m DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. No. 167 Honderd en zestiende jaargang» VRIJDAG 17 JULL Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs po* 3 maanden voor Alkmaar fO,8Q; franco door het gehede Rijk f 1, Afzonderlijke nummers 3 Cents. Prijs der gewone advertentiën Per regel f 0,10. Bi; groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER S ZOON, Voondam C 9. FEUILLETON. De Fransche Hoeve. EeMOND AAS ZEE. Tfiloffoomwimmer 3. m HINDERWET. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK MAAR brengen ter algemeene kennis, dat heden op de Gemeente-Secretarie ter visie is gelegd het aan lieu ingediende verzoek met bijlagen van de N. V. Hol- landsch IJzermagazijn voorh. M. DE WILD, aldaar, om vergunning tot het oprichten van een electro motor van 4 P.K., dienende tot het in beweging bren gen van een lift, in het perceel Vijvertje, Wijk A No. 6 Bezwaren tegen deze oprichting kunnen worden ingediend ten Raadhuize dezer Gemeente, mondeling op Donderdag 30 Juli e.k., 's voormiddags te elf uur, en schriftelijk vóór pf op dien tijd. Gedurende drie da- ;cn vóór gemelden dag kan de verzoeker en hij, die bezwaren heeft ingebracht, op de Secretarie dezer Ge meente van de terzake ingekomen schrifturen kennis nemen. Alkmaar, 16 Juli 1914. Burgemeester en Wethouders voornoemd, O. RIPPING, Voorzitter. DONATH, Secretaris. GEVONDEN VOORWERPEN. Een gouden dasspeld, een pantoffel, een leesboek, eenige paardenleidsels, een vermoedelijk gouden kruisje, een mandje, een duif, een zilveren balletje, een parapluie, twee portemonnaie's met geld, twee rozen kransen, twee fietspompen, een hondenhalsband, een paar kousen, twee paar handschoenen, een zilveren broche, een fantasiebroche, een revolver. Alkmaar, 16 Juli 1914. De Commissaris van Politie, W. Th. VAN GRIETHUIJSEN. ALKMAAR, 17 Juli. In Mexlko heeft nu de voorloopige president Huer- ta -zijn ontslag genomen. Reeds dikwijls is een der gelijk bericht gemeld en telkens weer tegengesproken, maar ditmaal zal de tegenspraak uitblijven. Het ont slag is reeds met 121 tegen 17 stemmen door het congres aanvaard. Huerta heeft in de boodschap waarmede hij aan het Congres zijn aftreden aankon digt, een overzicht gegeven van wat hg voor het be houd van den vrede getracht heeft te doen en van de moeilijkheden, die zijn pogingen ondervonden hebben ten gevolge van gebrek aan geld en den klaarblijke- lijken steun, die een groote mogendheid van dit we relddeel aan dé opstandelingen verleende. Die steun is wel het duidelijkst gebleken uit de aanranding van Vera Cruz door de Amerikaansche vloot toen de om wenteling uitgebroken was. De bewering terugwij zende als zou zijn persoonlek belang hem boven alles gaan, bood Huerta zijn ontslag aan, ten bewijze, dat het belang van de Republiek zijn eerste zorg is Huerta verscheen later in het koffiehuis, waar hij gewoonlijk kwam. Hij werd gevolgd door een reus achtige menigte, die hem toejuichte. Velen gaven hem de hand, omhelsden en kusten hem, zegt zelfs een berichtgever. Diep ontroerd hief Huerta zijn glas op, zeggende: „Dit moge de laatste dronk zijn, die ik uitbreng: Hiermede drink ik de gezondheid van den nieuwen president van Mexico!" Van alle kanten werd :„Viva Huerta!" geroepen. Anderhalf jaar heeft Huerta het presidentschap bekleed. Den 18den Februari 1913 liet hij den pre sident Madero in hechtenis nemen en nam hg de voor loopige regeering op zich. Hg zou aan het bewind Roman naar het Duitseh, van LUISE WESTKIRCH. -o 18)' De Jonge man beviel den ouden Graveloh, die in zgn leven vol afwisseling veel menschen had leeren kennen, kaf en koren. Hij beloofde zijn voorspraak te zullen zijn. Hij moest maar dadelijk den volgen den dag het antwoord komen halen. De oude man bleef in een gelukkige stemming achter. God was goed. Slechts óén enkele zorg drukte hem en die nam God van hem af, vóórdat, hij zijn moede hoofd ter ruste legde. Voor zijn lieveling, zijn Anne, was gezorgd. Toen Anne na donker thuis kwam van den Leves te'8 hoeve, waar zg in plaats van de boerin, die met koorts te bed lag, voor dc arbeiders had gekookt, riep hij haar de bigde tijding toe: „Het geluk is hier vandaag geweest. Het noemt zich Karl Soete- bier uit Breinen, een net jongmensch. Hg zegt, dat je hem goed kent. En hij wil met je trouwen." Er kwam geen antwoord. Graveloh rekte zijn hals uit en tuurde in de duisternis. „Ben jg het niet ge weest, Anne, die juist de deur inkwam?" „Ja, vader." Een vlammetje flikkerde op. Anne stak het olie lampje aan den haard aan. „Heb je niet verstaan, wat ik je van Karl Soetebler gezegd heb?" „Ja wel." „Waarom zeg je dan niks?" „Ja; vader, als ik eenmaal met iemand trouw, dan moet ik met hem door dik en dun kunnen gaan, zoo als móeder met jou gegaan is. Karl Soetebier is een rechtschapen mensch, maar door dik en dun zou ik uiet met hem willen gaan." „Die gaat ook niet door dik en dun, gansje. Dat zgn gebleven, indien hg maar wat kieskeuriger was geweest met de middelen, welke hij bezigde om de macht in handen te houden. Immers Huerta is een rasechte Indiaan, moedig en doortastend, maar ruw en ongebonden. Zijn regeering begon met de ver moording van Madero. Huerta beweerde, dat hij daarvoor niet aansprakelijk was, daar zijn voorgan ger bg ongeluk was gedood tgdens een botsing tus- schen revoluttonnatre en regeeringstroepen, doch nie mand hechtte aan dat praatje geloof. De Amerikaansche kapitalisten, die groote belan gen in Mextko hebben, in wter handen Madero was als was en die van Huerta enkel tegenwerking had den te verwachten, hebben van den beginne af aan dezen moord tegen den voorloopigen president ge ëxploiteerd. Deze machtige heeren wisten zelfs de Amerikaansche regeering voor hun eigen belang te spannen en het zoover te brengen, dat de Vereenigde Staten van Amerika weigerden Huerta te erkennen en openlijk de zijde kozen van de opstandelingen, die onder leiding van de „generaals" Carranza, Zapata en Villa, trachtten Huerta-een beentje te lichten. Huerta schreef verkiezingen uit, maar daar slechts weinige kiezers eraan deelnamen werd de uitslag nie tig verklaard. Huerta bleef dus voorloopig president. Intusschen behaalden de door Amerika gesteunde op standelingen succes, het geld van de regeering raak te op en haar positie werd ernstig. Toen kwam het incident van Tampico. Soldaten van de Amerikaan sche marine werden door Mexikaansche opstande lingen gevangen genomen en daar had men de pop pen aan het dansen 1 Amerika had een prachtig voor wendsel om zich te laten gelden. Elk oogenblik kon de oorlog worden verklaard. Evenwel de A. B. C. Staten (Argentinië, Brazilië en Chili) boden hun be dacht dat deze poging op iets zou uitloopen. Maar middeling aan, welke werd aanvaard. Niemand te Niagara Falls werd samengekomen en onderhan deld, gesproken en geschreven en tenslotte werd er oen protocol geteekend, dat werd goedgekeurd door de Vereenigde Staten, door de Mexikaansche regee ring en dat ook de instemming verwierf van generaal Carranza. Bij dit protocol werd bepaald, dat Huer ta zou aftreden en dat de regeering der Vereenigde Staten nóch eenige schadeloosstelling nóch eenige vergoeding van Mexiko zou vragen. Maar eerst scheen Huerta weinig trek te hebben, heen te gaan. Hij liet weer verkiezingen houden, die natuurlijk weer ten zijnen gunste uitvielen. De opstandelingen behaalden evenwel overwinning op overwinning, Vil la's troepen naderden hoe langer hoe meer de hoofdstad, weldra zou Huerta toch verjaagd wor den. Hij heeft de eer aan zich gehouden en is „vrijwillig" heengegaan. Gedacht werd, dat hg met de Kortenagr het land zou verlaten. voorloopig president is nu benoemd de van buitenlandsche zaken Carbajal, Tot vi minister van buitenlandsche zaken die reeds beëedigd is en onder de toejuichingen der bevolking het paleis is binnengetrokken. De nieuwe president is 38 jaar en jurist. Het ta wel eigenaardig dat de ruwe Indiaan den rechtsge leerde tot zgn opvolger had bestemd. Huerta toch benoemde hem tot minister van buitenlandsche zaken en daar deze minister eventueel als voorloopig presl- is er een, die over gebaande wegen gaat. Bij hem staat een vrouw niks uit. En hg neeft zgn zinnen op |ou gezet. Hg komt morgen het antwoord halen. Wat moet ik hem dan zeggen?" „Zeg hem, dat ik niet kan." Graveloh vatte de hand van zgn kind, trok Anne naar zich toe en trachtte in haar oogen te kgken. Maar zg kneep die dicht. „Anne „Laat dat!" „Anne als een ander je mogelijk door het hoofd speelt dan zou mg dat spgten, Anne. Want die die kan niet met je trouwen." „Dat weet ik." „En hij wil ook niet". „Dat weet ik." „Je bent hem te min, Anne. Je bent ook niet van zijn soort. En zijn soort is geen gelukkig soort." Hij voelde, hoe de hand, die hg vasthield, zacht beefae. Den ouden man schoten de tranen in de oogen. „Mijn kind, mijn Anne, neem je in acht. Toen zijn vader verkccring had met de dochter van een jken boer natuurlijk is er een vrooRjke deerne op dèn Brinkmeier's hoeve geweest, een deerne met zwart haar en schitterende oogen, Annmarei Rade maker. En in hetzelfde uur, dat het jonge paar den hoeve kwam oprijden, hebben wij het meisje uit den zwarten poel opgevischt, koud en stom. En er waren menschen, die meenden, dat Hinnerk Brinkmeier er blij om moest wezen, dat haar lippen gesloten waren. Mijn kind, denk aan Annmarei Rademaker. De Brink- meiérs zijn geen goed slag, evenmin als een geluk kig slag." Anne rukte zich los. „Wat praat je toch al van de Brinkmeiers en hun slag, Vader? Ik wil niks van En- no Brinkmeier." „Wil je niks van hem." „Niks, heelemaal niks!" „En wat moet ik Karl Soetebier ten antwoord ge ven, als hij komt?" „Dat hij zijn geluk ergens anders moet zoeken. Bij mij is het niet." dent moet optreden, stond het vast, dat hg aan het bewind zou komen als Huerta heenging. Het is nu de vraag of de Vereenigde Staten en of de opstandelingen Carbajal zullen erkennen. De Veree nigde Staten zullen wel tevreden zgn met het behaal de succes minister Bryan moet reeds gezegd heb ben, dat hij met de nieuwe regeering wil onderhande len. Maar ten opzichte van de geneigdheid der op standelingen moeten we ons maar niet te veel illu sies maken. Immers voor vele „generaals" is de bur geroorlog een soort industrie geworden, die winstge vend en aangenaam is, en die ze niet gaarne zouden willen prgsgeven. Men spreekt er nu al van, dat Carranza president moet worden. De oude strijd zou onder andere mannen nog wel eens kunnen worden voortgezet. En wat moet Amerika dan doen? BINNENLAND. Z. K. H. DE PRINS. Woensdagnacht is de Prins met zijn gevolg n Moscou gereisd. Allen logeerden in net Kremlin als naar gasten van den Tsaar. Morgen wordt de reis naar Stockholm voortgezet. Z. K. H. ontving van den Tsaar het Grootkruis der Andreas-orde, en voorts werden benoemd tot Groot kruis der St.-Stanislas-orde, de heer Von Bulow Stolle, toegevoegd aan Z. K. H. en tot commandeur der St. Anna-orde luitenant ter zee le kl. Bgi de Vroe, ajudant van den Prins. DE RIJKSMIDDELEN. De afgeloopen maand was voor 's Rijks schatkist niet ongunstig aldus de N. A. De De opbrengst van de Rijksmiddelen bedroeg 5887,692.85% meer dan in de maand Juni van 1913. Wel was Juni van het vo rige jaar geen voordeelige maand geweest, omdat toen het successierecht 637,000 minder had opgele verd dan een jaar te voren, maar als men dezen fac tor buiten rekening laat, en dus de 324,000, die dit middel deze maand Juni meer opbracht, niet meetelt, dan nog zijn we met 263,000 boven het vorig jaar gekomen. De geheele opbrengst was 18,998,682,70 tegen 18,410,989.84ya in Juni 1913. Gestegen is de opbrengst der grondbelasting met 167,000, van het personeel met 76,000 der invoer rechten met 70,000, van den Buikeraccijns met 159.0000 den accijns op het gedistilleerd met 104,000, dien op zout met 15,000, dien op bier met 5000 en dien op het geslacht mete 21,000, de re gistratierechten met 5000, de hypotheekrechten met 3000, de successierechten met 324,000, de poste rijen met 49,000, de rijkstelegraaf en -telefoon met 0000, en de loodsgelden met 10,000. Minder werd ontvangen uit de bedrijfsbelasting 221,000, de vermogensbelasting 32,000, den wijn accijns 2000, de zegelrechten 138,000, de domeinen 10 000 en de eStaatsloterij 83,000. Over de eerste zes maanden van 1914 leverden meer op dan in hetzelfde tijdvak van 1913 de grondbelas ting 42,0000, de personeele belasting 79,000, de bedrijfsbelasting (hoofdsom en opcenten) 647,000, de vermogensbelasting (hoofdsom en opcenten) 210,000, de invoerrechten 86,000, de suikeraccgns 89,000, het gedistiieerd 251,000, de zoutaccgns 7000, het geslacht 45,000, de gouden- en zilveren werken 1000, de successierechten 2,767,000, de posterijen 442,000, de rijkstelegraaf en telefoon 116,000, de jacht- en vischacten 2000 en de loods gelden 300. Hiertegenover stond een mindere op- Den volgende morgen, toen Toni Graveloh, alleen zijnde, er in zgn bedstede over lag te denken, hoe hg den goeden gezel de weigering van zgn Anne op zijn zachtst ?ou kunnen meedeelen, kwam Luerke Voss binnen. Hij bewoog zich op de wgze der slangen. Eerst stak hij zgn spits hoofd om de deur en toen volgde zgn lichaam onhoorbaar in kronkelende be wegingen. „Goeden morgen, Graveloh. 'k Wou eens naar mijn mand komen zien." „Je mand staat klaar, daar in den hoek. Krijg ze zelf maar. Ik kan vandaag nog niet weer opstaan." Voss nam de mand, bekeek die, schoof een stoel bij Graveloh's bed en trok aan zijn lange pijp. „Wat wil er voor hebben, Graveloh?" „Je weet zelf wel, wat zoo'n mand kost." Voss haalde nu zijn beurs uit den zak en de geld stukken omslachtig bgeen zoekend, betaalde hg boven den prijs. De oude man wilde een paar grosdien te ruggeven, maar Voss weerde dat af. „Nee, nee, houd maar. Fgn werk, Graveloh. Je verstaat de kunst van mandenmaken. Dat heb Je van je vader geërfd." ,,'t Doet mij plezier, dat je tevreden bent. Andera ben ik niet veel meer nut." Voss stopte zijn pijp. „Meer nut dan menig trotsche jonge stier, die hier ruzie maakt. Ik zeg maar, die oude menschen en die oude tijden. Wg oudjes moeten ons aan elkaar houden, Graveloh. Andera trekken die jonge kerels ons het vel over de ooren." „Nu, nu, zoo erg zal dat wel niet worden." ,,'t Komt op het voorbeeld aan. Onze burgemeester, die geeft het voorbeeld. Ik zeg, dat het een schan daal is, dat hg met zijn dikke klauw heel Spreck- holm op den mond mag slaan. Met zoo'n vuile klauw! Bah, verduiveld 1" „Dik, ja, dat is die wel. Maar vuil nee, Voss." „Met bloed besmeerd.' „Nee, nee, nee!" „Toch wel!" Voss sloeg met zijn hand op den rand van het bed en keek Graveloh strak in de oogen. „En jg weet er van af, Graveloh 1" voegde hij er ge biedend bg. „Je hebt op den avond voor den trouw- Elke Woensdag, Zaterdag en Zon dagavond van 8 tol 107» uur con cert; te geven door het ensemble „KROON" op het verlichte terras. Bfl ongunstig weer zullen de concerten gegeven worden ln de benedenzaal. brengst bij den wgnaccijns van 1000, den bieraccijns van 42,000, de zegelrechten van 65,000, de' regi stratierechten van 132,000, de hypotheekrechten van 10,000, de domeinen van 39,000 en de Staatsloterij van 83,000, terwijl dit jaar uit het recht op de mij nen tot nu toe niets werd ontvangen, tegen 5500 ver leden jaar. Het totaal-generaal over de eerste zes maanden van dit jaar is 98,736,438.47, tegen 94,329,739,24 ln 1913. De vermeerdering bedraagt dus tot nu toe: 4,406,699.23. Gemengd nieuws. DE STAKING VAN HET HAAGSCHE TRAMPERSONEEL. Gisteren hebben de organisaties, waarin het tram personeel vereenigd is, ten stadhuize een conferentie gehad met B. en W. Het stakingscomité had aan het gemeentebestuur geschreven, dat de trambeambten het werk zullen her vatten als zekerheid gegeven wordt van de tot stand koming met ingang van October a.s. van een driejarig collectief arbeidscontract, waar in hoofdzaak de ge stelde eischen zijn opgenomen. De afgevaardigden stemden in den loop der bespre kingen er in toe, dat van het schrijven aan B. en W. een afschrift aan de H. T. M. gezonden zal werden. In een stakingsvergadering werd door den voorzit ter, den heer van Delft, het resultaat der bespreking verteld. De afgevaardigden verklaarden dat ze in de directie van de H. T. M. in dezen geen al te g groot ver trouwen stellen, een gevoelen dat de burgemeester niet deelde. Hij meende dat de directie tot toenadering bereid is Echter bleek, dat de directie wel met het personeel, doch niet met de organisaties wil onder handelen. De directie zal nog dichter tot ons moeten komen, zei spreker en hg hoopte, dat de eensgezindheid bhj- ven zal, dan zal men na eenige dagen wel weder Iets verder zijn. De laatste troef is door de directie uitge speeld. 7e heeft n.l. aan een aantal bestuurders en conducteurs bericht, dat ze 17 Juli per auto zullen worden afgehaald. De voorzitter der anti-revolutionairen in de Tweede Kamer, de heer van der Voort van Zgp, betoogde, dat de stakers ook van de zijde der Christenen steun moeten ontvangen voor bun rechtvaardigen strijd. Spreker geloofde in den ernst van den burgemeester, niet in dien van de directie. De heer Hoejenbos, sociaal-democratisch gemeente raadslid, betreurde het, dat pater Wegers in „de Tgd" de R K. leiders der staking bestrijdt. Met kracht be pleitte spreker eendracht in de gelederen, die tot een overwinning leiden zal. De heer Wesseling, R. K. gemeenteraadslid, ver dag van Brinkmeier twggen aan den zwarten poel gesneden. Geef mg een getuigenis! Zeg, dat je daar op dien avond iemand gezien hebt, die beweert dat hg ver weg is geweest van de plek." Het gelaat van den ouden mandenmaker was ern stig geworden. Hg schudde zgn hoofd. „Luerke Voss," zei hg langzaam^ Hhet gras staat hoog op het graf van die meid. En er zgn scherven genoeg in de wereld. Laat af van je haat „Neen, niet voor dat ik sterf! Hinnerk Brink meier Is bij den zwarten poel geweest, den avond voor zgn trouwen! jg hebt hem daar gezien!" „Ik heb hem niet gezien!" „Maar je hebt hem gespeurd, gehoord! Je weet dat hij er geweest is." lig had den arm van den ouden man gegrepen en schudde dien in zijn drift. „Zeg, dat het zoo is of pas op!" „Luerke", antwoordde de grijsaard, „ik sta voor mijn laatste uur en behoef voor niemand meer op te passen, dan voor Onzen Lieven Heer. Wat je van mij verlangt, daarin krijg jij je zin niet." Toen liet Voss den zieke met een vloek los. „Vergeet je mand niet," vermaande Graveloh. Maar toen Voss de deur achter zich had dicht ge slagen, lag hg nog lang met gesloten oogen in zich zelf gekeerd. Voor zijn oogen verrees een half uitge bracht, nooit geheel vergeten tafereel: het veen, som her en dreigend, bg het vallen van den avond na een naargeestigen dag, de zwarte, spiegelende oppervlak te van den poel in den krans van laag dennenhout en spookachtige zilverwilgen. En tusschen het zwart der lage wolken en het roodbruin der verdorde hei, tusschen het valsch glinsterende water en het zilver- geflikker der wilgen, een zacht voortgigdende donke re schaduw twee schaduwen. De mandemaker rilde. „Nee, nee, nee. Waar God gras over heeft laten groeien, daar mogen menschen- handen dat niet wegtrekken. Maar ik zou voor geen geld willen, dat Heinnerk Brinkmeier zijn zoon naar mgn Anne vrijde." (Wordt vGBrolgd.) 99 99

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1914 | | pagina 1