DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Nieuwe Abonnementen.
VERBOD SCHROBBEN DER STRATEN.
UITBETALING VERGOEDINGEN
No. 185.
Honderd en zestiende Jaargang.
1914.
VRIJDAG
7 AUGUSTUS.
DÜITSCHMND.
BELGIË.
ENGELAND-
pJeze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagen 8 uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f0,80franco door het geheele Rijk ft,—.
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f0,10. Bij groote contracten rabat. Oroote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V- Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
Landweer en Militie.
Telefoonnummer 3.
ALKMAAR, 7 Augustus 1914.
Een telegram meldt ons, dat men in den afgeloopen
nacht te Maastricht nöch het gebulder van kanonnen
nóch het geknetter van geweren heeft vernomen
Daaraan is stellig geen andere beteekenis te hechten
dan deze, dat de strijd meer naar het Zuiden is ver
plaatst, zoodat men aan onze grens niets meer merkt.
Het belangrijkste telegram van heden komt uit
Brussel en deelt mede, dat het 7e regiment bedoeld
is natuurlijk het 7e legerkorps, daar het 7e regiment
ergens in Posen ligt door de Belgen teruggeslagen
is met achterlating van 8000 dooden en 14 kanonnen.
Ook al blijft de werkelijke waarheid aanzienlijk ach
ter bij de officieele, dan nog beteekent dit telegram
een prachtige overwinning voor de dappere Belgen,
die hun bodem met heldenmoed tegen de indringers
verdedigen.
Het zevende legerkorps, afkomstig uit Munster
was ten Noorden van Verviers opgesteld. Klaarblij
kelijk slaat het telegram op een strijd aan de Vesdre,
waarvan reeds bekend was, dat hij was geëindigd met
den terugtocht der Duitschers. Van de opstelling
der troepen valt overigens met zekerheid bitter weinig
te zeggen. In het eene bericht leest men bijv. dat het
10de legerkorps (uit Hannover) bij Eijsden ligt, in
het andere, dat het reeds op weg naar de Vogezen
was, maar teruggeroepen werd om den aanval op
Luik te steunen. Volgens den Telegraaf-oorlogs
correspondent zou het 89e en 90e regiment voor Luik
ontzettende verliezen hebben geleden, maar deze regi
menten behooren tot het 9e legerkorps waarvan we
tot dusverre nog niets hebben vernomen. Waar
schijnlijk is bedoeld het 8ste legerkorps, waartoe het
69ste en 70ste regiment behooren.
Het bovenstaande kaartje verduidelijkt eenigszins de
operaties schitterend is het niet, maar men moet in
deze dagen niet te veel eischenl
De groote vraag is natuurlijk wat er met Luik is
gebeurd.
Is de stad in handen der Duitschers geweest?
Wij lazen van Duitschers in Engelsche(l) unifor
men, welke een aanslag zouden hebben gepleegd op
den bevelhebber van het garnizoen, generaal Leman,
/an ulanen die met ongekende stoutmoedigheid zou
den zijn doorgedrongen tot in het Luiksche hoofd
kwartier en eindelijk van Duitsche troepen, die Luik
i
binnengerukt maar weer teruggeslagen zouden zijn.
In elk geval toen die berichten werden verzonden
hadden de Duitschers den sleutel der Maaslinie niet
in handen. Vlak bij onze grens n.l. bij het plaatsje
Lische hebben zij echter naar verluid van ver
schillende berichten den overtocht over de Maas ge
forceerd, zijn ze er in geslaagd een pontonbrug te
slaan en daarover troepen te transporteeren. Is dit
bericht juist, dan zullen de Duitsche troepen vermoe
delijk de Maaslinie scheiden van het centrale reduit
(Antwerpen). De capitulatie van Luik zal niet lang
kunnen uitblijven.
De dappere Belgen hebben den Duitschen op-
marsch kunnen vertragen, maar natuurlijk kunnen zij
dezen niet beletten. Zij smaken de voldoening, dat
zij door hun tegenstand het Duitsche veldtochtplan
geheel in den war hebben gebracht. En wanneer er
in zulk een papieren plan, waarbij in de puntjes alles
is geregeld, vertraging, verschuiving, verandering
komt, leidt dit licht tot misverstand, tot misleiding,
kortom tot allerlei moeielijkheden, waarvan de ge
volgen noodlottig kunnen zijn.
In 1' Etoile beige van gisteren vinden we vermeld,
dat de Fransche troepen in Henegouwen staan en
ook in telegrammen wordt gemeld, dat Frankrijk
hulp komt bieden.
Het zou niet onmogelijk zjjn. Van den opmarsch
der Franschen is overigens hoegenaamd geen bijzon
derheid bekend. Frankrijk heeft in dit opzicht leer
geld betaalt in '70; toen de Duitsche legeraanvoer
ders de details der Fransche operaties uit de Engel-
sche bladen haalden I
Dwaasheid is het natuurlijk, het zoo voor te stellen,
alsof ook de Engelsche troepen weldra In België zul
len vallen. Ondanks het hier beneden vermelde feit,
dat Groot-Brittanië een half millioen soldaten méér
krijgt, zal men te Londen er niet aan denken het land
van troepen te ontblooten, zoo lang een landing mo
gelijk blijft en troepen te verschepen, zoolang de zee
niet geheel vrij is.
Ter zee heeft een treffen plaats gehad tusschen Duit
sche en Engelsche eskaders, afgeloopen in het voor
deel van Engeland. De grensgevechten aan de
Duitsch-Russische grens duren voort.
Duitschland heeft nu de handen vol aan Frankrijk,
het zal aan de Russische grens volstaan met een ver
dedigende houding, het offensief waarschijnlp aan
Oostenrijk overlatend. Oostenrijk heeft nu tenminste
Rusland den oorlog verklaard en intusschen laat het
Servië....schieten.
EEN PROCLAMATIE VAN DEN KEIZER.
Het marineblad maakt de volgende proclamatie van
den Keizer bekend:
Aan het Duitsche leger 1 Aan de Duitsche vloot 1
Na 43 jaar in vrede geleefd te hebben, roep ik de
Duitsche weerbare mannen te wapen: Het geldt onze
heiligste goederen, het goede vaderland, onzen eigen
haard, tegefl een snooden overval te beschermen. Wij
zijn van vijanden omringd; dat is het kenmerkende
van den toestand. Een zware strijd en groote offers
staan ons te wachten. Ik vertrouw er op, dat de oude
krijgsmansgeest nog in het Duitsche volk leeft, die
machtige, krijgshaftige geest, die den 'vijand, waar hij
hem vindt, aanvalt, koste wat het wil, en die van ouds
de vrees en schrik van onze vijanden is geweest.
Ik vertrouw op dien geest, Duitsche soldaten! In
ieded van U leeft de vurige, door niets te bedwingen
wil van de overwinning. Ieder van U weet, wanneer
het moet, als een held te sterven. Gedenkt ons groot,
roemrijk verledengedenkt, dat gij Duitschers zijt!
God zij met ons.
Paleis te Berlijn, 6 Augustus.
w. g. WILHELM.
NOG EEN PROCLAMATIE.
Het Staatsblad publiceert in een extra editie een
oproepping van den keizer, die als volgt luidt:
Aan het Duitsche volk!
Sedert de stichting van mijn rijk is het 43 jaren
achtereen het vurige streven geweest van mij en mijn
voorvaders, den wereldvrede te handhaven, en in
vrede onze krachtige ontwikkeling te bevorderen.
Maar onze tegenstanders benijden ons het welsla
gen van onzen arbeid. Alle openlijke en heimelijke
vijandschap van oost en west, van over de zee, hebben
wij tot dusverre verdragen in het bewustzijn onzer
verantwoording en kracht. Thans echter wil men
ons vernederen. Men verlangt dat wij, de armen
over elkaar geslagen, toezien hoe onze vijanden zich
tot een slinkschen overval wapenen. Men wil niet
dulden, dat wij met vastbesloten trouw onzen bond
genoot mogendheid strijdt, en met welker vernedering
ook onze macht en eer verloren zoude gaan.
Zoo moet dan het zwaard beslissen. Midden in
den vrede overvalt ons de vijand.
Daarom op! Te wapen!
Ieder aarzelen zou verraad aan het vaderland zijn.
Het gaai om het zijn of niet-zijn van ons rijk, dat
onze vaderen opnieuw gegrondvest hebben, om het
zijn of niet-zijn aan de Duitsche macht. Wij zullen
ons verdedigen tot den laatsten ademtocht. Wij zul
len dezen strijd doorstaan, ook tegen een wereld van
vijanden. Nog nooit is Duitschland overwonnen ge
worden, zoolang het één was: Voorwaarts met God,
die met ons zijn zal, zooals Hij met onze vaderen
was!
Berlijn, 6 Augustus.
WILHELM.
GEEN ULTIMATUM AAN ITALIë.
Het in het buitenland verspreide gerucht, over een
Duitsch ultimatum aan Italië, is uit de lucht gegre
pen.
SPELDENPRIKKEN OVER EN WEER.
De Duitsche regeering laat weten, dat het nieuwe
prachtige Duitsche gezantschapsgebouw in St. Pe
tersburg vernield is. Dit wordt verdedigd met de be
wering, dat grootvorst Konstantijn door de Duit
schers is mishandeld en de trein, waarin de keizerin
weduwe zat, is aangehouden. Beide beweringen ech
ter zijn totaal uit de lucht gegrepen. De keizerin-we
duwe is bij aankomst van haar trein te Berlijn met den
meesten eerbied door de vertegenwoordigers van het
ministerie van Buitenlandsche Zaken, den generalen
staf en het ministerie van spoorwegen ontvangen. De
trein heeft, in plaats van op weg naar Denemarken
door het Oostelijk gebied, dat zich in staat van oor
log bevindt, te gaan, zijn route genomen door Slees-
wijk-Holstein. Dit geschiedde uit hoffelijkheid tegen
over de hooge reizigster.
Evenmin ia grootvorst Konstantijn op zijn reis door
Duitschland ook maar in het minst mishandeld en
geheel ongemoeid gelaten.
DE PROCLAMATIE VAN DEN KON1NO.
De „VlaamBche Gazet" geeft den volledigen Vlaam
schen tekst van de proclamtie door koning Albert tot
het leger gericht, die aldus luidt:
Soldaten.
Zonder de minste uitdaging van onzentwege heeft
een gebuur, hoogmoedig door zijne kracht, de verdra
gen verscheurd, welke zijne haudteekening dragen ea
schendt hij het grondgebied onzer vaderen.
Omdat wij eigenwaarde hebben, omdat wij gewei
gerd hebben eerbreuk te plegen, valt hij ons aan; dat
de eerbied en de achting van alle volkeren U in deze
plechtige oogenblikken sterke.
Wanneer zij hare Onafhankelijkheid bedreigd zag,
heeft de natie getrild en hare kinderen zijn als een
stormwind naar de grenzen gerukt.
Dappere soldaten eener heilige zaak; in uw taaie
heldhaftigheid betrouw Ik, en in naam van België
groet Ik u. Uwe medeburgers zijn fier op u. Gij zult
zegepralen want gij zijt de kracht ten dienste van het
recht.
D a g e I ij k s bestaat gelegenheid tot het
nemen van een abonnement op de „Alk-
maarsche Courant."
Het reeds verschenen gedeelte van een
kwartaal wordt niet in rekening gebracht.
De „Alkmaarsche Courant" bevat dage
lijks o.m. de laatste telegrammen van net
oorlogsterrein.
Voor een geregelde bezorging worden
alle mogelijke maatregelen genomen.
Aangiften voor nieuwe abonnementen bij de Admi
nistratie Voordam C 9, bij de Agenten en Brieven
gaarders.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alk
maar brengen ter aigemeene kennis, dat het van
af heden af streng verboden Is de straten te
schrobben met leidingwater, ten einde waterver
spilling te voorkomen.
Bi] overtreding van dit verbod zal de leiding wor
den afgesloten.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. RIPPING, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
De BURGEMEESTER van Alkmaar
brengt ter kennis van degenen die ter
gemeente-secretarie een verzoek om
VERGOEDING hebben ingediend, dat de
uitbetaling dier vergoeding, voor zoover
de verzoeken zijn ingewilligd, over het
tijdvak van 31 Juli tot en met 6 Augustus
voor de Landweer- Kustwacht en van 1
tot en met 6 Augustus voor de overige
manschappen, zal plaats hebben ten stad-
huize te Alkmaar op ZATERDAG 8
AUGUSTUS a.s., voor zoover de LAND
WEER betreft van 10—11 uur en voor zoo
ver de MILITIE betreft van 11—12 uur voor
middags.
Alkmaar, 7 Augustus 1914.
De Burgemeester voornoemd,
G. RIPPING.
César heeft van uwe voorvaderen gezegd:
„Onder alle volkeren van Gallië zijn de Belgen de
dapperste. Roem aan het leger van hei Belgische
volk. Vóór den vijand herinner u, dat gij strijdt voor
"dsteden. Her-
de vrijheid en voor uwe bedreigde haard
innert u, Vlamingen, den Slag der Gulden Sporen,
en gij, Luiker Walen, dat op dit oogenblik de eer der
Soldaten
Ik vertrek uit Brussel om mij aan uw hoofd te stel
len. Gedaan ten Paleize van Brussel, op heden 5
Augustus 1914.
ALBERT.
DE ENGELSCHE LEZING VAN DE VOOR
GESCHIEDENIS.
De Engelsche regeering heeft een wit-boek uitgege
ven van 77 bladzijden, waarin de correspondentie
wordt gepubliceerd, die op de crisis betrekking heeft.
De medegedeelde stukken loopen van 20 Juli tot 4
Augustus en zijn 159 in aantal.
Het begint met een telegram van den minister van
buitenlandsche zaken, Sir Grey, aan den Engelschen
gezant te Berlijn, gedateerd 20 Juli, en het eindigt
met het Engelsche ultimatum van 4 Augustus.
De documenten schijnen te bewijzen, dat Duitsch
land Oostenrijk-Hongarije vastbesloten ondersteunde
in de overtuiging, dat Rusland, Frankrijk en Engeland
niet geneigd waren of niet in gunstige omstandighe
den verkeerden om den strijd aan te binden. De heer
Sasonof, de Russische minister van buitenlandsche za
ken, begon met den Engelschen gezant te waarschu
wen, dat Duitschland zich onverzettelijk betoonde,
aangezien het meende te kunnen rekenen op de onzij
digheid van Engeland.
Den 20sten Juli deelde de Duitsche gezant te Wee-
neu aan zijn Engelschen collega mede, dat Rusland
zich gedurende ue tuchtiging van Servië stil zou hou
den, i lat liet niet zoo onvoorzichtig zou zijn kwes
ties als de Zweedsche, Poolsche, Roetheensche, Roe-
meensdu en Perzische in den smeltkroes te werpen.
Ook rankrijk's omstandigheden waren niet van dien
aard, dat het een oorlog kon wenschen. Aldus de
Duilsche gezant te Weenen volgens het rapport van
den Engelschen gezant
Den 27en lull zond Oostenrijk-Hongarije een nota
aan Servië, die er op gericht was den oorlog onver
mijdelijk te maken.
OP 29 Juli voelde de heer Grey zich verplicht, dén
Duitschen gezant te waarschuwen, dat, hoe vriendelijk
de besprekingen ook werden gevoerd, Engeland zich
niet onder alle omstandigheden buiten een Europee-
sriien oorlog zou houden. Het is een merkwaardig
iels, dat Duitschland zoo hardnekkig heeit vastgehou-
ALKMAAR
RANT.