DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
No* 189
Honderd en zestiende Jaargang.
Nieuwe Abonnementen.
1914.
WOENSDAG
12 AUGUSTUS.
DUITSCHLAND.
ENGELAND-
OOSTENRIJK.
JAPAN.
De Duitschers en de Pranschen.
De Duitschers en de Belgen.
Duitscliland-Engeland.
De Oostenrijkers en de Serviërs.
VARIA.
NEDERLAND.
ALKMAAR, 12 Augustus.
De algemeene toestand heeft thans eenige wijzigin
gen ondergaan en vefmoedelijk zal hij spoedig een
geheel ander aanzien krijgen. Alom worden er troe
pen getransporteerd en de treinen worden zoo geheel
door de militairen in beslag genomen, dat de post to
taal in 't gedrang komt. Geen enkele buitenlandsche
courant hebben we heden ontvangen. Een Parijsch
blad hebben we in geen weken gezien, na een oude
zending Berlijnsche couranten van 31 Juli kregen we
niets meer, maar tot gisteren kwamen de Belgische en
Engelsche bladen vrij geregeld en hun uitblijven wijst
er op, dat de treinen zeer bezgt zijn, waarschijnlijk ter
voorbereiding van de groote slagen.
Bij het overzien van den algemeenen toestand valt
het allereerst op, dat het Duitsche offensief, even in
België en in Frankrijk tot staan gebracht, opnieuw
begonnen is. Maar het zijn voorposten-gevechten,
hoogstens neven-operaties, die geleverd worden door
de koppen van de legers, welker lichamen, als die van
lintwormen, nog snel moeten aangroeien.
België, dat in de geschiedenis zoo dikwijls tot slag
veld van de strijdende legers heeft gediend, dreigt
ook nu weer de plek te worden waar de slagen vallen.
Wat er op het oogenblik precies geschiedt, is ui
terst moeilijk uit te maken.
De Belgische regeering, die Maandag verzekerde,
dat de legers volgens een vast plan oprukten waar
aan overigens ook wel niemand zal hebben getwijfeld
liet Dinsdag plechtig weten, dat de algemeene toe
stand moeielijk is te overzien, hetgeen te wijten is aan
het feit, dat beide oorlogvoerende partijen de streng
ste maatregelen genomen hebben om haar plannen te
verbergen
Maar de Belgische regeering geeft toe, dat de Bel
gen zich tusschen Thienen en St. Truijen onder de
telegrammen hebben wij de ligging dezer plaatsen
aangegeven hebben moeten terugtrekken. Het geldt
hier een cavalerie-gevecht. De cavalerie is wel eens
aardig het oog van het leger genoemd. Bij den op-
marsch van het leger gaan de cavalerie-divisies voor
het front der korpsen, voor strategische verkenningen.
Vandaar, dat alom in België ulanen (ulan is een
woord van Poolschen oorsprong, dat de wakkere, de
dappere beteekent) worden gezien, wier taak het is
om de opstelling en de sterkte van den vijand te ver
kennen. Maar ook België heeft zijn ruiters, zijn
lanciérs. Vandaar dat de cavalerie-divisies elkaar
het eerst ontmoeten en de eerste gevechten leveren.
De beteekenis van die gevechten is vooral deze, dat
het aan de winnende cavalerie mogelijk is, de vijan
delijke legerkorpsen dicht te naderen en de patrouil
les ver vooruit te brengen, terwijl de verslagen cavale
rie naar zijn eigen leger wordt teruggedreven en
daartoe niet in staat is.
Komen de fronts der beide legers dicht bij elkaar
dan is daar voor de cavalerie-divisies geen plaats
meer, ze moeten naar de vleugels uitwijken of achter
de voorste linie teruggenomen worden tot de groote
beslissende slagen komen, waarin zij moeten trach
ten den vijand te attqueeren, terwijl zij overigens goe
de diensten kunnen bewijzen bij de vervolging. De
cavalerie is uitgerust met lans en karabijn de be
richten van heden maken melding van ulanen-divi-
sies, die mitrailleuses bezitten, welke op paarden
worden vervoerd en het is wel opvallend, dat toen
de machinegeweren in actie werden gebracht, het
Belgische rigiment lanciers zich terugtrok om de
manschappen niet nutteloos bloot te stellen, een er
varing, waarmede de Duitschers stellig rekening zul
len houden.
Intusschen moet er zich ten Noord-Westen van
Luik een groote troepenmacht verzameld hebben. De
opmarsch is uitgegaan van Aken waar ook reeds
Oostenrijksche troepen moeten zijn aangekomen in
de richting van de Belgische Kempen, de streek met
mooie weiden maar overigens dor, vormend een pla
teau van geringe hoogte aan den zoom der beide bek
kens van Maas en Schelde. Het Belgische veldleger
waarbij zich nu ook Fransche troepen hebben ge
voegd, (van de Engelsche is nog niets bekend) staat
daar ook, zoodat een gevecht daar heel spoedig te
wachten is. Eerst wanneer er meer bijzonderheden be
kend worden, weet men of het weer een neven-operatie
geldt of wel zooals de berichten aangeven een
grooten slag betreft. Voor een grooten Blag staan de
legers wel heel dicht aan de Nederlandsche grens,
vooral indien de Duitsche troepen eens genoodzaakt
mochten worden zich te retireeren en hun linie van
retraite eens niet behoorlijk verzekerd mocht zijn 1
Onze regeering is echter op haar hoede en uit de
groote troepentransporten naar onze zuidelijke grens
blijkt, dat onzerzijds niets wordt nagelaten, om schen
ding onzer neutraliteit te voorkomen.
Uit een zooeven ontvangen telegram moet men op
maken, dat de Duitschers de forten van Luik bom-
bardceren. Dat is zeer wel mogelijk, immers zonder
die forten, kan het vervoer per spoor daar niet ge
schieden en het omleggen van de spoorbaan eischt
veel tijd.
Wat hierboven omtrent de cavalerie-gevechten in
België is gezegd, geldt eveneens voor hetgeen er in
dm Elzas is geschied.
Van belang is echter de herneming van Mfilhausen.
Toch is het al te dwaas deze gebeurtenis te vergelijken
met Wörth, zooals men te Berlijn doet Wörth, de
herinnering opwekkend aan de mislukte poging van
Mac Mahon om de Duitschers aan gene zijde der
Vogezen te houden. Mülhausen is een niet versterkte
stad en de Duitschers zullen via de strategische baan
Bazel-Sackingen wel groote troepenmassa's hebben
laten aanrukken. Voor het oogenblik zijn echter de
Franschen hun houvast op Duitschen bodem weer
kwijt. Een blik op de kaart doet zien, dat Duitsch-
land va nalle kanten troepen kan aanvoeren, terwijl
Frankrijk alleen de lijn over Belfort ter zijner beschik
king heeft.
De uitval der Franschen is dus niet doorgezet kun
nen worden.
Ziedaar dus de toestand.
Tenslotte zij hier nog even de aandacht gevestigd
op de ontruiming van het Duitsche Swakopmond in
Zuid-West Afrika andere Duitsche koloniën zul
len wel niet zoo spoecjig ontruimd worden I
EEN AANSLAG OP DEN KROONPRINS?
Toen ik heden in het kamp bij Visé was, aldus wordt
aan de N. R. Ct gemeld, verzekerden Duitsche officie
ren mij, dat het regiment van den kroonprins (het
doodshoofden-regiment) reeds lang de Maas is gepas
seerd, echter zonder kroonprins, tegen wien men een
aanslag gepleegd heeft te Aken.
EEN OFFICIEUSE TEGENSPRAAK.
Officieele Engelsche en Russische organen versprei
den in neutrale staten het bericht, dat Duitschland
Engeland aangeboden heeft Nederland sa.men te ver
deden wanneer Engeland neutraal bleef.
Deze bewering is beslist onwaar, daar Duitschland
bij zijn onderhandelingen met Engeland nimmer over
zulk een voorstel een woord gesproken heeft.
DE OOGST.
De Nordd. Allg. Zig. schrijft:
Sedert het begin van den oorlog is meermalen de
vrees geuit, dat, daar een groot deel der landelijke be
volking onder de wapenen geroepen is, de oogst niet
binnengehaald zal kunnen worden. Deze vrees kan
thans ongegrond genoemd worden.
CONCENTRATIE-KAMPEN.
De „Star" deelt mede, dat te Blackdown, enkele
mijlen van Aldershot door rijks-ingenieurs een kamp
is ingericht ter opname van verdachte Duitschers,
krijgsgevangenen, enz.
Ook is het gebouw „Olympia" alhier gedeeltelijk
veranderd in een concentratiekamp. Sinds Zaterdag
zijn daar reeds 120 verdachte Duitschers door de
politie heengebracht.
EEN MIS.
Gisterochtend is te Weenen in de feestelijk versierde
Italiaansche nationale kerk een mis opgedragen, waar
in ook de zegen werd afgesmeekt op het succes van
het Oostenrijksch-Hongaarsche leger in den oorlog.
Onder de aanwezigen bevonden zich aartshertog Eu-
gen, de minister van oorlog Krobatin, de ministers
van onderwijs en van financiën en tal van hooge
staatsambtenaren. Onder de gemeente merkte men vele
Italianen op. Aan 't slot der godsdienstoefening werd
het volkslied gezongen.
DE HOUDING.
Japan heeft zich naar een bericht uit Peking meldt
niet neutraal verklaard.
Er zijn sterke aanwijzingen dat het voornemens is
weldra den oorlog te verklaren aan Duitschland en
zich dan meester te maken van de haven Tsingtao
in de Duitsche kolonie Kiau-tsjau waaruit de
Duitsche vloot vertrokken is.
Japan zou dus voornemens zijn het bondgenoot
schap met Engeland te handhaven en aan de zijde
van den Engelschen vriend te strijden; het plaatst
zich daardoor echter tevens aan de zijde van den
Russischen vijand van 1904.
Dat Japan heel veel meer voordeelen in dien oor
log behalen kan behalen dan zich meester maken van
de Duitsche kolonie Kiau-tsjau, en dus zich vastneste-
len in China, is niet duidelijk.
De Japansche vloot kan echter voor Engeland in
den Stillen Oceaan een zeer te waardeer en hulp we
zen zegt het Hbld.
Ook de Parijsche Matin" zegt dat Japan onge
twijfeld zijn strijdmacht bij die van Engeland zal
voegen. Men gelooft dat de Japansche vloot trach
ten zal Kiau-tsjau te nemen en zich meester zal ma
ken van alle Duitsche koovaardijschepen in de zeeën
van het verre Oosten.
De „Matin" acht het ook mogelijk, dat de vloot
en het leger van Japan effectieven steun zullen ver-
leenen aan de strijdmachten van de Triple Entente in
Europa, indien de oorlog eenigen tijd duurt.
IN ELZAS-LOTHARINGEN.
Uit Duitsche bron wordt gemeld, dat de vooruitge
schoven gemengde brigade van het 15e Fransche le
gerkorps door Duitsche dekkingstroepen bij Lagarde,
in Lotharingen, aangevallen werd. De vijand werd
onder zware verliezen in het bosch van Parroy, noord
oostelijk van Lunéville, teruggeworpen. In Duitsche
handen vielen een vaandel, twee batterijen, vier machi
negeweren en 700 krijgsgevangenen. Een Fransch ge
neraal is gesneuveld.
(Lagarde, een dorp van een goede 500 inwoners,
ligt in het Lotharingsche district Chótcau-Salins, in de
onmiddellijke nabijheid van de Fransche grens, aan
het Mame-Rijnkanaal. Het ligt op ongeveer 10 K.M.
afstand van Cirey, waar de Duitschers het eerst het
Fransche grondgebied waren binnengedrongen.
Parroy is gelegen in het Fransche arrondissement
Lunéville (dep. Meurthe-et-Moselle).
Een communiqué van den Franschen minister van
oorlog, d.d 10 Aug. 's avonds half twaalf zegt:
In den afgeloopen nacht hebben sterke Duitsche
troepenafdeelingen, komende van Mülheim en Neu-
Breisach, de Fransche voorposten bij Cerwy en Mül
hausen aangevallen.
De Franschen ontruimden Mülhausen en verzamel
den zich op een plaats achter deze stad, waar zij
stand hielden tegen den vijand, die numeriek in de
meerderheid was. De Fransche troepen toonden zich
in alle opzichten superieur aan de Duitsche troepen.
OORLOGSBUIT.
De torpedoboot „Escopette" bracht in Duinkerken
een buitgemaakte Duitsche viermaster binnen, die
2000 ton graan aan boord had. Een ander zeilschip
werd naar Calais opgebracht.
HET EERSTE GEVECHT BIJ TONGEREN.
BRUSSEL. Het eerste gevecht van eenige betee
kenis heeft plaats gehad tusschen Thienen en St.
Truijen, waarvan we de ligging onder de telegram
men vermelden. Een belangrijke macht Duitsche
cavalerie, geschat op eenige duizenden manschappen,
en gewapend met mitrailleuses, gedragen door paar
den, viel voor Thienen een regiment lanciers aan, dat
hen tegemoet trok. Het gevecht werd geopend met
karabijnvuur, waarna de lanciers een charge uitvoer
den en een deel hunner tegenstanders uiteenjoegen.
Dezen kregen versterkingen en brachten hun mitrail
leuses in werking. Voor de overmacht en om zich niet
noodeloos bloot te stellen trokken de Belgische lan
ciers na hardnekkigen tegenstand terug. Zij verloren
twee officieren; een klein aantal manschappen werd
gedood of gewond.
Tegen den ochtend begon het gevecht wederom over
het front St. TruijenGeldenaken, waar de Duitsche
cavalerie een aanval poogde, maar tot dusver nergens
vermocht door te dringen. De Belgische vooruitge
schoven troepen bleven hun stellingen behouden. Aan
beide zijden werd er'slechts door voorposten gevoch
ten.
Het is waarschijnlijk, dat deze gevechten zoowel van
Belgische als van Duitsche zijde in de eerstvolgende
dagen in heftigheid zullen toenemen.
De overweldigers, onder voorwendsel, dat Belgi
sche soldaten zich in de huizen langs den'weg ver
schansten en daaruit schoten, staken de woningen in
brand en doodden de bewoners. Het station en ver
schillende huizen te Landen werden door het vuur
verwoest; dezelfde buitensporigheden worden gemeld
uit Limburg.
EEN OLIETANK IN BESLAG GENOMEN.
Op de Duitsche olietank „Leda", komende van Rot
terdam, werd bij de Bermudas-eilanden (een Britsche
bezitting in den Atlantische Oceaan) beslag gelegd.
OOSTENRIJKERS STAKEN HET OFFENSIEF.
Uit Engelsche bron wordt met betrekking tot de
Oostenrijksch-Servische krijgsbedrijven, uit goed in
gelichte Servische kringen gemeld, dat na op zeven
verschillende plaatsen vruchtelooze pogingen te heb
ben aangewend, om de Noord-Servisdie grens over
te trekken, de Oostenrijkers het offensief staakten,
daar zij door de Serviërs over alle liniën teruggesla
gen werden. De Oostenrijkers leden enorme verliezen
Die der Serviërs zijn eveneens aanzienlijk. Ondanks
alle aanvallen, heeft geen Oostenrijksch soldaat een
voet op het Servische grondgebied gezet. De verdere
militaire operaties van Servië zullen van die van Rus
land afhangen.
DE SERVISCHE PERS.
Een der voorwaarden van het Oostenrijksche ulti
matum aan Servië was ook het onderdrukken van
bepaalde ophitsende persorganen te Belgrado. Wil
de men deze voorwaarde letterlijk vervullen, zoo
schrijft het Hamburger Fremdenblatt, dan moesten
eigenlijk alle Sérvische kranten, waarvan er ongeveer
twintig in de hoofdstad en een paar onbelangrijke op
plaatsen als Nisch, Kragnuevacz en Porzerewacz ver
schijnen, gestaakt worden. Want de toon van hun
polemiek is bijna altijd weinig voornaam, zeer harts
tochtelijk en dikwijls hatelijk, hoewel niet miskend
mag worden, dat er goede, zelfs eerste-klas boulevard
artikels in voorkomen.
In Servië bestaat geen enkel blad, dat in Europee-
schen geest georganiseerd is of volgens bepaalde be
ginselen geleid wordt. Om in Belgrado eenigszins
op de hoogte te komen van de politieke en locale ge
beurtenissen moet men minstens zes 10 inheemsche
bladen koopen. Geen enkele krant onderhoudt een
eigen telegrafischen dienst met het buitenland, en
geen der groote telegram-organisaties heeft er een
agentuur. De kranten ontvangen al hun telegram
men-materiaal, natuurlijk politiek eenzijdig, van het
officieele persbureau, zoodat zij geheel onder den in
vloed van de Regeering staan.
Het is daarom onjuist, wanneer van officieel Servi
sche zijde beweerd wordt, dat de Regeering geen in
vloed heeft op de redactie der Servische bladen.
Er ia in heel Europa waarschijnlijk geen stad,
waar betrekkelijk zooveel kranten verspreid worden
als in Belgrado, het hooge percentage analphabeten
in aanmerking genomen. Voor de 10.000 inwoners
verschijnen dagelijks 20 kranten, elk van gemiddeld
drie pagina's tekst, en meteen oplage van ten hoogste
4 h 5 duizend exemplaren. Advertenties hebben ze
bijna niet; voor elke annonce moet een stempelbe-
lasting van 10 cents worden betaald; banken die de
kianten financiëcl zouden kunnen steunen, zijn er
niet, en wat de lezers aan abonnementen betalen,
is haast nihil. Een Servisch blad heeft dus niet veel
geld beschikbaar voor den eigen telegramdienst en
dergelijke luxe, zooals de meest Europeesche bladen
bezitten.
D a g e I ij k s bestaat gelegenheid tot het
nemen van een abonnement op de „Alk-
maarsche Courant."
Hef reeds verschenen gedeelte van een
kwartaal wordt niet in rekening gebracht.
De „Alkmaarsche Courant" bevat dage
lijks o.m„ de laatste telegrammen van het
oorlogsterrein.
Voor een geregelde bezorging worden
alle mogelijke maatregelen genomen.
Het inschrijven van leerlingen
tot de avondcursussen aan de
Ambachtsschool en tot de Burgeravond
school, met de daaraan verbonden Avond
school voor Handwerkslieden, IS TOT
NADERE AANKONDIGING UITGESTELD.
DE OORLOG EN ZIJN INVLOED OP HET
OECONOMISCHE LEVEN.
Wanneer er ernstige tijden in aankomst zijn, als b.v.
een oorlog met al haar verschrikkingen dreigt, dan
wordt daardoor het eerst gedupeerd, al wat van de
luxe leeft. De weelde-badplaatsen krijgen het slap.
Het tooneel speelt voor leege zalen, de concerten wor
den niet bezocht. De kunsthandel staat stil. Daarna
komt de wetenschap aan de beurt. Subsidies aan
wetenschappelijke instellingen worden geweigerd of
ingetrokken, de boekhandel doorleeft een periode van
mailaise. Hierop komt de textiel-industrie, de manu-
facturenhandel en de confectie aan de beurt. De
menschen dragen hun kleeren langer. Pas het aller
laatst worden de comestibles- en kruidenierswinkels
gedupeerd. De groente-kooplieden zullen een lang
zame daling waarnemen. De slagers eveneens. In
het algemeen zijn echter de verkoopers van levensmid
delen er het best aan toe. De gemiddelde mensch
heeft nu eenmaal een lichtelijk epicuristischen aanleg.
EEN DUITSCHER UITGEROOKT.
De eigenaar van het hotel Weber, te Antwerpen,
een Duitscher, die zich in zijn kelder had verborgen,
werd daaruit verdreven met zwaveldamp en daarna
gevangen genomen.
SCHRIKBEWIND AAN DE RIVIERA.
De Franschen hebben, naar uit Berlijn wordt ge
meld, Kurz, onder-directeur van de speelzaal te Monte
Carlo, een Duitscher, onder verdenking van spionna-
ge, doodgeschoten.
Uit de Riviera terugkéerende Oostenrijkers doen
verhalen over door de Franschen gepleegde onmen-
schelijkheden, waarbij de haren te berge rijzen.
H. M. DE KONINGIN.
Men schrijft ons uit den Haag:
In regeerings- en militaire kringen is men vol be
wondering over de kranige houding van' onze Ko
ningin in deze moeilijke dagen. Haar werkkracht is
onuitputtelijk en Zij heeft zich uitstekend op de hoog
te gesteld van alles. Voor ieder, die Haren raad noo-
dig heeft, is Zij, zonder vooraf aangevraagde audiën
tie, tot 's nachts één uur te spreken en zelfs in den
nacht heeft men verlof, zoo noodig, Hare huip in te
roepen.
STERK EN STIL.
Onder bovenstaand opschrift schrijft de Nieuwe Ci:
Laat ons in deze dagen aan Nederland denken bo
ven alles en voor alles.
Laat die gedachte onder al wat ons gemoed schokt
en ons denken verbijstert, van ieder onzer de ziel ver
vullen en de daad beheerschen.
Het is nu geen tijd voor het najagen van vredes-ide-
alen ondanks alles, voor een machteloos initiatief van
ons bedreigde land om op de in wilden toom ontsto
ken volken of hun regeeringen een beroep te doen.
Het is nu geen tijd om de stem te verheffen, voor de
belangen der menschheid en der reeds half vernielde
beschaving.
Het is nu geen tijd om te protesteeren tegen onrecht
of woordbreuk, geen tijd om hulde te brengen aan
vreemde dapperen, geen tijd om te getuigen tegen den
een en voor den ander.
Misschien breekt eenmaal die tijd ook voor ons
weer aan als wij gered worden uit het doodsge
vaar.
Maar nu zij het: Nederland in de eerste, Nederland
in de tweede en in de derde plaats, Nederland alléén.
Het is de tijd voor het meest volstrekte nationale
egoïsme.
Dat mag gepredikt worden als een heilige plicht,
omdat het slechts betracht kan worden door middel
van kloeke deugden. Vertrouwen in de toekomst van
het eigen volk. Opoffering, voor een tijd, van de vol
komen vrijheid van schrijven en spreken waaraan wij
gewend zijn. Bedwang van de vlucht naar vage ide
alen, ver buiten ons bereik. Achterstelling van eigen
belangen, nooden en angsten bij die van het vader
land. Een mannelijk geduld, dat alles draagt wat
met eer gedragen worden kan, zelfs twijfel, onzeker
heid, verveling. Opgewektheid en levensmoed in een
jammerlijke omgeving. En zelfbeheersching bovenal.
Het is niet waar dat wij veilig zijn voor den Euro-
peeschen oorlog, omdat wij een belofte van den Duit
schen Keizer hebben dat zijn troepen Limburg niet
zullen betreden en een verklaring van den Engelschen
Koning dat zijn schepen de schelde zullen mijden.
Wij mogen er dankbaar voor zijn en het is ons geluk,
maar wij moeten sterk blijven en stil. Wij moeten ons
niet verbeelden dat wij thans in Europa een geluid
zouden kunnen doen hooren, dat aan iets anders zou
worden toegeschreven dan aan vrees voor eigen lot
en berekening van eigen kansen.
Alleen aan ons volk moeten wij denken en daarnaar
doen. Aan zijn weerkracht in de eerste plaats, die
in de bange weken welke met een opvlamming van
geestdrift begonnen zijn, nu duldzame onderwerping
aa ntucht gaat cischen en volharding waartoe de
kracht van binnen komen moet Aan zijn nood
en zijn leed vervolgens, die gelenigd zullen moe
ten worden ten koste van veel persoonlijke inspan
ning en offers. Aan zijn toekomst, in een verschiet
ALKMAARSC
Aangiften voor nieuwe abonnementen bij de Admi
nistratie Voordam C 9, bij de Agenten en Brieven
gaarders.