DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
DE GROOTE OORLOG.
INLIJVING LICHTINGEN 1914 en 1915.
Kanier van Kooptiandel en Fabrieken
No. 182
Honderd en zestiende jaargang.
1914
DINSDAG
4 AUGUSTUS
DUITSCHLAND.
BELGIË.
ENGELAND-
MILITIE.
Openbare Vergadering
FRANKRIJK.
ALKMAAR, 4 Augustus 1914.
Hel nieuws van heden bepaalt zich voornamelijk
tot herhaling en tegenspraak van het gisteren reeds
geseinde.
Men kan thans alvast deze ervaring rijker zijn
geworden, dat ook officieel nieuws niet dan met het
allergrootste voorbehoud moet worden aanvaard Of
ficieel werd gisteren gemeld, dat de Duitschers reeds
bij Visé stonden officieel wordt dit heden tegen
gesproken. Dit sterk sprekende voorbeeld zij ~ëën
waarschuwing om zich door de telegrammen niet al
te gauw van de wijs te laten brengen.
Reeds nu zij er voorts met nadruk op gewe
zen, dat de censuur al druk werkt. De officieele leu
gen zal dus niet spoedig door de niet-officieele waar
heid kunnen worden achterhaald. De regeerings-
ambtenaren laten natuurlijk enkel los hetgeen ze
kwijt willen wezen en voor het overige zien ze scherp
toe, dat dagblad-correspondenten niets in strijd met
de officieele waarheid kunnen seinen.
Het zou ons geenszins verwonderen, of het belang
rijkste en betrouwbaarste nieuws bereikt ons weldra
enkel per brief.
Het is wel merkwaardig, dat er nu al dadelijk van
alle kanten berichten over groote veld- en zeeslagen
worden verwacht. Blijkbaar wordt geheel uit het oog
verloren, dat er op dit oogenblik nog maar enkel
sprake kan zijn van grensschermutselingen en voor
posten-gevechten. Verscheidene dagen kan het nog
aanhouden voordat het gros der troepen aan den
strijd kan deelnemen en er dus groote slagen kunnen
worden geleverd. Binnen een week is er stellig niets
ernstigs te wachten.
Vatten wij thans het belangrijkste nieuws van he
den samen, dan mogen we vooropstellen, dat Duitsch-
land zijn voor-troepen in het neutrale Luxemburg
heeft geschoven, daar verschillende strategische pun
ten heeft bezet en vervolgens door de kleine voordeur
bij Longwy Frankrijk is binnengedrongen. Onze
teekenaar heeft dit aanschouwelijk voorgesteld door
de Duitsche hand de Duitsche lans op dit punt te
doen werpen.
Duitschland heeft dus een begin gemaakt met de
.Fransche Noord-Oostgrens over te trekken.
BelgiS bleef tot dusverre van Duitsche troepen ver
schoond, maar hieruit optimistische gevolgtrekkingen
te willen maken lijkt ons zeer gewaagd. Ook gaat
het niet aan, het Duitsche ultimatum aan België
maar als een bangmakerijtje voor te stellen. Immer's
de oorlogstoestand moge tusschen Frankrijk en
Duitschland zijn ingetreden, de oorlogsverklaring is
nog niet, geschied en op het oogenblik is men nog niet
verder dan het afbreken der diplomatieke betrekking
en. Zoodra echter de oorlog verklaard is, zal voor
België de kritieke tijd aanbreken. Evenmin als er
dus op dit oogenblik reden is om den toestand voor
BelgiS bijzonder gunstig voor te stellen, evenmin is
er waarde te hechten aan het telegram der XXe Siècle
volgens hetwelk Duitschland aan BelgiS den oor
log zou hebben verklaard. Alsof België nog voor
Frankrijk zou gaan 1
Blijkens de redevoering van minister Grey volgt
Engeland zijn beproefde tactiek van „wait and see",
afwachten en uitkijken. Wanneer Duitschland zijn
vloot zendt door het kanaal of naar het Zuiden
van de Noordzee, of de Fransche kust aanvalt, zal
Engeland optreden. En misschien ook als Duitsch-
lands eens klop mocht krijgen maar dat zei Earl
Grey er niet bij.
Had Engeland zich neutraal willen verklaren, dan
was Duitschland blijkens een verklaring van het
Duitsche gezandschap te Londen bereid geweest
Frankrijk niet aan den zeekant aan te vallen, noch
eenig gebruik te maken van de Belgische en Neder-
landsche kusten. Engeland heeft zich echter dtfor een
dergelijke neutraliteitsverklaring niet willen binden.
Engelands belang bij België's neutraliteit was nog
even groot als in 1870, zeide de heer Grey verder.
Frankrijk had te kennen gegeven, dat het de neutra
liteit van België zou eerbiedigen, als ze niet door een
andere mogendheid werd geschonden, doch Duitsch
land had zich zijn houding voorbehouden, daar een
Duitsche verklaring dienaangaande de plannen van
Duitschland zou onthullen.
Het is misschien niet overbodig nog even op te
merken, dat wanneer België in den grooten strijd
mocht worden betrokken, hieruit geenszins voortvloeit
dat dit ook met Nederland eveneens persé het geval is.
De zinsnede in de rede van den heer Grey, waaruit
dit zou kunnen worden afgeleid, spreekt over de
onafhankelijkheid, niet over de neutraliteit.
Tusschen Duitschers en Russen hebben grensge
vechten plaats gehad. Maar groote dingen van be-
teekenis zijn daar niet te wachten, voordat Duitsch
land met Frankrijk heeft afgerekend.
De zeeslag in de Oostzee met als slot effect de in
sluiting van „de Russische vloot" (sic!) is natuurlijk
een fantazietje.
Evenals het bevestigde bericht over een ontmoeting
van Fransche en Duitsche oorlogsschepen vlak aan de
Engelsche kust.
Voor wie tenslotte de Oostenrijksch-Servische oor
log mocht zijn vergeten, is er onder de telegrammen
een kleine herinnering in den vorm van een geestdrif
tig gestemd Servisch bericht.
De heer Kuhlmann, kanselier van de Duitsche am
bassade, heeft een communiqué aan de pers gezonden,
waarin wordt gezegd, dat Duitschland bereid zou
zijn zich te verplichten om Frankrijk niet op zee aan
te vallen en de kusten van België en Holland niet
voor oorlogsdoeleinden te gebruiken, wanneer Enge
land zich neutraal zou verklaren. Hij voegt daaraan
toe: „Daar Engeland, naar het schijnt, niet van plan
is Engelsche troepen naar het vasteland te zenden,
zou het door deel te aan den oorlog geen andere
diensten aan Frankrijk bewijzen dan die aan de ge
noemde belofte reeds het gevolg zijn, zonder dat het
aan den oorlog deelneemt. Bovendien zou het door
zijn neutraliteit te handhaven veel belangrijke en
diplomatieke diensten kunnen bewijzen.
TE BERLIJN.
Het Berlijnsche gemeentebestuur heeft maatregelen
genomen voor een voldoende verzorging der bevol
king met levensmiddelen en tegen de prijsopdrijving
der levensmiddelen. Er zijn maximumprijzen vastge
steld van 30 pf. per pond voor meel en voor zout.
Rijksbanknoten moeten worden aangenomen.
In het stedelijk telefoonverkeer moet Duitsch wor
den gesproken.
De stroom van vrijwilligers voor het Duitsche leger
te Berlijn neemt, volgens de „Berliner Zeitung am
Mittag" reusachtige afmetingen aan.
De Keizer heeft tegen Woensdag een algemeenen
bededag uitgeschreven.
HET ULTIMATUM.
In het Duitsche ultimatum gesteld aan België, were
0. m. medegedeeld, dat aanzienlijke Fransche leger-
Irachten zouden worden samengetrokken aan de Bel
gische grens o mtegen Gevet en Namen te opereeren.
Feitelijk werd gevraagd, of België de forten van Na
men ter beschikking van Duitschland wilde stellen.
De Belgische regeering, die, gelijk men weet, wei
gerde aan het Duitsdie verzoek te voldoen, heeft ge
meend, vooralsnog geen beroep te moeten doen op de
mogendheden, die België's neutraliteit waarborgen.
Intusschen zijn er nog onderhandelingen gaande
tusschen Berlijn en Brussel.
De regeering heeft officieel laten weten, dat de
Duitschers tot dusverre nog niet in België zijn bin
nengedrongen.
Het vermoeden wordt uitgesproken, dat Duitsch
land België enkel bang heeft willen maken.
DE NATIONALE BANK.
De Nationale Bank is tot nader order ontheven van
de verplichting biljetten voor specie in te wisselen.
De biljetten moeten worden aangenomen, als wet
tig betaalmiddel door openbare kassen en particulie
ren, behalve in gevallen anders is bepaald.
Dit besluit is gisteren in werking getreden.
AFGEVAARDIGDEN VRIJWILLIGERS.
Vijf afgevaardigden onder wie een socialist, heb'
ben zich als vrijwilligers verbonden.
EEN LUCHTSCHIP BOVEN BRUSSEL.
De „Independance" meldt, dat zich een bestuur
baar luchtschip boven de stad bewoog.
Behalve Olieslagers' hebben, naar de Tel., meldt,
Vertongen, Tyck en Goedels zich met hun vliegma
chines ter beschikking gesteld van het leger. Gister
nacht hebben zij reeds vluchten ondernomen.
WAT HET BELGISCHE „HET VOLK"
SCHRIJFT.
Het socialistisch orgaan „Le Peuple" schrijft vol
gens de Tel. o. n.:
Wij hebben kennis genomen van het antwoord op
het ongelooflijke ultimatum, dat het keizerlijke gou
vernement ons gesteld heeft. Het is kalm en waardig
zooals het behoort en wij staan er op te verklaren,
dat heel de burgerij de houding van het Belgische
gouvernement goedkeurd. Wij zijn tegen wil en
dank meegesleept in een conflict, dat wij met al onze
energie getracht hebben te vermijden. Wij zijn on
tegenzeggelijk in staat ons te verdedigen. Een
vreemd gouvernement wil ons zijn bevelen voorschrij
ven. Men wil door ons grondgebied om Frankrijk
aan te vallen. Men wil onze vrijheid verwoesten, om
beter te kunnen strijden tegen de vrijheid der wereld.
Soit! Wij zullen in de eerste rijen vechten voor de
zaak der onafhankelijkheid der volken en wij zullen
onze moed en ons enthousiasme in overeenstemming
weten te brengen met de omstandigheden. Ondanks
verdragen en formeele beloften heeft men België een
onaannemelijk ultimatum voorgelegd. Dit ultima
tum staat dus gelijk met een oorlogsverklaring. Men
moet de meest, ernstige gebeurtenissen verwachten.
Omhoog het hoofd, geen aarzeling. Laten wij bewijs
afleggen van kalmte en koelbloedigheid. Het goed
recht is aan onze zijde en dit bewustzijn zal ons hel
pen om te triomfeeren.
SIR EDWARD GREY AAN HET WOORD.
De Engelsche minister van buitenlandsche zaken,
met toejuichingen begroet, heeft gisteren in het Lager
huis verklaard, dat hij onverpoosd had gearbeid aan
het behoud van den vrede in Europa. Het was thana
echter duidelijk, dat de vrede in Europa niet gehand
haafd kon blijven.
Sprekende over de verplichtingen van Engeland, zei-
de hij: „Tot gisteren hadden wij geen belofte van
meer dan diplomatieken steun aan Frankrijk gegeven:
Hij las daarop den brief voor, van 22 December 1912,
waarin hij erin had toegestemd, dat bijaldien een der
beide mogendheden ernstige reden had om te ver
wachten, dat zij zou worden aangevallen, zij in over
leg zouden treden of zij niet gezamenlijk zouden op
treden om den aanval te verhinderen.
Geen land wenschte minder betrokken te worden in
het Oostenrijksch-Servisch geschil dan Frankrijk. Het
is daarin betrokken tengevolge zijner eereverplichtin
gen. (Toejuichingen.)
Hij wees erop, dat de Fransche vloot in de Mid-
dellandsche Zee is en dat de andere Fransche kusten
onverdedigd zijn. Wanneer dus een vijandelijke
vloot deze kusten aanvalt kan Oroot-Britannie niet
daarbuiten blijven. Lulde toejuichingen.
En daarop deelde hij mede, dat hij thans aan Fran
krijk de verzekering had gegeven, dat de Britsche
vloot, indien de Duitsche door het Kanaal of de
Noordzee mocht varen om Fransche schepen of de
Fransche kust aan te vallen, aan Frankrijk alle moge
lijke bescherming zal verleenen. Frankrijk had het
recht, zoo zeide hij verder, om dadelijk té weten of
het in dat geval op steun van Groot-Brittannië kon
rekenen. Hij voegde daaraan toe, dat de door hem ge
geven verzekering nog de goedkeuring van het parle
ment behoefde, en dat zij geen oorlogsverklaring was.
Hij nam aan, dat de Duitsche regeering bereid zou
zijn om te beloven, dat zij de noordelijke kust van
Frankrijk niet zou aanvallen, zoo Engeland zich tot
onzijdigheid verplichtte, maar dat was een belofte, die
Engeland niet ver genoeg gaat. (Toejuichingen).
Wat de neutraliteit van België aangaat, verklaarde
de minister, dat het belang van Engeland bij die rit.
traliteit lieden ten dage nog even groot is als in 1870
en dat Engeland zijn verplichtingen thans niet minder
De BURGEMEESTER van ALKMAAR brengt
ter kennis van belanghebbenden dat, blijkens schrij
ven van Z. E. den Minister van Oorlog d.d. 2 Augus
tus 1.1. No. 56 M., afdeeling dienstplicht, bij de Twee
de Kamer der Staten-Generaal wetsontwerpen zijn in
gediend, die ten doel hebben:
het eene om de mogelijkheid te scheppen, de alsnog
bij de Militie te land in te lijven lotelingen van de
lichting 1914 spoedig in dienst te stellen en te oefe
nen;
het andere om, met afschaffing van de loting voor
de lichting 1 9 1 5, de ingeschrevenen voor die lich
ting, die in de termen zouden vallen om aan de loting
deel te nemen, te bestemmen ter inlijving bij de Mili
tie en ook te hunnen aanzien de gelegenheid te ope
nen tot spoedige inlijving.
Wat de lichting 1914 betreft, wordt tevens mede
gedeeld, dat de vervroegde inlijving waarschijnlijk
niet zal worden toegepast ten aanzien van hen, die
voor een bereden korps bestemd zijn, tenzij zij nog
nader aan een onbereden korps mochten worden toe
gewezen.
Naar de pmschrijving van het betrekkelijke ontwerp-
artikel zal, wat de lichting 1915 betreft, de dienst
plicht worden gelegd op alle ingeschrevenen, met uit
zondering van:
lo. die voor den dienst bij de Militie ongeschikt
zijn bevonden;
2o. die bij onherroepelijk geworden uitspraak voor
goed of tijdelijk van den dienst zijn vrijgesteld;
3o. die bij onherroepelijk geworden uitspraak hetzij
voorgoed, hetzij voorloopig van den dienst
zijn uitgesloten.
Alkmaar, 4 Augustus 1914.
De Burgemeester voornoemd,
G. RIPPINO.
te ALKMAAR.
ten STADHUIZE,
op Woensdag, 5 Augustus 1914,
des avonds half negen.
A. PRINS Azn., Voorzitter.
Mr. J. VERDAM, Secretaris.
ernstig opvat dan destijds.
Toen de mobilisatie begon had hij aan de Fran
sche en Duitsche regeeringen geseind of de neutrali
teit van België zou worden geëerbiedigd. Frankrijk
had verklaard, dat zij ze zou respecteeren, wanneer ze
niet door een andere mogendheid werd geschonden.
De Duitsche staatssecretaris verklaarde, dat hij niet
kon antwoorden alvorens den Keizer en den Rijkskan
selier te hebben geconsulteerd, hij verklaarde echter te
betwijfelen of een antwoord op de vraag wel mogelijk
zou zijn, daar het de plannen van Duitschland zou
blootleggen.
Minister Grey zeide verder: Onze regeering was
de vorige week gepolsd, of bijaldien Belgie's integri
teit ua den oorlog werd hersteld, Engeland zich daar
mede tevreden zou stellen. In ons antwoord wezen
wij op onze belangen en onze verplichtingen.
Minister Grey las een telegram voor van den Ko
ning der Belgen, van Koning George, waarin diens
diplomatieke tusschenkomst werd ingeroepen ter be
scherming van de onafhankelijkheid van België; die
tusschenkomst heeft de vorige week plaats gehad.
De heer Orey wees er verder op, dat, wanneer de on-
jhankelijkheid van België verloren gaat, het ook ge-
aan is met die van Nederland, en hij verzocht het
huis wel te overwegen, welke belangen van Engeland
thans op het spel stonden. Indien in den oorlog, die
thans in Europa gevoerd wordt, de neutraliteit van
een dezer landen mocht worden geschonden en indien
troepen van een der strijdvoerende mogendheden die
neutraliteit schendt en daartegen niet wordt opge
treden, zal, welke ook de integriteit zij bij het einde
van den oorlog, gedaan zijn met zijn onafhankelijk
heid. (Toejuichingen.)
Wanneer België zijn onafhankelijkheid verliest, zal
Nederland volgen. Ik verzoek het Huis uit het oog
punt der Britsche belangen na te gaan, wat er op het
spel zal staan, wanneer Frankrijk totaal wordt gesla
gen en zich moet onderwerpen aan den wil en de
macht van een mogendheid grooter dan Frankrijk zelf.
Ik loop niet vooruit op de gevolgen (toejuichin
gen), omdat ik er zeker van ben, dat Frankrijk in staat
is zich te verdedigen met alle energie, bekwaamheid
en patriotisme, die het zoo dikwijls heeft betoond en
indien België, Nederland en Denemarken onder den
zelfden domineerenden invloed kwamen, terwijl wij
in een crisis als deze onzijdig bleven staan. (Toejui
chingen).
Stel u niet voor, dat een groote mogendheid, als zij
ip een oorlog als deze zich onzijdig houdt, aan het
einde ervan in staat zal zijn een invloed aan te wen
den Indien de toestand van België is zooals hij in de
inlichtingen, door de regeering ingewonnen, wordt
omschreven, rust op Groot-Brittannië ook de verplich
ting al het mogelijke te doen om te voorkomen de ge
volgen waartoe de medegedeelde feiten leiden, wan
neer daartegen uiet werd opgetreden.
UITSTEL VAN BETALING.
De minister van inanciën heeft bekend gemaakt, dat
liet moratorium, waarbij de betaling van schulden
wordt uitgesteld tot 31 Augustus, slechts geldt voor
deposito's en rekeningen-courant. De deposito-hou
ders kunneu slechts 250 francs en 5 procent van het
surplus opeischen.
ALKMAARSCHE COURANT.