DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. No. 176. Honderd en zestiende Jaargang. 1914. DINSDAG 28 JULI Oeze Courant wordt eiken avond t behaive op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk flt— Afzonderlijke nummers 3 Cents. Telefoonnummer 3. Prijs der gewone advertentiên Per regel f0,10. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V Boek- en Handelsdrukkerij v/ho HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. ALKMAAR, 28 Juli. Mag men op dit oogenblik wel van oorlog spreken Naar de feiten te oordeelen heeft men enkel te ma ken met een breuk tusschen Oostenrijk en Servië. De diplomatieke betrekkingen zijn afgebroken meer is er niet. De oorlog is nog niet verklaard. Oorlogsda den de schermutseling op den Donau en de eenigs- zins komische gevangenneming van den chef van den Servischen generalen staf buiten beschouwing gela ten zijn nog niet voorgekomen. Nog is er geen schot gevallen. De oorlog bestaat feitelijk alleen op het papier. Maar daar dan ook heel deugdelijk. Servie is bij de Oostenrijksche eischen zoover gegaan als een staat maar kan gaan. Het heeft zelfs het vernederende dictaat van de openbare beschuldiging aanvaard, is bereid geweest in de staatscourant en in een leger order te vermelden, wat Oostenrijk verlangt. Het heeft op alle punten toegegeven, alleen heeft het ge weigerd Oostenrijksche afgevaardigden bij zijn on derzoekingen te dulden en de aanwijzing door Oosten rijk van de officieren en ambtenaren die verwijderd en gestraft zullen worden. Deze beide laatste eischen heeft Servië geweigerd, daar het hierin ziet een schen ding van de grondwet en van de wet op de strafvor dering. Het heeft zich bereid verklaard, indien Oos- tenrijk-Hongarije met het antwoord geen genoegen zou nemen, een vreedzame oplossing te aanvaarden door het geschil te onderwerpen, hetzij aan de be slissing van het Internationale Hof van Arbitrage, hetzij aan die van de mogendheden, die deel hebben genomen aan de opstelling van de verklaring, welke de Servische regeering den 31 sten Maart 1909 heeft afgelegd. Eerst heden hebben we deze bijzonderheden verno men. Merkwaardigerwijs maar uit twee couranten alleen de N. Rott. Ct. en l'Etoile beige bevatten den officleelen tekst van het Servische antwoord. Het blijkt dus, dat op een paar ondergeschikte pun ten na Servië het straflijstje heeft aangenomen. Na tuurlijk zal Oostenrijk juist van die pun ten hoofdzaken maken en redeneeren, dat er van een onderzoek niets terecht komt, wanneer Oostenrijk daarop niet kan toezien, en dat van de bestraffing van Servische ambtenaren niets zal komen, wanneer de straffe hand van Oostenrijk daarbij niet de lei ding heeft. Servië is wij herhalen het veel verder gegaan, dan men had kunnen verwachten. Maar de moord te Serajewo is immers slechts een aanleiding, geen oorzaak. Oorzaak is het groo te, diepgaande belangen geschil tusschen de bewoners van het keizer-koninkrijk en de Groot-Serviërs. En beide bij dit geschil betrokken par tg en hebben hun secondanten. Geen wonder, dat onrust, onzekerheid, beweging en spanning heerschen in alle hoeken van Europa ook in ons land, waar men ondanks officieel optimis me geducht in de weer is, zoowel in de ministeries als in de vestingen en versterkte plaatsen. Natuurlijk geschiedt dit alles niet, omdat de Oos tenrijksche regimenten vandaag of morgen het verla ten Belgrado kunnen binnenrukken, maar omdat de vrees voor een tragische wereldgebeurtenis nog steeds niet is verdwenen. Zal de poging van Sir Edward Grey the peace maker 1 waarvan hieronder melding gemaakt wordt eenlg resultaat opleveren? De Engelsche minister is een nuchter, degelijk za ken-man, die een dergelpe poging zeker niet zou wagen, wanneer hg niet eenlge hoop op succes koes terde. Meer dan een vleugje hoop zal echter ook hij niet kunnen hebben. Overigens wordt in de Europeesche kabinetten hard gewerkt aan de lokaliseering van den oorlog, waaruit ook al weer blijkt, dat men de kans op het voorkomen heel gering acht. Wanneer er in een etmaal geen ernstige dingen ge beuren, zijn velen geneigd aan te nemen, dat er ook verder wel niets zal geschieden. Wij deelen deze opvatting niet en hebben hierboven trachten aan te toonen waarom niet. Oostenrijk zal zelf in Belgrado de inwilliging van de beide door Servië niet ingewilligde eischen halen. En vermoede lijk nog wat meer ook! Hieronder vindt men het nieuws van hedenochtend, terwijl op pagina 2 de telegrammen staan vermeld, die we in den loop van den dag ontvingen. De eerste botsingen. Toebereidselen. Betoogin gen. De Servische troepen hebben bij Temeskubin op een Donaustoomboot, waarmede Oostenrijksche troe pen getransporteerd werden, geschoten. Dezen beant woordden den aanval onmiddellijk. Het gevecht duurde eenige uren. Aan beide zijden zijn dooden en gewonden gevallen; hoeveel is nog niet bekend. Het bericht van dit eerste bloedige treffen moet te Ween en enorme opwinding veroorzaakt hebben, daar dat, waar er thans bloed gevloeid heeft, minnelijke schikking geheel heet buitengesloten. Brj Kubin heeft de Oostenrijksche overheid twee Servische schepen in beslag genomen, die niet op be vel stil hielden en van welke op Oostenrijksche solda ten geschoten werd. In Oostenrijk-Hongarije is de dag van heden als eerste mobilisatiedag vastgesteld. Ten gevolge van de gedeeltelijke mobilisatie wordt op verschillende spoorwegtrajecten het vervoer van niet-militairen en goederen voorloopig beperkt. Van den derden dag der mobilisatie af wordt het verkeer voor niet-militai ren geheel gestaakt. Op den eersten dag worden par ticuliere personen met treinen van het mobilisatieplan slechts dan vervoerd, wanneer ze reizen in het mili tair of openbaar belang, en wanneer ze van door de overheid verstrekte legitimaties voorzien zijn, die hun het recht geven op een enkele reis." In Boheme moet de toestand nu reeds weinig roos kleurig zijn. In Praag heet de staat van beleg te zijn afgekondigd en dienstplichtigen van Tsjechische nationaliteit deserteeren over de grenzen, tengevolge waarvan bij alle overgangen aan de grenzen strenge pasdwang gevoerd is. Servië trekt troepen samen, welke bestemd zijn om met generaal Stefanowits aan het hoofd, bij Te meskubin over den Donau te trekken en Herzegowina binnen te vallen. Voor particuliere personen gaat er dagplijio» één trein naar het centrum van het rijk. Den geheelen dag hebben troepen-transporten naar het centrum plaats. De Servische kroonprins-regent Alexander heeft zich naar het hoofdkwartier in Waljewo begeven, daar men in militaire kringen het beschieten van Hongaarsche soldaten door Servische soldaten als het begin van den oorlog beschouwt. Het heet dat in Servië binnen acht dagen een le ger van 300.000 man en 10.000 man reserve op de been zou zijn. Een bericht, dat de Serviërs de brug over den Donau tusschen Belgrado en Servië in de lucht heb ben laten springen, wordt ook al weer tegengespro ken. Niet aangenaam hebben vijf honderd leden van de Oostenrijksch-Hongaarsche kolonie het te Belgrado gehad. Zij hebben lang tevergeefs staan wachten voor het Hongaarsche gezantschapsgebouw op een stoomschip om naar Sernlin te vertrekken. Het was een verschrikkelijke nacht. Dronken soldaten schreeuwden door de straten. Ieder oogenblik hoor de men vreugdeschoten en geroep: „Weg met Oos tenrijk 1" Gistermorgen vroeg kwam een sleepboot om schuiten af te halen. Het gelukte vijftien perso nen den kapitein ovA te halen, hen mee te nemen. In Semlin verzochten zij de overheid de Oostenrijkers en Hongaren, die nog in Belgrado waren, af te halen. Dat gebeurde toen. Te Belgrado is het Maandag tot groote betoo gingen gekomen, toen men de troepen, me tot nu toe in het geheim des nachts weggezonden werden, voor de eerste maal op klaarlichten dag liet afmarcheeren. Des avonds heerschte in alle openbare lokalen een uiterst opgewekte stemming. De Servische regeering is tegenover de militaire partij, de zoogenaamde „Zwarte Hand," te zwak. Men zou moeten vreezen, dat deze partij bij een terugtocht van de regeering het de dynastie zou laten ontgelden. Waarom Oostenrijk-Hongarije niet tevreden is. Wij hebben gisteren medegedeeld, dat Servië in zijn antwoord op de nota meende te hebben toegege ven wat in billijkheid verwacht kon worden. Hoe men hierover in Weenen denkt moge blijken uit het vol gende: De Servische nota poogt den valschen schijn te wek ken, dat Servië bereid was om de Oostenrijksche eischen in groote mate te vervullen. Feitelijk is de nota vervuld van een geest van onoprechtheid, die duidelijk laat zien, dat het Servië niet ernstig er om te doen is de strafbare toelating der woelingen tegen Oostenrijk te doen eindigen. Zoowel betreffende de algemeene grondslagen der Oostenrijksche eischen als betreffende de enkele door Oostenrijk opgestelde pun ten bevat de Servische nota verregaande beperkingen, zoodat daardoor ook de ingewilligde eischen onbe- teekenend worden. Vooral wordt, onder nietige voor wendsels de eisch, dat Oostenrijk-Hongarije zal deel nemen aan het onderzoek van de deelnemers aan het complot van 28 Juni die zich in Servië bevinden, vol komen geweigerd. Evenzoo is de eisch tot de bestrij ding der vijanden van de Oostenrijksche monarchie verworpen, en het verlangen, dat Servië de noodige maatregelen zal nemen, om de vijandelijke vereeni- gingen te ontbinden en te zorgen dat zij niet, onder anderen naam en anderen vorm, hunne werkzaamheid zullen voortzetten, niet eens beantwoord. Daar de eischen van Oostenrijk, met het oog de houding door Servië tot dusver aangenomen, het minste is, wat tot het doen ontstaan van voortduren de rust in het zuiden en oosten der monarchie nood zakelijk is, moet het antwoord van Servië als onbevre digend worden beschouwd. Dat overigens Servië zich bewust ïs, dat de nota onaannemelijk is, bewijst de omstandigheid dat het aan het slot der nota voorstelt de regeling der geschil- Iene aan scheidsrechters over te laten, welk voorstel in. het ware licht komt, door de omstandigheid dat reeds vóór het overhandigen van de nota, en eenige minuten vóór het einde van den door Oostenrijk ge stelden termijn, tot mobilisatie van het Servische leger werd bevel gegeven De houding der mogendheden. Een officleele alge meene Russische mobilisatie is tot nu toe nog niet geconstateerd kunnen worden. De SL-Petersburgsche correspondent van de TSgl. Rundschau, die gewoonlijk beschouwd wordt als de best-ingelichte Duitsche correspondent te St. Peters burg, meldt het volgende aan zijn blad: „Dpt Servië het ultimatum van Oostenrijk-Honga rije met weten en willen van de Russische regeering van de hand gewezen heeft, moet men als een vast staand feit beschouwen. Van een zijde, die men vol strekt niet mag wantrouwen, verneem ik, dat de Ser vische gezant te St.-Petersburg reeds Donderdag 1.1. van een zijde, die den doorslag geeft in de Russische politiek, de opdracht gekregen heeft, in Belgrado mee te deelen, dat Rusland wenschte, dat het ultimatum van de hand gewezen werd. Bij den laatsten Kroonraad op Peterhof bestond er verschil van meening, niet over het wenschelijke, doch enkel over het geschiktste tijdstip van de inmenging van Rusland. Terwijl de grootvorst Nicolajewits en de minister van oorlog vóór een onmiddellijk in grijpen waren, pleitten eenige andere deelnemers aap den Kroonraad, o. w. de minister van biutenlandsche zaken Sasonof, ervoor, een afwachtende houding aan te nemen. De vergadering ging uiteen zonder een besluit ge nomen te hebben, doch met het plan om Zondag of op zijn laatst Maandag in een nieuwe bijeenkomst de beslissing te nemen. Zijn St.-Petersburgsche zegsman deelt verder me de, dat men zich niet vergist, wanneer men aanneemt, dat de Russische interventie zal plaats vinden in den vorm van een „geenszins agressief memorandum aan de Oostenrijksch-Hongaarsche regeering, maar ge paard met een proefmobilisatie in de militaire di stricten van Kiëf en Odessa, terwijl het district Wil na voorloopig in zijn tegenwoordigen toestand zal worden gelaten. In ieder geval hebben de plaatse lijke gouverneurs reeds last gekregen voorloopig geen passen naar het buitenland te verstrekken aan officieren en militaire artsen. Alles bij elkaar genomen zijn dit nog geen oor logsmaatregelen, maar toch vérstrekkende toebereid selen, die ernstige mogelijkheden in zich sluiten. In Duitschland zijn nog geen dringende mili taire maatregelen genomen en van een groote gehei me mobilisatie is nog geen sprake. Engeland zal, wanneer een Algemeene Euro peesche oorlog mocht uitbarsten, onmiddellijk met alle middelen, waarover het beschikt ingrijpen. Het moet dit volgens de Tel. aan verschillende kanselarij en te kennen gegeven hebben. De Grieksche regeering heeft de Servische regee ring doen weten, dat zij haar verbintenis getrouw zal nakomen en dat Griekenland, indien Bulgarije Servië aanvalt, Servië met al zijn krachten zou bij staan. Het verluidt, dat Griekenland bij een eventueelen Oostenrijk-Servischen oorlog verplicht zou zijn Ser- vië met 100.000 man te hulp te komen. De Roemeensche regeering heeft sedert haar ge zant te Sofia gelast aan de Bulgaarsche regeering te doen weten, dat, indien Bulgarije tusschenbeide kwam in eventueele conflicten Roemenië op zou treden om de grondslagen van den vrede van Boekarest te hand haven. Koning Peter heeft Vrijdag een dringend tele gram aan koning Nikita te Montenegro verzonden, waarin de wensch wordt uitgesproken, dat de Monte- negrijnen onmiddellijk tot mobilisatie moesten over gaan, om Servië tegen een buitenlandschen aanval te verdedigen. Koning Nikita besloot onmiddellijk het leger te mobiliseeren. Kroonprins Danilo werd tele grafisch teruggeroepen. België mobiliseert voorloopig niet. De voor spelde oproeping van de drie jongste lichtingen zal niet geschieden: 1 dan in het geval dat de oorlog bepaald beslist zou zijn. In elk geval houdt men zich ook in de forten van Antwerpen voor elke even tualiteit gereed en zijn alle mutaties van troepen ge schorst. Nederland. De buitengewone ministerraad van gistermiddag, die zich bezig heeft gehouden met de voorbereidende maatregelen, welke noodig kunnen worden met het oog op den dreigenden oorlogstoe stand in Europa, heeft van 12 tot 2 uur geduurd. Hedenmiddag wordt opnieuw vergaderd. Er zijn maatregelen genomen, om het ontslag van de miliciens van de oudste lichting, hetwelk op 1 Augustus zou moeten plaats vinden, te schorsen. Ook de overgang van miliciens naar de landweer zal op gezegden datum niet plaats hebben, en het ont slag van de oudste landweerlichting, dat volgens de Landweerwet eveneens op dien datum valt, Is ge schorst. De Zeeland keert morgen terug; aan de comman danten van de Noordbrabant en de Kortenaer is last gegeven huiswaarts te varen. De spoorbrug te Deventer is door infanterie en cavalerie bezet. Niemand mag meer passeeren. Uit 's-Hertogenbosch zijn verschillende detache menten infanterie vertrokken ter bezetting der voet en spoorbruggen in den omtrek. Te Maastricht wordt de spoorbrug bewaakt door een 30-tal soldaten, terwijl in die plaats voorts het garnizoen in de kazerne geconsigneerd is. De „Avondpost" verneemt, uit betrouwbare bron, dat de regeering beslag heeft laten leggen op alle sleepbooten in den Nieuwen Waterweg. Ook de in de Scheveningsche haven aanwezige 4 sleepbooten zijn gerequireerd; drie er van zijn gedirigeerd naar den Nieuwen Waterweg. Met het oog op de mogelijkheid van troepenvervoer, wordt aan het station Amersfoort veel materieel ge concentreerd. Het daarbij betrokken ambtenarenper- soneel heeft last ontvangen in den vrijen tijd bij de hand te blijven. De Engelsche minister van baitenlandsche zaken aan het woord. Bemiddeling Minister Grey, de be kwame, vredelievende diplomaat, die met zijn optre den in de Balkan-oorlogen zoo gunstig resultaat be haalde, heeft gisteren in het Lagerhuis gesproken. Hij begon met te verklaren, dat hg de Britsche ge zanten te Parijs, Berlijn en Rome heeft opgedragen de regeeringen te vragen of zij willen toestaan, dat hare gezanten te Londen aldaar confereeren met den minister, teneinde middelen te beramen om de be staande moeilijkheden op te lossen. Aan de Britsche vertegenwoordigers te Weenen, St.- Petersburg en Belgrado is opgedragen de regeerin gen aldaar mededeeling te doen van de voorgenomen conferentie en haar te verzoeken tijdens den duur der conferentie van vijandelijkheden af te zien. De heer Grey voegde daaraan toe, dat hij nog geen volledige antwoorden had ontvangen. Hij gaf een kort overzicht van de gebeurtenissen sinds Vrijdagochtend en merkte daarbg op, dat hg, na de nota van Oostenrijk te hebben ontvangen, ge sproken had met andere gezanten en dezen had ver klaard, dat er geen aanleiding was om tusschenbeide te treden, zoolang het geschil beperkt bleef tot Oos tenrijk en Servië. Wanneer echter een dreigende ver houding mocht ontstaan tusschen Oostenrijk en Rus land, aan zou de vrede van Europa op het spel staan. En de eenige kans om den vrede te handha ven zou blijken te zijn, dat Duitschland, Frankrijk, Italië en Groot-Britannië, die niet direct betrokken zijn bij de Servische kwesties, tegelijkertijd te St.-Pe- tersburg en Weenen pogingen aanwendden om Oos tenrijk en Rusland te bewegen de militaire operaties te schorsen, zoolang de vier mogendheden nog bezig waren met pogingen om een schikking tot stand te brengen. Toen hij had gehoord, dat de betrekkingen tusschen Oostenrijk en Servië waren afgebroken, had hij met een den Britscken gezanten instructies gegeven de verschillende regeeringen te vragen, hunne vertegen woordigers in Weenen, St.Petersburg en Belgrado te machtigen die regeeringen mededeeling te doen van de voorgestelde conferentie en haar te verzoeken alle militaire operaties op te schorten tot den afloop der conferentie. De heer Grey eindigde aldus: „Dit voorstel zou althans ten grondslag kunnen vormen waarop een vriendschappelijke, onpartijdige groep van mogend heden, tot welke staten behooren, die gelijkelijk het vertrouwen van Rusland genieten, een schikking tot stand kunnen brengen, die voor allen aannemeigk zou zijn." Sprekende over den toestand zeide de minister ten slotte „Zoodra het geschil niet meer beperkt is tot Oos tenrijk en Servië en ook een andere groote mogend heid erin wordt betrokken, moet het eindigen met de grootste ramp, die ooit het vasteland van Europa in één slag heeft getroffen. Niemand kan voorspellen, waartoe het dan zou komen en de directe en indirecte gevolgen zouden onberekenbaar zijn. Reuter meldt uit Londen, dat de Fransche re geering aan de Engelsche heeft meegedeeld, dat zij zich volkomen vereenigt met het bovenbedoelde voor stel van minister Grey. De Oostenrijksche gezant te Weenen, gepolst door den Engelsdien, die, blijkens het bovenstaande handelde op last van zijn minister, heeft verklaard, dat zij met genoegen den Engelschen gezant en den Italiaanschen minister van buitenlandsche zaken zou ontvangen, doch dat hij geen invloed op het eindbe sluit zou kunnen hebben, daar de Oostenrijk-Hon- gaarsche regeering zich het recht wilde voorbehou den, al die militaire maatregelen te nemen, die noo dig zijn voor de veiligheid van den staat. Van Staatshoofden. Toen keizer Frans Jozef het bericht van de gevangenneming van den chef van den Servischen generalen staf Poetnik ontving, gelaste hij onmiddellijk een telegram naar Boe dapest te zenden, met het bevel, dat de generaal zou worden vrijgelaten om zijn reis ongehinderd voort te zettgn. Keizer Wilhelm is van zijn Noorsche reis te ruggekeerd. Hij werd te Berlijn met hoera geroep begroet. President Poincaré van Frankrijk is de Deensche wateren gepasseerd zonder voor zijn voorgenomen bezoek aan Kopenhagen aan land te gaan. Een kapitein, aanstaande echtgenoot van de dochter van den zoo plotseling te Belgrado overleden Russischen gezant van Hartwig heeft kroonprins Alexander van Servië met een zweep geslagen. Betoogingen ten gunste van den vrede en ook voor den oorlog. De Brusselsche gemeenteraad heeft gis teren met algemeene stemmen de volgende motie van het socialistische lid van den gemeenteraad, den heer C. Huysmans aangenomen: De gemeenteraad van Brussel, hevig verontrust ALKMAABSilM COURANT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1914 | | pagina 1