DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN,
No. 161
Honderd en zestiende jaargang.
1914
VRIJDAG
10 JULI.
FEUILLETON.
De Fransche Hoeve.
ALKMAAR, 10 Juli.
Eenige jaren geleden spraken we op reis een Ne
derlander, die in Mexiko woonde. Hij vertelde won
derlijke dingen van het rijk, dat destijds nog door
Porfirio Diaz werd bestuurd. Hij sprak in het bij
zonder over de eigenaardigheid der Mexikanen om de
zaken grootsch op te zetten en dan slechts half te vol
brengen. In het bijzonder herinneren we ons een ver
haal over kostbare indrukwekkende tentoonstellings
gebouwen, die nimmer voltooid werden en waarin
dan ook nog nooit een expositie werd gehouden.
Aan dat verhaal werden we vanochtend herinnerd
bij het lezen van een correspondentie uit Mexiko in
een der Duitsche bladen. Wat onze landgenoot des
tijds betoogde, vonden wij geheel in deze correspon
dentie terug hetzelfde stelsel, van groot-doen en
halfheid, enkel met andere voorbeelden toegelicht.
In een park van Mexiko staat een nationale opera,
half-voltooid. Het gebouw, opgetrokken uit staal,
marmer en brons, heeft 20 millioen peseta's d. i.
10 millioen gulden gekost. De machinerie voor
het tooneel, welke reeds geplaatst werd vóór het ge
bouw onder dak was en dit is het trouwens nóg
niet heeft alleen reeds 50.000 gulden gekost. Het
gebouw zou iets bijzonders worden. Er was 24 mil
lioen gulden voor uitgetrokken. Maar op een goe
den dag was er geen geld meer, het werk werd ge
staakt. Nu is het nog altijd bezig te vergaan. Vol
tooid kan het nooit meer worden in het midden is
het een meter naar beneden gezakt. Nog erger is
het gesteld met een nieuw parlementsgebouw, waar
van de staalconstructie hoogop rijst en roest.
De correspondent vertelt grappige staaltjes van
de wijze, waarop er in Mexiko regeeringszaken worden
gedaan.
Het is zes uur in den morgen, zegt hij. In de
wachtkamer van den voorloopigen president Huerta
zitten eenige menschen, die hem dringend moeten
spreken. Zij zijn fortuinlijk vandaag. De president
komt juist thuis, en is in staat menschen te ontvan
gen, nadat hij gauw door een groot glas cognac leeg
te drinken zijn toilet heeft gemaakt het staatshoofd
heeft den nacht doorgebracht in een auto, welke hij
op straat heeft aangeroepen. Onder de wachtenden
bevinden zich drie ministers, die reeds gepoogd heb
ben den president te spreken te krijgen. Ook van
daag moeten ze nog een tijdje wachten, want onder
de aanwezigen bevindt zich een familielid van Huer
ta en die gaat natuurlijk voor! De man is bouwon
dernemer. Hij heeft, dank zij zijn goede betrekkinen
tot de regeering, opdracht gekregen, straten en wegen
te herstellen. Hij heeft de opdracht inderdaad uit
gevoerd en dus ook werkelp uitgaven gedaan, want
alle tien dagen heeft hij zijn werklieden hun loon ge
geven. De vorderingen, welke hij deswege van den
staat heeft, zijn door alle betrokken afdeelingen van
het ministerie voor verkeerswegen goedgekeurd, maar
zijn geld heeft hij nog niet kunnen krijgen. Hij klaagt
daarover bij den president, die hem antwoordt:
„Maar natuurlijk, je moet dadelijk je geld hebben."
De man ontvangt een mandaat, de minister van fi
nanciën zegt dat hij zijn geld dadelijk kan krijgen en
geeft hem een briefje mee voor den betaalmeester. De
bouwondernemer toont dezen het mandaat en het
briefje, maar de ambtenaar haar zijn schouders op
hij heeft geen geld. De schuldeischer zou de volgen
de week 4000 dollars kunnen krijgen en de daarop
volgende week de rest. Dat zei de betaalmeester om
11 uur '8 ochtends. Om 1 uur komt de bouwonder
nemer thuis en vindt daar een telegram van iemand,
die seint, dat hij het geld onmiddellijk kan krijgen,
mits hij 35 procent als honorarium wil geven. De
bouwondernemer stelt onmiddellijk een onderzoek in
Roman naar het Duitsch,
van
LOUISE WESTKIRCH.
13) o
„Hoor je mij? Doe open."
Hij drukte zijn hand op den mond en zweeg.
„Je moeder staat voor de deur, Enno. Doe open!"
Toen schoof hij wrevelig de kist weg. „Wat wil
je van mij, moeder?"
Met oogen, die groot waren van angst, beschouwde
zij hem. Ja, zijn feestkleedij was gescheurd en be
vuild Op zijn gelaat stond het ongeluk.
„Waarom ben je al terug?"
Nu steeg de toom hem weer woest naar het hoofd.
Als zij hem niet met rast liet, dan moest zij ook maar
hooren, wat haar g;een plezier zou doen.
,,'k Heb Wilm Döpke van de beenen geslagen."
„Van de beenen geslagen? Annmarie Schletten
haar bruidegom? 1" Zij kon nauwelijks spreken, zoo
beefden haar lippen. „Heeft hij er erg van langs ge
kregen
„Ik geloof wel."
Zij schreeuwde het uit. „Hij is dood
Daar had Enno nog niet aan gedacht. Nu zag
hij plotseling het kalkwitte gezicht en den slap neer
hangenden arm van Wilm Döpke, toen hij op den
grond lag, voor zich.
„Ik weet het niet." zei hij norsch.
Alheid's angstig opgeheven handen vielen slap
langs haar neer. „Mijn zoon een manslag begaan?
Waarom? O, God in den hemel, waarom?"
„Hij heeft ons Brinkmeiers beklad en beschimpt!"
riep Enno. „Hij heeft mij voor jongen van de Fran
sche hoeve uitgescholden! Voor Trina Döpke haar
ooreu! Jongen van de Fransche hoeve! Ge weet
wel wat dat zeggen wil. Moeder ik kon niet
anders."
En toen zij in haar nameloos verdriet bleef zwij-
en verneemt na veel moeite dat die „iemand" handelt
in opdracht van den betaalmeester!
Hoogere ambtenaren waren hierbij niet betrokken
die zorgen, dat ze te voren reeds hun winst bin
nen hebben. Hiervan wordt het volgende staaltje
verhaald, dat door de boeken is bewezen. Een firma
heeft een vordering wegens een levering aan de re-
geering van 8000 dollars. De rekening wordt ter
goedkeuring ingediend.
„Het spijt ons zeer, deze rekening niet te kunnen
betalen," luidt het antwoord. „Maakt U van de
8000 20.000." Aldus geschiedt en de rekening
wordt prompt betaald met aftrek van de 35 procent
voor den betaalmeester, die de firma reeds in den prijs
had berekend, evenals 10 procent voor den departe-
ments-ambtenaar, die de opdracht had gegeven!
Dit systeem van „zaken-doen" heerscht alom. Zelfs
de kleinste kleinigheden worden niet versmaad. Er
wordt een klein onderdeel vereischt van een machine,
dat met 25 dollars ruim betaald is. De rekening is
reeds door drie personen goedgekeurd. Zij komt
dan bij den kapitein, onder wiens toezicht de machi
ne staat. Hij laat zeggen, dat de rekening 30 dollars
moet zijn. Om de nieuwe rekening niet nog eens al
die instanties te laten doorloopen, zendt men den ka
pitein de oude rekening met 5 dollars en klaar is
Kees.
Het spreekt wel vanzelf, dat zelfs het rijkste land
op den duur een dergelijk stelsel niet kan verdragen.
Het is echter zeer de vraag of Amerika wel het
aangewezen land is om in dezen Augiasstal als Her
cules op te treden!
STADSNIEUWS.
VERGADERING VAN ONDERWIJZERS
EN ONDERWIJZERESSEN
IN HEI ARRONDISSEMENT ALKMAAR.
Gisteren werü te Bergen in het hotel „De Rustende
Jager" de jaariijksche vergadering gehouden van ou
derwijzers en onderwijzeressen m het arrondisse
ment Alkmaar, 'onder leidmg van den arrondisse-
ments-schoolopziener Dr. A. R. van hattum.
De vergadering werd te ongeveer hall twaall dooi
den voorzitter geopend met een hartelijk woord van
welkom, in het bijzonder aan den districts-scnooiop-
ziener, den heer G. van Buijsen, en den heer J. A.
Verkuijl, voorzitter der afdeeling Alkmaar van Volks
onderwijs.
Als naar gewoonte gaf spreker een klein overzicht
van hetgeen er in het arrondissement in het afgeioo-
pen jaar is geschied, waarbij hij gelegenheid vond op
te merken, dat de werking van de Leerplichtwet in
1913 niet zoo gunstig is geweest als in 1912. Waren
er in dat jaar slechts 2 processen-verbaai uitgebracht,
in 1913 bedroeg dit aantal 17, waarvan er vele tegen
recidivisten, zoodat de veroordeelingen zijn geloopen
tot 20 boete en zelfs tot 4 dagen hechtenis.
Het aantal landbouwverloven is ook dit jaar weer
reusachtig; tot sprekers verwondering bedroeg het
zelfs in Alkmaar 20, in Bergen 25, Broek op Langen-
dijk 8, waarvan geen aan de openbare school, te Heer-
hugowaard 49, te Heilo 54, te Koedijk 7, te Nieuwe
Niedorp 7, te Oude Niedorp 1, te Obdam 3, te Oud
karspel 32, te Oudorp 12, te St. Pancras 2, te Noord-
scharwoude 19, te Zuid-Scharwoude 22, te Noord- en
Zuid-Schermer 4, te Schoorl 16, te Warmenhuizen 34
en geen enkel te Winkel. Te zamen dus een aantal van
ruim 300. Spreker hoopt dan ook van harte dat bin
nen niet te langen tijd deze verloven door de wet be
langrijk zullen worden bekort.
Met betrekking tot den cursus voor de hoofdacte te
Alkmaar deelt de voorzitter mede, dat zijne poging
van het vorige jaar om dezen cursus wat leven in te
blazen met succes is bekroond. De cursus, die verle
den jaar September met 20 deelnemers begon, telt er
nu nog evenveel, waarvan er 10 aan het examen voor
de hoofdacte zullen deelnemen.
gen, greep hij haar bij den arm en boog zich naar
voren, zoodat zij zijn heeten adem op haar gezicht
voelde. „Je weet er van afIn Godsnaam, moeder
wat is er van aan? Is er ook maar een grein waar
heid in al het gepraat en gemompel over de Fran
sche hoeve en het andere? Zeg 't mij. Want dan
wil ik de wijde wereld in loopen en mijn gezicht ver
bergen voor alle menschen en er mag mij beschimpen
wie wil, ik zal mij stil houden. Maar is het leugen
en schandelijke laster dan zal niemand levend blij
ven, die mij zoo iets voor de voeten gooit! Geef
antwoord
Zij maakte zich langzaam uit zijn greep los met de
waardigheid van groot leed, met de vastberadenheid,
die in een leven, rijk aan verdriet, in haar was ge
rijpt.
tiet werd doodstil op Schletten's deel. Toen Enno
Trina Döpke-vroeg voor de Schotsche drie, was geen
der aanwezigen over de beteekenis daarvan in twijfel.
En toen hij een dans voor zich alleen betaalde, dacht
men niet anders dan dat hij dien met Trina Döpke
zou dansen. Het was volgens het heerschend ge
bruik ongehoord, een beleediging, een slag in het aan
gezicht van zijn aanstaande bruid, om in dit oogen-
blik Anne Graveloh, de mandenmakers dochter, daar
voor te vragen.
Anne zelf ontstelde zoo zeer, dat het vroolijke lach
je op haar gezicht verdween.
„Enno Enno Brinkmeier maar maar dat
heeft toch geen haast, 'k Heb nu mijn werk. Op 'n
avond als er niets meer te doen is en als jij dan wilt
dan kunnen wij immers samen wel eens in het
rond zwaaien.
Hij drukte haar hand zoo vast, dat het haar pijn
deed. Je danst op staanden voet met mijDat is af
gesproken. Denk je, dat ik mij door jou voor de voe
ten wil laten werpen, dat ik mijn woord niet houd?"
„Daar denk ik niet over."
De tranen stonden haar in de oogen, terwijl hij
haar met geweld meetrok.
„Dit is geen tijd om te spreken over ongeluk en
schuld van vervlogen dagen. Ik weet niets, kan aan
niets denken in dit oogenblik dan aan de schuld en de
Dank zij de offervaardigheid der regeering zal de
cursus gelukkig geen noodlijdend bestaan behoeven
te leiden, daar de minister zal bevorderen, dat aan de
gemeente Alkmaar de cursus is een gemeentelijke
een subsidie daarvoor zal worden toegekend over
eenkomstig de gestelde voorwaarden.
Een woord van dank bracht spreker ook aan die
gemeentebesturen, die op zijn verzoek een jaarlijksch
bedrag voor dezen cursus hebben toegestaan en aldus
er toe hebben medegewerkt, dat deze cursus kan be-
staan.
In 't algemeen valt er, zei spreker, niet te klagen
over karigheid bij de gemeentebesturen, ten opzichte
van de uitgaven voor het onderwijs. Tot zijn spijt
kan hij er echter niet aan toevoegen, dat de salarissen
van velen der aanwezigen belangrijk waren ver
hoogd; hij had dat zoo gaarne gedaan.
Met des te meer genoegen spreekt de voorzitter het
echter hier uit, dat hij tot zijn vreugde heeft kunnen
constateeren, dat door velen, zoo niet door allen het
werk met opgewektheid en ijver wordt verricht.
Dit geeft hem vrijmoedigheid, om te wijzen op een
belangrijke fout die z. i. het onderwijs van velen aan
kleeft, een fout, waarover spreker een en ander
wenscht te zeggen, zonder dat daarover op deze ver
gadering debat wordt gevoerd. Spr. bedoelt het ge
bruik van het schoolbord als werktafel voor het kind.
Vrij uitvoerig schetst spreker de bezwaren en na
deden van het schrijven voor den leerling vooral
van die der laagste klassen op het schoolbord, waar
bij hij concludeert, dat alle tijd daarvoor besteed ver
loren tijd is.
Alles wat de kinderen moeten opschrijven, ook tij
dens de mondelinge lessen, moet, meent spreker, door
allen op papier gebeuren, dat ieder kind voor zich
heeft; de heele klasse is dan bezig, en niet één leer
ling, de heele klasse zal er de aandacht bij hebben.
Het bord is alleen voor den onderwijzer, die echter in
alles wat hij op dat bord schrijft of teekent, netheid
dient te betrachten, daar niets zoo goed werkt als het
voorbeeld.
Alleen waar een onderwijzer drie klassen voor zijn
rekening heeft, daar kan het geval zich voordoen, dat
men een der beste leerlingen wat laat opschrijven, om
tijd te winnen. Maar overigens, zei spr., is het bord
contrabande voor den leerling.
Aan het slot van deze opmerking sprak de voorzit
ter de hoop uit, dat wat hij had gezegd door de aan
wezigen eens zou worden overdacht.
Daarna verklaarde hij de vergadering geopend en
noodigde hij den heer Sam Swaap van Amsterdam ,uit
de vergadering te vergasten op zijn vioolvoordracht.
De heer Swaap speelde daarop, begeleid door mej.
O. Blom, de D.-dur sonate van Handel, waarvoor de
vergadering met luid applaus dankte.
Daarna werden de notulen der vorige vergadering
gelezen, en was aan de orde de verkiezing van twee
bestuursleden. Periodiek traden af de heeren Reizi
ger en Ditmars, die echter bij acclamatie werden her
benoemd.
Vervolgens werd tot ongeveer 2 uur gepauseerd.
Na de pauze trad allereerst een gemengd zang
koor uit Alkmaar op, onder leiding van den heer H.
Lindeboom van Amsterdam. Met veel succes zong
men een vijftal liederen, n.l.: „Salve Regina", van
Oberhoffer, „Wiegenlied," „Frühlingssymphonie,"
„Maienlust" en „Het liedje van den Bergenaar", alle
van Ph. Loots. De voorzitter bracht den heer Linde
boom en de zangers en zangeressen zijn welgemeen-
den dank.
Thans werd het woord gegeven aan den heer P.
B. van Don, van Bergen, voor zijn inleiding over de
Frithiof-sage, naar aanleiding van de onthulling van
het door Keizer Wilhelm II geschonken standbeeld,
geplaatst aan den fjord te Bergen in Noorwegen.
Na de beteekenis van deze oude sage voor de Noor-
sche letterkunde te hebben aangetoond, gaf spreker
een kort overzicht van den romantieken inhoud, ter
wijl hij besloot met de voordracht van een der
schoonste fragmenten uit het werk.
ellende, die mijn zoon vandaag op zich geladen heeft.
Ik loop naar de Schlettens. Ik wil Wilm Döpke zien.
Kan er nog wat terecht gebracht worden, dan wil ik
dat terecht brengen. Houd je stil! Je bent op 't
oogenblik geen meester over je verstand. Blijf stil!
Ik zal je het antwoord op je vragen niet weigeren, 't
zal oprecht en waar zijn. Maar laat mij op dit oogen
blik met rust."
Zij gunde zich geen tijd om haar Zondagsche japon
aan te trekken, zij streek slechts den opgenomen rok
naar beneden, trok het blauwe keurslijf glad en liep
de verlaten dorpstraat af. De weg zwom voor haar
oogen. Haar hart klopte zoo hevig, dat zij bij Schlet
ten's brug diep ademhalend moest blijven staan. Het
was niet goed een hart te hebben, dacht zij, als men
tussciien de Brinkmeiers leefde. Zij trapten er op,
braken het, de vader en de zoons.
Daar lag de hoeve der Schlettens. De feestlichten
in de keuken en op de deel waren uit. Slechts één
raam van een kamer was nog verlicht. Alheid be
proefde de deur te openen. Die was gegrendeld. Zij
klopte. Voetstappen naderden. De bovenste helft
werd weggeslagen. Meike Schletten, de boerin, keek
naar buiten.
Alheid snakte naar adem. „Wilm Döpke? Zij
vertellen Ik ben hierheen geloopen Hoe is het
met Wilm Döpke?"
Meike Schletten fronste het voorhoofd. „Hij is slim
toegetakeld. Zijn hoofd is opgezwollen, en zijn rech
terarm kan hij bijna niet opbeuren."
„Hij is levend!" Er lag zulk een juichtoon in
dezen kreet, dat het de boerin bijna ontroerde:
„Neen, Alheid Brinkmeier, zijn kwetsuren zijn God
dank niet zoo erg om er aan dood te gaan. Hij staat
er zelfs op, dat het trouwen morgen toch zal door
gaan. Maar dat kan ik je wel zeggen: voor jouw ben
gel staat het er slim bij. Grootvader en Luerke Voss
schrijven al aan een advocaat."
Zij maakte geen aanstalten om de onderdeur te ope
nen. Alheid stond voor de gesloten deur, als een
deemoedige boetedoenster.
„Laten ze dat niet doen, meike," smeekte zij zacht!
Laat mij binnenkomen en met je schoonzoon een
Daarna trad nog eenmaal de heer Swaap op. Hij
speelde nu „Andantino" van Padre Martini Kreisler,
„Chanson et parane" van Couperin-Kreisler en „Sére-
nade" van Piemé, waarvoor hem een stormachtig ap
plaus ten deel viel.
De voorzitter bracht hem en mej. Blom daaro jog
eens bijzonder dank voor hunne welwillende de-
werking op deze vergadering.
Bij de rondvraag sprak de heer C. J. Reizig en
woord van waardeering tot den voorzitter vt de
wijze, waarop deze vergadering door den voorzitter
niet alleen was geleid, doch ook werd voorbereid.
Daarna werd de vergadering, die door ongeveer
200 personen was bezocht, gesloten.
VEREENIGING VAN DEN ALKMAARSCHEN
HANDELDRIJVENDEN EN INDUSTRIEELEN
MIDDENSTAND.
Gisteravond vergaderde in café „Central" boven
genoemde vereeniging. De opkomst was niet schitte
rend
De voorzitter, de heer J. Cloeck, opende de vergade
ring en zeide, dat het heden de dag is waarop vóór
11 jaar deze vereeniging werd opgericht Hij ging
na wat er in den loop dezer jaren gedaan is, en her
dacht met waardeering den aftredenden voorzitter,
den heer W. van Vuure, die om gezondheidsredenen
den hamer moest neerleggen. Spreker wil de mid-
denstandsvereeniging op koopmanswijze leiden, de
vereeniging moet hem nemen zooals hij is. Zijn doel
is te zorgen voor betere grondstoffen, d.w.z. men
moet naar betere middelen zoeken voor den Midden
stand, om dezen vooruit te helpen. Dan moet er ko
men loonsverhooging, d.w.z., dat men de menschen
die voor de vereeniging zullen werken, ook zal beta
len. En ten slotte moet men betere prijzen bedingen,
zoodat contributieverlaging van spreker niet te ver
wachten is. Zijn voorbeeld zal zijn, de Nijmeegsche
Handelsvereeniging, die hooge contributie heft, maar
veel voor de leden doet, die gratis de leden rechts
kundig advies verstrekt, gratis informatie geeft en in
casseert, vakonderwijs geeft, enz.
De Middenstand, aldus besloot spreker, kan zich
toetsen aan de offervaardigheid en solidariteit der ar
beiders, die veel offeren voor hunne klasse altijd
op de bres staan voor onze belangen, ziedaar onze
taak.
Door den secretaris, den heer G. Groot, werd me
degedeeld, dat door hem aan de Tweede Kamer is ge
zonden een adhaesiebetuiging op het bekende wets
ontwerp van den heer Aalberse in zake de oneerlijke
concurrentie
De voorzitter deelde mede, dat 2 leden van het be
stuur een onderhoud hebben gehad met het bestuur
der middenstand-Credietbank van de afdeeling der
zustervereeniging „De Hanze."
De uitkomsten van dit onderhoud werden medege
deeld en daaruit bleek, dat deze Bank in een behoefte
voorzite en uitstekend werkt, zij geniet als spaarbank
een groot vertrouwen, en als Credietbank helpt zij
vele middenstanders aan kapitaal.
Waar nu, aldus de voorzitter, zoo de zaak staat,
wordt het ook voor ons tijd een dergelijke Bank op te
richten. Hij stelde voor te besluiten, dat de vergade
ring het bestuur machtiging zou verleenen een com
missie te benoemen van kapitaalkrachtige personen,
die de noodige stappen zullen doen tot oprichting
eener Middenstands Credietbank. Aldus werd beslo
ten.
Het punt benoemen van afgevaardigden naar het
Middenstandscongres te Dordrecht deed de voorzitter
opsommen de verschillende belangrijke punten die
daar behandeld worden, o. a. „het chèque- en giro-
verkeer," „de reclame in dienst van den Midden
stand", „snel en goedkoop recht", enz.
De uitslag der stemming was, dat in herstemming
kwamen de heeren Fortuin, W. v. d. Veen, Cloeck,
Fenijn en Trijbetz. De heeren v. d. Feen en Fenijn
wenschten niet in aanmerking te komen. Tot afge
vaardigden werden gekozen de heeren Fortuin en
Cloeck, tot plaatsvervanger de heer L. Trijbetz.
woordje spreken."
„Daar zal hij wel geen ooren naar hebben" ant
woordde de boerin hard.
„Laat mij het beproeven," hield Alheid vol. Je
hebt ook kinderen Meike. Moet mijn zoon in c ge
vangenis ongelukkig worden, omdat hij een m in
een kwaad oogenblik zichzelf vergeten heeft?"
„Je hadt hem zijn opvliegendheid bijtijds rs ai
afleeren."
Alheid liet het hoofd zinken. „Er zijn dingen, die
niet in onze macht liggen. Je weet 't, slecht gezind
ben ik nooit geweest en ik heb mijn levenlang door
zware dingen moeten gaan. Ter wille van onzen lie
ven Heer, doe de deur open, Meike! Laat mij met
Wilm Döpke spreken."
De boerin schoof nu den grendel weg. Het was
waarheid. Zij, die hier smeekend stond had niemand
in de kolonie met opzet een kwaad uur bezorgd. En
op rozen was zij ook niet door 't leven gedanst.
„Omdat jij het bent. Ik weet immers, dat jij het niet
helpen kunt."
„Hij ook niet," antwoordde Alheid zacht „Het is
het bloed."
Zij volgde de boerin naar de keuken, waar het vuur
onder den waterketel half uitgedoofd smeulde en de
bloemenguirlandes langs de muren een bedwelmen
den geur verspreiden. Op de sofa in de kleine kamer
lag Wilm Döpke, half ontkleed, met verbonden hoofd,
den schouder in natte doeken gepakt tusschen kussens
en bedden. In het groote vertrek aan den anderen
kant van de keuken stelden grootvader Schletten, Lu
erke Voss en de boer met den zoon des huizes de aan
gifte aan den officier van justitie op. Annmarei
was alleen bij den bruidegom. Zij sperde
haar oogen wijd open, toen zij zag wie binnentrad.
Jij?! Dat is onbeschaamd!"
„Angst maakt onbeschaamd, Annmarei. Ti Hoop,
dat je dat nooit zult ondervinden. Angst heeft mij
hierheen gedreven. Maar nu ik je zie, Wilm Döpke,
nu is 't mij al veel lichter om 't hart." Zij hief haar
als tot een gebed gevouwen handen omhoog. „Maak
mijn Enno niet ongelukkig!"
(Wordt vervolgd.)
ALKMAARS
COURANT.