•i DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. No. 175, Honderd en zestiende Jaargang. 1914. MAANDAG 27 JULI. Berichten van heden. >Jeze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f0,80franco door het geheele Rijk ff, Afzonderlijke nummers 3 Cents. Prijs der gewone advertentiën Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V, Boek- en Handelsdrukkerij v/ho HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. FEUILLETON. De Fransche Hoeve. Telefoonnummer ALKMAAR, 27 Juli. Bertha von Suttner zeide verleden jaar op het Haagsche vredescongres, dat Keizer-koning Frans Jozef van Oostenrijk-Hongarije met vasten wil had verklaard: „Zoo lang ik leef, zal er geen oorlog zijn." De vrouwelijke vredesapostel Is dood, de grijze monarch leeft nog, de vredesvrienden maken zich ge reed om in Weenen den vrede te eer en.en Oosten rijk voert oorlog. De beslissing is Zaterdagavond gevallen, de papie ren oorlog tusschen Weenen en Belgrado is geëin digd, de diplomatieke betrekkingen zijn afgeloopen, de legers zijn reeds in beweging gekomen het wordt bloedige ernst. De derde Balkan-oorlog in twee jaar tijds heeft een aanvang genomen. Aan den uitslag valt geen oogenblik te twijfelen. Servië, dat eerst tegen Turkije, daarna tegen Bulgarije oorlog gevoerd heeft, is bij lange na niet opgewassen tegen het veel sterkere Oostenrijk-Hongarije. De wanver houding tusschen de strijdmachten van beide oorlog voerenden is.te groot, dan dat Servië, wanneer het geïsoleerd blijft, ook maar eenige kans heeft om te winnen. De vermoedelijke duur van den strijd is ech ter in geen enkel opzicht te voorspellen. Het is niet aan te nemen, dat Oostenrijk een gemakkelijk mili tair wandelingetje door Servië zal maken. De Servi sche troepen mogen in de twee oorlogen gedund zijn, zij hebben een rijke ervaring opgedaan, waarvan thans profijt kan worden getrokken. En dan is het niet zeker of Oostenrijk in dezen oorlog ten volle zal kunnen vertrouwen op zijn Slavische soldaten. Men denke maar eens aan de betoogingen ten gunste van Servië, welke tijdens de Oo3tenrijksch-Servische crises van 1909 en 1913 in Boheme plaats vonden. Boheme, dat doet ons drie eeuwen terugdenken. De onlusten in Boheme deden in 1618 een strijd ontbran den, waarin Frankrijk zich mengde om het huis Habsburg te vernederen, waarin Spanje en Oostenrijk samen gingen, waaraan ook Zweden en Nederland deelnamen. Ernstig staat het op het oogenblik te vreezen, dat de oorlog niet tot den Balkan, niet tot de beide be trokken staten zal blijven beperkt. De hoop op loka liseering is slechts zwak. Rusland staat achter Ser- Roman naar het Duitsch, van LUISE WESTKIRCH. 26) o De jonge Brinkmeier was te vol van zijn eigen voornemen om dieper over het raadselachtige rond dolen van zijn vader na te denken. Hij mocht niet talmen als hij het werk wilde volbracht hebben, voor dat de dag hem verraste. Het ongewone, sprookjes achtige van zijn doen was oorzaak dat zijn leden beefden. Al de oude sagen van monsters die schat ten bewaken schoten hem te binnen. Hij was zeer ontvankelijk voor het huiveringwekkende en bovenna tuurlijke. De sterren aan den hemel maakten hem angstig alsof het even zoovele op hem gerichte oogen waren en het geklaag der uilen klonk hem als een waarschuwende stem in de ooren. Maar hij vermande zich en de tanden opeen klemmend stiet hij de spade in den grond. Gaf de aarde hier geen doffer geluid dan bij het graven in akker of tuin? Verder! Hij wierp haastig de kluiten omhoog en zag de uitgegra ven aarde niet, zoo donker was het onder de dennen. Nu dreef er ook een wolk over de maan. Hij moest wel de lantaarn aansteken, hoe onaangenaam hij dat ook vond. Den donkeren kant daarvan keerde hij naar het huis toe en ging zelf onder het graven met den. rug naar de vensters staan om het flauwe licht schijnsel met zijn lichaam te verbergen. !t Was maar te hopen, dat niemand wakker werd en dat de knecht of Krisjan het licht niet zouden ontdekken of mis schien zijn vader en dat die dan kwam kijken 1 Na Tken derden of vierden steek met de spade hield hij luisterend op. Diepe stilte. Alleen de wind begon zacht over het veen te strijken, en de berketakken aan iet kanaal ritselden. De takken der dennen kraak- icn als zij zich in den wind tegen elkaar wreven. Wolken kwamen opzetten. Het werd steeds donker- vië. En wanneer het Tsarenrijk met de wapenen aan de panslavistische zaak steun gaat bieden, dan is er een Europeesche oorlog ontketend, welke geen dertig jaar zal duren maar hevig en wreed zal zijn. Bemoeit Rusland zich met den oorlog, dan is Duitschland verplicht Oostenrijk te helpen en op het oogenblik, waarop Duitschland ingrijpt, wordt voor Frankrijk de bepaling van kracht, waarin het Rusland steun heeft toegezegd. Wat Engeland en Italië zullen doen, zal waarschijnlijk van de omstandigheden afhangen, maar zeker is, dat wanneer deze oorlog komt, hij van grooten omvang zal zijn. De telegrammen gewagen van grootsche betoogin gen, welke er in de hoofdsteden van de betrokken en wellicht-betrokken-wordende rijken worden gehouden. Er schijnt eea massale oorlogszuchtige suggestie door de volkeren te varen. Met geestdrift, met in stemming worden alom de verontrustende berichten ontvangen. Hoevelen van wie er thans hoera roepen en juichen, zullen, wanneer Mars in Europa zijn scepter zwaait, wanneer handel en nijverheid lamge slagen zijn, wanneer honger en dood alom rondwa ren, weenend roepen om familie, om arbeid, om brood. Het is te hopen, dat de volkeren in hun geheel de komende dagen vooral zullen denken aan de weeën van den oorlog, dat regeeringspersonen niet zullen worden gedwongen toe te geven aan den drang van chauvinisten. De volkeren mogen toonen, dat zij Europa het liefst gevrijwaard zien van het onheil spellend schijnsel van den oorlogsfakkel. Moet er gevochten worden in 's hemelsnaam. Maar eerst als ijzeren noodzakelijkheid dwingt tot wapengeweld moge hiertoe besloten worden! Het pseudo-pacifisme leidt tot niets. Wat baat het, dat de gekroonde en ongekroonde staatshoofden schoone bepalingen teekenen over de minnelijke schikking van internationale conflicten, zoo lang ar bitrage nog niet verplicht is? Wat wint men ermee, wanneer men ontwapening propageert en de bestaan de toestand van anarchie tusschen de staten, onder ling blijft voortduren? Daar is een gezond pacifisme, dat er naar streeft, de staten tot elkaar te brengen in de verhouding, ge grondvest op de beginselen van waarheid en recht vaardigheid, dat de volkeren wil doordringen van der. Maar de kuil werd dieper. Het was of de handen van spoken hem hielpen zoo snel vloog de grond uit de diepte omhoog. Hij stond reeds tot aan zijn heu pen in de groeve, tot aan zijn hals, tot aan zijn schedel Barmhartige hemel! Keek daar niet iemand over den rand? Een hoofd met gloeiende oogen? De spade maakte een kletterend geluid. Meen! Dat was de hangklok op de deel, die één uur sloeg. Reeds één uur! Dus was er reeds een uur verstreken sinds middernacht! Hij streek met zijn mouw over zijn voorhoofd, waarop het koude zweet parelde. Maar de groeve was nu zoo diep als een graf. Als hier schatten lagen verborgen, dan moest hij daarop spoedig, heel spoedig stooten. En anders moest hij het op een andere plek probeeren. Maar op alle andere palatsen stonden de dennen zoo dicht, waren hun wortels zoo dooreen gegroeid, dat men daar tusschen niet kon graven. HaltDaar stiet hij op iets! Slechts een taaie wortel. Hij groef met moeite er omheen. Maar toen hij de spa de nu neerstiet, hoorde hij een geluid zoo dof, hol en huiveringwekkend, dat hij vol ontzetting op de mieën viel en het gezicht in zijn handen verborg. Het ijzer had op ijzer gestooten. Met bevende handen greep hij de spade weer. Hij stak, wierp en woelde de aarde in koortsachtigen ijver weg. De punt van een gewelfden ijzeren deksel vertoonde zich. De schatI Waarachtig de schat 1 Tij krabde met zijn vingers den grond om de ijzeren dst weg. Zijn handen grepen zoo iets als een flarde stof met iets hards daaronder. Hij draaide de lan taarn om en liet haar schijnsel in het gat vallen. Wat hij in de hand hield, was een half vergaan stuk verbleekt laken met een paar zwart geworden tressen en een groen geworden koperen knoop en aan dien knoop hing nog een voorwerp. Maar in het licht der lantaarn lag voor de oogen van den schat graver het wit blinkend geraamte van een man met ingeslagen hersenpan. Enno trok bevende van haast het deksel open. De kist was leeg. Op het deksel stonden ook duidelijk zichtbaar letters gegrifd en het getal 13. Het was een huzaar van het dertien die beginselen. Want willen de volkeren dan moeten de regeeringen. De regeeringen, zoo zegt prof. van Vollenhoven in zijn bekende brochure, heb ben, of zij wilden of niet, in het binnenland moeten gelooven aan ethische sociale politiek, ze hebben over zee, of ze wilden of niet, moeten gelooven aan ehtische koloniale politiek, ze zullen ook, of ze willen of niet, moeten gelooven aan een ethische internationale poli tiek." Ziedaar wat wij, die niet staan op het standpunt „geen man en geen cent," die niet eiken oorlog afkeu renswaard achten, die de verdediging der nationale eer, de uiting van gezonde vaderlandsliefde weten te waardeereu, even meenden te moeten opmerken, nu het woord aan de kanonnen is gegeven en nu zoowel allerlei militaristische als allerlei pacifistische stem men zich zullen doen hooren. WAARTOE SERVIë BEREID IS. PARIJS, 26 Juli, V. D. Volgens de „Times* is Servië bereid officieel bekend te maken, dat de anti-Oostenrijksche genootschappen ontbonden moeten worden en dat de wet op de Dagblad-pers wijziging zal ondergaan. Officieren en ambte naren, die zich gecompromiteerd hebben, zullen worden ontslagen. Servië komt er evenwel te genop dat Oostenrijkers zullen zitting nemen in de Commissie van Oonderzoek. Zoo men niet tot overenestemming geraakt zal Servië een be roep doen op het Haagsche scheidsgerecht en op de Mogendheden. DE EERSTE OORLOGSDAAD. BOEDAPEST, 27 Juli. De Servische chef van den generalen staf, generaal Putnik, die hier vertoefde, is ondanks zijn verzet, door de mili taire autoriteiten gearresteerd. Later is hij weer vrijgelaten. MAATREGELEN VAN VERWEER. WEENEN, 27 Juli. Aan de „Reichspost" wordt uit Belgrado geseind: Aan de Servische oevers van de Donan en de Sau zijn mijnen ge legd. Troepentransporten naar het Noorden zijn onderweg. WAT ZAL RUSLAND DOEN? St.-PETERSBURG, 27 juli. De officieuse „Beurscourant" geeft de volgende officieuze me- dedeeline. Rusland is bereid met alle middelen, die een groote mogendheid ten dienste staan, te antwoorden op ieder spoor van minachting van zijn rechtvaardige eischen. Rusland zal niet de regiment, die met zijn regimentskas op de Brink- meiershoeve moest zijn verdwenen. En hier stond de kas van een dertiende rigiment en hier lag een doode met ingeslagen hersenpan. En het ding, dat aan den met tresband gegameerden kraag bengelde, was een ordekruis. Er brak in dat oogenblik iets in Enno. De basis, waarop zijn leven, zijn trotsch gevoel van eigenwaar de opgebouwd waren, zakte ineen. Hij was niet de afstammeling van een reeks van rechtschapen man nen, hij was de kleinzoon van een struikroover, ach, niet eens van een gewonen struikroover! Van iemand, die den gast, den gewonden gast in zijn slaap had doodgeslagen en beroofd! Hoe had hij toch Wilm Döpke op de deel bij de Schiet tens durven neersmij ten? Als iemand hem in hef gezicht spuwde, dan ïad die daartoe het volle recht. Want dé oude, huiveringwekkende sage was Waar. En als zij waar was, dan waren ook al de andere leelijke geschie denissen waar, die er over de jongere Brinkmeiers in omloop waren. Dan lag er werkelijk een vloek op het geslacht, die zich openbaarde in het wegkwijnen der eerstgeborenen en in de woeste daden der tweede zonen. Hij had geen rijkdom, maar zijn schande aan het licht gebracht, toen hij in zijn overgeërfden heb zucht de heilige aarde omwoelde om de geheimen te ontdekken, die zij vroom verborg. De wanden der groeve moesten maar over hem instorten, hem naast den doode begraven! Hij trok zich kreunend de haren uit en stiet woedend zijn voorhoofd tegen den rand der ijzeren kist. Hoe zou hij ooit weer rechtop kun nen loopen, nu hij van deze gruweldaad afwist? Maar nu kondigde een schemerlicht den naderenden dag aan. De vochtige morgenkoelte trok den jongen man door de leden. En met de nuchter heid van den morgen kwamen vrees voor de menschen schaamte en het verlangen om de vreeselijke openba ring van den nacht weer aan de vergetelheid prijs te geven. Hij sprong uit zijn knielende houding op en greep de spade. En met knikkende knieën begon hij den eenen schop aarde na den ander over kist en geraam- toestemmen dat een Slavische mogendheid wordt vernietigd, maar is bereid Oostenrijk te steunen bij zijn rechtvaardige eischen en Servië toege vendheid aan te raden. Het zal echter nooit toe geven, dat het geheele Servische volk wordt ge troffen terwille van de misdaad van een enkel persoon. Servië noch Rusland kunnen dulden, dat de Souvereiniteit van een der Balkanstaten wordt aangetast." Ook niet-chauvini8tische kringen verklaren, dat Rusland een herhaling van hetgeen Oostenrijk in 1909 heeft gedaan niet kan dulden. De politici hopen minder op een militaire interventie van Rusland, dan wel op het toegeven van Oostenrijk. In verband hiermede wordt de houding der Sla ven in Oostenrfjk-Hongarije met groote opmerk zaamheid gade geslagen. Vooral hoopt men veel van Russisch-gezinde stroomingen onder de Tschechen. De nationalisten en Panslavisten verklaren zich daarentegen openlijk voor een oorlog. Zon dagavond slaagden zij er in een anti-Oostenrijk sche manifestatie uit te lokken. Voor het redac tiebureau van een blad te St.-Petersburg hield een officier een toespraak tot de menigte, die daarop „Leve Servië riep. Van een oorlogsge- zinde stemming is nog wel niets te bespeuren, maar het is niet onmogelijk dat hierin onder invloed van de Slaven verandering komt. DUITSCHLAND VREDELIEVEND. PARIJS, 27 Juli V. D. Na het verregaande pessimisme der laatste dagen dat zich van een groot deel der Parijsche per3 had meester ge maakt, is heden hier een reactie ingetreden. Men beschouwt thans de politieke crisis met groote kalmte. De reden hiertoe ligt hoofdzakelijk in een persoonlijk ingrijpen van keizer Wilhelm, die Zaterdag in den loop van den dag van het intre den der crisis op de hoogte was gebracht en zich onmiddellijk langs draadloozen weg in verbin ding stelde met den staatssecretaris von Jagow, wien keizer Wilhelm opdroeg de Duitsche ge zanten in Parijs en Londen te berichten, dat de regeeringen der Triple Entente verzekerd kunnen zijn, van de volkomen vredelievende ge zindheid der Duitsche regeering. Blijkens berichten uit Parijs begaf de heer von Schön zich gisteren tweemaal naar het ministerie van buitenlandsche zaken aan de Quaie d' Orsay waar langdurige besprekingen plaats vonden met den waarnemenden minister vdn buitenlandsche zaken den heer Bienvenu; deze besprekingen zouden een zeer vriendschappelijk karakter heb ben gedragen; in een over het verloop der be sprekingen uitgegeven verklaring wordt gezegd, dat beide diplomaten gemeenschappelijk besloten het behoud van den vrede in Europa te bevorde ren. te te werpen. Hij stampte die vast, vernieuwde de bedekking van dennenaalden, maakte die glad en staakte geen oogenblik zijn gejaagden arbeid, voordat de grond weer onaangeroerd leek en aan geen men- schelijk oog 't geheim daaronder verried. Toen sloop hij weer naar huis en wierp zich in zijn bedstede. Met kloppende polsen, lichamelijk ellendig van vermoeidheid en afgrijzen, hoorde hij het leven op het erf ontwaken, de hanen kraaien, de paarden stampen, de meid met de melkemmers rinkelen, hoorde dat de tafel voor de morgensoep werd verschoven. Hij heef stil liggen, onbewegelijk in zijn stugge onver schilligheid. Het leven behoefde, wat hem betrof, niet verder te gaan. Verleden en toekomst, zijn bezitting en zijn eigen ik waren voor hem vergald, bezoedeld. ACHTSTE HOOFDSTUK. Hinnerk Brinkmeier had met het turfschip naar Bremen willen varen om de eerste, nieuw gemaakte turf te verkoopen. Hij bleef echter thuis. Dat had geen haast. Eerst moest de sloot van modder gezui verd worden. Maar hij werkte ook niet in de sloot. Hij stond op zijn spade geleund en tuurde ingespan nen over het veen. Er sprak heimelijke triomf uit zijn oogen, uit zijn zijn geheele zijn, evenals op den dag, toen de Spreckholmers hem tot burgemeester hadden gekozen. Alheid kwam naar buiten en ging bij hem staan. In het verschiet, ver weg in het veen bewogen zich een paar gedaanten. „Is dat niet de inspecteur met zijn menschen, vader, die daar rondscharlevinken „Dat is wel mogelijk." „Ben je dan nu met den koop met hem in het reine?" „Nog niet geheel, moeder, nog niet geheel. Dat zal nu wel komen." Hij lachte in zichzelf. „Je kunt wel al vast wat moois wenschen. Als hij het land koopt, dan kom het mij op een handvol daalders niet aan." (Wordi vervolgd.) COURAN

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1914 | | pagina 1