DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. R 1 spV-ÜISJ De ernst van het oogenblik. No. 179 Honderd en zestiende jaargang. 1914 VRIJDAG 31 JULI. BOEBAPES THAN SYJrVANI Ël belgkW BOS UL GARI.JE Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele Rijk fl,— Afzonderlijke nummers 3 Cents. Prijs der gewone advertentiën Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. r«^ -s. Oesjitza Telefoonnummer 3. Etsenburg CQSSWónsfem B/ifn Szolnok Szeqedin fl .Th eresi QRlPh- - -J Funfkirctmn AGRAM TEM ES VA Zombor: Eszek I -!/■ AL.Meusat~ v x?\Yirv^i*P<s.terw«rdein Rimiffk 'argovrsjte\ ToernoelSeverm A B/ÖEKARÉST Craiova Travruk SERAJEVO jevo 9pa Ratio va sjar „krü«.teievjt2 övS Bazar* Pirot ^Leskovat- X Oen» V ff Mostar Pr/éqj" SOFIA BJIek ffpiifcsj j fsj Ko/asjw r6b'^^d MONTENEGRO Pod' RAGÜ EnjrMTfJen* 5KÜ 'attaro OtOjQiZO WtSO OESKJÖFD V ALKMAAR, 31 Juli. Te drie uur hebben wij vandaag nog geenerlei tele gram van eenige importantie over den toestand in Europa of zelfs maar over den Oostenrijksch-Servi- schen oorlog ontvangen. De ernst van den toestand valt voor het oogenblik enkel af te leiden uit de berichten uit ons eigen land. Artikel 186 van de Grondwet zegt o.m.: „Of er oorlogsgevaar in den zin, waarin dat „woord in 'a lands wetten voorkomt, aanwezig is, „beslist de Koning." Welnu de Koning heeft beslist, dat er oorlogs gevaar aanwezig is. En de Tweede Kamer is tegen Maandag bijeenge roepen. De afkondiging van oorlogsgevaar heeft vooral de ze beteekenis, dat op de gemeenten en inwoners de verplichting rust tot het doen van Ieverantiën van al lerlei aard ten behoeve van de krijgsdienst. Deze ver- pligting bestaat alsdan ook ten aanzien van paarden, rund- en ander vee. Daarbij wordt evenwel gelet op de belangen der burgerij en gezorgd dat de eischen de krachten der gemeenten en der Inwoners niet te boven gaan. In geval van Oorlog kan door de Koningin aan den opperbevelhebber van het veldleger, doch alleen voor zoover betreft de landstreek,'waar dat leger of afdeelingen daarvan zich bevinden, alsmede aan den opperbevelhebber eener in staat van oorlog of beleg verkeerende linie, vesting of sterkte, doch alleen voor zoover betreft het terrein, waarover de staat van oor log of beleg zich uitstrekt, machtiging verleend wor den, om op zoodanige wijze in de behoeften van in- Op bijgaande kaart, aan het Handelsblad ont leend, vindt men de grenzen aangegeven van het Oos- tenrijksch-Hongaarsch gebied en van de aangrenzen de landen. De zetel der Servische regeering werd van Belgra do naar het ten Z. W. daarvan aan den spoorweg naar Sofia gelegen Nisj verplaatst, terwijl het Ser vische leger werd geconcentreerd tusschen Kragoe- jevatz en Krotsjevatz, welke beide plaatsen tusschen Nisj en Belgrado zijn gelegen. De Serviërs deden reeds de spoorwegbrug, die tus schen Semlin en Belgrado over de Save lag, in de lucht springen. De Üostenrijksch-Hongaarsche troepen hebben in- tusschen den Donau overgetrokken en Belgrado be zet, dat, na eene beschieting door monitors, niet ver dedigd bleek. Aan de westgrens, achter de Drin, die de grens scheiding uitmaakt met Bosnië, hebben de Serviërs ook een macht geconcentreerd tusschen Valievo en Oesjitza, terwijl de met hen verbonden Montenegrij- nennn de richting van Priboj oprukten. kwartiering, onderhoud, transporten en ieverantiën van allerlei aard (ook aan paarden, rund en ander vee) te voorzien of door zijne ondergeschikten te doen voorzien, als hem, op zijne verantwoordelijkheid, het meest geraden voorkomt, hetzij door het benoodigde, na eene voorafgaande vordering van zijnentwege, te doen verstrekken of, in dringende omstandigheden, zonder voorafgaande vordering, door zijne onderge schikten, in gebruik of in eigendom te doen nemen, hetzij door goedkeuring van hetgeen te dien opzichte, zonder zijn last, in het belang van de krijgsdienst is verricht. Het bedrag der schadeloosstelling wordt, zoo mo gelijk, terstond door de militaire autoriteit, die de vordering deed of iets in gebruik of in eigendom neemt, tegen quitantie aan den rechthebbende uitbe taald. Is dit niet mogelijk, dan geeft die autoriteit hem een bewijs van ontvangst, waarop tevens ver meld staat welke militaire autoriteit, tegen overleg ging van dat bewijs, voor de betaling van het ver schuldigde zorg moet dragen. De Nederlandsche Staat is in elk geval aansprake lijk voor de betaling van het verschuldigde aan den rechthebbende. De ernst van den toestand blijkt uit de mobilisatie van land en zeemacht, door H. M. bevolen. De ernst wordt zooeven bevestigd door een telegram uit Berlijn, volgens hetwelk ook de Duitsche Keizer den toestand van dreigend oorlogsgevaar heeft laten intreden, hetgeen een voorbereidenden stap tot mo bilisatie beteekent. Men moet de berichten natuurlijk met het grootste voorbehoud aanvaarden. Maar wordt het bevestigd, dan is de hoop op een vredelievende oplossing gevlo gen. Uit Weenen wordt geseind: Gelijk te verwachten was hebben de vijandelijkhe den zich nog bepaald tot voorbereidende schermutse lingen tusschen patrouilles langs de oevers van de grenswateren, die geen noemenswaardige verliezen ten gevolge'hadden. Een eenigszinse mstiger karakter had slechts het gevecht aan de Semlinbrug in den nacht van Dins dag op Woensdag. De pogingen van de Serviërs om de brug geheel te vernielen werden door de Oosten- rijksche voorposten verijdeld. Bij Progror aan de Save is een poging van een zestig man sterke bende Servische ongeregelde troe pen om de rivier over te steken op de waakzaamheid van de Oostenrijksche voorposten afgestuit. Oostenrijkscli geschut, dat aan den oever tegenover Welkogradiste had postgevat, is er in geslaagd twee stoombooten, die uitgerust werden, onder vuur te nemen en te vernietigen. Een later bericht zegt, dat de Serviërs een uitval hebben gedaan om de brug te vernielen, zij werden echter teruggedrongen en hadden vele dooden. Duitschland. Men kan zich voorstellen, dat het mobilisatie-bericht der Berl. LoLk. Anz. gisteren te Berlijn een enorme beweging tengevolge heeft ge had. Later werd het tegengesproken. Te Berlijn heerschte echter algemeen de opvatting, dat de toe stand slechter was geworden door de Russische maat regelen. Officiéél werd aan Reuter verklaard: „De toestand is heden minder gunstig dan gisteren, in plaats van beter zooals hij had kunnen zijn. De mobiliseering van Rusland heeft het vredeswerk der Europeesche diplomaten bemoeilijkt, er kan echter nog niet worden gezegd, dat deze arbeid is gestaakt. Wanneer echter in een dergelijk oogenblik het gordijn omhoog gaat en blijkt van welken omvang de mili taire toebereidselen van Rusland zijn, dan moet wor den aangenomen, dat Rusland bepaalde bedoelingen heeft, temeer daar Oostenrijk geen enkel man over de Russische grens heeft gezonden en Rusland noch door Oostenrijk, noch door Duitschland wordt bedreigd. Wij weten, dat ook Frankrijk in alle stilte militaire toebereidselen maakt. Het tracht ze te verbergen, ze zijn echter toch te bemerken. Duitschland heeft nog niet besloten tot mobilisatie, de vraag is echter, hoe lang wij nog werkloos kunnen blijven bij de militaire bedrijvigheid van anderen." Een latere verklaring was geenszins geruststellen der. Gisteravond werd te Berlijn n.l. van officieele zijde de volgende verklaring bekend gemaakt: „Wanneer het bericht omtrent de keizerlijke Russi sche oekase betreffende de mobilisatie bevestigd wordt, dan zijn de Russische militaire maatregelen van dien aard dat ze onvermijdelijk tegenmaatregelen van Duitschland ten gevolge moeten hebben. De o/e- kase is een uitdaging, welke te ernstiger werken moet, omdat ze uitgevaardigd wordt op een oogenblik, waarop de Duitsche diplomatie in St.-Peteisburg in het bijzonder werkzaam is een vreedzame oplossing mogelijk te maken. De verantwoordelijkheid voor het slechter worden van den toestand want die is slech ter geworden draagt Rusland. Door mobilisatie van Duitschland zou net oorlogsgevaar uiterst groot worden, hoewel het denkbaar is dat ook dan nog iets beproefd zou kunnen worden om het ergste te vermij den." Kenschetsend voor den toestand is, dat de „Vor- wërts" zich gisteren tot den Keizer richtte. Het so cialistische blad schrijft: „Hoezeer wij ook principi- eele tegenstanders van de monarchie zijn en altijd ge weest zijn, hoe bitteren strijd wij vaak tegen den tem peramentvollen drager van de kroon hebben moeten voeren, toch moeten wij onomwonden erkennen, dat Wilhelm II zich door zijn houding, vooral in de laat ste jaren, een oprecht vriend van den vrede tusschen de volkeren getoond heeft. Zoolang menschelijke be kwaamheid en goede wil in staat zouden zijn souve- rein over het lot van vele millioenen in den geest van menscheiijkheid en verstand te beslissen, behoefde de vrees voor den toestand van het oogenblik niet zoo groot te zijn. Maar ook de sterkste en verstandigste mensch is voor invloeden niet ontoegankelijk en lie- ALKMAABSCH COURANT. 11 X^nrJJ

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1914 | | pagina 1