lUWU COURANT,
Woensdag 11 lu't.
BUITENLAND.
DUITSCHLAND. Volgens een officiëele opgave,
zal de buitengewone heffing van inkomen en vermo
gen voor het leger in Pruisen alleen 361.800.000 op
brengen.
Drie jonge dames uit Kopenhagen, die in het
Deensche verenigingsgebouw te Sonderburg, in
Sleeswijk-Holstein, intrek hadden genomen, kregen
van de politie aanzegging, dat gebouw onverwijld te
verlaten, aangezien zij anders over de grens gezet
zouden worden. Verder zou haar medegedeeld zijn,
dat Deensche toeristen zich van nu af aan ten hoogste
acht dagen in de Noordwestelijke kreitsen mogen op
houden. Een andere Deensche dame moet ook, onder
bedreiging met uitzetting, bevel hebben gekregen, er-
geus anders haar intrek te nemen.
Het Tageblatt zegt dat de sluier, welke er tot
dusverre over de legerbelasting lag, langzamerhand
wordt opgelicht dat deze belasting een groote te
leurstelling heeft gebracht. De opbrengst is lang
niet zoo groot als werd verwacht.
Het blad zegt verder, dat de groote steden voor het
platteland hebben moeten betalen en dat de agrari
sche politiek weer een mooi voordeeltje heeft be
haald.
FRANKRIJK. De Kamer nam gisteren met 348
tegen 206 stemmen het artikel van een wetsontwerp
aan, waarbij de minister van Oorlog gemachtigd
wordt tot een uitgave van 194% millioen, te verdee-
len over vier jaar en noodzakelijk voor de toepassing
van de wet op den driejarigen diensttijd.
De Kamer heeft het door de regeering verlangde
krediet voor een proefneming met de nieuwe militaire
uniform toegestaan.
De minister van financiën heeft in de Kamer uit
een gezet, dat de stijging der uitgaven voornamelijk
veroorzaakt is door de nieuwe offers, die de nationale
verdediging van het land vraagt. Spreker gewaagde
met voldoening van het succes der jongste staatslee-
ning.
Bij het begin \#m 1915 zal men rekening moeten
houden met een tekort van ongeveer 300 millioen gul-
een. Daarna zullen 200 millioen door nieuwe belas
tingen worden gevonden en de overblijvende 100 mil
lioen uit de algemeene inkomstenbelasting.
De minister zal de begrooting voor 1915 indienen
voor het parlement uiteengaat en zal zijn best doen
het evenwicht der begrooting te vinden door blijvende
middelen.
De nieuwe Kamer heeft zich met 348 tegen 206
stemmen ten gunste van de wet op den driejarigen
dienstplicht uitgesproken, door de kredieten voor den
bouw van kazernes, aanschaffing, van benoodigdheden
enz., ten bedrage van 195 millioen gulden, toe te
staan.
Tot dusverre is het huwelijk tusschen schoon
broer en schoonzuster verboden geweest, volgens art.
162 van het Burgerlijk Wetboek. Kamer en Senaat
hebben dit art. gewijzigd in dien zin, dat het verbod
alleen blijft bestaan, als het huwelp waardoor het
zwagerschap is ontstaan, door echtscheiding .ontbon
den is.
De Staatscommissie voor de financiën heeft met
23 tegen 1 stem het krediet ter tegemoetkoming In de
huishuur van de Parpche brievenbestellers afgewe
zen, niettegenstaande minister Thomson met klem op
de goedkeuring van het krediet had aangedrongen.
Naar men zich herinnert heeft de eerste weigering
van den Senaat onlangs geleid tot 't oproer der brie
venbestellers van het hoofdpostkantoor te Parijs.
De Figaro schrijft in een scherp stukje over de
veroordeeling van den teekeuaar Waltz (alias liausi)
door 't Rijksgerecht te Leipzig: „liet vonnis is een
uitdaging en een wraakoefening. Wij mogen den ar
men naiëven Hansi beklagen, dat hij daarvan het
slachtoffer wordt, maar voor het aanzien van Frank
rijk behoeven wij het vonnis waarlijk niet te betreuren.
De algemeene vergadering van het Verbond van
patriotten heeft den heer Maurice Barrès tot voorzit
ter gekozen in de plaats van wijlen den heer Paul De-
roulède.
Daarna werd nog als bestuurslid gekozen Foury,.
redacteur van de „Hansi". Zijn verkiezing gaf aan
leiding tot een levendige betooging van den veroor
deelde teekenaar uit Lizas van dien (schuil)naam.
Vele Duitsche bladen keuren de strengheid van het
vonnis af,
OOSTENRIJK-HONGARIJE. Graaf Apponyi heeft
in het Hongaarsche Huis van Afgevaardigden geïnter
pelleerd over de zeer eenvoudige wijze, waarop Aarts
hertog Franz Ferdinand en zijn gemalin zijn begra
ven. Graaf Tisza antwoordde, dat hij zich niet ver
antwoordelijk hoefde te stellen voor de getroffen
maatregelen.
ALBANIë. De geruchten fladderen als eenden
door de lucht. Terwijl aan den eenen kant wordt ge
meld, dat er in het paleis van den prins van Wied te
Neuwied een aantal meubelen en voorwerpen uit Al
banië zijn aangekomen, en dat men bezig is de ver
trekken van den prins en prinses in orde te maken,
wordt dit van andere zijde met de meeste beslistheid
tegengesproken. En zoo is er meer. Ook wordt ge
meld, dat de prins van plan is naar Skoetari te gaan,
dat hoog ligt, terwijl te Durazzo de hitte ondraaglijk
wordt en ook malaria heerscht. De correspondent der
„Matin" meent, dat dit een vermomde wijze van op de
vlucht slaan is, en hij voegt er ironisch aan toe: „Nu
de prins niet het zenden van een Europeesche troe
penmacht naar Durazzo heeft kunnen verkrijgen, gaat
hij zelf maar naar de Europeesche troepenmacht te
Skoetari. De Mohammedanen zullen het zeker waar-
deeren, dat hij aldus Mohammed navolgt, die naar
den berg ging, omdat de berg niet tot hem kwam."
Maar nu meldt een ander bericht, dat er juist te
Skoetari een tegen den vorst gerichte beweging onder
de Mohammedanen is uitgebroken. De opstandelin
gen hebben aan de internationale comissie van toe
zicht een brief gezonden, waarin de uitwisseling van
de gevangen genomen Nederlanüsche officieren Ver
hulst en Reimers aangeboden wordt en nog een brief,
waarin zij eischen stellen in verband met den „moord
te Kroja", waarvoor zij anders met bloedwraak drei
gen.
De berichten uit Epirus luiden ook ernstig. De
Grieksche troepen en de Epiroten marcheeren op de
heele lijn TepelenKoritsa voorwaarts. De bevol
king vlucht, daar de troepen niet in staat zijn om den
Grieken en Epiroten weerstand te bieden.
Het heet verder, dat Prenk Bib Doda het ambt van
minister van buitenlandsche zakey op zich heeft geno
men.
Prenk Bib Doda moet volgens den correspon
dent te Durazzo van het „Berliner Tageblatt" ver
klaard hebben dal hij geen oogenblik aan een hervat-
Hng van een veldtocht denkt. Reeds te Berlijn zou hij
den Keizer aangeraden hebben dat Vorst Wilhelm
eerst naar Albanië moest komen, wanneer de regee-
ringsmacht geheel georganiseerd zou zijn.
Iets dergelijks heeft Lssad Pasja in een zijner veie
interviëws ook beweerd.
Wil zeide hij voorts de toekomstige Vorst,
wie het ook zij, ontsnappen aan de impopulariteit van
den prins van Wied, dan is het voldoende dat Europa
de hoofden van het land en de vertegenwoordigers
van de verschillende Streken bijeenroept om den naam
van den nieuwen Vorst aan hun goedkeuring te on
derwerpen. Een soort van nationaal congres, als ge
wilt.
„De taak van Europa in Albanië is betrekkelijk een
voudig", zoo besloot hij. „Als het aan de Albaneezen
den indruk geeft dat het er ernstig naar streeft hun
belangen te behartigen, zal alle weerstand verdwijnen
als sneeuw voor de zon."
In de „Berl. Lok. Anz." komt een correspondentie
voor, waarin wordt geschreven over een bezoek aan
den Mirdieten-vorst. Het was op een Zondag. Meer
dan honderd Mirdieten waren van heinde en verre ge
komen om Prenk Bib Doda te bezoeken. Dagelijks
komen er 30 40 van die heeren uit het gebergte.
Ieder blijft zoolang hij wil en wordt uitnemend ver
zorgd. Het zou geheel in strijd zijn met de gastvrij
heid, indien de gastheer vroeg wanneer zij weer gin
gen vertrekken. Daarvoor heeft echter de Vorst ook
een onbeperkte macht over zijn stamgenooten.
RUSLAND. De aanhoudende droogte dreigt nood
lottig voor den landbouw te worden.
De „Retsj" dringt er op aan, dat er in alle plaateen
vergaderingen zullen worden belegd, ten einde te be
spreken wat er gedaan kan worden, om de boeren te
hulp te komen.
Volgens de „Börsen Ztg." zijn 360.000 hectaren ko
ren in het Zuiden door insecten vernield. Men hoopt
nu maar, dat de oogst in West-Siberië beter zal uit
vallen.
DENEMARKEN. Bij de gisteren gehouden verkie
zingen voor de Volksvertegenwoordiging zijn geko
zen 20 leden der rechterzijde, 5 vrij-conservatieven, 20
leden der linkerzijde, 5 radicalen en 4 sociaal-demo
craten. De rechterzijde heeft vijf zetels verloren.
Dlaar van de 12 door den koning voor hun leven
benoemde leden 9 voorstanders zijn van het wetsont
werp tot grondwetsherziening, bestaat de nieuwe Ka
mer uit 38 voorstanders en 28 tegenstanders van dat
ontwerp.
De ontbonden Kamer telde 33 voor- en 33 tegen-
standers.
ENGELAND. De aankomst van Sir Edward Car
son is te Belfast, naar aan de N. R. Ct. gemeld wordt,
gevierd met een schier algemeenen vrijen dag. De
werklui van de scheepswerven verlieten gisterochtend
vroeg hun werk en schaarden zich langs de straten.
Vele duizenden bereidden lord Carson bij zijn aan
komst een geestdriftig welkom. Vierhonderd van top
tot teen gewapende vrijwilligers en vijftig gewapende
depeche-rijders op motorfietsen begeleidden hem en
de andere unionistische leiders naar de vergadering
van den unionistischen raad.
De eerste vergadering der voorloopige regeering
werd gehouden in Ulster-hall, welk gebouw door 400
gewapende vrijwilligers werd bewaakt. Er heerschte
groote geestdrift. De heer Carson wees met nadruk
op den ernst van den toestand en sprak zijn leedwezen
uit over de hoogst onbevredigende houding der re
geering. Voor de unionisten in Ulster was daarom
de tijd gekomen hun woorden in daden om te zetten.
Ulster is zeer gehecht aan den vrede, maar is niet ge
diend van een vrede die op een overgave zou neerko
men, zeide hij.
Een motie werd aangenomen, waarin de voorloopi
ge regeering zich bereid verklaart elk voorstel te
overwegen, dat de rechten van Ulster onder het rijks-
parlement eerbiedigt. Wantrouwen in de goede trouw
der regeering heeft de voorloopige regeering van Ul
ster bewogen voort te gaan met de maatregelen, om
te verhinderen dat Ulster met geweld onder gezag van
het Iersche parlement wordt gebracht. De uitvoeren
de macht heeft in dien zin instructies gekregen.
Voorts is een motie aangenomen, waarin een be
roep óp het volk wordt gedaan, om evenals tot dus
verre de noodige zelfbeheersching te toonen bij het
ten uitvoer leggen van de bevelen, die de uitvoerende
macht wenschelijk voorkomen. Besloten werd aan
den heer Carson de beslissing te laten, wanneer het
oogenblik van handelen is aangebroken. In het be
sluit wordt tevens verklaard, dat de vrijwilligers elk
oogenblik gereed zijn voor mobilisatie.
De correspondent van de „Daily Chronicle" zegt,
dat Ulster belegerd is door Londensche journalisten.
Een bende vertegenwoordigers van Tory-couranten,
zegt hij, worden, hongerend als ze zijn naar copie,
dagelijks gevoed door de leiders der Oranje-mannen
met verhalen, die öf schrikbarend overdreven, of ge
heel verzonnen zijn.
De „Times" en de „Daily Mail" hebben alleen een
half dozijn speciale correspondenten, een medischen
medewerker en twee fotografen in Belfast, die hunke
ren naar den burgeroorlog. Zij zijn goed voorzien
van auto's, een kantoor is er voor hen ingericht en ze
hebben eigen telegraafdraden gekregen.
SERVIë. Te Parijs liepen gisteren geruchten over
een aanslag op Koning Peter. Deze berichten bleken
verzonnen.
MEXIKO. Het gerucht als zou generaal Villa te
Torreon door een vrouw vermoord zijn, wordt niet
bevestigd.
Gemengde mededeelingen.
TOENADERING VAN KLEINE STATEN.
In verband met het bezoek van den Koning der Bel
gen aan Zwitserland schrijft de correspondent der N.
R. Crt. o. m.:
In een spoorwegrijtuig van Bern naar Zurich was
ik gedwongen getuige van een politiek gesprek tus
schen twee mannen, wier namen in de Kamer-versla
gen nog al eens genoemd worden.
De conversatie begon met een herinnering aan hei
congres, der Interparlementaire Unie van 1912 te Ge-
nève. Bij die gelegenheid zou in een der salons van
de Kurzaal een vrije samenkomst zijn gehouden door
eenige leden, behoorende tot de groepen der afge
vaardigden der kleine mogendheden. De algemeene
secretaris der Unie, de Noorsche politicus Lange, zou
daar de drijvende kracht geweest zijn.
Doel der bijeenkomst was, elkander te polsen over
een mogelijke toenadering der kleine Europeesche na
ties, om door een vereenigd optreden een tegenwicht
te stellen tegenover de brute macht der groote mo
gendheden, en op die wijze niet alleen het recht der
kleine staten te beschermen, maar ook in Europeesche
geschillen met gezag te kunnen optreden.
Op dien namiddag kwam men niet tot een besluit.
Er werden zelfs door een enkele groep bezwaren ge
opperd; mijn politieke reisgenoot meende te weten,
dat die uit den Hollandschen hoek kwamen.
Sedert dien tijd heeft deze jonge beweging echter
toch aan kracht gewonnen, wat ook blijken zou uit
het kortelings opgerichte Groninger Comité.
Welnu, het bezoek van den koning der Belgen offi
cieel gebracht aan den Zwitscrschen Bondsraad, zou
reeds een symptoom zijn van deze beoogde toenade
ring, die vooral België zeer graag zou weuschen.
Hiër werd even de naam van Camille Huysmans ge
noemd.
Ook het ontworpen bezoek van den Franschen pre
sident aan de Noorsche hoven werd hiermede in ver
band gebracht. Invloedrijke politieke kringen zouden
er op aansturen, dat Frankrijk zich voor de toekomst
de vriendschap der kleine staten verzekerde, wat voor
de republiek bij internationale geschillen een weinig
kostbare en zeer gewichtige reserve zou beduiden.
Of het alles werkelijk zoo is? In ieder geval heeft
de lezer nu een politieke zijde van het koninklijk be
zoek gezien.
HET PROCES-CAILLAUX.
Binnen enkele dagen zal de echtgenoote van den
bekendsten Franschen politicus, den ex-minister
Caillaux, op de bank der beschuldigen plaats nemen.
Zij zal zich wegen9 moord met voorbedachten rade
hebben te verantwoorden. Dat wil zeggen: er wordt
beslist of de vrouw, die een half jaar geleden nog
door het staatshoofd aan tafel geleid werd, al of niet
onder de guillotine zal sterven. Men denkt echter,
dat dit proces lang niet zoo belangwekkend zal zijn,
als de andere historische rechtzaken. In de Stem-
heilzaak was er een gevaarlijk schoone vrouw In het
spel en een geheim, aat niet kon worden ontsluierd.
De Dreyfus- en Zolaprocessen vormden den strijd
tusschen de beide machten, die reeds ten tijde van
Coriolanus tegenover elkaar stonden: burgers en mi
litairen.
Het proces-Caillaux gaat tegen een vrouw, die even
weinig belangwekkend is als haar onbeholpen daad.
En wanneer er zich niet een verrassing voordoet, zal
de behandeling zeer eentonig zijn.
Eigenaardig is het, dat de heer Joseph Caillaux
de verdediging van zijn vrouw heeft opgedragen aan
mr. Labori. Deze advocaat is wei een der uitne-
mendste der Parijsche verdedigers, die beschikt over
een groote handigheid en een niet minder groote
welsprekendheid. Maar hij was een intiem vriend
van den heer Calmette, die den 16den Maart werd
vermoord. En hjj schijnt van plan, die vriendschap
niet te verraden. Hij heeft, toen hij de verdediging
van de moordenares op zich nam, verklaard, dat hij
niets vijandelijks tegenover Calmette wilde uitlokken
of aanvoeren. Deze verklaring is niet weer herroe
pen. De misdaad van mevrouw Caillaux kan
slechte verklaard worden uit de diepe verontwaardi
ging over Calmette's optreden en met succes kan men
de beklaagde slechts verdedigen, wanneer men haar
slachtoffer zoo zwart mogelijk maakt, wanneer men
aantoont, dat deze journalist tot alles In staat was,
dat hij 'particuliere briefjes heeft willen openbaar ma
ken. Wanneer Labori dit alles werkelijk niet zegt,
dan zal het een eigenaardig pleidooi worden!
De heer Caillaux had menig ander knap advocaat
kunnen krijgen. Zijn vriend mr. André Hesse bijv.,
die een radicaal afgevaardigde is en dus niet precies
vriendschappelijk tegenover de Calmettegroep staat.
Deze verdediger is in vrouwelijke moordprocessen als
het ware thuis. Waarom, vraagt men zich af, heeft
de echtgenoot van beklaagde zich niet tot hen ge
wend? Men moet zich tevreden stellen met het ant
woord, dat de heer Caillaux daarvoor wel zijn reden
zal hebben, die hij tot dusverre voor zich houdt.
Hij weet, dat in dit proces zijn politiek bestaan op
het spel staat. Slechte op twee manieren, aldus de
Parijsche correspondent van het Tageblatt, kan de
keuze van mr. Labori worden verklaard: öf Labori
heeft zijn aanvankelijke verklaring teruggenomen en
gooit tijdens de behandeling een paar documenten op
tafel, welke de tegenpartij vernietigen, öf.„... Cail
laux stelt er zelfs prijs op, den tegenstander te spa
ren. Vindt er ergens een verzoening plaats? Heb
ben achter de coulissen tegenstanders elkaar gevon
den en zijn ze het eens geworden?
Het Parijsche volk zou met zulk een einde van de
groote tragedie niet tevreden zijn. Het mokt en mom
pelt, dat de officier van justitie zelf op de hand van
de beklaagde i3 en samen met de verdediging alle
ongewenschte juryleden zal verwijderen.
„Omdat ze een vrouw van een grootheid is, zal zij
de straf ontgaan," meent men. Men vergeet echter',
dat sinds tientallen jaren elke vrouw, die beschuldigd
werd van moord, eu die inderdaad gedood had, werd
vrijgesproken. Nu verlangt, aldus genoemde cor
respondent, dat juist met deze vrouw een eerste uit
zondering zal worden gemaakt, dat juist zij zal boe-,
ten, omdat zij de vrouw van een voornaam persoon*
is.
Aan de Lok. Anz, wordt nog uit Parijs geseind, dat
de officier van justitie de 59 door hem gedagvaarde
getuigen in drie groepen heeft ingedeeld. In de
eerste plaats de getuigen, die iets kunnen mededeelen
omtrent hetgeen gebeurd is na de daad op het bu
reau van de Figaro en op het commissariaat van po
litie, ter opheldering van de tegenstrijdige verklarin
gen over de woorden, gebaren en de houding der
beklaagde en van het gesprek bij de ontmoeting met
den heer Caillaux. De tweede groep moet de voorge
schiedenis van de daad vaststellen, een karakteristiek
van den heer Calmette. en zijn polemiek geven en uit
maken of deze journalist nog materiaal voor nieuwe
onthullingen bezat en zoo ja, of deze stukken ook de
familie-eer van het echtpaar Caillaux zouden kunnen
aantasten. En de derde groep moet inlichtingen
verschaffen over den omgang van mevrouw Caillaux.
EEN GRAPPIG BELASTINGVOORSTEL.
De afgevaardigde Stanley Bouwdle uit Cincinnati
heeft bij het Huis van afgevaardigden te Washington
een ontwerp ingebracht, volgens hetwelk alle Ameri-
kaansche meisjes en vrouwen die een Europeeschen
aristocraat huwen, 25 opcenten op de inkomstenbe
lasting moeten betalen!
Ter noteering van zijn voorstel betoogde de afge
vaardigde, dat deze Amerikaansche vrouwen en meis
jes geen republikeinsch patrotisme bezitten en maar
iederen adelijken buitenlander om den hals vallen.
Cincinnati heeft alleen reeds onlangs aan Europa
twee prinsessen en een gravin geleverd.
„Neemt", zoo besloot de spreker zijn rede, „mijn
voorstel aan en de Amerikaansche export-prinsessen
zullen op de Europeesche huwelijksmarkt dadelijk i<j
prijs dalen."
Dat noemt men nu eerst beschermende rechten!
EEN DIALECTEN-MUSEUM.
De bekende Fransche taalkenner Fernand Brunot is
de oprichter van het „Dialecten-museum." Brunot, een
liefhebber van zijn taal, spijt het zeer, dat de verschil-
lènde volksdialecten dreigen uit te Bterven. Aan dit
verschijnsel is nu eenmaal niets te doen; de meerdere
beschaving, de toenemende verspreiding van kranten,
tijdschriften en boeken, de snel wisselende bevolking
van stad en land en ten slotte de steeds algemeener
wordende industrie, dit alles moet met het verdwij
nen van menige pittoreske eigenaardigheid ingeboet
worden. Voor de cultuur-geschiedenis is de kennis
van deze dingen echter van het grootste belang. Van
daar dat Bmuot, gewapend met eenige gramofoons en
een ontelbaar aantal fonograafplaten, dezer dagen
den boer op trok. Hij bezoekt het hartje van de Pro
vence, van Bretagne, van Normandië, van de Langue
d'Oc, en overal legt hij het oor van zijn gramofoon te
luisteren. De eenvoudigste en oudste Inwoners gaat
hij met een bezoek vereeren, en telkens wanneer hij de
toug weet los te krijgen, zal zijn gramofoon z'n plicht
doen. De volkshymnes krijgen ook een beurt. De heer
Brunot heelt een dankbare en aangename taai; op zicii
genomen.
NIEUWE ONTDEKKINGEN IN PALESTINA.
Prof. Ernst Sellin, de bekende archeaoloog, is er
onlangs in geslaagd, de plaats van het oude Sichem,
dat in den Bijbel herhaalde malen genoemd wordt,
vast te stellen. Bij zijn arbeid werd hij bijgestaan
door tallooze particulieren, o. a. door den hertog van
Cumberland. Zooals Sellin in zijn voorloopig be
richt aan de Academie te Weenen meedeelt, heeft hij
op den heuvel van Palata bij Nablus proefopgravin-
gen gedaan. Hij ontdekte daarbij een geweldige oud-
Kanaanitische vestingmuur, welks fundament onge
veer 5y2 Meter hoog is en uit zware, ongehouwen
blokken bestaat. Binnen deze vesting liep nog een
tweede stadsmuur. Ongetwijfeld heeft hier op dezen
heuvel eens, wellicht dertig eeuwen geleden, een be
langrijke stad gelegen, en voor zoover men kan na
gaan, moet dit Sichem zijn.
HET GOUDEN HUIS VAN NERO.
De Italiaansche regeering laat op het oogenblik In
Rome uitgravingen doen aan het zoogenaamde
„Gouden Huis van Nero," om de ruïnen bloot te leg
gen, welke nog 100 jaar voor de baden van Ti
tus werden gehouden. Men is echter tot het resultaat
gekomen dat deze ruïnen de overblijfselen van het
gouden huis van Nero zijn.
Het gouden huis is een-vergrooting van het voor
malige paleis van Nero, welke eerst kon worden aan
gebracht nadat de negeadaagsche brand van Rome
de stadswijken die in den weg lagen, had opgeruimd.
Deze brand zal Nero dus hoogst welkom geweest zijn,
ofschoon men tegenwoordig niet algemeen meer aan
neemt, dat Nero den brand heeft gesticht. Hij brak
n.l. in een dier Italiaansche maannachten uit, en de
ze zijn wel allerminst geschikt voor zulk een misdaad.
Waarschijnlijk echter zal Nero zich ook wel niet erg
drult gemaakt hebben, den brand te vroeg te stuiten.
Op het verbrande stadsgedeelte kwam nu het onge
hoorde plan, tot een ongehoorde uitvoering. De oude
berichten verhalen van een sprookjesachtige pracht
en van bizonderheden, die als een droom schijnen
zooals uitgebreide tuinen, weiden en wildparken, me
ren en waterleidingen welke rivier- en zeebad-inrich
tingen van water voorzagen, van een eetkamer, welke
om zijn eigen as draaide en welks zoldering bij de
verschillende gangen de daarbij passende stillevens
van vruchten en gerechten vertoonde. Alles was van
de kostbaarste grondstoffen vervaardigd, schilder- en
beeldhouwwerk moest voor de buitengewone pracht
dienen en alleen uit Delphi moeten 500 standbeelden
voor dit bouwwerk zijn gekomen. Nero zelf heeft het
gebouw nog slechts ingewijd, ervan genoten heeft hij
niet meer en na zijn dood is het snel vervallen; waar
schijnlijk was Nero het eenige genie, dat deze pracht
bijeen kon houden.
Titus heeft het gebouw nog bewoond. De Flaviërs
maakten er een soort wandelpark van en Trajanus
liet het geheel met afval volstorten en met den grond
gelijk maken.
Uitgravingen heeft men vooral in den renaissance
tijd verricht en daarbij werd, zooals men weet, de
Laocoon-groep_ gevonden. Later heeft men zich er
niet meer mee'bezig gehouden tot in onzen tijd. De
vondsten, welke men nu deed werpen weer een nieuw
licht op de oude geschiedenis door de namen, die op
zolderingen en wanden zijn aangebracht.
BLOEMENJUBILEA.
Dit jaar vieren twee zomerplanten hun jubileum.
Wij bedoelen het ezelskruid en de fuchsia. Het is de
zer dagen juist 300 jaar geleden, dat het ezelskruid in
Europa werd gebracht. De oostelijke streken der
Vereenigde Staten is zijn geboortegrond. Thans is
de plant overal in het wild verspreid en groeit op
schier alle grondsoorten. Zooals men weet is het een
eigenaardigheid van deze plant, dat hij 's nachts bloeit
en geurt. Tegenwoordig vindt het ezelskruid ook
een plaatsje in den moestuin; er zijn liefhebbers van
de salade, die van de dikke wortels van dit ezelskruid
bereid wordt.
De andere jubilaris is de fuchsia, die nu al 150
jaar in ons land bekend is. De botanicus Plumier, die
in 1764 op last van Lodewijk XV Zuid-Amerika be
reisde, ontdekte de fuchsia in de wouden van Peru en
nam haar mee naar Frankrijk. In Europa werd ze de
lieveling van alle kweekers. Aanvankelijk kende men
uitsluitend de fuchsia als struik. Later pas mocht het
gelukken fuchsia-boomen te kweeken.Een Engelsch
tuinman ontdekte haar eigenschap, ooft te leveren. De
vruchten der fuchsia alobosa, die voornamelijk in
Nieuw-Zeeland voorkomt, worden daar als fuchsia
kersen verkocht en zijn zeer smakelijk.
EEN ZONDERLINGE WEDLOOP.
Tusschen een Engelsch afgevaardigde, lid van het
Lagerhuis, en 70 postduiven is onlangs een zonder
linge wedloop gehouden. De heer Handel Booth, af
gevaardigde van Pontefract (Graafschap York), had,
echt Engelsch, gewed, dat hij de afstand van Londen
naar Pontefract (273yg K.M.), per auto en sneltrein
vlugger kon afleggen dan een postduif al vliegende.
Voor elke duif, die vóór hem aankwam, zou hij zes
gulden betalen., 's Morgens 9.45 uur begon het. Ter
wijl de duiven voor de vlucht werden losgelaten,
sprong de afgevaardigde voor het parlementsgebouw
in zijn auto en rende naar het station King's Cross.
Hier haalde hij juist den trein van 10.10 uur. Binnen
5 minuten waren de dieren reeds uit het gezichtveld
van een groote schare toeschouwers verdwenen. Om
1.08 kwam Mr. Booth in Doncaster aan. Hier stapte
hij weer in zijn auto, en repte zich naar Pontefract,
waar hij precies 1.45 arriveerde. Drie postduiven
waren inmiddels al voor hem op de afgesproken plek
aangekomen.
HUMOR UIT HET BUITENLAND.
Museumbezoeker (bij het weggaan):
„Er zijn toch vreeselijk vervelende menschen! Daar
staat die man nog steeds voor dezelfde schilderij. In
dien tijd heb ik het geheele museum al bezichtigd."
Lehmann en Krause beminden hetzelfde meisje.
Doch het trok Lehmann voor en Krause ging naar het
buitenland. Na eenige jaren ontmoette hij Lehmann.
„Dus jullie bent gehuwd en zijt gelukkig?" vroeg hij
jaloersch na de eerste begroeting. „Neen, Lehmauu,
omgekeerd. We waren gelukkig en zijn nu getrouwd."
Toeschouwer bij een autowedstrijd tot een deelne
mer, die in het zweet zijns aanschijns bezig is, zijn
machine, die niet loopen wil, in orde te brengen:
„Wat zoudt u zeggen, wanneer de auto ineens weg
reed?" Deelnemer: „Goddank."
„Welk beroep denk je voor je zoon te kiezen,
Jones?" „Wel, ik heb er nog weinig over gedacht,
Brown, maar hij komt 's morgens steeds vroeg thuis,
zoodat hij uitstekend melkboer kan worden."
Een weldadige dame, die juist een landloopcr
een geldstuk gegeven heeft: „En behoor je werkelijk
tot de arbeiders, die staken?" Landlooper: „Jawe'
mevrouw, ik ben een der voorgangers in de staking
beweging, ik heb sedert 18 jaar geen dag gewerkt/
Vader: „Wat heeft de onderwijzeres gezegdjea
zij je hoorde vloeken?"
Zoon: „Ze wilde weten van wie Ik dat <eera