DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Nieuwe Abonnementen.
Pïo. 19öo
Honderd en zestiende Jaargang.
1914
DONDERDAG
13 AUGUSTUS.
BELGIË.
De Duitschers en de Belgen.
ALKMAAR, 13 Augustus.
Er is vandaag al weer geen nieuws, doch dit ligt
wel eenig8zins voor de hand.
De loop der dingen is in de eerste helft van Augus
tus zoo razend snel gegaan, dat velen meenen, dat de
militaire verwikkelingen in het zelfde tempo zullen
plaats grijpen als de diplomatieke.
Blijkbaar is men het voorbeeld van 1870 vergeten.
In 1870 verliet de Fransche gezant te Berlijn, de
heer Benedettl den 13den Juli zijn post, den 19den
werd de oorlogsverklaring afgegeven. Er hadden
spoedig schermutselingen en voorpostengevechten
plaats, maar de slag bij Weissenburg kwam eerst 4
Augustus en den 6den werden de Franschen versla
gen bij Worth. Met deze krijgsverrichtingen werd de
oorlog begonnen. Den 14den werd gevochten bij
Nouilly, den 16en bij Mars la Tour, de groote neder
laag der Franschen te Gravelotte kwam op den 18den
en 1 September gaf Sedan zich over.
Een maand ging er dus voorbij, voordat de groote
slagen werden geleverd..
Den eersten Augustus is thans door Duitschland
aan Frankrijk de oorlog verklaard. En nu moge het
waar zijn, dat voor het transporteeren van troepen
thans strategische spoorlijnen ten dienste staan, aan
den anderen kant moet niet vergeten worden, dat er
véél meer manschappen en materiaal naar de grenzen
moeten worden gebracht dan 44 jaar geleden.
Zoodra het mobilisatiebevel in Duitschland was af
gekondigd, hebben wij op grond van betrouwbare ge
gevens medegedeeld, dat een legerkorps van Berlijn
een week na het vertrek van den eersten trein aan de
grens staat. De mobilisatie is in beide landen op dit
oogenblik waarschijnlijk nog niet eens geheel afgeloo-
pen. En het concentreer en van de legerkorpsen neemt
ook zijn tijd.
Verschillende militaire schrijvers zijn dan ook van
oordeel, dat de eerste werkelijke slag niet kan plaats
hebben binnen drie weken na de oorlogsverklaring.
Zoo'n slag wordt met de vervolging etc. op een duur
van minstens een week geraamd.
Fransche deskundigen hebben altijd beweerd, dat
de oorlog niet in één slag zal kunnen worden beslist,
dat een tweede groote slag zal volgen. Beide legers
zullen zich dan zoo goed mogelijk moeten herstellen
en daarmee gaat zooveel tijd heen, dat die tweede slag
eerst drie vier maanden na de oorlogsverklaring
wordt verwacht. Maar hij zal dan ook beslissend
zijn of de Fransche tegenstand zal gebroken zijn,
of Duitschland zal in zulk een hopeloozen toestand
zijn geraakt, dat het gedwongen zal zijn vrede te slui
ten.
Uit bovenstaande blijkt, dat de voorbereiding van
een grooten slag nog wel eenigen tijd zal aanhouden.
Maar men kan op geen stukken na zeggen, waar
hij nu eigenlijk zal plaats hebben, welke troepen er
aan zullen deelnemen en hoe sterk beide partijen zul
len zijn.
Het heet, dat het noordelijke leger van Frankrijk
in België vooruittrekt, en dat de Engelsche expeditie
troepen zich ook reeds in België bevinden ze schij
nen, als de straatjongens van Jonathan, uit den grond
te zijn opgestampt 1
De Duitschers hebben eveneens in het Belgen-
land een aanzienlijke troepenmacht, waarvan alleen
kan worden gezegd, dat zij zich beweegt hoe en
waarom is niet duidelijk.
Waar men op het oogenblik hoegenaamd niets ze
kers weet omtrent den stand der troepen, ligt er een
ruim jachtveld voor de fantasie open, waar menig
bokje geschoten kan worden. De veronderstellingen
hebben momenteel evenmin beteekenis als Fransche
overwinningsberichten uit Parijs en Duitsche victorie-
verhalen uit Berlijn,
Wij zullen daaraan niet meedoen. Alleen zouden
we er wel voor willen waarschuwen, niet te veel
waarde te hechten aan de Belgische verklaring, dat
de terugtrekkende beweging der Duitschers zich ac
centueert 't terugtrekken zou hier wel eens de ach-
terwaartsche concentratie kunnen zijn, waarvan de
Russische berichten in den Japansch-Russischen oor
log altijd gewaagden, maar hier dan inderdaad ern
stig bedoeld, 'n klein beetje achteruitloopen om beter
den sprong te kunnen doen, den sprong, waardoor
men het Belgische (-Fransch-Engelsche?) leger voor
zich uit zou kunnen drijven. Doch wij veronderstellen
verder vandaag niet en niets.
Eén ding kunnen we thans met zekerheid mede-
deelen, dat n.l. de forten van Luik nog niet in han
den der Duitschers zijn anders zouden zij niet
weer opnieuw beschoten zijn.
Over de taak der forten van Luik vindt men onder
„De Duitschers en de Belgen" een duidelijk relaas.
Óver het zware belegeringsgeschut, dat de Duitschers
nu voor de stad hebben gebracht, volgen hier nog een
paar bijzonderheden. Wij hebben van morgen in
de bladen gelezen, dat elk stuk geschut door 24
paarden moest worden getrokken. Bij manoeuvres
bleek men met zes paarden in staat, deze kolossussen,
aver pasgeploegde akkers te rijden. Dat rijden gaat
zeer eigenaardig, dank zij een (ioor Krupp verbeter
de uitvinding van den Italiaan Bonagente, een z.gm.
Radgürtel. Om het rad wordt een gordel van tien
afzonderlijke stalen geledingen gelegd, welke door
schakelbouten aan elkaar verbonden zijn, waaraan
gepantserde houten sleuven hangen. Bij het rijden
liggen er steeds drie van zulke sleuven op den grond,
en daarop zijn twee stalen geledingen, die in zekeren
zin een vaste rail vormen, waarover het rad rijdt.
Hierdoor wordt het zinken in den weeken grond voor
komen en de beweeglijkheid van het zware belege
ringsgeschut vergroot. Met dat al is de verplaatsing
een reuzenwerk. Een zoo'n stuk weegt minstens
40.000 kilol En dan moet zoo'n gevaarte over heu
velachtig terrein worden gereden, langs wegen, die
met boomen en wagens versperd zijn. Het grootste
kaliber is 21 centimeter geschut, de draagkracht be
draagt meer dan 12 kilometer. Geschoten wordt
met 8hrapnell8 (die in de lucht ontploffen) en grana
ten.
Het zware veldgeschut, dat als belegeringsgeschut
gebruikt kan worden, is in Duitschland goed ver
zorgd, zij het dan ook dat Oostenrijk en Japan stuk
ken van 30 en 28 c.M. hebben. Oorspronkelijk was
het zware geschut bestemd voor de Fransche sperfor-
ten, maar langzamerhand is het ook geschikt ge
maakt voor deelneming aan den slag in het open
veld. Het zal nu moeten blijken, welken invloed dit
geschut op de beton-huid der forten van Luik zal
hebben. Een Engelsch deskundige, sir George Syden
ham Clarke heeft indertijd betoogd, dat de forten van
generaal Brialmont al heel gauw voor het zware be
legeringsgeschut zullen moeten bezwijken en dat de
bezetting als een rat in een val moet omkomen. Wij
zullen spoedig weten, of dit voor de Belgen zoo som
bere oordeel waarde blijkt te bezitten.
HET KONINKLIJK PALEIS TE BRUSSEL
IN EEN GASTHUIS HERSCHAPEN.
In October 1910, aldus het „Hbld. v. A.", wapperde
boven den rechtervleugel van het koninklijk paleis, te
Brussel, de fiere vlag van keizer Wilhelm van
Duitschland, toen op bezoek bij den koning en de ko
ningin der Belgen.
thans wappert aan denzelfden vlaggestok het vaan
del van bet Roode Kruis, en het paleis is in een hos
pitaal herschapen; op de gesloten vensters, den ge-
keelen voorgevel langs, ziet men het Roode Kruis op
witten grond, alsook op de vensters uitziende op de
groote binnenplaatsen.
Onze edelmoedige koningin heeft het koninklijk
verblijf herschapen in een toevluchtsoord voor de
slachtoffers van den oorlog, om het even welke, want
het is een internationaal hospitaal.
Wanneer men de prachtige zalen doorloopt waar
weleer de luisterrijke ontvangsten ter eere van Wil
helm II plaats hadden, krimpt het onverschilligste
hart ineen, en wordt bevangen met een liepgevoeld en
eindeloos wee.
De koningin heeft zelf het bestuur van de inrich
tingswerken op zich genomen.
Terwijl de koning, ginder verre met zijne generaals
de zege voorbereidde, bereidde Hare Majesteit de tee-
derste zorgen voor aan hen, die gekwetst van de ijse-
lijke slagvelden zouden terugkeeren.
En dit hospitaal is ruimschoots van alle benoodigd-
heden voorzien. Is Koningin Elisabeth niet de doch
ter van eenen geneesheer?....
Degeheele eerste verdieping en een groot deel van
de tweede zijn in gebruik genomen.
Het koninklijk hospitaal zal driehonderd gekwets
ten kunnen ontvangen. De bedden werden geplaatst
in de groote balzaal, in de groote galerij, in de
wachtkamer, in de keizerlijke zaal, in de witte salons,
alles op de eerste verdieping.
Uit deze salons werden de meubelen, de draperie
ën, de tapijten weggenomen. De lustres werden van
hunne kristallen ontbloot, de prachtige verlichtings
toestellen werden vervangen door heldere electrische
lampen; waterkranen en waschtoestellen werden ge
plaatst, enz. enz.
De serre, waar bij de hofbals het klein buffet wordt
opgesteld, bevat thans een dubbele operatiezaal.
Al de versieringen zijn weggenomen en operatieta
fels vervangen thans de marmeren luxetafeltjes.
De Koningin heeft de muren laten witten.
Eén zal is ingericht voor de radiographic.
En op de eerste verdieping, in de kamers destijds
door den Koning van Pruisen betrokken, staan thans
veertien bedden de ongelukkige gekwetsten op te
wachten.
De geheele tweede verdieping is bestemd voor de
verpleegsters, en daar vindt men ook de gezondheids
instellingen, namelijk badkamers, stortbaden, mas-
seerzalen, enz.
Men ziet, dat onze Koningin Elisabeth in alles
heeft voorzien, opdat zij, die in het paleis verzorgd
worden, de gezondheid en het leven zouden herkrijf
gen
In de kelders zijn bijzondere keukens ingericht voor
de gekwetsten.
Melden wij nog deze bijzonderheid: de Koningin
heeft besloten dat de zieken in het paleis zullen bin
nengebracht worden langs de groote poort van den
rechtervleugel en de eeretrap.
De Koningin, deze ambulance van het Roode Kruis
in haar paleis inrichtende, heeft wederom het bewijs
gegeven van hare diepgevoelde menschlievendheid,
waarvan zij reeds zoo menige blijken gaf.
NA TONGEREN HASSELT.
De naleviteit der bestuurders van onze banken, zoo
wordt uit Brussel aan de Tel. geseind, die waarschijn
lijk in het geheel niet gerekend hadden op een bezoek
van plunderende uhlanen in de nlet-verdedlgde plaat
sen, overschrijdt thans de geoorloofde grenzen. Zij
wisten dat uhlanen de hand gelegd hadden op de ge
meentekas te Tongeren. En toch heeft de bankdirec-
tie, ofschoon zij met rede een inval kon verwachten
van leerlingen van den vermaarden kapitein van Kö-
penick, het niet als haar plicht beschouwd, de kasgel
den in veiligheid te brengen. Gistermiddag versche
nen 3000 Uhlanen te Hasselt, met het doel, daar hun
slag te slaan. Na op het postkantoor 17000 franc
verbeurd te hebben verklaard, trokken zij naar de Na
tionale Bank, een particuliere instelling, en namen
daar, in strijd met alle bepalingen van menschelijk
recht, al de aanwezige contanten, zijnde een bedrag
van 2.017.000 franc in bezit.
Nadat de nationale bank geplunderd was, dachten
zij hun rooftocht verder in het land te kunnen voort
zetten. Een brigade Belgische cavalerie, die, evenals
de Duitsche cavalerie, van mitrailleurs en opende het
vuur. De Ulanen werden op de vlucht gedreven en
lieten vele dooden achter. Tevens werden er velen
van hun krijgsgevangen gemaakt. Het overblijvende
gedeelte van de Pruisische afdeeling vluchtte tot voor
bij Hasselt.
UIT EEN SOLDATENBRIEF.
l'Etoile ontleent aan een brief van een korporaal,
gedateerd 8 Aug., het volgende:
„Eindelijk, na een aantal gevechten als van Hoey,
Luik, Holoyne en de charge van de „Salva" te Se-
raing, zijn we hier, uitgeput en vermoeid. In negen
dagen heb ik mij niet gewasschen. De oorlog is iets
verschrikkelijks. We weten niet meer, hoe we leven.
We hebben vijf dagen gemarcheerd, bijna zonder rust
Ik ben gevangene der Duitschers geweest, doch het is
mij gelukt te ontsnappen, nadat mijn kapotjas aan alle
kanten doorzeefd was doo rhun kogels. Van mijn
jas zijn de galons aan den linkerarm weggerukt door
een ontploffende granaat. Ik ben zelf niet geraakt.
Ik heb met twee mannen een gevecht van zes uur ge
voerd en ben gezond en wel teruggekeerd met twee
Duitsche machinegeweren
„De kolonel heeft mij gelukgewenscht. Hij heeft
gezegd, dat mijn moed beloond zal worden.
„Ik ben „op". Mijn voeten zijn tot bloedens door-
geloopen. Al mijn vroegere makkers bevinden zich in
denzelfden toestand als ik. Maar ik vertrouw, levend
terug te zullen keeren. Nu vertrekken wij naarO,
welke verschrikkelijke dagen hebben wij belefad! Ik
was bij de bestorming van de Pont des Arts te Luik.
Ik dacht dat het met ons gedaan was. We waren niet
verder dan eenige meters van de Duitsche geweren en
kanonnen verwijderd.
„Welk een kogelregen! Maar ik geloof dat de oor
logsgod mij zal sparen.
„Onze soldaten zijn heldhaftig. En met vreugde
ontvangen wij van overal telegrammen, die ons mel
den, dat we ons overdekt hebben met roem en eer. Ik
zou de vreeselijkheden, die ik heb gezien, niet kunnen
beschrijven. De charge te Seraing was wonderbaar
lijk. Onze soldaten toonden daar oneindigen moed
en ongeziene woede. We gingen er met de bajonet
op los. We liepen over uiteengereten, lillende licha
men en we sloegen er steeds meer neer.
„Ik was niet de laatste bij het bloedbad. Maar wat
is het geval? Men strijdt voor het vaderland, men
strijdt voor het eigen leven te verdedigen, om terug
te kunnen keeren. Ik was vertrokken met 130 man.
Toen we terugkwamen waren we nog met ons achten.
Dat deed me hopen, dat ik zou blijven leven.
„Weest niet bezorgd, wanneer ik in een dag of acht
niet schrijf. We hebben wel wat anders te doen dan
de pen te hanteeren..."
DE TOESTAND-GISTEREN.
Volgens mededeelingen van officieele Belgische zij
de was de stand van zaken gisteren aldus:
Gedurende den nacht is het over het geheele front
kalm geweest. De Duitsche cavalerie is overal terug
getrokken, behalve op een punt, waar zij in contract
met onze troepen was. De Duitschers schijnen een
nieuwe phase van den oorlog te beginnen. Hun plot
selinge aanval op cetraal België is mislukt en zij
versterken nu hun front Maastricht, Luik. Zij Bchij-
nen voor het oogenblik tenminste van een offensief
optreden tegen het centrum van ons land te hebben
afgezien en gebruiken een groot deel der landelijke
bevolking en een aantal werklieden tot herstel van de
wegen in het Zuiden van de provincies Luik en
Luxemburg, waar de Fransche, zooals zij weten, In
grooten getale aankomen. Deze maatregelen schijnen
er op te wijzen, dat hun offensieve beweging zich een
weg zal banen in zuidelijke richting langs de Ourthe
naar de Boven-Maas en Frankrijk. In dit geval zou
het centrum van België thans geen invasie te duch
ten hebben. De juistheid van deze zienswijze wordt
nog bevestigd door het feit, dat de Duitschers zich in
de straten van Luik versterken tegen een offensief van
het Belgische leger over Ans. Zij hebben het bom
bardement op de forten hervat, blijkbaar met de be
doeling, om zich er stelling te verzekeren, ten einde
zich te dekken tegen een offensieve actie der Belgen
aan de rechterflank. De forten blijven echter beter
dan ooit weerstand bieden. De indruk Is, dat een
offensieve beweging tegen ccntraal-België uitgesteld
is. het schijnt zelfs, dat de Duitschers er geheel van
afgezien hebben. De schermutselingen der Duitsche
cavalerie schijnen ten doel te hebben, onze troepen
bezig te houden en hen tot een defensieve houding te
nopen.
Men zal echter nadere inlichtingen moeten afwach
ten, alvorens met zekerheid te kunnen zeggen, dat de
Duitsche troepen niet beproeven zich tegen ons te
concentreeren.
Na den nachi In de na den terugtocht verkregen
stellingen doorgebracht te hebben, zijn de Duitschers
met een groote macht opgerukt naar dat punt van de
Belgische stelling, dat zij het meest zwakke oordeel
den. De Belgische generale staf, uitstekend op de
hoogte gehouden door cavalericverkenningen, wist de
noodige orders te geven om den vijand te ontvangen.
Een gevecht ontstond, dat gunstig voor de Belgische
troepen afliep. Tienduizend man namen er aan deel.
Het was voor de Belgen het eerste gevecht in het
O a g e I Ij k s bestaat gelegenheid tot het
nemen van een abonnement op de „Alk-
maarsche Courant."
Het reeds verschenen gedeelte van een
kwartaal wordt niet in rekening gebracht.
De „Alkmaarsche Courant" bevat dage
lijks o.m. de laatste telegrammen van het
oorlogsterrein.
Voor een geregelde bezorging worden
alle mogelijke maatregelen genomen.
Aangiften voor nieuwe abonnementen bi] de Admi
nistratie Voordam C 9, bij de Agenten en Brieven
gaarders.
open veld. Zij strrden met voordel, hetgeen een goed
teeken voor de toekomst is. Sindsdien is de situatie
niet gewijzigd. Bij de geallieerden wordt 't gemeen
schappelijk vooruit opgemaakte plan punt voor punt
gevolgd.
TROEPEN BEWEGINGEN.
De strijd werd hervat bij de forten om Luik, die
gebombardeerd werden en het vijandelijke leger hevig
beantwoordden. De Duitsche troepen hebben zich in
beweging gesteld, om over een brug, die zij bij Lixhe
geslagen hebben, voor het transport van troepen en
zwaar materieel, de Maas over te trekken. In de
richting van Engis zijn Duitsche convooien gesigna
leerd, die boven Luik over de Maas schijnen te wil
len komen. Het oprukken der Duitschers wordt zeer
tegengewerkt door de forten om Luik, die de wegen
naar Duitschland bestrijken.
Volgens „Le Peuple" heeft er Woensdag een
gevecht op den linkervleugel van het Belgische leger
plaats gehad, waaraan cavalerie, infanterie en artill-
rie deelnamen en waarbij aan weerszijden 6000 man
iin het vuur kwamen.
De Duitschers sloegen in wanorde op de vlucht,
met achterlating van ontelbare dooden en gewonden.
Het bericht van deze overwinning verwekte levendige
geestdrift aan het front.
DE TAAK DER FORTEN VAN LUIK.
Een medewerker aan „La Demière Heure" heeft
een Belgisch hoofdofficieh ondervraagd aangaande de
taak der forten van de vesting Luik.
Kunt gij ons uitleggen, generaal, aldus infor
meerde de journalist, hoe het komt, dat de stad Luik
bezet is door de Duitsche troepen, terwijl de forten
nog in ons bezit zijn? Het publiek begrijpt dien toe
stand niet en vindt he mallerzonderlingsf.
Het is heel eenvoudig, antwoordde de g;eneraal.
De forten, die Luik in een kring van 50 60 kilometer
omtrek omringen, zijn slechts forts d'arrêt, sperforten.
Deze forten hebben twee bijzondere eigenschappen.
De eerste is, dat zij uitnemend zijn uitgedacht, ge
bouwd en gepantserd, opdat zij niet gewapenderhand
zullen worden genomen. De tweede, dat zij over
machtige artilleriemiddelen beschikken. Maar zij be
zitten geen garnizoen; zij kunnen geen offensieve uit
vallen ondernemen. Zij kunnen alleen maar schieten.
Opdat de verdediging dezer forten volledig zij, be
schikt men in de tusschenruimten over bewegelijke
troepen. Deze troepen treden gezamenlijk met de ar
tillerie der forten op, ten einde het vijandelijk leger
op te houden. Gedurende vier dagen heeft de mobiele
divisie van LuLik dit gedaan met een moed en een
oorlogskunde, die boven allen lof verheven is. Zij
moest zich in dezen strijd verdedigen en tegelijkertijd
verplaatsen. Vier dagen lang, dag en nacht, was zij
in actie.
En daarop was haa rtaak en die der forten vol
bracht. Men had het Duitsche leger tot staan ge
bracht. Men had het bovendien ontzaglijke verliezen
toegebracht. Maar dit is toch niet het grootste be
lang; het voornaamste is, dat de sperforten hebben
versperd.
Na deze vier dagen heldhaftigen strijd heeft men de
troepen der mobiele verdediging teruggetrokken. Zij
zijn de Maas weder overgegaan het doel was be
reikt.
Hoe wordt nu de toestand? De forten bieden nog
steeds tegenstand. Als er weder een legergros kwam
opdagen, zouden de forten weer in actie kunnen ko
men. Maar zij zijn niet bij machte, troepen in ver
spreide marschorde tegen te houden.
Ziedaar, hoe de vijand de Btad Luik heeft kunnen
bezetten, zonder meester te zijn over de forten, wier
actie dadelijk weer zou beginnen, lederen keer als de
vijand er compacte troepenmassa's op afstuurt
Mijn conclusie is, dat de operatie, hierin bestaande,
dat de vijand de Maas met een aanzienlijke troepen
macht tracht over te steken, uiterst gevaarlijk, zoo niet
onmogelijk, is. Het is dus waarschijnlijk, dat, indien
de Duitschers de Maas overgaan, zij dit zullen doen
ten noorden of ten zuiden van Luik, d.w.z. buiten het
bereik der forten.
Het publiek heeft zich vergist aangaande de taak
dezer forten. Zij hadden niet ten doel, LuLik te be
schermen, maar den overgang van de Maas in hunne
straal van actie te verdedigen. En dat hebben zij ge
daan. Zij hebben den geforceerden aanval der Duit
schers gebroken.
Voor Namen geldt hetzelfde, met dit onderscheid,
dat deze vesting ons zou moeten beschermen tegen
een geforceerden aanval van de zijde van Frankrijk.
België, dat zich natuurlijk niet op zoodanige wijze
militair kan organiseeren, dat het zijn eersten aanval
ler kan overwinnen, heeft het beter geacht, sperforten
te bouwen, bestemd om den vijand eenige dagen op te
houden, en zoo een naburig volk te veroorloven, het
ter hulp te snellen.
MISBRUIK VAN DE WITTE VLAG?
De Duitschers maken naar de Tel. van Belgische
zijde vernam misbruik van de witte vlag en zij eer
biedigen zelfs de leden van het Roode Kruis en par
lementairs niet. Gedurende het beleg van Luik door
de Duitschers was ik op het fort Boncelles. Men had
ons medegedeeld, dat Woensdag van 5 tot 7 uur een
levendige artillerie-aanval had plaats gehad, die na
een oogenblik van rust hervat was en tot Donderdag
morgen 7 uur geduurd had. Tegen 10 uur naderde
een aantal Duitschers met de witte vlag voorop het