DUITSCHLAND. De Duitschers en de Franschen. VABIA. NEDERLAND. VABIA. TpI oprammen van heden. Duitschland-Frankrij k. Duitschland-Rusland. Engeland-Oostenrij k. Nederland. Varia. FEUILLETON. De Fransche Hoeve. fort. De vijand maakte het ons duidelfk, dat hij wil de onderhandelen. Commandant Lefert begaf zich naar den vestingwal, doch nauwelijks zagen de Duitschers hem, of een aantal schoten knalden. De commandant stortte neer, de beide dijbeenen door ko gels doorboord. Luitenant Van Loo nam hierop het commando op zich. EEN INTERNATIONAAL VOORSTEL. De „Norddeutsche Allgemelne Zeitung" schrijft: De Duitsche regeering heeft aan de Engelsche, Fran- sche, Russische en Belgische regeering het voorstel gedaan, dat de zich bij het uitbreken der vijandelijk heden in de havens bevindende koopvaardijschepen alle vrijgelaten zouden worden. De Engelsche re geering heeft dit voorstel aangenomen, maar slechts voor schepen tot 5000 ton, terwijl zij de overige sche pen wenscht vast te houden, of te requireeren. Boven dien verlangde zij voor den 7 den Augustus antwoord op haar tegenvoorstellen, die echter eerst den 8sten Augustus bi] het ministerië van Buitenlandsche Za ken te Berlijn ontvangen werden. De regeering is bereid de tegenvoorstellen aan te nemen, indifen Enge land er In toestemt, den termijn te verlengen. In dit geval zullen de Engelsche schepen tot 5000 ton vrij gelaten worden. Van de Fransche, Russische en Belgische regeering is tot nu toe geen antwoord ontvangen. IN DEN ELZAS. Een officieel Fransch communiqué ontkent, dat er een belangrijk gevecht geleverd zou zijn in de om streken van Oivet. Sedert het begin der vijandelijk heden zijn talrijke patrouilleerende ruiters gevangen genomen in de omgeving der Fransch-Belgische grens. Uit Duitsche bron wordt gemeld: Bij Mülhausen hebben de Duitsche troepen tien Fransche officieren eo 513 man krijgsgevangen gemaakt en vier kanonnen, tien voertuigen en een groot aantal geweren buitge- maakt Bij Lagarde zijn meer dan duizend ongewonde krijgsgevangenen in handen der Duitsche troepen ge vallen, dat is meer dan een zesde van de beide Fran sche regimenten, die aan den strijd deelgenomen heb ben. iyinu HET MUNITIEVERBRUIK IN EEN MODERNEN OORLOO. De hedendaagsche oorlogen stellen ten opzichte van het verbruik aan geweer- en geschutmunitie, aan de legerbesturen de grootst denkbare eischen. Sedert den Russisch-Japanschen oorlog kan men zich daarvan een tamelijk juiste voorstelling maken. De Russische infanterie had in den slag bij Liaoyang 170, in den slag aan de Shaho 195 en bij Moekden 156 patronen per man noodig. Daarbij moet men in het oog houden, dat deze ge tallen slechts het gemiddelde verbruik geven. Voor bizonder blootgestelde regimenten, die door hun vuren de verdediging voor het grootste deel te dragen hadden, was dit getal hooger. Zulke troepen- afdeelingen verbruikten meermalen dagelijks 400 pa tronen per geweer. De overeenstemmende Japansche cijfers zijn niet be kend, zoodat men, om vergelijkingen te kunnen maken tot den Fransch-Duitsdien oorlog moet teruggaan. Voor den veldtocht 1870—1871 heeft men een ge middeld gebruik van 56 patronen per geweer bere kend, terwijl het hoogste tijfer op één dag 200 patro nen bedroeg. Men ziet dus, dat het munitieverbruik der infanterie in een hedendaagsclaen oorlog onge veer verdubbeld of verdriedubbeld is. In de laatste Balkanoorlogen heeft men zelfs kun nen waarnemen, dat intusschen het munitieverbruik nog toegenomen is. Men heeft vastgesteld, dat in deze oorlogen het gemiddelde verbruik 250 patronen per man bedroeg. Bij de veldartillerie zijn de verhoudingen dezelfde. Ook hier kan men een buitengewone toename van het munitieverbruik waarnemen. Terwijl bij St. Privat en bij Sedan 37 schoten het gemiddelde munitiever bruik van de veldartillerie was en slechts enkele stuk ken geschut 200 schoten per dag afvuurden, is tegen woordig dit getal het gemiddelde. Volgens de totnogtoe bekend geworden opgaven heeft een Duitsch legercorps voor elk stuk geschut 385 schoten bij zich. Daaruit kan men opmaken, dat het munitieverbruik sedert den Russisch-Japanschen oorlog sterk vooruit is gegaan, want nog in den slag aan den Shaho kwam men tot 130, bij Liaoyang tot 240 schoten. Slechts voor de lichte veldhouwitsers is het getal schoten, wegens het grootere kaliber, in ver houding kleiner geworden. EEN GRAPPIGE „OORLOGSCORRESPON DENT. De Daily Chronicle heeft ook een oor logs-corres pondent te Amsterdam, den heer Edgar Rowen. Hij voorziet zijn blad van merkwaardige epistels. Dezer dagen verzekerde hij, dat Nederland, het land aan de baren der zee ontwoekend, nu weer aan de golven zou worden prijs gegeven hij had blijkbaar iets gehoord van de Hollandsche waterlinie, zonder er veel van begrepen te hebben (l'Etoile beige deelde overigens Dinsdag zijn lezers mede, dat Holland al ten deele onder water stond). Aan zijn laatste „oor- logsbijdrage" ontleenen we voor de aardigheid het volgende: Een dag of twee geleden, nadat ik in een café elke editie van de Hollandsche avondbladen had gekocht, om te weten, welk nieuws ze over Engeland bevatten, dacht ik, dat ik de eentonigheid van het rustige Am sterdam maar moest breken, door een werkelijk ge vecht bij te wonen. Ik riep een taxi van den overkant aan en vroeg mij naar het naastbijzijnde gevecht te rij den. De chauffeur vouwde de 6 uur-éditie van de „Telegraaf" open, zei, dat Maastricht daarvoor de beste plaats was, omdat daar de Duitsche kanonnen rondom Luik konden worden gehoord en met een paar veldkijkers, gen pakje broodjes en een veldflesch vertrokken we kort na middernacht om een oorlog te zien. Men begrijpt niet, wat de oorlogscorrespon denten deden, toen er nog geen taxi's waren, zegt deze correspondent, die overigens nog niet verhaald wat hij gezien heeft dat komt nog en kan belangwek kend wezen. NATIONAAL STEUN-COMITé. In een Dinsdagavond te 's-Gravenhage gehouden vergadering is het uitvoerend comité van het op ini tiatief en onder eere-voorzitterschap van H. M. de Ko ningin opgerichte „Nationale Steuncomité 1914" al dus geconstitueerd: Mr. M. W. F. Treub, minister van landbouw, nij verheid en handel, voorzitter; prof. I. P. de Vooys, voorzitter van den Werkloosh p'd sr" onch.r-voorzit ter; jhr. mr. W. Th. C. van r voorzatter van den Ned. Tuinbouwraad, lid \'Ut tie Twe de Kamer, pen- ingmeester; ds. A. S. Talrna, oud-minister van land bouw, nijverheid en handel, lid van den Werkloos- heidsraad; prof. dr. W. H. Nolens, lid van de Tweede Kamer, lid van den WerkloosheidsraadJ. Oudegeest, voorzitter van he Ned. Verbond van Vakverenigin gen, lid van den Werkloosheidsraad; J. Snoeck Henkemans, lid van de Algemeene Armencommissie; mevr. van Biema—Hijmans, presidente van de Nat. Vrouwenraad; J. van Hasselt, voorzitter van de Maat schappij van Nijverheid; mr. J. T. Linthorst Homan, voorzitter van het Ned. Landbouwcomité; H. A. van IJsselsteijn, directeur-generaal van den arbeid, alge meen secretaris; terwijl voorts als secretarissen fun- geeren: J. W. Albarda, lid van de Tweede Kamer; 'jhr. mr. W. M. de Brauw, advocaat en procureur: mr. W. A. J. M. van Waterschoot van der Gracht, lid en secretaris van den Mijnraad, hoofdingenieurs van den rijksopsporingsdienst; mr. J. A. de Wilde, advocaat en procureur, allen te 's-Gravenhage. In deze vergadering werd in breede trekken de taak van het comité vastgesteld. De bevordering voor de goede distributie van voe dingsmiddelen zal een voornaam deel van de taak van het comité uitmaken. Met het oog op dit laatste doel is een sub-commissie gevormd. De reeds opgerichte en nog op te richten plaatse lijke comité's zullen geheel zelfstandig blijven en be- hooren allereerst zelve te trachten de hulp te verlee- nen en den nood te lenigen, waar daaraan behoefte blijkt te bestaan. Het Nationaal Comité zal aanvullend werken door aan de plaatselijke comité's, voor zoover zulks moge lijk is, den steun te verleenen, dien zij behoeven en te vens door raad en voorlichting het noodige te doen om den arbeid der comité's beter te doen slagen. Binnen enkele dagen zal een oproep om steun tot het Nederlandsche volk worden gericht Eenige zeer belangrijke giften zijn reeds ingekomen. Het bureau is op dit oogenblik volledig bezet, zoo dat van de zeer gewaardeerde aanbiedingen tot het verrichten van werkzaamheden, die 't van alle zijden bereiken, voorloopig geen gebruik kan worden ge maakt. NEDERLANDSCH STOOMSCHIP GEZONKEN. Het Nederlandsche stoomschip „Alcor" is in Oost zee door de Russische vloot tot zinken gebracht. De telegrammen wettigen de veronderstelling, al dus het Hbld. dat de Russen het schip voor een of an der doel noodig hebben gehad en het daaf&m eenvou dig hebben genomen, om het, nadat de bemanning in veiligheid was gebracht, tot zinken te brengen. Al thans de Russen schijnen zich bereid te hebben ver klaard, de volle schade te vergoeden, wat zij trouu- wens ook moesten doen, daar het prijsmaken van een neutraal schip, nog wel voor een van hun eigen ha vens, beslist onwettig is. De bemanning is te Stockholm aangekomen. GYMNASTIEKONDERWIJZERS. De Minister van Oorlog, het wenschelijk achtende, dat in de depots over meerdere werkkrachten ter op leiding van de ongeoefenden worde beschikt, noodigt Nederlandsche gymnastiekonderwijzers, die geneigd zouden zijn aan de opleiding in gymnastiek en in training deel te nemen, uit, zich schriftelijk tot het de partement van Oorlog te wenden. De geldelijke belooning zal per dag bedragen 8 in de plaats hunner Inwoning, en 10. voor hen, die buiten de plaats hunner inwoning werkzaam zullen zijn. DE PERS EN DE DEMOBILISEERDEN. Over het feit, dat de commandant van de stelling Helder weigert „Het Volk" aan de abonnés van dat blad die onder de wapenen zijn door de post te doen uitreiken, terwijl andere bladen wel worden toegela ten, heeft de directeur van Het Volk zich telegrafisch bij den minister van oorlog bezwaard. De minister heeft daarop ten bescheid gegeven, dat, waar de stelling Helder in staat van oorlog is ver klaard, de commandant dier stelling daar het gezag uitoefent en de minister inbreuk kan noch wil maken. LECTUUR VOOR DE SOLDATEN. Het hoofdbestuur van het Alg. Nederl. Verbond heeft zich, In overleg met de regeering, tot taak ge steld het gemobiliseerde Nederlandsche leger te voor zien van lectuur. Het maakt daarbij gebruik van de diensten der boekencommissie van het Verbond en van den in het boekenhuis aanwezigen voorraad. Het doet daarenboven een beroep op de medewerking van allen, die bladen, tijdschriften en boeken, geschikt voor uiteenloopende ontwikkeling, kunnen missen en verzoekt deze te zenden aan het Boekenhuis, Van der Duijnstraat 63, Rotterdam, onder bijvoeging op het adres van: Voor ons leger. De directie der H. IJ. S. M. heeft het Algemeen Ne der landsch Verbond toegestaan, boeken, tijdschriften, illustraties, enz., bestemd voor de militairen op de forten, kosteloos over hare lijnen te vervoeren. Vannacht arriveerde aan het Centraalstation te Amsterdam per extra-trein de Duitsche gezant te Washington, dr. J. H. Draaf Bemstorff, die van ver lof uit Berlijn naar zijn standplaats terugkeert. Van daag ging de reis verder naar den Hoek van Holland vanwaar een extra-boot de reiszigere naar Harwich over zal brengen. De heer Juten, lid van de Tweede Kamer, heeft tot den minister van waterstaat de schriftelijke vraag gericht, of het niet gewenscht is, het personeel der post- en telegrafie in deze dagen een toelage te ver leenen. De gemeenteraad van Leeuwarden heeft beslo ten B. en W. een crediet toe te staan 70.000, om daaruit uitgaven ter voorziening in eventueelen nood te bestrijden. De Burgemeester van Leeuwarden heeft een hoe veelheid zeep in beslag genomen, die boven den maxi mum-prijs werd verkocht. Gistermorgen is in het hospitaal te middelburg een uit Baarland afkomstig door het afgaan van een revolver, die hij bekeek, in de hartstreek getroffen en bijna onmiddellijk aan de verkregen verwonding over leed. Z. K. H. Prins Hendrik bracht gisteren een be zoek aan het militaire hospitaal, de Amalia-stichting en het Diaconessenhuis te Maastricht. Het Nationaal Oranje-Verbond 1913 besloot in een Dinsdag gehouden vergadering met algemeene stemmen, dat zoo noodig de leden zich in bloc be schikbaar stellen voor alle mogelijke diensten, die militaire of civiele autoriteiten kunnen gebruiken. De laatste telegraphische gemeenschap tusschen het station Winterswijk en het naaste Duitsche Spoor wegstation hebben de Duitschers doorgesneden. EEN SCHERMUTSELING IN BRABANT. BRUSSEL, 13 Aug. „steren is een gevecht ge leverd tusschen Haelen en Diest. 2500 Duitsche Uhlanen met kanonnen en evenveel infanterie vochten tegen een gemengde Belgische brigade met een brigade cavalerie. De Belgen behaalden een volkomen succes. De Duitschers werden te ruggeslagen naar Berbroeck. Ze verloren ruim 200 dooden, de Belgen hadden 3 gewonden. (Beide plaatsjes liggen in Belgisch Brabant, in het arrondissement Leuven. Diest is een vesting met een kleine duizend inwoners, aan beide zij den van het riviertje de Demer, een zijtakje van de Schelde. Het ligt aan de nspoorweg Antwer pen—Maastricht, ongeveer halfweg Haelen ligt daar een kilometer of tien ten zuiden van. Bovenbedoelde schermutseling is dus 30 40 kilometer noordelijker gevoerd dan die van eer gisteren tusschen St Truyen en Thienen. Red.) BRUSSEL, 13 Aug. Het ministerie van oorlog bevestigt officieel de bij Haelen behaalde over winning. De Duitsche verliezen zijn zeer groot. Men schat het op 8/„ van de troepen, 5000 man, die aan het gevecht deelnamen. De Belgische verliezen zijn betrekkelijk gering. (Dit klopt slecht met een bericht uit Bergen op Zoom, volgens hetwelk van den trein, die de Lourdes-gangers naar Rozendaal bracht, eenige wagens gerequireerd waren voor het Roode Kruis, om voor ambulance-wagens dienst te doen ten einde 700 Belgische gewonden te vervoeren. Red.) OEVECHTEN BIJ ARLON. BRUSSEL, 13 Aug. Verschillende bladen maken melding van gevechten in de omstreken van Arlon tusschen Fransche dragonders eener-, en Ulanen anderzijds. DE VERWOESTING VAN HANOö. BERLIJN, 13 Aug. Omtrent de verwoesting van Hangö wordt gemeld, dat de Russen de spoorbrug vernielden, een groote stoomboot in de haven deden zinken en de kranen in de lucht lieten vliegen. Ze staken 30 magazijnen in brand. De wegen naar St. Petersburg werden door mijnen vernield. Hangö ia een versterkte havenstad aan de Zuid-Westpunt van Finland aan den ingang van de Finsche golf. De haven gold daar zeer veilig. Hier behaalde juist honderd jaar geleden, n.l. 7 Augustus 1714 Peter de Groote een overwinning ter zee op ad miraal Ehrenaköld, die met de Zweedsche vloot op gesloten werd. De spoorweg leidt van hier naar Hydinge. Red. BEVEL OM VIJANDELIJKHEDEN TE OPENEN. LONDEN, 13 Aug. (Officieel). De admirali teit heeft orders uitgegeven, om de vijandelijkhe den tegen Oostenrijk te beginnen. HET KADER VAN DEN NEDERLANDSCHEN LANDSTORM OPGEROEPEN. 'S-GRAVENHAGE, 13 Aug. Door H. M. de Koningin is machtiging verleend tot het oproe pen van den landstorm. De eerste aanleiding tot dezen maatregel is gelegen in de wenschelijkheid om te voorzien In den dreigenden kademood. Van de Koninklijke machtiging zal dus voorals nog een beperkt gebruik worden gemaakt en de oproeping zich alleen uitstrekken tot officieren en verder kader. SPIONNAGE OOK AL HIER. 's-HERTOGENBOSCH, 13 Aug. Twee vreemde lingen, verdacht van spionnage zijn aangehou den, toen ze teekeningen van den citadel maak ten. DE LOURDES-GANGERS BEHOUDEN TERUG. 's-GRAVENHAGE, 13 Aug. De 800 Neder landsche bedevaartgangers naar Lour des zijn door de goede zorgen van de Fransche regeering op verzoek van de Nederlandsche regeering ver leend, behouden te Rozendaal teruggekeerd. ENGELAND VERKLAART OOSTENRIJK DEN OORLOG. LOLNDEN, 13 Aug. Engeland heeft Oostenrijk den oorlog verklaard. De Qostenrijksche gezant heeft Londen verlaten. OORLOGSTOESTAND TUSSCHEN FRANKRIJK EN OOSTENRIJK. PARIJS, 13 Aug. Van middernacht af bestaat de oorlogstoestand tusschen Frankrijk en Oos tenrijk. BULGARIJE EN SERVI6. KEULEN, 13 Aug. Uit Sofia wordt aan de Köln. Zeitung geseind, dat Rusland Woensdag opnieuw er op heeft aangedrongen, dat Bulgarije met Servië zou samengaan. Bulgarije heeft ge weigerd zijn neutraliteit op te geven. ZWEDENS NEUTRALITEIT. STOCKHOLM, 13 Aug. De beide Kamers der Volksvertegenwoordiging hebben een regeerings- ontwerp aangenomen, waarin een crediet ge vraagd wordt van 50 millioen kronen tot het ne men van maatregelen tot handhaving van de neu traliteit van het Koninkrijk. INTERNATIONALE REGELING. KEULEN, 13 Aug. In verband met de wis sels van telegrammen tusschen Londen en Berlijn over het neutrale Engeland meldt de Köln. Zei tung, dat het antwoord van Engeland niet van het antwoord van een neutralen staat, maar van een bondgenoot van Frankrijk. GEESTDRIFT IN ITALIë. BRUSSEL, 13 Aug. De oorlogscorrespon dent van een Italiaansch blad, die alhier aange komen is zegt, dat in Italië groote geestdrift heerscht voor de krijgsverrichtingen van de Bel gen. De burgemeester van Milaan heeft In een redevoering gezegd: Wij willen mobiliseeren te gen Oostenrijk, want indien het tegen Frankrijk moet gaan, zal in Italië een revolutie uitbreken. Roman naar het Duitsch, van LUISE WESTKIRCH. 87) o Hinnerk Brinkmeier juist! Dat was het. Dien moest hij bij den Zwarten poel gezien hebben. Daar van hing dat met het dak af. En werkelijk, er had daar dien avond een man geloopen in 't geheel niet ver van de deerne. Waarom kon dat niet Hinnerk Brink meier geweest zijn? „Ja, zeker", zei hij beslist. „Dat is zoo." „Wil je dat getuigen, als ik Hinnerk Brinkmeier aanklaag? Wil je dat bezweren?" „Bezweren?" Clussmann aarzelde. „Piter Clussmann, wat ik je gezegd heb, dat kom ik nai Je krijgt een woning en ik onderhoud jou en je kinderen, als je dat voor mij getuigen wil tegen hem." Piter Clussmann hoorde voortdurend den regen kletteren, den storm huilen. Hij nam een besluit. „Brinkmeier is een hardvochtige vent. Met een en kel woord kan hij mij gelukkig maken en zegt dat woord niet. Als ik hem nu met een enkel woord on gelukkig kan maken, waarom zou ik dat dan voor mij houden Ja, ik zal dat voor je getuigen." Dienzelfden dag liet Brinkmeier den lammen Ma- tbes met de bel door Spreckholm rondgaan en voor Zaterdagavond een vergadering van alle gemeentele den in zijn huis aankondigen. Een zaak waarop hij reeds lang had aangedrongen, was aanhangig ge maakt. De regeering was van plan een straatweg aan te leggen, die over Spreckholm en een paar andere kolonies dwars door het veen naar Osterholz Scharmbeck zou leiden. De aanleg daarvan was kost baar en de gemeenten moesten daartoe bijdragen. De meeningen waren verdeeld. Brinkmeier was er voor, omdat hij in een, in elk jaargetijde bruikbare verkeers weg, de hoofdvoorwaarde voor de toekomstige ont wikkeling van de kolonie zag. Meer kortzichtigen hielden zich aan den huidigen toestand en waren ver ontwaardigd over de grootte der bijdragen, die ge vraagd werden. En alle persoonlijke vijanden van den burgemeester sloten zich bij hen aan. Alheid voelde de toenemende vijandigheid en zou gaarne gezien heb ben, dat de vergadering, waarop de meeningen met elkaar in botsing zouden komen, tot een kalmeren tijd werd verdaagd. Maar Brinkmeier verlangde naar een beslissing. „Meen je, dat ik niet zie, moeder", zei hij, „hoe de bende zich tegen mij kant en mokt en hoe mijn goede vriend Luerke Voss ieder in het bijzonder tegen mij opzet? Maar ik heb mij nooit in mijn leven ver scholen als iemand mij te na wou komen. Laat ze maar komenLaat ze hun vergif uitspuwen. Alleen oog in oog, niet van achteren! Ik zal de kerels wel bewijzen, wat Hinnerk Brinkmeier er voor een is. En dat die doorzet, wat hij zich heeft voorgenomen." Zaterdagsavonds kwamen zij van alle boerderijen met lantaarns aanzetten. Ieder wist, dat het er op de vergadering heet zou toegaan en de strijdlustigen ver heugden zich daarop. Met strakke gezichten, stijf en zwijgend, stapten zij de een na den ander door de keuken de kamer bij de Brinkmeiers binnen. Alheid had alle stoelen en kisten van het huis daarheen gebracht, maar er was toch nog gebrek aan plaats. Die het laatst kwamen moesten opeengedrongen tot in de keuken staan. Want ook de oudste zonen waren meegekomen en vele jongere broers en zij, die wegens ouderdom uit het bedrijf wa ren. Het was alsof de verwachting van komenden strijd als een onweerswolk in het vertrek hing, dat spoedig geheel gevuld was met den blauwen, dikken rook der pijpen, waardoor het schijnsel der kleine hanglamp nauwelijks bij machte was heen te dringen. In den lichtkring der lamp stond burgemeester Brink- meier. Hij had zijn dorpsgenooten koel begroet en men had zijn groet even koel beantwoord. „Hij is verduiveld oud geworden", zei Himstedt zacht tegen Luerke Voss, die loerend op den rand van een kist zat gehurkt. Voss kneep zijn linkeroog toe. „Pas eens op. Wij krijgen hem nog wel klein zoo klein als een stip I Als totaal niks." Nu hield het getrappel der voeten op. De verga dering was voltallig. Brinkmeier begon te spreken. Hij zette de voordeelen van het regeeringsvoorstel uit een. Zij zouden niet meer alleen op den waterweg aangewezen zijn. Als in den winter het kanaal dicht- vroor, behielden zij een verbinding met het markt plein en de buitenwereld, een weg, waarop zij niet, zooals tot dusver rijtuig en paarden half kapot en half dood reden. Het was een groot voordeel om dan turf en vee te kunnen verkoopen, als daarvoor de hoogste prijzen worden betaald. Tot zoover luister den de Spreckholmers met een uitdrukking van afwe rende onverschilligheid op hun strakke als uit hout gesneden gezichten en een trekken af en toe van de saamgeknepen lippen, dat scheen te zeggen: „Praat maar toe. Wij weten al wat er komt." Eindelijk noemde Brinkmeier de som die de regee ring als bijdrage vorderde. Een gemompel en woor den van protest lieten zich hooren. „Ja, buren, het is wel een hoop geld, dat wij moe ten geven. Maar het is geld, dat rente afwerpt voor ons, onze kinderen en kleinkinderen. De kolonie, waar de weg langs gaat is er veel beter aan toe dan de andere kolonies. En als de Spreckholmers het geld niet willen geven, dan loeren de bewoners van Stellichte er op om den weg bij hun langs te krijgen. Nu zou iemand wel kunnen beweren, dat de regee ring dat goedkooper moest doen. Maar dat doet de regeering nu eenmaal niet. Ik heb daarnaar reeds geïnformeerd. Wij kunnen het voorstel slechts aan nemen of het weigeren. Ik, burgemeester Brinkmeier, ben er voor, dat wij bijdragen in de kosten van den straatweg." Hij kon zich slechts met moeite verstaanbaar ma ken in het geschreeuw, dat was ontstaan, in het alge meen geschuifel en getrappel. „Dat zal wel waar zijn", zei Luerke Voss tegen de genen, die naast hem stonden. „Nu die fijne zaak met den ingenieur zijn neus is voorbij gegaan, wil hij zich met onze groschen verrijken." „Dat kan hij toch nieF', brachten een paar in het midden. Wordt vervolgd. LAATSTE BERICHTEN. NEDERLANDSCHE WERKLOOSHEIDSRAAD. 's ORAVENHAQE 13 Aug. Dinsdag had alhier onder voorzitterschap van Prof. P. de Vooys een spoedvergadering plaats van den Nederlandschen Werkloosheidsraad, Federatie ter bestudeering en

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1914 | | pagina 2