DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. De Kamer A. C. MEIJER, Lanptraat 50, lelsi. No. 512. ROODE KRUIS. ran Koophandel en No. 184 Honderd en zestiende jaargang. 1914 DONDERDAG 6 AUGUSTUS DUITSCHLAND. BELGIË. Nieuwe Abonnementen. ENGELAND- OOSTENRIJK. Prima Nieuwe Hollandses Iflaatjesliariifg tasaf 5 cent ALKMAAR, 6 Aug. Stond het gisteren 2 tegen 5, vandaag moet de kans worden besproken, dat het 2 tegen 6 gaat worden, dat Duitschland en Oostenrijk dus den strijd zullen heb ben te voeren tegen België, Frankrijk, Engeland, Rus land, Servië en 11 a 1 i Een telegram meldt ons n.l., dat Duitschland aan Italië een ultimatum heeft gezonden, waarin de Duit- sche regeering steun eischt van de Italiaansche en zegt bij weigering den oorlog te zullen verklaren. In hoeverre dit telegram juist is, zal spoedig blij ken. Onmogelijk is het geenszins, dat Duitschland een dergelijken stap zou doen. Oelijk men weet, heeft Italië zich onzijdig verklaard, zijn houding hierop motiveerend, dat Duitschland aanvallend is opgetre den en dat Italië enkel In het geval van een verdedi gingsoorlog tot steun zou zijn verplicht. Italië heeft echter sinds de toenmalige rijkskanse lier von Bülow van den „Extra-Tour" Bprak steeds meer de vriendschap van Engeland en Frankrijk ge zocht, dan van Duitschland, terwijl de verhouding tot Oostenrijk bijna alles te wenschen overliet Italië zal thans allerminst lust gevoelen, zijn vloot bloot te stel len aan gecombineerde eskaders van Engeland en Frankrijk, noch zijn legers in Zuid-Oost-Frankrijk te werpen. Veeleer is de waarschijnlijkheid groot, dat Italië partij zou willen kiezen ten nadeele van Duitsch land, zoodra dit er slecht voor mocht komen te staan en Duitschland zal willen steunen, wanneer aan dit rijk de grootste kans op een eind-overwinning moet worden toegekend. Onder die omstandigheden is het alleszins aan te nemen, dat Duitschland Italië dwingt klaren wijn te schenken. Zonderling doet een bericht uit Boedapest aan, vol gens hetwelk Oostenrijk-Hongarije zich nog niet in oorlog met Engeland en Frankrijk beschouwt. Met andere woorden: De Oostenrijksche vloot zal niet met de Duitsche tegen de Fransche en Engelsche strijdmachten in de Middellandsche Zee vechten. Het voordeel van een dergelijke onthouding zou zijn, dat Oostenrijk van Frankrijk en Engeland geen aanval op zijn oorlogshavens te duchten heeft. Maar met den ei8ch van een goede bondgenootschappelijke houding is dit moeielijk in overeenstemming te brengen. Mis schien is het mede de Oostenrijksche opvatting, die Duitschland ertoe heeft geleid, Italië tot partijkiezen te nopen. Het feit van den dag, is het vechten in België. Tot goed begrip wij zullen de krijgsverrichting en hier van dag tot dag beknopt maar duidelijk sa menvatten, en in verband hiermede af en toe eens even in hejhaling moeten treden zij er allereerst aan herinnerd, dat Duitschland In drie hoofdrichtingen naar Frankrijk oprukt. In de eerste plaats door Bel gië, in de tweede plaats door Luxemburg en in de derde plaats door het „gat" bij Belfort tusschen de Jura en de Vogezen. Over de beide laatstgenoemde operaties hooren we letterlijk niets evenmin trou wens lekt er iets uit over de Fransche krijgsverrich tingen waarvan we tot dusverre enkel weten, dat de mobilisatie, evenals in ons land, veel vlotter verloop heeft gehad dan in '70. In Frankrijk zal binnen zeer korten tijd, zeg bijv. tien dagen, een beslissende slag worden geslagen. De Duitschers rekenen er op, den Franschen een snelle nederlaag te kunnen toebrengen, om daarna zoo spoedig mogelijk een groot deel der strijdkrach ten per spoor naar de Russische grenzen te kunnen vervoeren. Door België wil dus een Duitsche armee naar Frankrijk oprukken. Luik, Namen en Antwerpen zijn de driehoekspunten van België's verdediging. Op Luik en Namen komt het voor Duitschland thans aan, om langs de Maas en den spoorweg via Valen ciennes Frankrijk binnen te kunnen trekken. Het Duitsche Maasleger staat onder opperbevel- hebbeischap van generaal von Emmerich. Blijkbaar hebben de Duitschers gedacht, dat de tocht langs de Maas maar een militair wandelingetje zou zijn. Zij hebben niet gerekend op den tegenstand, tot dusverre zoo uitnemend door de Belgen geboden. Tot op dit oogenblik zijn de Duitschers nog niet de Maas over getrokken en hebben ze Luik, de sleutel der Maasli- ilc, nog niet In hun bezit. Men begrijpe het gewicht van dezen onvoorzienen tegenstand, die het geheele veldtochtplan vertraging doet ondergaan, een vertra ging, welke beslissend zal kunnen zijn. De Belgische David heeft zich waarlijk prach tig gehouden. De genie heeft gezorgd, dat de Maas bruggen op tijd werden verwijderd, zoodat de Duit schers hier niet van konden profiteeren, hetgeen voor de laatsten de eerste misrekening zal zijn geweest. De operaties der Belgische infanterie en cavalerie zijn, blijkens de berichten, kranig door de vestingar tillerie ondersteund. Aldus den Duïtschen opmarsch tegenhoudend, verdedigen de Belgen niet slechts hun neutralen bo dem, maar zij steunen bovendien de Franschen, eens deels door de vertraging, welke ontstaat en voorts door de onttrekking van eenige Duitsche legerkorpsen aan de hoofdactie tegen Frankrijk. Hardnekkig is er gevochten bij Visé, de Belgische douane-plaats aan de Nederlandsche grens, vanwaar de eerste noodlottige tijdingen gekomen zijn de positie van onze landgenooten daar in de buurt doet eenigszins denken aan die van de bewoners van El Paso, die van hun daken af de gevechten tusschen Amerikanen en Mexikanen gade sloegen. Op het oogenblik is de toestand zoo, dat de Duit schers staan nabij Pepmater, zoodat zij de forten van Luik van het Zuiden uit kunnen beschieten, en dat zij via Stavelot nog Zuidelijker zijn getrokken, zoo dat zij Namen kunnen bombardeeren. Doch nog ner gens zijn de Duitschers over de Maas gekomen daar de gelegde bruggen door de Belgen telkens wëer plat geschoten werden, zoodat de Duitschers Luik nog niet van uit het Noord-Oosten kunnen naderen. Aldus is de toestand, voorzoover hij om drie uur bekend is. Sinds dien kan er al weer een verandering zijn inge treden een voorbehoud, dat wij natuurlijk eiken dag moeten maken. DE TELEGRAMMENWISSELING TUSSCHEN KEIZER EN TSAAR. De Duitsche regeering heeft in een Witboek mede- deelmgen gedaan over de gebeurtenissen voor den ooriog, die belangrijk genoeg zijn om er iets aan te ontleenen. Verklaard wordt dat de Duitsche regeering schou der aan schouder met Engeland werkte aan de bemid deling en elk voorstel in Weenen dat tot een vreedza me oplossing kon leiden, steunde. Intusschen kwa men voortdurend berichten omtrent de concentratie van troepen in Rusland langs de Oost-Pruisische grens en van de afkondiging van den staat van oorlog op alle belangrijke punten van de westelijke Russische grens Echter werd te St. Petersburg steeds ver klaard, dat er geen Russische mobilisatiep laats had. Voor het antwoord van Weenen op de laatste Brit- sche en Russische bemiddelingsvoorstellen was ver schenen, gaf Rusland tot de algemeene mobilisatie last. In dien tijd had er een wisselmg van telegram men plaats tusschen Keizer Wilhelm en den Isaar, waarin de eerste de aandacht van den Tsaar vestigde op het dreigend karakter van de Russische mobilisatie en op zijn eigen werkzaamheid voor de bemiddeling. Op 28 Juli seinde de Keizer aan den Isaar: „Ik vernam met groot leedwezen den indruk dien Oostenrijk-Hongarije's optreden tegen Servië in uw rijk heeft gemaakt. De gewetenlooze agitatie die se dert jaren in Servië is gesteund, heeft geleid tot de schandelijke misdaad, waarvan de aartshertog Ferdi nand het slachtoffer werd. De geest waarin de Ser viërs hun eigen koning en koningin vermoordden, leeft nog in dat land. Gij zult ongetwijfeld nu toe stemmen dat ook wij, gij en ik, en alle souverelnen, een gemeenschappelijk belang hebben om te eischeu dat allen, die moreel aansprakelijk zijn voor de vree- selijke misdaad, de straf zullen ondergaan, welke zij verdienen. „Aan den anderen kant ontken ik volstrekt niet de moeilijkheid die gij en uwe regeering ontmoeten bij den tegenstand tegen den druk der openbare meening. In herinnering aan de sterke banden van vriendschap die ons zoo lang vereenigen, gebruik ik al mijn in vloed om Oostenrijk-Hongarije te bewegen een op rechte en bevredigende overeenstemming met Rusland tot stand te brengen. Ik vertrouw dat gij mijn pogin gen om de moeilijkheden, die zich thans voordoen, te verwijderen, zult willen steunen. „Uw zeer oprechte en toegewijde vriend en neef, Wilhelm". Hierop antwoordde de Tsaar op 29 Juli: „Ik ben verheugd, dat gij in Duitschland in dit ern stige oogenblik terug bent. Ik verzoek u dringend mij te helpen. Een schandelijke oorlog is aan een zwak land verklaard. De verontwaardiging, waarin ik volkomen deel, ia In Rusland buitengewoon groot. „Ik voorzie dat ik weldra niet bij machte zal zijn den druk die op mij geoefend wordt te weerstaan en dat ik gedwongen zal zijn de maatregelen te nemen die tot een oorlog zullen leiden. Om deze ramp van een Europeeschen oorlog te voorkomen, vraag ik u in den naam van onze oude vriendschap, al het moge lijke te doen om uwen bondgenoot te weerhouden van te ver te gaan." Op 29 Juli seinde de Keizer opnieuw: „Ik heb uw telegram ontvangen en déél in uw wensch voer het behoud van den vrede. Echter in tusschen moet ik, zooals ik u in mijnteerste telegram reeds zeide, u verklaren, dat ik Oostenrijk-Hongarije'B actie niet als een „schandelijken" oorlog kan beschou wen. Oostenrijk-Hongarije weet uit ervaring dat op Servië's beloften, zoolang zij slechts op papier staan, niet kunnen worden vertrouwd. Naar mijn meening Oostenrijk-Hongarije's optreden beschouwd worden als een poging om volledigen waarborg te verkrijgen, dat Servië's beloften ook zullen worden uitgevoerd. In die opvatting wordt ik versterkt door de verklaring van het Oostenrijksche Kabinet, dat Oostenrijk-Hon garije geen territoriale veroveringen nastreeft ten kos- te van Servië. Ik meen daarom, dat het voor Rusland volkomen mogelijk is de houding van toeschouwer te bewaren tegenover den Oostenrijksch-Servischen oor log, zonder Europa te storten in den meest vreeselij- ken oorlog dien het ooit heeft gezien. „Ik geloof dat een rechtstreeksche overeenstemming tusschen uw regeering en Weenen mogelijk en wen schelijk is een overeenstemming, die zooals ik U reeds seinde, mijn regeering met alle beschikbare mid delen tracht te bevorderen. „Natuurlijk, militaire maatregelen van de zijde van Rusland, die Oostenrijk-Hongarije als een bedreiging" zou kunnen beschouwen, zouden de ramp verhaasten die wij wenschen te voorkomen, en zouden dus mijn positie als bemiddelaar ondermijnen, die ik, in ant woord op uw beroep op mijn vriendschap en steun, bereidvaardig heb aanvaard. Op 31 Juli zond de Tsaar daarop aan den keizer het volgende telegram: „Ik dank u van harte voor uwe bemiddeling, die nog een glimp van hoop geeft, dat zelfs nu nog alles vreedzaam zal eindigen. Het is technisch onmogelijk onze militaire operaiiën, die door de Oostenrijksche mobilisatie noodzakelijk zijn geworden, te staken. Wij wenschen volstrekt den oorlog niet, en zoolang de onderhandelingen met Oostenrijk ten aanzien van Servië voortduren, zullen mijn troepen geen daad van provocatie ondernemen. Daarop geef ik u mijn woord. Ik vertrouw met al mijn kracht op Gods ge nade en ik hoop op het welslagen van uwe bemidde ling te Weenen, voor de welvaart van onze landen en voor den vrede van Europa. Uw toegewijde Nikolaas.' Hierop antwoordde de Duitsche keizer: „In antwoord op uw beroep op mijn vriendschap en uw verzoek om mijn hulp ondernam ik een bemid delende actie tusschen de Oostenrijksch-Hongaarsche regeering en de uwe. Terwijl deze actie aan den gang was, werden uwe troepen gemobiliseerd tegen mijn bondgenoot Oostenrijk-Hongarije, ten gevolge waarvan zooals ik u alreeds mededeelde, mijn bemid deling vrijwel illusoir werd gemaakt. Niettemin heb ik haar voortgezet. Nu echter ontvang ik betrouwba re berichten omtrent uwe ernstige oorlogsvoorberei dingen, zelfs aan mijn oostelijke grens. De verant woordelijkheid voor de veiligheid van mijn koninkrijk dwingt mij tot besliste represaillemaatregelen. Mijn pogingen om den wereldvrede te handhaven zijn nu aan de uiterste grens gekomen. Niet ik zal het zijn, die verantwoordelijk is voor de ramp die de geheele beschaafde wereld bedreigt. Zelfs op dit oogenblik ligt het nog in uw macht die te voorkomen. Niemand bedreigt de eer en macht van Rusland, dat zeer wel kon wachten op' het resultaat van mijn bemiddeling. De vriendschap die ik van mijn grootvader erfde op zijn sterfbed voor u en n wrijk zijn steeds heilig voor mij. Ik ben trouw geweest aan Rusland, wanneer het in moeilijkheden verkeerde, met name in den laatsten oorlog. De vrede van Europa kan nog bewaard blijven door u, indien Rusland besluit zijn militaire maatregelen te staken, die Duitschland en Oostenrijk- Hongarije bedreigen." DE OPVATTING VAN DEN TSAAR. De opvatting van den Tsaar, zooals die blijkt uit het volgende: Mmister Grey heeft, uaa rthans te Londen bekend gemaakt wordt, den eersten Augustus des morgeus om half vier, een telegram gezonden aan den Brit scheu gezant te St. Petersburg, waarin hij dezen ver zocht onmiddellijk een audiëntie bij den Tsaar aan te vragen. Het doel dezer audiëntie was het overbren gen van een boodschap van koning George aan den isaar, inhoudende het verzoek om de mogelijkheid van onderhandelingen tot het behoud van den vrede nog open te laten. De Tsaar antwoordde dat hij dit voorstel gaarne had willen aannemen, indien niet juist dien middag de Duitsche ambassadeur hem de oor logsverklaring had overhandigd. Die oorlogsverklaring, zeide hij verder, rechtvaar digt mijn mobilisatie: zij kwam geheel onverwacht, omdat Ik keizer Wilhelm de meest besliste verzeke ringen had gegeven, dat mijn troepen niet zouden optrekken, zoolang er nog over bemiddelingsvoorstel len werd onderhandeld. In dit plechtig uur wensch ik u nog eens te verzekeren, dat Ik alles wat in mijn macht is heb gedaan om den oorlog te beletten. Nu ik tot dien oorlog gedwongen ben, vertrouw ik, dat uw land niet zal nalaten Frankrijk en Rusland te steunen. HET IJZEREN KRUIS. Bij een gisteren uitgevaardigd besluit heeft de Kei zer voor den thans begonnen veldtocht de orde van het IJzeren Kuris hernieuwd. ONDERZEEëRS. Dinsdagavond werden drie Duitsche onderzeesche booten gezien in den zuidelijken uitgang van de Son, (het vaarwater tusschen Seeland en Zweden, dat Oost en Noordzee verbindt). Zi] schijnen daar een voor- postenstclling in te nemen. DE NATIONALE EER. „L'Etoile Beige" schreef gisteren Een somber uur is voor ons aangebroken. Nu we dit schrijven, vloeit er bloed aan de grens. Moed gehouden 1 Als er één troost is in ons onge luk, dan vinden we die In het bewonderenswaardige schouwspel dat ons land de wereld biedt. België, land van den vrede, door het toeval gewor pen tusschen de machten, die tege nelkaar oprukken, blijft, wat het ook moge koBten, trouw aan de verbin tenissen, welke het heeft met Europa. Wij zijn een klein land van eerlijke Heden, dat dapper zijn plicht doet. Het nationale geweten heeft dit begrepen. Het is geroerd bij het hooren van de mannelijke taal welke D a g e I ij k s bestaat gelegenheid tot het nemen van een abonnement op de „Alk- maarsche Courant." Het reeds verschenen gedeelte van een kwartaal wordt niet in rekening gebracht Oe „Alkmaarsche Courant" bevat dage lijks o.m. de laatste telegrammen van het oorlogsterrein. Voor een geregelde bezorging worden alle mogelijke maatregelen genomen. Aangiften voor nieuwe abonnementen bij de Adml- nistralie Voordam C 9, bij de Agenten en Brieven gaarders. TISOHCOSSEBTE», enz. enz. Ingezetenen van Alkmaar, die bereid zijn ten behoeve van den piaatselijken Rood© Kruis verplegingsdienst beschikbaar ie te Alkmaar maakt bekend le. Dat zij in de nog voortdurende en geheel onnoodige vraag naar zilvergeld aanleiding vindt ernstig te waarschuwen tegen de volmaakt over bodige vrees om bankbiljetten in betaling aan te nemen. In deze ernstige tijden behoort een leder er toe mede te werken, dat de moeilijkheden niet worden vergroot en moet ook niemand meer zil vergeld opvragen of vastbonden dan bepaald noodzakelijk is. 2e. Dat de Kamer bereid is hare bemiddeling te verleenen of advies te geven bij alle moeilijkheden of vragen, die zich voor den handel en nijverheid mochten voordoen, waartoe een ieder zijne bemer kingen NCIIlilFTELIJK KAM ISZENBM bij den voorzitter der Kamer. A. PRINS Az., Voorzitter. Mr. J. VERDAM, Secretaris de Koning en de Belgische regeering heeft gesproken voor de volksvertegenwoordiging. De houding van ons leger, het vuur van de jeugd, welke zich gaarne geeft, de ontroerende ovaties, welke de Koning, de Koningin en hunne kinderen in ontvangst hebben ge nomen, bewijzen, dat we waard zijn gebleven te leven als vrije mannen. Wat er ook gebeure, de nationale eer is gered. En zoo lang de eer gered is, is er niets verloren TWEE NIEUWE SLAGSCHEPEN AANGEKOCHT. De De Admiraliteit heeft voor meer dan 20 mil- Hoen gulden twee uitstekende slagschepen gekocht, die hier voor Turkije worden aangemaakt, en twee torpedojagers, die voor Chili bestemd waren. EEN OORDEEL DER TIMES. De Times schrijft: Er is reden te gelooven dat de Duitsche actie bedoelt de verovering der Fransche koloniën en als prijs voor de Britsche neutraliteit was Duitschland bereid verzekeringen te geven, dat na de nederlaag van Frankrijk geen Fransch geoied in Eu ropa zou worden geannexeerd. Groot-Britannië wei gerde en heeft alle mogelijke middelen uitgeput om den oorlog te voorkomen. BESLAG OP EEN DUITSCH SCHIP GELEOD. Een telegram uit Newport meldt, dat op het stoom schip „Belgia" van de HamburgAmerikalijn beslag is gelegd. Aan boord bevonden zich 73 Duitsche reservisten, benevens een groote hoeveelheid levensmiddelen. DUITSCHERS GEARRESTEERD. In verschillende plaatsen in het land zijn een groot aantal Duitschers gearresteerd onder beschuldiging zich aan spionnage te hebben schuldig gemaakt. Een Duitsch visschersvaartuig is te Aberdeen in beslag genomen. HUISZOEKING BIJ DUITSCHERS. De politie te Londen deed gistermorgen huiszoe king in tal van woningen, door Duitschers bewoond in Earlsfield, een voorstad van Londen. De agenten legden beslag op bommen en geweren, en arresteerden verschillende Duitschers. MIJNENLEGGER TOT ZINKEN GEBRACHT. De torpedo-jager „Amphion" heeft gistermiddag de „Kóningin Lulse" van Hamburg-Amerika-lijn, die diende voor het leggen van mijnen, In den grond ge boord. EEN ZONDERLINGE OPVATTING. Ondanks de oorlogsverklaring van Engeland aan Duitschland beschouwt Oostenrijk-Hongarije zich niet in oorlog met Engeland, zegt een bericht uit Boedapest. Verdere beslissingen zullen van Enge- land's houding afhangen. Hetzelfde geldt ten aan zien van Frankrijk, ofschoon groote verbittering heerscht over de smadelijke en met het volkenrecht strijdige beliandellnegn van Oostenrijksch-Hongaar sche onderdanen in Frankrijk. Dezen werden ge dwongen het land dadelijk te verlaten, have en goed prijs Fe geven en moesten ongehoorde mishandelingen verduren. Eigenaars van villa's aan de Riviera moesten ie voet naar Italië vluchten. PRESIDENT WILSON ALS VREDESTICHTER. President Wilson heeft aan alle Europeesche mo gendheden die In den oorlog betrokken zijn, zijn goede diensten aangeboden. ALKMAARSCHE COURANT. huis bezorgd. Beleefd aanbevelend,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1914 | | pagina 1