DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN, No. 161 Honderd en zestiende jaargang. 1914 VRIJDAG 10 JULI. FEUILLETON. De Fransche Hoeve. ALKMAAR, 10 Juli. Eenige jaren geleden spraken we op reis een Ne derlander, die in Mexiko woonde. Hij vertelde won derlijke dingen van het rijk, dat destijds nog door Porfirio Diaz werd bestuurd. Hij sprak in het bij zonder over de eigenaardigheid der Mexikanen om de zaken grootsch op te zetten en dan slechts half te vol brengen. In het bijzonder herinneren we ons een ver haal over kostbare indrukwekkende tentoonstellings gebouwen, die nimmer voltooid werden en waarin dan ook nog nooit een expositie werd gehouden. Aan dat verhaal werden we vanochtend herinnerd bij het lezen van een correspondentie uit Mexiko in een der Duitsche bladen. Wat onze landgenoot des tijds betoogde, vonden wij geheel in deze correspon dentie terug hetzelfde stelsel, van groot-doen en halfheid, enkel met andere voorbeelden toegelicht. In een park van Mexiko staat een nationale opera, half-voltooid. Het gebouw, opgetrokken uit staal, marmer en brons, heeft 20 millioen peseta's d. i. 10 millioen gulden gekost. De machinerie voor het tooneel, welke reeds geplaatst werd vóór het ge bouw onder dak was en dit is het trouwens nóg niet heeft alleen reeds 50.000 gulden gekost. Het gebouw zou iets bijzonders worden. Er was 24 mil lioen gulden voor uitgetrokken. Maar op een goe den dag was er geen geld meer, het werk werd ge staakt. Nu is het nog altijd bezig te vergaan. Vol tooid kan het nooit meer worden in het midden is het een meter naar beneden gezakt. Nog erger is het gesteld met een nieuw parlementsgebouw, waar van de staalconstructie hoogop rijst en roest. De correspondent vertelt grappige staaltjes van de wijze, waarop er in Mexiko regeeringszaken worden gedaan. Het is zes uur in den morgen, zegt hij. In de wachtkamer van den voorloopigen president Huerta zitten eenige menschen, die hem dringend moeten spreken. Zij zijn fortuinlijk vandaag. De president komt juist thuis, en is in staat menschen te ontvan gen, nadat hij gauw door een groot glas cognac leeg te drinken zijn toilet heeft gemaakt het staatshoofd heeft den nacht doorgebracht in een auto, welke hij op straat heeft aangeroepen. Onder de wachtenden bevinden zich drie ministers, die reeds gepoogd heb ben den president te spreken te krijgen. Ook van daag moeten ze nog een tijdje wachten, want onder de aanwezigen bevindt zich een familielid van Huer ta en die gaat natuurlijk voor! De man is bouwon dernemer. Hij heeft, dank zij zijn goede betrekkinen tot de regeering, opdracht gekregen, straten en wegen te herstellen. Hij heeft de opdracht inderdaad uit gevoerd en dus ook werkelp uitgaven gedaan, want alle tien dagen heeft hij zijn werklieden hun loon ge geven. De vorderingen, welke hij deswege van den staat heeft, zijn door alle betrokken afdeelingen van het ministerie voor verkeerswegen goedgekeurd, maar zijn geld heeft hij nog niet kunnen krijgen. Hij klaagt daarover bij den president, die hem antwoordt: „Maar natuurlijk, je moet dadelijk je geld hebben." De man ontvangt een mandaat, de minister van fi nanciën zegt dat hij zijn geld dadelijk kan krijgen en geeft hem een briefje mee voor den betaalmeester. De bouwondernemer toont dezen het mandaat en het briefje, maar de ambtenaar haar zijn schouders op hij heeft geen geld. De schuldeischer zou de volgen de week 4000 dollars kunnen krijgen en de daarop volgende week de rest. Dat zei de betaalmeester om 11 uur '8 ochtends. Om 1 uur komt de bouwonder nemer thuis en vindt daar een telegram van iemand, die seint, dat hij het geld onmiddellijk kan krijgen, mits hij 35 procent als honorarium wil geven. De bouwondernemer stelt onmiddellijk een onderzoek in Roman naar het Duitsch, van LOUISE WESTKIRCH. 13) o „Hoor je mij? Doe open." Hij drukte zijn hand op den mond en zweeg. „Je moeder staat voor de deur, Enno. Doe open!" Toen schoof hij wrevelig de kist weg. „Wat wil je van mij, moeder?" Met oogen, die groot waren van angst, beschouwde zij hem. Ja, zijn feestkleedij was gescheurd en be vuild Op zijn gelaat stond het ongeluk. „Waarom ben je al terug?" Nu steeg de toom hem weer woest naar het hoofd. Als zij hem niet met rast liet, dan moest zij ook maar hooren, wat haar g;een plezier zou doen. ,,'k Heb Wilm Döpke van de beenen geslagen." „Van de beenen geslagen? Annmarie Schletten haar bruidegom? 1" Zij kon nauwelijks spreken, zoo beefden haar lippen. „Heeft hij er erg van langs ge kregen „Ik geloof wel." Zij schreeuwde het uit. „Hij is dood Daar had Enno nog niet aan gedacht. Nu zag hij plotseling het kalkwitte gezicht en den slap neer hangenden arm van Wilm Döpke, toen hij op den grond lag, voor zich. „Ik weet het niet." zei hij norsch. Alheid's angstig opgeheven handen vielen slap langs haar neer. „Mijn zoon een manslag begaan? Waarom? O, God in den hemel, waarom?" „Hij heeft ons Brinkmeiers beklad en beschimpt!" riep Enno. „Hij heeft mij voor jongen van de Fran sche hoeve uitgescholden! Voor Trina Döpke haar ooreu! Jongen van de Fransche hoeve! Ge weet wel wat dat zeggen wil. Moeder ik kon niet anders." En toen zij in haar nameloos verdriet bleef zwij- en verneemt na veel moeite dat die „iemand" handelt in opdracht van den betaalmeester! Hoogere ambtenaren waren hierbij niet betrokken die zorgen, dat ze te voren reeds hun winst bin nen hebben. Hiervan wordt het volgende staaltje verhaald, dat door de boeken is bewezen. Een firma heeft een vordering wegens een levering aan de re- geering van 8000 dollars. De rekening wordt ter goedkeuring ingediend. „Het spijt ons zeer, deze rekening niet te kunnen betalen," luidt het antwoord. „Maakt U van de 8000 20.000." Aldus geschiedt en de rekening wordt prompt betaald met aftrek van de 35 procent voor den betaalmeester, die de firma reeds in den prijs had berekend, evenals 10 procent voor den departe- ments-ambtenaar, die de opdracht had gegeven! Dit systeem van „zaken-doen" heerscht alom. Zelfs de kleinste kleinigheden worden niet versmaad. Er wordt een klein onderdeel vereischt van een machine, dat met 25 dollars ruim betaald is. De rekening is reeds door drie personen goedgekeurd. Zij komt dan bij den kapitein, onder wiens toezicht de machi ne staat. Hij laat zeggen, dat de rekening 30 dollars moet zijn. Om de nieuwe rekening niet nog eens al die instanties te laten doorloopen, zendt men den ka pitein de oude rekening met 5 dollars en klaar is Kees. Het spreekt wel vanzelf, dat zelfs het rijkste land op den duur een dergelijk stelsel niet kan verdragen. Het is echter zeer de vraag of Amerika wel het aangewezen land is om in dezen Augiasstal als Her cules op te treden! STADSNIEUWS. VERGADERING VAN ONDERWIJZERS EN ONDERWIJZERESSEN IN HEI ARRONDISSEMENT ALKMAAR. Gisteren werü te Bergen in het hotel „De Rustende Jager" de jaariijksche vergadering gehouden van ou derwijzers en onderwijzeressen m het arrondisse ment Alkmaar, 'onder leidmg van den arrondisse- ments-schoolopziener Dr. A. R. van hattum. De vergadering werd te ongeveer hall twaall dooi den voorzitter geopend met een hartelijk woord van welkom, in het bijzonder aan den districts-scnooiop- ziener, den heer G. van Buijsen, en den heer J. A. Verkuijl, voorzitter der afdeeling Alkmaar van Volks onderwijs. Als naar gewoonte gaf spreker een klein overzicht van hetgeen er in het arrondissement in het afgeioo- pen jaar is geschied, waarbij hij gelegenheid vond op te merken, dat de werking van de Leerplichtwet in 1913 niet zoo gunstig is geweest als in 1912. Waren er in dat jaar slechts 2 processen-verbaai uitgebracht, in 1913 bedroeg dit aantal 17, waarvan er vele tegen recidivisten, zoodat de veroordeelingen zijn geloopen tot 20 boete en zelfs tot 4 dagen hechtenis. Het aantal landbouwverloven is ook dit jaar weer reusachtig; tot sprekers verwondering bedroeg het zelfs in Alkmaar 20, in Bergen 25, Broek op Langen- dijk 8, waarvan geen aan de openbare school, te Heer- hugowaard 49, te Heilo 54, te Koedijk 7, te Nieuwe Niedorp 7, te Oude Niedorp 1, te Obdam 3, te Oud karspel 32, te Oudorp 12, te St. Pancras 2, te Noord- scharwoude 19, te Zuid-Scharwoude 22, te Noord- en Zuid-Schermer 4, te Schoorl 16, te Warmenhuizen 34 en geen enkel te Winkel. Te zamen dus een aantal van ruim 300. Spreker hoopt dan ook van harte dat bin nen niet te langen tijd deze verloven door de wet be langrijk zullen worden bekort. Met betrekking tot den cursus voor de hoofdacte te Alkmaar deelt de voorzitter mede, dat zijne poging van het vorige jaar om dezen cursus wat leven in te blazen met succes is bekroond. De cursus, die verle den jaar September met 20 deelnemers begon, telt er nu nog evenveel, waarvan er 10 aan het examen voor de hoofdacte zullen deelnemen. gen, greep hij haar bij den arm en boog zich naar voren, zoodat zij zijn heeten adem op haar gezicht voelde. „Je weet er van afIn Godsnaam, moeder wat is er van aan? Is er ook maar een grein waar heid in al het gepraat en gemompel over de Fran sche hoeve en het andere? Zeg 't mij. Want dan wil ik de wijde wereld in loopen en mijn gezicht ver bergen voor alle menschen en er mag mij beschimpen wie wil, ik zal mij stil houden. Maar is het leugen en schandelijke laster dan zal niemand levend blij ven, die mij zoo iets voor de voeten gooit! Geef antwoord Zij maakte zich langzaam uit zijn greep los met de waardigheid van groot leed, met de vastberadenheid, die in een leven, rijk aan verdriet, in haar was ge rijpt. tiet werd doodstil op Schletten's deel. Toen Enno Trina Döpke-vroeg voor de Schotsche drie, was geen der aanwezigen over de beteekenis daarvan in twijfel. En toen hij een dans voor zich alleen betaalde, dacht men niet anders dan dat hij dien met Trina Döpke zou dansen. Het was volgens het heerschend ge bruik ongehoord, een beleediging, een slag in het aan gezicht van zijn aanstaande bruid, om in dit oogen- blik Anne Graveloh, de mandenmakers dochter, daar voor te vragen. Anne zelf ontstelde zoo zeer, dat het vroolijke lach je op haar gezicht verdween. „Enno Enno Brinkmeier maar maar dat heeft toch geen haast, 'k Heb nu mijn werk. Op 'n avond als er niets meer te doen is en als jij dan wilt dan kunnen wij immers samen wel eens in het rond zwaaien. Hij drukte haar hand zoo vast, dat het haar pijn deed. Je danst op staanden voet met mijDat is af gesproken. Denk je, dat ik mij door jou voor de voe ten wil laten werpen, dat ik mijn woord niet houd?" „Daar denk ik niet over." De tranen stonden haar in de oogen, terwijl hij haar met geweld meetrok. „Dit is geen tijd om te spreken over ongeluk en schuld van vervlogen dagen. Ik weet niets, kan aan niets denken in dit oogenblik dan aan de schuld en de Dank zij de offervaardigheid der regeering zal de cursus gelukkig geen noodlijdend bestaan behoeven te leiden, daar de minister zal bevorderen, dat aan de gemeente Alkmaar de cursus is een gemeentelijke een subsidie daarvoor zal worden toegekend over eenkomstig de gestelde voorwaarden. Een woord van dank bracht spreker ook aan die gemeentebesturen, die op zijn verzoek een jaarlijksch bedrag voor dezen cursus hebben toegestaan en aldus er toe hebben medegewerkt, dat deze cursus kan be- staan. In 't algemeen valt er, zei spreker, niet te klagen over karigheid bij de gemeentebesturen, ten opzichte van de uitgaven voor het onderwijs. Tot zijn spijt kan hij er echter niet aan toevoegen, dat de salarissen van velen der aanwezigen belangrijk waren ver hoogd; hij had dat zoo gaarne gedaan. Met des te meer genoegen spreekt de voorzitter het echter hier uit, dat hij tot zijn vreugde heeft kunnen constateeren, dat door velen, zoo niet door allen het werk met opgewektheid en ijver wordt verricht. Dit geeft hem vrijmoedigheid, om te wijzen op een belangrijke fout die z. i. het onderwijs van velen aan kleeft, een fout, waarover spreker een en ander wenscht te zeggen, zonder dat daarover op deze ver gadering debat wordt gevoerd. Spr. bedoelt het ge bruik van het schoolbord als werktafel voor het kind. Vrij uitvoerig schetst spreker de bezwaren en na deden van het schrijven voor den leerling vooral van die der laagste klassen op het schoolbord, waar bij hij concludeert, dat alle tijd daarvoor besteed ver loren tijd is. Alles wat de kinderen moeten opschrijven, ook tij dens de mondelinge lessen, moet, meent spreker, door allen op papier gebeuren, dat ieder kind voor zich heeft; de heele klasse is dan bezig, en niet één leer ling, de heele klasse zal er de aandacht bij hebben. Het bord is alleen voor den onderwijzer, die echter in alles wat hij op dat bord schrijft of teekent, netheid dient te betrachten, daar niets zoo goed werkt als het voorbeeld. Alleen waar een onderwijzer drie klassen voor zijn rekening heeft, daar kan het geval zich voordoen, dat men een der beste leerlingen wat laat opschrijven, om tijd te winnen. Maar overigens, zei spr., is het bord contrabande voor den leerling. Aan het slot van deze opmerking sprak de voorzit ter de hoop uit, dat wat hij had gezegd door de aan wezigen eens zou worden overdacht. Daarna verklaarde hij de vergadering geopend en noodigde hij den heer Sam Swaap van Amsterdam ,uit de vergadering te vergasten op zijn vioolvoordracht. De heer Swaap speelde daarop, begeleid door mej. O. Blom, de D.-dur sonate van Handel, waarvoor de vergadering met luid applaus dankte. Daarna werden de notulen der vorige vergadering gelezen, en was aan de orde de verkiezing van twee bestuursleden. Periodiek traden af de heeren Reizi ger en Ditmars, die echter bij acclamatie werden her benoemd. Vervolgens werd tot ongeveer 2 uur gepauseerd. Na de pauze trad allereerst een gemengd zang koor uit Alkmaar op, onder leiding van den heer H. Lindeboom van Amsterdam. Met veel succes zong men een vijftal liederen, n.l.: „Salve Regina", van Oberhoffer, „Wiegenlied," „Frühlingssymphonie," „Maienlust" en „Het liedje van den Bergenaar", alle van Ph. Loots. De voorzitter bracht den heer Linde boom en de zangers en zangeressen zijn welgemeen- den dank. Thans werd het woord gegeven aan den heer P. B. van Don, van Bergen, voor zijn inleiding over de Frithiof-sage, naar aanleiding van de onthulling van het door Keizer Wilhelm II geschonken standbeeld, geplaatst aan den fjord te Bergen in Noorwegen. Na de beteekenis van deze oude sage voor de Noor- sche letterkunde te hebben aangetoond, gaf spreker een kort overzicht van den romantieken inhoud, ter wijl hij besloot met de voordracht van een der schoonste fragmenten uit het werk. ellende, die mijn zoon vandaag op zich geladen heeft. Ik loop naar de Schlettens. Ik wil Wilm Döpke zien. Kan er nog wat terecht gebracht worden, dan wil ik dat terecht brengen. Houd je stil! Je bent op 't oogenblik geen meester over je verstand. Blijf stil! Ik zal je het antwoord op je vragen niet weigeren, 't zal oprecht en waar zijn. Maar laat mij op dit oogen blik met rust." Zij gunde zich geen tijd om haar Zondagsche japon aan te trekken, zij streek slechts den opgenomen rok naar beneden, trok het blauwe keurslijf glad en liep de verlaten dorpstraat af. De weg zwom voor haar oogen. Haar hart klopte zoo hevig, dat zij bij Schlet ten's brug diep ademhalend moest blijven staan. Het was niet goed een hart te hebben, dacht zij, als men tussciien de Brinkmeiers leefde. Zij trapten er op, braken het, de vader en de zoons. Daar lag de hoeve der Schlettens. De feestlichten in de keuken en op de deel waren uit. Slechts één raam van een kamer was nog verlicht. Alheid be proefde de deur te openen. Die was gegrendeld. Zij klopte. Voetstappen naderden. De bovenste helft werd weggeslagen. Meike Schletten, de boerin, keek naar buiten. Alheid snakte naar adem. „Wilm Döpke? Zij vertellen Ik ben hierheen geloopen Hoe is het met Wilm Döpke?" Meike Schletten fronste het voorhoofd. „Hij is slim toegetakeld. Zijn hoofd is opgezwollen, en zijn rech terarm kan hij bijna niet opbeuren." „Hij is levend!" Er lag zulk een juichtoon in dezen kreet, dat het de boerin bijna ontroerde: „Neen, Alheid Brinkmeier, zijn kwetsuren zijn God dank niet zoo erg om er aan dood te gaan. Hij staat er zelfs op, dat het trouwen morgen toch zal door gaan. Maar dat kan ik je wel zeggen: voor jouw ben gel staat het er slim bij. Grootvader en Luerke Voss schrijven al aan een advocaat." Zij maakte geen aanstalten om de onderdeur te ope nen. Alheid stond voor de gesloten deur, als een deemoedige boetedoenster. „Laten ze dat niet doen, meike," smeekte zij zacht! Laat mij binnenkomen en met je schoonzoon een Daarna trad nog eenmaal de heer Swaap op. Hij speelde nu „Andantino" van Padre Martini Kreisler, „Chanson et parane" van Couperin-Kreisler en „Sére- nade" van Piemé, waarvoor hem een stormachtig ap plaus ten deel viel. De voorzitter bracht hem en mej. Blom daaro jog eens bijzonder dank voor hunne welwillende de- werking op deze vergadering. Bij de rondvraag sprak de heer C. J. Reizig en woord van waardeering tot den voorzitter vt de wijze, waarop deze vergadering door den voorzitter niet alleen was geleid, doch ook werd voorbereid. Daarna werd de vergadering, die door ongeveer 200 personen was bezocht, gesloten. VEREENIGING VAN DEN ALKMAARSCHEN HANDELDRIJVENDEN EN INDUSTRIEELEN MIDDENSTAND. Gisteravond vergaderde in café „Central" boven genoemde vereeniging. De opkomst was niet schitte rend De voorzitter, de heer J. Cloeck, opende de vergade ring en zeide, dat het heden de dag is waarop vóór 11 jaar deze vereeniging werd opgericht Hij ging na wat er in den loop dezer jaren gedaan is, en her dacht met waardeering den aftredenden voorzitter, den heer W. van Vuure, die om gezondheidsredenen den hamer moest neerleggen. Spreker wil de mid- denstandsvereeniging op koopmanswijze leiden, de vereeniging moet hem nemen zooals hij is. Zijn doel is te zorgen voor betere grondstoffen, d.w.z. men moet naar betere middelen zoeken voor den Midden stand, om dezen vooruit te helpen. Dan moet er ko men loonsverhooging, d.w.z., dat men de menschen die voor de vereeniging zullen werken, ook zal beta len. En ten slotte moet men betere prijzen bedingen, zoodat contributieverlaging van spreker niet te ver wachten is. Zijn voorbeeld zal zijn, de Nijmeegsche Handelsvereeniging, die hooge contributie heft, maar veel voor de leden doet, die gratis de leden rechts kundig advies verstrekt, gratis informatie geeft en in casseert, vakonderwijs geeft, enz. De Middenstand, aldus besloot spreker, kan zich toetsen aan de offervaardigheid en solidariteit der ar beiders, die veel offeren voor hunne klasse altijd op de bres staan voor onze belangen, ziedaar onze taak. Door den secretaris, den heer G. Groot, werd me degedeeld, dat door hem aan de Tweede Kamer is ge zonden een adhaesiebetuiging op het bekende wets ontwerp van den heer Aalberse in zake de oneerlijke concurrentie De voorzitter deelde mede, dat 2 leden van het be stuur een onderhoud hebben gehad met het bestuur der middenstand-Credietbank van de afdeeling der zustervereeniging „De Hanze." De uitkomsten van dit onderhoud werden medege deeld en daaruit bleek, dat deze Bank in een behoefte voorzite en uitstekend werkt, zij geniet als spaarbank een groot vertrouwen, en als Credietbank helpt zij vele middenstanders aan kapitaal. Waar nu, aldus de voorzitter, zoo de zaak staat, wordt het ook voor ons tijd een dergelijke Bank op te richten. Hij stelde voor te besluiten, dat de vergade ring het bestuur machtiging zou verleenen een com missie te benoemen van kapitaalkrachtige personen, die de noodige stappen zullen doen tot oprichting eener Middenstands Credietbank. Aldus werd beslo ten. Het punt benoemen van afgevaardigden naar het Middenstandscongres te Dordrecht deed de voorzitter opsommen de verschillende belangrijke punten die daar behandeld worden, o. a. „het chèque- en giro- verkeer," „de reclame in dienst van den Midden stand", „snel en goedkoop recht", enz. De uitslag der stemming was, dat in herstemming kwamen de heeren Fortuin, W. v. d. Veen, Cloeck, Fenijn en Trijbetz. De heeren v. d. Feen en Fenijn wenschten niet in aanmerking te komen. Tot afge vaardigden werden gekozen de heeren Fortuin en Cloeck, tot plaatsvervanger de heer L. Trijbetz. woordje spreken." „Daar zal hij wel geen ooren naar hebben" ant woordde de boerin hard. „Laat mij het beproeven," hield Alheid vol. Je hebt ook kinderen Meike. Moet mijn zoon in c ge vangenis ongelukkig worden, omdat hij een m in een kwaad oogenblik zichzelf vergeten heeft?" „Je hadt hem zijn opvliegendheid bijtijds rs ai afleeren." Alheid liet het hoofd zinken. „Er zijn dingen, die niet in onze macht liggen. Je weet 't, slecht gezind ben ik nooit geweest en ik heb mijn levenlang door zware dingen moeten gaan. Ter wille van onzen lie ven Heer, doe de deur open, Meike! Laat mij met Wilm Döpke spreken." De boerin schoof nu den grendel weg. Het was waarheid. Zij, die hier smeekend stond had niemand in de kolonie met opzet een kwaad uur bezorgd. En op rozen was zij ook niet door 't leven gedanst. „Omdat jij het bent. Ik weet immers, dat jij het niet helpen kunt." „Hij ook niet," antwoordde Alheid zacht „Het is het bloed." Zij volgde de boerin naar de keuken, waar het vuur onder den waterketel half uitgedoofd smeulde en de bloemenguirlandes langs de muren een bedwelmen den geur verspreiden. Op de sofa in de kleine kamer lag Wilm Döpke, half ontkleed, met verbonden hoofd, den schouder in natte doeken gepakt tusschen kussens en bedden. In het groote vertrek aan den anderen kant van de keuken stelden grootvader Schletten, Lu erke Voss en de boer met den zoon des huizes de aan gifte aan den officier van justitie op. Annmarei was alleen bij den bruidegom. Zij sperde haar oogen wijd open, toen zij zag wie binnentrad. Jij?! Dat is onbeschaamd!" „Angst maakt onbeschaamd, Annmarei. Ti Hoop, dat je dat nooit zult ondervinden. Angst heeft mij hierheen gedreven. Maar nu ik je zie, Wilm Döpke, nu is 't mij al veel lichter om 't hart." Zij hief haar als tot een gebed gevouwen handen omhoog. „Maak mijn Enno niet ongelukkig!" (Wordt vervolgd.) ALKMAARS COURANT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1914 | | pagina 1