DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Luit AAHiidtn it Él. Adres: JAC. MET. No. 165 Houdertl en zestiende jaargang. 1914. WOENSDAG 15 J U LI. Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele Rijk f 1,—. Afzonderlijke nummers 3 Cents. Prijs der gewone advertentiën Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Bode- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. FEUILLETON. De Fransche Hoeve. Telefoonnummer 3. Dit nummer beslaat nlt 2 bladen. ALKMAAR, 15 Juli. Enkele dagen geleden seinde men ons, dat op den profeet Raspoetin te Petrowskoje een aanslag was gepleegd door een vrouw. Het is een wonder, dat op den „heiligen" Raspoetin die, nadat hij het vuil van het Siberisch gehucht, waar hij geboren werd, van zijn voeten had geschud, en prachtige positie aan het hof van den Tsaar heeft ■kagen, niet veel eerder een poging tot moord is ge- '.tiued. Hoeveel bcnijders en vijanden heeft deze merk waardige man zich èn door zijn loopbaan èn door zijn macht verworven! Hij is een onontwikkeld man, maar hij oefent een buitengewonen invloed uit op bij- geloovige en hysterische personen. Hij vestigde na den nederlaag in den Japansch-Russischen oorlog het eerst de aandacht op zich. Aan het hoofd der geeste lijkheid stuud destijds de bisschop Hermogen van Sa- ratoB, die met den monnik Iliodoor de hooggeplaats te kringen beheersclite en grooten politieken invloed bezat. Raspoetin was in die dagen naar de hoofdstad gekomen en genoot weldra een bijzondere onderschei ding, omdat men in hem een betrouwbaar profeet zag, Zijn leer, een wonderlijk mengsel van matigheid en overvloedigheid, deed hem weldra een talrijke ge meente krijgen. Zijn faam drong door tot hofkringen en toen hij eens de vertrekken van den Tsaar had mo gen binnentreden, hielden er dikwijls prachtige equi pages en luxe-auto's stil voor zijn woning, waarin hij geregeld spreekuur hield I Hij wist, naar gemeld wordt, een zeer grooten invloed op den Tsaar te ver werven, een invloed, dien hij op het gebied van de po litiek wist aan te wenden, nadat hij erin geslaagd was tie geestelijken Hermogen en Iliodoor onschadelijk te maken. Deze geestelijken trokken zich in afgelegen kloosters terug cn begonnen van daar uit een veld tocht tegen den profeet, van wiens woeste orgiën d'e bladen herhaaldelijk spraken. Twee jaar geleden ver klaarde de leider der Octobristen Ooelsjkoff in de Doema, dat Raspoetin niet enkel de reinheid der kerk, maar ook die van den troon bedreigde. Toen werd de grond van de hoofdstad den profeet wat te warm onder de voeten, maar reeds in 1913 keerde hij terug cn herwon onmiddellijk zijn invloed. Zelfs graaf Wit te maakte hem tot zijn vertrouweling en deze wist ge daan te krijgen, dat de Tsaar hem ontving als apostel van den veldtocht tegen het brandewijnmono polie! liet plan'gelukte zoo goed, dat meu den val van minister Kokoffzoff aan Raspoetin's invloed meen de te moeten toeschrijven. Trouwens ook de invloed op den minister-president Stolypin werd het werk van dezen man genoemd. Twee maanden geleden zei- de de leider der Cadetten Miljoekoff in de Doema nog: „De Russische staat bevindt zich in de macht van een landlooper!" Iets goeds wordt toch ook nog van dezen profeet Roman naar het Duitsch, van LOUISE WESTKIRCH. 17) o Er ontstond een pauze. Brinkmeier streed een zwaren strijd met zichzelf, Schletten lachte, dat de gaten tusschen zijn tanden zichtbaar werden. „Ja, die kinders, Brinkmeier, die kinders! Den een halen zij weg voor den dienst en den ander voor de kast. Daar heb je de spruiten nu voor grootge bracht.1' Brinkmeier had een besluit genomen. „Ik zal het attest voor je schrijven, dat jou Jan aan spataderen geleden heeft sinds zijn kinderjaren." Schletten's kleine spletoogen schitterden. „De eene hand wascht de andere, buurman. Wij beidén zijn verstandige, lui stoppen zachtkens de gaten weer toe, die het jonge volk in zijn overmoed maakt. Het jonge en het oude ook. Je moet mij geen kwaad hart toedragen om dien gekkepraat, die onder mijn dak is geleuterd. Je kent de kwade tong van Luerke Voss. liet is mij niet naar den zin, dat grootvader zoo met hem wegloopt. Maar wie kan daar wat aan doen? Men wil vrêe houden met de oude menschen." De burgemeester wilde heengaan. „Ik verlaat mij er op, Schletten, dat jij je schoonzoon tegenhoudt." „Natuurlijk. Wij begeeren hier geen veldwachters en 'ook geen soldaatjespelen, hè?" zei de boer goed geluimd. „Hoor eens, Brinkmeier, hoe gaat dat nu met Trina Döpke en je Enno?" „Verbeurd", antwoordde de burgemeester. „Nee, zeg dat niet. Wij stoppen de scheur ook nog toe, wij beiden zachtkens en peu peu." „Ja," antwoordde Brinkmeier, „mettertijd is het mogelijk." En hij vertrok, niet geheel voldaan. De prijs, dien hij Schletten moest betalen, was duur. Hij vergaf liet zijn jongen niet, maar een Brinkmeier veroor deeld! Dan zou hij liever elkeu prijs betaald verteld. Hij moet tijdens de Balkan-oorloen belet heb ben, dat Rusland naar de wapens greep. Wanneer zijn dood het gevolg mocht zijn van de ernstige verwon ding, welke hem werd toegebracht, dan zou de wereld echter zijn verlost van een persoonlijkheid, die in on- zen tijd niet meer thuis hoort. Zelfs in Rusland niet. BINNENLAND. Gemengd nieuws. DE STAKING VAN HET HAAGSCIIE i TRAMPERSONEEL. Dedagvan gisteren. Aan hetgeen onze Haagsche correspondent, die on ze lezers beknopt maar volledig op de hoogte houdt vau hetgeeu er thans in de hoofdstad geschiedt, ons gisteren over het gebeurde op den dag seinde, hebben wij weinig toe te voegen. Men heeft getracht den dienst van de stoomtram den Haag—Delft nog voort te zetten de bewaking geschiedde in samenwerking van de Haagsche en de Delftsche politie, welke laatste onder leiding stond van den hoofdinspecteur den» heer Sepp, maai" ook die dienst werd te kwart voor zes gestaakt. De hoefijzer-correspondent van het Handelsblad vindt het begrijpelijk, dat de geheele dienst in den Haag maar stopgez. is, immers, zegt hij, tegenover de groote moeilijkheid, welke dit rijden uitwerkte, stond slechts een klein gerief voor het publiek, terwijl de concessieverpl. door deze enkele ritten, naar ons bij nader onderzoek is gebleken, toch in de verste verte niet werden gedekt. De concessie toch houdt een boe tebepaling in voor eiken uitvallenden rit. Alleen over macht ontheft de directie van hare verplichtingen in deze. De kwestie van de overmacht schijnt voorshands on beslist. Ze zou eventueel door den rechter moeten worden uitgemaakt, maar daarvoor zou dan eerst noodig wezen dat de gemeente per deurwaarders-ex- ploit de tramdirectie in verzuim stelde. Dit is tot nu toe niet geschied. De H. T. M. heeft intusschen verschillende wagens die de laatste dagen beschadigd zijn, laten fotografee ren, om zoo noodig te kunnen aantoonen dat zij, door overmacht gedwongen, den geregelden dienst niet kon onderhouden. De „Nederlander" zegt, dat het besluit om geen enkelen wagen meer te laten rijden, een radicale op lossing provoceert, want de concessie tusschen H. T. M. en gemeente wordt op deze wijze niet nageleefd. We mogen dus hopen, aldus dit blad, dat de Raad morgen w e 1 iets zal kunnen doen, want thans is het stadium ingetreden, waarop de Haagsche burgerij vau haar overheid verwachten mag, dat de verkeers- eischen eener moderne stad worden vervuld. De genoemde Handelsblad-correspondent laakt het optreden van de Delftsche studenten: „Wij aarzelen niet- het optreden van deze jongelui af té keuren als iets dat ergerlijk en zelfs verachtelijk zou moeten hee- ten, ware het niet dat hun student-zijn hun eer recht geeft op de kwalificatie „onbekookt". Wij hebben eer bied voor ieder die, betrokken bij een arbeidsgeschil, den moed heeft om tegen den grooten hoop in zijn onafhankelijk oordeel te doen blijken in woord en daad. Wij hebben dan ook eerbied voor de tramcon troleurs, die gisteren, ondanks hoon en gevaar, op ïun post bleven, maar de inmenging van de Delftsche heertjes staat principieel op gelijk peil als aan den hebben. Den volgenden dag ging Enno, dadelijk nadat het werk was afgeloopen, weer naar het hutje onder de pijnboomen en den daaop volgenden weer, en zoo avond op avond alsof hij er aan een draad werd heengetrokken. Hij had een gevoel alsof er een ge wicht op zijn borst lag, als hij werkte, totdat hij niet meer kon, als hij met zijn familie aan tafel zat, zelfs onder zijn veeren dekbed 's nachts voelde hij nog drukkend die last. Die werd slechts lichter aan het ziekbed van den mandemaker. Dat kwam door de geaardheid van den ouden man. Die sprak niet over Enno's zorgen, niet over zijn vrienden, noch over zijn vijanden, over geen Spreckholmer en over geen Spreck- ïolmer aangelegenheid. Hij liet uit zijn vervlogen leven bonte tafereelen oprijzen van steden, van groote fabrieken, die hij gezien, van merkwaardige menschen, die hij gekend had. Hij schilderde zijn toehoorders uit boeken, die hij gelezen had, wat hij niet met eigen oogen had aanschouwd. Hij had een atlas. Met zijn vinger over de kaarten heenstrijkend ondernam hij de mooiste verste reizen door de wereld. En wat hij vertelde, dat zag men als 't ware en wat hij beschreef dat werd als levend. Het verwonderde Enno, dat dit >onte allerlei hem boeide. Hij was tot dusver met gesloten oogen door het leven gegaan. Het middel- )unt was door hem de JBrinkmeiershoeve geweest. 3ie stond hem steeds voor oogen, daaraan dacht hij tijdens zijn soldaten-tijd, dien hij flink in een kleine garnizoensplaats uitdiende. De vreemde plaats, zijn camcradcn, zijn meerderen, de dienst, het waren als schaduwbeelden van een droom voor hem geweest. Een tijdlang, zweefde het aan zijn blik voorbij. Toen kwam het ontwaken: de terugkomst in het veen op de vaderlijke hoeve. Dat was zijn werkelijkheid, daarin schoot hij wortel. En hier vond hij elke kleine ge beurtenis uiterst gewichtig. Wat er overigens in de wereld mocht gebeuren, daarom bekommerde hij zich niet. Maar deze zieke zonderling had door het bonte ta pijt des levens, dat zich voor zijn oogen ontrolde, niet alleen het eigen voordeel, neen nog meer, den eigen wil, ja zijn eigen persoon vergeten. Hij was eeu li st rurneni van aansdiuwing geworden eu hij het zien anderen kant het opruien van de straatmenigte giste ren door een aantal deels van elders gekomen buiten staanders, die evenmin iets met de zaak te maken hadden en er evenmin over konden oordeelen als de r>elftsclie studenten. Wij voegen hierbij dat de tram- directie de jongciui niet tot hun' onbekookte daad in staat had moeten stellen." Het Haagsche Correspondentie-bureau maakt mel ding van het feit, dat twee leerlingen van een Haag sche instituut zonder medeweten van de ouders of den directeur zich gingen aanmelden als candidaat- conducteur! Zij werden geweigerd enze werden ook van het instituut gezonden I Avond-opstootjes. Gisteravond omstreeks kwart over negen moest de politie allereerst het Plein ontruimen en daarna het Binnenhof, waarbij een bereden agent door een steen uit het publiek geworpen, vrij ernstig onder het oog gewond werd: bewusteloos viel hij van zijn paard. De man werd in een naburige apotheek verbonden. Het paard werd later door een anderen agent beste gen. Op het Spui en in de Bagijnestraat hadden ook gister de relletjes een ernstiger karakter, De marechaussees namen in den loop van den avond de afzetting van de bereden politie op het Plein over en vrij wel alle agenten te paard waren nu ter beschikking om op het Spui te ageeren. In twee rijen, over de volle stratenbreedte, werden ze opgesteld, de hoofdcommissaris gaf nadrukkelijk het bevel: Er wordt niet geavanceerd dan op order van mij of van den heer Besseling. En daarna gingen enkele inspecteurs met eenige manschappen te voet en te paard naar 't Spui, de menschenmassa, welke inmiddels weer was komen opzetten voor zich uit- tegen billijk tarief. Carrosseriefabrifcant. Telefoon 573. drijvend; alle portieken en donkere hoeken werden doorzocht en iedereen werd verwijderd. Beslist en kordaat werd de nauwe Bagijnestraat aangepakt, waar flinke klappen werden uitgedeeld; slechts enkele steenen werden teruggeworpen. Hierna kwamen de bereden agenten naar voren, eerst stapvoets, toen in draf, de menschen opdrijvend eu daarna de Turfmarkt en de Houtmarkt op zwen kend. Daar werd met steenen gegooid. Ook knalden hier en daar z. g. „klappers" om de paarden schichtig te maken. Door aldus een ruim terrein voor haar optreden te kiezen had de politie de Bagijnestraat feitelijk geïsoleerd; wel bleef 't daar nog rumoerig, maar ernstige wanordelijkheden kwamen er toch niet voor en de politie kon er later verder in doordringen. De firma Reuser Smulder, tabaks- en siga- renhandel, Wagenstraat te 's-Gravenhage, stelde 900 pakjes tabak ter beschikking van het stakingscomité ter uitdeeling onder de stakende trambeambten. DE STAKING TE ZAANDAM. Gisteren hebben ook van de loonzagerij en schave- rij „De Prins van Oranje" 14 werklieden den arbeid neergelegd, omdat zij weigerden z.g. besmet hout te lossen. 14 man bleef aan het werk. Een 50-tal stakers volgden gisteravond weer de werkwilligen die groepsgewijze door de politie naar huis werden begeleid. Naar men vermoedt, zullen ook de loonzagerijen „Scandinavië" en „De Twee Gebroeders" in het con flict worden betrokken. UIT HEERHUGOWAARD. De wedstrijden voor Dinsdag uitgeschreven, von den meer deelnemers. Bij „De Hengstman" werd door 20 paren deelgenomen aan ringsteken en hoedhangen van het grootsche schouwspel des levens, dat hem in verrukking bracht, had hij het scherpe gevoel voor zijn jersoonlijk lot verloren. Hij genoot van het licht, dat lij om zich heen zag stralen en vergat de eigen don kerheid. En ook Enno aanschouwde als verblind de schitterende tafereelen en beelden, die zijn oogen pas door tuschenkomst van den zieken bedelaar hadden leeren zien, en voelde zich bij dat aanschouwen lichter om het hart worden. Hij noemde het wrevelig bij zichzelf, malligheid, wat hij met den ouden man in iet hutje onder de pijnboomen verhandelde. Maar eiken avond haastte hij zich vol verlangen daarheen om aan de drukkende werkelijkheid te ontkomen en zich aan die malligheid te laven. Als Graveloh dan, met den vinger op de kaart ver telde» van vreemde steden, van standbeelden, van fees ten, van gonzende raderen en van de menschen, die ze bedienden, keek Enno naar de dochter wier haar in vroolijke lokjes om haar voorhoofd krulde en die ïaar lippen altijd half tot lachen hield geopend. Zij werkte af en toe vlijtig, doch altijd zonder den som beren ernst van de menschen in het veen. Zij kon ook de handen stilhouden en naar vader luisteren, en gunde zich den tijd om te lachen. Zij kende geen haast. Dat ergerde hem menigmaal. En dan verwonderde hij zich er over, dat zij ook vuil werk zonder tegenzin aanpakte. „Je bent dat toch in het geheel niet gewoon in je stad." Zij antwoordde vroolijk: ,,'t Komt toch op hetzelf de neer, wat je doet, als het maar nuttig is en voor 'emand gebeurt dien je graag mijg lijden." h Zij schudde haar hoofd. hier gewoonlijk niet pleizierig." „De plaats doet er niet „Verlang ie niet uit het veen weg te komen? Vreem den vinden 't 'j toe. Ik ben graag bij mijn vadertje." De Clussmans waren nog in Bremen, er was dus ruimte en rust in de hut. En daar Anne dapper ver der de noodige daalders van haar spaarboekje af nam, was er ook voor 't oog geen armoede. Maar het vreedzame geluk, dat Enno in het hutje genoot, ergerde hem soms, terwijl het hem weldadig aandeed. En de tweespalt in zijn gemoed openbaar de zicli nu en dan in heftige aanmerkingen op Anne. per rijtuig. De prijzen werden behaald door de heeren C. Portegijs, P. Oudeman en G. Duijne, en door de dames M. Zijp, G. Oudeman en N. UrsemGroot, allen alhier. Bij „de Koffiemolen" werd eveneens per rijtuig ringsteken en korfbalspel gehouden. Hierbij werden de prijzen gewonnen door de heeren K. Remt te Aarts-woud, J. Baars en N. Kooij alhier en de dames T. Leegwater, A. Doom te Nieuwe Niedorp en M. Swager te Zuid-Scharwoude. De troostprijzen ver kregen K. Ursem en We. Blom. Aan deze wedstrijden namen resp. deel 20 heeren en 19 dames. UIT OBDAM. Aan onzen oud-plaatsgenoot dr. J. Clay, thans leeraar in de wis- en natuurkunde te Delft, is een gou den medaille toegekend voor de beantwoording van de prijsvraag: „Een kritische geschiedenis van het be grip „Natuurwet" en de nieuwere wijsbegeerte", wel- ke prijsvraag uitgeschreven was door de curatoren van het Stolpiaansch Legaat te Leiden. In 1890 werd het laatst een bekroning uitgereikt uit dit fonds, aan prof. Heimans te Groningen. KORTE BERICHTEN. Een dame te Sneek heeft 2000 geschonken aan de Openbare Leeszaal. Ie Oerle (N.-B.) sloeg Maandag de bliksem in een molen, die men bezig was te verplaatsen. De mo lenaar, diens zoon en twee molenmakers werden' be wusteloos. Verder bekwamen ze geen letsel. Het stoomschip „Gamma", dat door een staking der zeelieden te IJmuiden opgehouden werd, heeft een bemanning aan boord gekregen, welke buitenom van Rotterdam was aangebracht. Het schip is naar zee vertrokken. Uit enkele colli's welke per bootgelegenheid naar Den Haag waren verzonden, werden eenige ma-- nufacturen en galanteriën vermist. De gemeenteraad van Haarlemmerliede en Spaamwoude besloot over te gaan tot gemeentelijken vischverkoop. Aan de huizen zullen van gemeente wege bestellingen worden opgehaald. De visch zal uit IJmuiden komen, in ijs verpakt. De opzichter van den waterstaat te Lhong op Atjeh is door drie Atjehers om onbekende redenen vermoord. 1 e Herpt, bij Heusden, sloeg de bliksem in m woonhuis. De bewoners werden tegen den grond ge worpen. Alles werd door elkaar gegooid en mei Ik en puin bedekt. Door het O. M. der Amsterdamsche rer ik is vrijspraak gevraagd in de zaak van een kan e- diende, die een aangeteekenden brief met een a; ege- ven waarde van 2000 aan zichzelf had verzonden, terwijl er niets anders dan waardelooze papieren in waren. 1- Te Akkrum is een klein kind van een spoorweg wachter in zijn bedje gestikt. Hij beknorde haar, dat de krulletjes al te wild om haar voorhoofd hingen. Nette meisjes hadden het haar spiegelglad zitten. Zij probeerde het, maar de krulletjes waren evenmin voor verandering vatbaar als zij zelf. En menigmaal, als zij op de fantasie reizen van den ouden man ingaand, van den haard naderbij kwam, de handen liet rusten en met haar gezicht vlak bij dat van Enno op de kaart keek, beet hij haar nijdig toe: „Je gort brandt aanl Moet je vader met een leege maag gaan slapen? Er is een tijd om werken, deern, en een om zich te amuseeren." Zij sprak dat tegen. „Het zich amuseeren wacht niet. Dat is als een stuk ijs. Als je het zoudt willen bewaren, is het uit je hand weggesmolten. Het werk daarentegen is zoo stevig als een steen. Dat heb ik nog altijd onveranderd weergevonden, waar ik het in den steek had gelaten." „Maar om te werken ben je op de wereld, niet om een pleizierigen dag te hebben." „Hoor eens, daar ben ik niet heelemaal zeker van." Enno ergerde zich over zulke antwoorden. Toen de oogst begon, kwam er op een namiddag een voetreiziger in de plaats, die den weg naar het hutje van den ouden Graveloh vroeg. Hij had een witten stroohoed op en was als een stedeling gekleed en vertelde aan ieder, die het hooren wilde, dat hij schrijnwerkersgezel in Bremen was en een voormali ge buurman van juffrouw Anne Graveloh. Hij wilde nu haar woonplaats eens zien en als het kon ook juffrouw Anne zelf. Die was echter niet thuis. Hij ging toen bij het bed van haar vader zitten en sprak over allerlei. Maar eindelijk kwam hij met zijn aan gelegenheid voor den dag. Hij vond het in de stad zoo eenzaam en vervelend zonder zijn buurmeisje. Of uffrouw Anne wel eens over hem gesproken had? En of er ook kans zou wezen, dat zij zijn vrouw werd Vooreerst, dat zag hij wel, moest zij nog bij haar vader blijven. Het zou ook nog wel een jaar of ander half jaar duren, voor hij in staat zou zijn een huis houding op te zetten. Maar het liet hem niet met rust, hij kon werken noch eten en evenmin vroolijk zijn voordat hij zekerheid had of Anne hem tot man zou willen hebben? COURANT (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1914 | | pagina 1