betuigen met het adres inzake de wetsontwerpen
op het Middelbaar en Voorbereidend Hooger onder
wijs, ingediend door de Hoogleeraren Molengraaff,
Niermeyer c. s. In het adres dat wij onlangs in
een hoofdartikel met ingenomenheid hebben bespro
ken worden ernstge bedenkingen geopperd tegen de
bij de Tweede Kamer aanhangige wetsontwerpen op
het Middelbaar en voorbereidend Hooger Onderwijs
Betoogd wordt dat boven een groot aantal vakken
betrekkelijk weinige, die dan grondig kunnen worden
beoefend, de voorkeur verdienen. Hoewel wij het niet
in alle opzichten met het adres eens zijn en met
name van adressanten verschillen, waar deze het on
noodig achtten, dat allen de lessen volgen in de let
terkunde van elk der moderne talen sporen wij
toch gaarne belangstellenden aan, het adres te teeke
uen en daardoor hun instemming te betuigen met een
tegen billijk tarief.
Carrosseriefabrikant.
Telefoon 1.
regeling, waarbij enkele vakken voor allen 'cht
worden, terwijl dan uit de overigen zoo kan ien
gekozen, dat een harmonische ontwikkeh. van
lichaam, verstand en gemoed naar ieders aanleg te be
reiken valt.
ARRONDISSEMENTSRECHTBANK.
Zitting van 7 Juli.
DIEFSTAL.
R. K. te Hoorn was einde Mei commensaal bij H.
Snelten. Hij was echter een rare kostganger, immers
hij zag er niet tegen op om zich ten nadeele van zijn
kostbaas ruim 140 toe te eigenen.
Getuige Snelten verklaarde, dat hij het geld goed
en wel in een kastje van zijn kamer had geborgen.
Op een avond, omstreeks half elf, merkte hij tot zijn
grooten schrik, dat het geld verdwenen was. Ook mis
te hij reeds een 30 van een fonds te Leeuwarden,
waarvan hij bode is. Hij keek er dadelijk zijn com
mensaal op aan en gelijk bleek niet ten onrechte.
Beklaagde bekende dat hij het geld had weggeno
men uit het kastje. Hij had er berouw over. Nog nooit
was hij met den strafrechter in aanraking geweest en
het bedrag is nagenoeg geheel terug gegeven.
De Officier van Justitie eischte drie maanden ge
vangenisstraf.
De verdediger, mr. Gouveme, zou gaarne zien, dat
beklaagde tot een geldboete werd veroordeeld. En be
klaagde zelf ook!
MISHANDELING.
Was de vorige beklaagde nog nimmer met de justi
tie in aanraking geweest, heel wat minder gunstig
staat zijn opvolger op het bankje der beschuldigden
bekend. J. P. is diens naam. Hij heeft gelijk wij
indertijd uitvoerig hebben medegedeeld den 24sten
Mei den kleermaker J. v. d. Steen geducht mishan
deld, o. a. door dezen op den neus te trappen, terwijl
ook de werkman J. van Baar en de timmerman
S. Knuist er van dezen woesteling van langs hadden
gekregen.
Getuige v., d. Steen verklaarde dat hij 's avonds
naar de kerk ging. Op den Singel moesten ze voorbij
een vechtpartij. Hij had toen gezegd: „bemoei je toch
niet met dat soort." Beklaagde heeft zelf blijkbar on
middellijk begrepen, dat het soort, waarbij hij te
recht werd ingedeeld, niet deugt. Hij heeft getuige
onder handen genomen en hem geducht toegetakeld.
Getuige Knuist bleek een der personen te zijn, die
door beklaagde was aangevallen en tot wie v. d. Steen
had gezegd: bemoei je niet met dat soort. Hij had
gezien, dat bekl. toen v. d. Steen had mishandeld. Ook
getuige J. v. Baar verklaarde in dezen geest, terwijl
getuige S. P. Stuifbergen, onderwijzer, eveneens de
mishandeling had gezien.
Dr. A. N. Dinger, getuige-deskundige, bevestigde,
dat v. d. Steen danig was toegetakeld. Het rechter
neusgat was thans nog niet eens normaal.
Beklaagde zeide niet de bedoeling te hebben gehad
om v. d. Steen zoo te mishandelen.
Tegen hem werden 6 maanden gevangenisstraf ge-
MISHANDELING.
Een oude veete moet nooit met een melkbus worden
gesleten.
Dat zal P. H., melkslijter te Nibbixwoud, hebben
geleerd. Hij had een oude kwestie met den Hoom-
schen arbeider W. v. d. Hulst. En om die kwestie
uit de wereld te helpen,, sloeg hij dezen met een melk
bus op het hoofd. V. d. Hulst vond echter dat dit niet
precies de juiste manier was om een kwestie op te los
sen. Hij deed aangifte van de mishandeling, en wan
neer de Officier van Justitie gelijk krijgt, zal de melk
slijter een maand lang gelegenheid hebben te over
denken, hoe hij kwesties op bevredigender wijze kan
bijleggen.
BELEEDIGING EN MISHANDELING.
J. C., arbeider te Ursem, heeft den gemeente-veld
wachter P. Saai beleedigd en mishandeld. Hij scl "jnt
meer sterken drank te gebruiken dan goed voor em
is. Eisch: 3 maanden gevangenisstraf.
BELEEDIGING.
De Enkhuizer visscher J. v. d. W. was nog ver
standig geweest, toen hij het te kwaad had en
agent van politie te Hoorn, om het bij een bel :ng
te laten. De eisch tegen hem was dan ook 5 boete
of 5 dagen hechtenis.
MISHANDELING.
Grietje v. d. Sluis, echtgenoote van H. J. V. Efuist,
te Helder, had den 29sten Mei ongewenscht bezoek
gekregen. De logementhouder A. A. A. (het merk is
niet zoo goed als vroeger de Zeeuwsche chocolade
van 3 A's) was lastig geweest in haar café, en had
zich zelfs niet ontzien haar te schoppen en te slaan.
Ook haar man kreeg van hetzelfde laken een pak.
D. w. z. dat zeiden zij en W. v. Oosten, vrouw van
G. Boellen. Beklaagde vond echter dat de getuigen
stonden te liegen, dat het een schandaal was. Maar de
Officier dacht er anders over en was zoo vrij tegen
beklaagde 14 dagen gevangenisstraf te eischen.
MEINEED.
S. H. Th. H., winkelbediende te Velp, werd be
schuldigd den 12den Mei voor het Kantongerecht te
den Helder onder eede een valsche getuigenis te heb
ben afgelegd.
Beklaagde had, toen zijn patroon niet thuis was
aan den Rijksveldwachter H. v. d. Veen te den Helder
een potje „Spendid" verkocht, een goedje dat voor
zomersproeten heette te zijn, doch zeer gevaarlijk is.
Get. v. d. Veen verklaarde aan bekl. gezegd te heb
ben wie hij was en gevraagd te hebben of beklaagde
handelde in opdracht van zijn patroon.
Get. Hulsebos, brigadier van de Rijksveldwacht
zeide aan getuige v. d. Veen opdracht te hebben ge
geven tot het koopen en het stellen van de vragen.
Uit de aanteekeningen van v. d. Veen, die wel wat
ALKMAARSCHE COURANT.
pierht