DUITSCHLAND.
De Duitschers en de Franschen.
VABIA.
NEDERLAND.
VABIA.
TpI oprammen van heden.
Duitschland-Frankrij k.
Duitschland-Rusland.
Engeland-Oostenrij k.
Nederland.
Varia.
FEUILLETON.
De Fransche Hoeve.
fort. De vijand maakte het ons duidelfk, dat hij wil
de onderhandelen. Commandant Lefert begaf zich
naar den vestingwal, doch nauwelijks zagen de
Duitschers hem, of een aantal schoten knalden. De
commandant stortte neer, de beide dijbeenen door ko
gels doorboord. Luitenant Van Loo nam hierop het
commando op zich.
EEN INTERNATIONAAL VOORSTEL.
De „Norddeutsche Allgemelne Zeitung" schrijft:
De Duitsche regeering heeft aan de Engelsche, Fran-
sche, Russische en Belgische regeering het voorstel
gedaan, dat de zich bij het uitbreken der vijandelijk
heden in de havens bevindende koopvaardijschepen
alle vrijgelaten zouden worden. De Engelsche re
geering heeft dit voorstel aangenomen, maar slechts
voor schepen tot 5000 ton, terwijl zij de overige sche
pen wenscht vast te houden, of te requireeren. Boven
dien verlangde zij voor den 7 den Augustus antwoord
op haar tegenvoorstellen, die echter eerst den 8sten
Augustus bi] het ministerië van Buitenlandsche Za
ken te Berlijn ontvangen werden. De regeering is
bereid de tegenvoorstellen aan te nemen, indifen Enge
land er In toestemt, den termijn te verlengen. In dit
geval zullen de Engelsche schepen tot 5000 ton vrij
gelaten worden.
Van de Fransche, Russische en Belgische regeering
is tot nu toe geen antwoord ontvangen.
IN DEN ELZAS.
Een officieel Fransch communiqué ontkent, dat er
een belangrijk gevecht geleverd zou zijn in de om
streken van Oivet. Sedert het begin der vijandelijk
heden zijn talrijke patrouilleerende ruiters gevangen
genomen in de omgeving der Fransch-Belgische
grens.
Uit Duitsche bron wordt gemeld: Bij Mülhausen
hebben de Duitsche troepen tien Fransche officieren
eo 513 man krijgsgevangen gemaakt en vier kanonnen,
tien voertuigen en een groot aantal geweren buitge-
maakt
Bij Lagarde zijn meer dan duizend ongewonde
krijgsgevangenen in handen der Duitsche troepen ge
vallen, dat is meer dan een zesde van de beide Fran
sche regimenten, die aan den strijd deelgenomen heb
ben. iyinu
HET MUNITIEVERBRUIK IN EEN
MODERNEN OORLOO.
De hedendaagsche oorlogen stellen ten opzichte
van het verbruik aan geweer- en geschutmunitie, aan
de legerbesturen de grootst denkbare eischen.
Sedert den Russisch-Japanschen oorlog kan men
zich daarvan een tamelijk juiste voorstelling maken.
De Russische infanterie had in den slag bij Liaoyang
170, in den slag aan de Shaho 195 en bij Moekden
156 patronen per man noodig.
Daarbij moet men in het oog houden, dat deze ge
tallen slechts het gemiddelde verbruik geven.
Voor bizonder blootgestelde regimenten, die door
hun vuren de verdediging voor het grootste deel te
dragen hadden, was dit getal hooger. Zulke troepen-
afdeelingen verbruikten meermalen dagelijks 400 pa
tronen per geweer.
De overeenstemmende Japansche cijfers zijn niet be
kend, zoodat men, om vergelijkingen te kunnen maken
tot den Fransch-Duitsdien oorlog moet teruggaan.
Voor den veldtocht 1870—1871 heeft men een ge
middeld gebruik van 56 patronen per geweer bere
kend, terwijl het hoogste tijfer op één dag 200 patro
nen bedroeg. Men ziet dus, dat het munitieverbruik
der infanterie in een hedendaagsclaen oorlog onge
veer verdubbeld of verdriedubbeld is.
In de laatste Balkanoorlogen heeft men zelfs kun
nen waarnemen, dat intusschen het munitieverbruik
nog toegenomen is. Men heeft vastgesteld, dat in
deze oorlogen het gemiddelde verbruik 250 patronen
per man bedroeg.
Bij de veldartillerie zijn de verhoudingen dezelfde.
Ook hier kan men een buitengewone toename van het
munitieverbruik waarnemen. Terwijl bij St. Privat
en bij Sedan 37 schoten het gemiddelde munitiever
bruik van de veldartillerie was en slechts enkele stuk
ken geschut 200 schoten per dag afvuurden, is tegen
woordig dit getal het gemiddelde.
Volgens de totnogtoe bekend geworden opgaven
heeft een Duitsch legercorps voor elk stuk geschut
385 schoten bij zich. Daaruit kan men opmaken, dat
het munitieverbruik sedert den Russisch-Japanschen
oorlog sterk vooruit is gegaan, want nog in den slag
aan den Shaho kwam men tot 130, bij Liaoyang tot
240 schoten. Slechts voor de lichte veldhouwitsers is
het getal schoten, wegens het grootere kaliber, in ver
houding kleiner geworden.
EEN GRAPPIGE „OORLOGSCORRESPON
DENT.
De Daily Chronicle heeft ook een oor logs-corres
pondent te Amsterdam, den heer Edgar Rowen. Hij
voorziet zijn blad van merkwaardige epistels. Dezer
dagen verzekerde hij, dat Nederland, het land aan de
baren der zee ontwoekend, nu weer aan de golven
zou worden prijs gegeven hij had blijkbaar iets
gehoord van de Hollandsche waterlinie, zonder er
veel van begrepen te hebben (l'Etoile beige deelde
overigens Dinsdag zijn lezers mede, dat Holland al
ten deele onder water stond). Aan zijn laatste „oor-
logsbijdrage" ontleenen we voor de aardigheid het
volgende:
Een dag of twee geleden, nadat ik in een café elke
editie van de Hollandsche avondbladen had gekocht,
om te weten, welk nieuws ze over Engeland bevatten,
dacht ik, dat ik de eentonigheid van het rustige Am
sterdam maar moest breken, door een werkelijk ge
vecht bij te wonen. Ik riep een taxi van den overkant
aan en vroeg mij naar het naastbijzijnde gevecht te rij
den. De chauffeur vouwde de 6 uur-éditie van de
„Telegraaf" open, zei, dat Maastricht daarvoor de
beste plaats was, omdat daar de Duitsche kanonnen
rondom Luik konden worden gehoord en met een
paar veldkijkers, gen pakje broodjes en een veldflesch
vertrokken we kort na middernacht om een oorlog te
zien. Men begrijpt niet, wat de oorlogscorrespon
denten deden, toen er nog geen taxi's waren, zegt deze
correspondent, die overigens nog niet verhaald wat
hij gezien heeft dat komt nog en kan belangwek
kend wezen.
NATIONAAL STEUN-COMITé.
In een Dinsdagavond te 's-Gravenhage gehouden
vergadering is het uitvoerend comité van het op ini
tiatief en onder eere-voorzitterschap van H. M. de Ko
ningin opgerichte „Nationale Steuncomité 1914" al
dus geconstitueerd:
Mr. M. W. F. Treub, minister van landbouw, nij
verheid en handel, voorzitter; prof. I. P. de Vooys,
voorzitter van den Werkloosh p'd sr" onch.r-voorzit
ter; jhr. mr. W. Th. C. van r voorzatter van den
Ned. Tuinbouwraad, lid \'Ut tie Twe de Kamer, pen-
ingmeester; ds. A. S. Talrna, oud-minister van land
bouw, nijverheid en handel, lid van den Werkloos-
heidsraad; prof. dr. W. H. Nolens, lid van de Tweede
Kamer, lid van den WerkloosheidsraadJ. Oudegeest,
voorzitter van he Ned. Verbond van Vakverenigin
gen, lid van den Werkloosheidsraad; J. Snoeck
Henkemans, lid van de Algemeene Armencommissie;
mevr. van Biema—Hijmans, presidente van de Nat.
Vrouwenraad; J. van Hasselt, voorzitter van de Maat
schappij van Nijverheid; mr. J. T. Linthorst Homan,
voorzitter van het Ned. Landbouwcomité; H. A. van
IJsselsteijn, directeur-generaal van den arbeid, alge
meen secretaris; terwijl voorts als secretarissen fun-
geeren: J. W. Albarda, lid van de Tweede Kamer;
'jhr. mr. W. M. de Brauw, advocaat en procureur: mr.
W. A. J. M. van Waterschoot van der Gracht, lid en
secretaris van den Mijnraad, hoofdingenieurs van den
rijksopsporingsdienst; mr. J. A. de Wilde, advocaat
en procureur, allen te 's-Gravenhage.
In deze vergadering werd in breede trekken de taak
van het comité vastgesteld.
De bevordering voor de goede distributie van voe
dingsmiddelen zal een voornaam deel van de taak van
het comité uitmaken. Met het oog op dit laatste doel
is een sub-commissie gevormd.
De reeds opgerichte en nog op te richten plaatse
lijke comité's zullen geheel zelfstandig blijven en be-
hooren allereerst zelve te trachten de hulp te verlee-
nen en den nood te lenigen, waar daaraan behoefte
blijkt te bestaan.
Het Nationaal Comité zal aanvullend werken door
aan de plaatselijke comité's, voor zoover zulks moge
lijk is, den steun te verleenen, dien zij behoeven en te
vens door raad en voorlichting het noodige te doen
om den arbeid der comité's beter te doen slagen.
Binnen enkele dagen zal een oproep om steun tot
het Nederlandsche volk worden gericht Eenige zeer
belangrijke giften zijn reeds ingekomen.
Het bureau is op dit oogenblik volledig bezet, zoo
dat van de zeer gewaardeerde aanbiedingen tot het
verrichten van werkzaamheden, die 't van alle zijden
bereiken, voorloopig geen gebruik kan worden ge
maakt.
NEDERLANDSCH STOOMSCHIP GEZONKEN.
Het Nederlandsche stoomschip „Alcor" is in Oost
zee door de Russische vloot tot zinken gebracht.
De telegrammen wettigen de veronderstelling, al
dus het Hbld. dat de Russen het schip voor een of an
der doel noodig hebben gehad en het daaf&m eenvou
dig hebben genomen, om het, nadat de bemanning in
veiligheid was gebracht, tot zinken te brengen. Al
thans de Russen schijnen zich bereid te hebben ver
klaard, de volle schade te vergoeden, wat zij trouu-
wens ook moesten doen, daar het prijsmaken van een
neutraal schip, nog wel voor een van hun eigen ha
vens, beslist onwettig is.
De bemanning is te Stockholm aangekomen.
GYMNASTIEKONDERWIJZERS.
De Minister van Oorlog, het wenschelijk achtende,
dat in de depots over meerdere werkkrachten ter op
leiding van de ongeoefenden worde beschikt, noodigt
Nederlandsche gymnastiekonderwijzers, die geneigd
zouden zijn aan de opleiding in gymnastiek en in
training deel te nemen, uit, zich schriftelijk tot het de
partement van Oorlog te wenden.
De geldelijke belooning zal per dag bedragen 8
in de plaats hunner Inwoning, en 10. voor hen, die
buiten de plaats hunner inwoning werkzaam zullen
zijn.
DE PERS EN DE DEMOBILISEERDEN.
Over het feit, dat de commandant van de stelling
Helder weigert „Het Volk" aan de abonnés van dat
blad die onder de wapenen zijn door de post te doen
uitreiken, terwijl andere bladen wel worden toegela
ten, heeft de directeur van Het Volk zich telegrafisch
bij den minister van oorlog bezwaard.
De minister heeft daarop ten bescheid gegeven, dat,
waar de stelling Helder in staat van oorlog is ver
klaard, de commandant dier stelling daar het gezag
uitoefent en de minister inbreuk kan noch wil maken.
LECTUUR VOOR DE SOLDATEN.
Het hoofdbestuur van het Alg. Nederl. Verbond
heeft zich, In overleg met de regeering, tot taak ge
steld het gemobiliseerde Nederlandsche leger te voor
zien van lectuur. Het maakt daarbij gebruik van de
diensten der boekencommissie van het Verbond en
van den in het boekenhuis aanwezigen voorraad. Het
doet daarenboven een beroep op de medewerking van
allen, die bladen, tijdschriften en boeken, geschikt
voor uiteenloopende ontwikkeling, kunnen missen en
verzoekt deze te zenden aan het Boekenhuis, Van der
Duijnstraat 63, Rotterdam, onder bijvoeging op het
adres van: Voor ons leger.
De directie der H. IJ. S. M. heeft het Algemeen Ne
der landsch Verbond toegestaan, boeken, tijdschriften,
illustraties, enz., bestemd voor de militairen op de
forten, kosteloos over hare lijnen te vervoeren.
Vannacht arriveerde aan het Centraalstation te
Amsterdam per extra-trein de Duitsche gezant te
Washington, dr. J. H. Draaf Bemstorff, die van ver
lof uit Berlijn naar zijn standplaats terugkeert. Van
daag ging de reis verder naar den Hoek van Holland
vanwaar een extra-boot de reiszigere naar Harwich
over zal brengen.
De heer Juten, lid van de Tweede Kamer, heeft
tot den minister van waterstaat de schriftelijke vraag
gericht, of het niet gewenscht is, het personeel der
post- en telegrafie in deze dagen een toelage te ver
leenen.
De gemeenteraad van Leeuwarden heeft beslo
ten B. en W. een crediet toe te staan 70.000, om
daaruit uitgaven ter voorziening in eventueelen nood
te bestrijden.
De Burgemeester van Leeuwarden heeft een hoe
veelheid zeep in beslag genomen, die boven den maxi
mum-prijs werd verkocht.
Gistermorgen is in het hospitaal te middelburg
een uit Baarland afkomstig door het afgaan van een
revolver, die hij bekeek, in de hartstreek getroffen en
bijna onmiddellijk aan de verkregen verwonding over
leed.
Z. K. H. Prins Hendrik bracht gisteren een be
zoek aan het militaire hospitaal, de Amalia-stichting
en het Diaconessenhuis te Maastricht.
Het Nationaal Oranje-Verbond 1913 besloot in
een Dinsdag gehouden vergadering met algemeene
stemmen, dat zoo noodig de leden zich in bloc be
schikbaar stellen voor alle mogelijke diensten, die
militaire of civiele autoriteiten kunnen gebruiken.
De laatste telegraphische gemeenschap tusschen
het station Winterswijk en het naaste Duitsche Spoor
wegstation hebben de Duitschers doorgesneden.
EEN SCHERMUTSELING IN BRABANT.
BRUSSEL, 13 Aug. „steren is een gevecht ge
leverd tusschen Haelen en Diest. 2500 Duitsche
Uhlanen met kanonnen en evenveel infanterie
vochten tegen een gemengde Belgische brigade
met een brigade cavalerie. De Belgen behaalden
een volkomen succes. De Duitschers werden te
ruggeslagen naar Berbroeck. Ze verloren ruim
200 dooden, de Belgen hadden 3 gewonden.
(Beide plaatsjes liggen in Belgisch Brabant, in
het arrondissement Leuven. Diest is een vesting
met een kleine duizend inwoners, aan beide zij
den van het riviertje de Demer, een zijtakje van
de Schelde. Het ligt aan de nspoorweg Antwer
pen—Maastricht, ongeveer halfweg Haelen ligt
daar een kilometer of tien ten zuiden van.
Bovenbedoelde schermutseling is dus 30 40
kilometer noordelijker gevoerd dan die van eer
gisteren tusschen St Truyen en Thienen. Red.)
BRUSSEL, 13 Aug. Het ministerie van oorlog
bevestigt officieel de bij Haelen behaalde over
winning. De Duitsche verliezen zijn zeer groot.
Men schat het op 8/„ van de troepen, 5000 man,
die aan het gevecht deelnamen.
De Belgische verliezen zijn betrekkelijk gering.
(Dit klopt slecht met een bericht uit Bergen op
Zoom, volgens hetwelk van den trein, die de
Lourdes-gangers naar Rozendaal bracht, eenige
wagens gerequireerd waren voor het Roode
Kruis, om voor ambulance-wagens dienst te doen
ten einde 700 Belgische gewonden te vervoeren.
Red.)
OEVECHTEN BIJ ARLON.
BRUSSEL, 13 Aug. Verschillende bladen
maken melding van gevechten in de omstreken
van Arlon tusschen Fransche dragonders eener-,
en Ulanen anderzijds.
DE VERWOESTING VAN HANOö.
BERLIJN, 13 Aug. Omtrent de verwoesting
van Hangö wordt gemeld, dat de Russen de
spoorbrug vernielden, een groote stoomboot in
de haven deden zinken en de kranen in de lucht
lieten vliegen. Ze staken 30 magazijnen in
brand. De wegen naar St. Petersburg werden
door mijnen vernield.
Hangö ia een versterkte havenstad aan de
Zuid-Westpunt van Finland aan den ingang van de
Finsche golf. De haven gold daar zeer veilig. Hier
behaalde juist honderd jaar geleden, n.l. 7 Augustus
1714 Peter de Groote een overwinning ter zee op ad
miraal Ehrenaköld, die met de Zweedsche vloot op
gesloten werd. De spoorweg leidt van hier naar
Hydinge. Red.
BEVEL OM VIJANDELIJKHEDEN TE
OPENEN.
LONDEN, 13 Aug. (Officieel). De admirali
teit heeft orders uitgegeven, om de vijandelijkhe
den tegen Oostenrijk te beginnen.
HET KADER VAN DEN NEDERLANDSCHEN
LANDSTORM OPGEROEPEN.
'S-GRAVENHAGE, 13 Aug. Door H. M. de
Koningin is machtiging verleend tot het oproe
pen van den landstorm. De eerste aanleiding tot
dezen maatregel is gelegen in de wenschelijkheid
om te voorzien In den dreigenden kademood.
Van de Koninklijke machtiging zal dus voorals
nog een beperkt gebruik worden gemaakt en de
oproeping zich alleen uitstrekken tot officieren
en verder kader.
SPIONNAGE OOK AL HIER.
's-HERTOGENBOSCH, 13 Aug. Twee vreemde
lingen, verdacht van spionnage zijn aangehou
den, toen ze teekeningen van den citadel maak
ten.
DE LOURDES-GANGERS BEHOUDEN TERUG.
's-GRAVENHAGE, 13 Aug. De 800 Neder
landsche bedevaartgangers naar Lour des zijn
door de goede zorgen van de Fransche regeering
op verzoek van de Nederlandsche regeering ver
leend, behouden te Rozendaal teruggekeerd.
ENGELAND VERKLAART OOSTENRIJK
DEN OORLOG.
LOLNDEN, 13 Aug. Engeland heeft Oostenrijk
den oorlog verklaard. De Qostenrijksche gezant
heeft Londen verlaten.
OORLOGSTOESTAND TUSSCHEN
FRANKRIJK EN OOSTENRIJK.
PARIJS, 13 Aug. Van middernacht af bestaat
de oorlogstoestand tusschen Frankrijk en Oos
tenrijk.
BULGARIJE EN SERVI6.
KEULEN, 13 Aug. Uit Sofia wordt aan de
Köln. Zeitung geseind, dat Rusland Woensdag
opnieuw er op heeft aangedrongen, dat Bulgarije
met Servië zou samengaan. Bulgarije heeft ge
weigerd zijn neutraliteit op te geven.
ZWEDENS NEUTRALITEIT.
STOCKHOLM, 13 Aug. De beide Kamers der
Volksvertegenwoordiging hebben een regeerings-
ontwerp aangenomen, waarin een crediet ge
vraagd wordt van 50 millioen kronen tot het ne
men van maatregelen tot handhaving van de neu
traliteit van het Koninkrijk.
INTERNATIONALE REGELING.
KEULEN, 13 Aug. In verband met de wis
sels van telegrammen tusschen Londen en Berlijn
over het neutrale Engeland meldt de Köln. Zei
tung, dat het antwoord van Engeland niet van
het antwoord van een neutralen staat, maar van
een bondgenoot van Frankrijk.
GEESTDRIFT IN ITALIë.
BRUSSEL, 13 Aug. De oorlogscorrespon
dent van een Italiaansch blad, die alhier aange
komen is zegt, dat in Italië groote geestdrift
heerscht voor de krijgsverrichtingen van de Bel
gen. De burgemeester van Milaan heeft In een
redevoering gezegd: Wij willen mobiliseeren te
gen Oostenrijk, want indien het tegen Frankrijk
moet gaan, zal in Italië een revolutie uitbreken.
Roman naar het Duitsch,
van
LUISE WESTKIRCH.
87) o
Hinnerk Brinkmeier juist! Dat was het. Dien
moest hij bij den Zwarten poel gezien hebben. Daar
van hing dat met het dak af. En werkelijk, er had daar
dien avond een man geloopen in 't geheel niet ver
van de deerne. Waarom kon dat niet Hinnerk Brink
meier geweest zijn?
„Ja, zeker", zei hij beslist. „Dat is zoo."
„Wil je dat getuigen, als ik Hinnerk Brinkmeier
aanklaag? Wil je dat bezweren?"
„Bezweren?" Clussmann aarzelde.
„Piter Clussmann, wat ik je gezegd heb, dat kom
ik nai Je krijgt een woning en ik onderhoud jou en
je kinderen, als je dat voor mij getuigen wil tegen
hem."
Piter Clussmann hoorde voortdurend den regen
kletteren, den storm huilen. Hij nam een besluit.
„Brinkmeier is een hardvochtige vent. Met een en
kel woord kan hij mij gelukkig maken en zegt dat
woord niet. Als ik hem nu met een enkel woord on
gelukkig kan maken, waarom zou ik dat dan voor mij
houden Ja, ik zal dat voor je getuigen."
Dienzelfden dag liet Brinkmeier den lammen Ma-
tbes met de bel door Spreckholm rondgaan en voor
Zaterdagavond een vergadering van alle gemeentele
den in zijn huis aankondigen. Een zaak waarop hij
reeds lang had aangedrongen, was aanhangig ge
maakt. De regeering was van plan een straatweg aan
te leggen, die over Spreckholm en een paar andere
kolonies dwars door het veen naar Osterholz
Scharmbeck zou leiden. De aanleg daarvan was kost
baar en de gemeenten moesten daartoe bijdragen. De
meeningen waren verdeeld. Brinkmeier was er voor,
omdat hij in een, in elk jaargetijde bruikbare verkeers
weg, de hoofdvoorwaarde voor de toekomstige ont
wikkeling van de kolonie zag. Meer kortzichtigen
hielden zich aan den huidigen toestand en waren ver
ontwaardigd over de grootte der bijdragen, die ge
vraagd werden. En alle persoonlijke vijanden van den
burgemeester sloten zich bij hen aan. Alheid voelde
de toenemende vijandigheid en zou gaarne gezien heb
ben, dat de vergadering, waarop de meeningen met
elkaar in botsing zouden komen, tot een kalmeren tijd
werd verdaagd. Maar Brinkmeier verlangde naar
een beslissing.
„Meen je, dat ik niet zie, moeder", zei hij, „hoe de
bende zich tegen mij kant en mokt en hoe mijn goede
vriend Luerke Voss ieder in het bijzonder tegen mij
opzet? Maar ik heb mij nooit in mijn leven ver
scholen als iemand mij te na wou komen. Laat ze
maar komenLaat ze hun vergif uitspuwen. Alleen
oog in oog, niet van achteren! Ik zal de kerels wel
bewijzen, wat Hinnerk Brinkmeier er voor een is. En
dat die doorzet, wat hij zich heeft voorgenomen."
Zaterdagsavonds kwamen zij van alle boerderijen
met lantaarns aanzetten. Ieder wist, dat het er op de
vergadering heet zou toegaan en de strijdlustigen ver
heugden zich daarop.
Met strakke gezichten, stijf en zwijgend, stapten zij
de een na den ander door de keuken de kamer bij de
Brinkmeiers binnen. Alheid had alle stoelen en kisten
van het huis daarheen gebracht, maar er was toch nog
gebrek aan plaats. Die het laatst kwamen moesten
opeengedrongen tot in de keuken staan. Want ook de
oudste zonen waren meegekomen en vele jongere
broers en zij, die wegens ouderdom uit het bedrijf wa
ren. Het was alsof de verwachting van komenden
strijd als een onweerswolk in het vertrek hing, dat
spoedig geheel gevuld was met den blauwen, dikken
rook der pijpen, waardoor het schijnsel der kleine
hanglamp nauwelijks bij machte was heen te dringen.
In den lichtkring der lamp stond burgemeester Brink-
meier. Hij had zijn dorpsgenooten koel begroet en
men had zijn groet even koel beantwoord.
„Hij is verduiveld oud geworden", zei Himstedt
zacht tegen Luerke Voss, die loerend op den rand van
een kist zat gehurkt.
Voss kneep zijn linkeroog toe. „Pas eens op. Wij
krijgen hem nog wel klein zoo klein als een stip I
Als totaal niks."
Nu hield het getrappel der voeten op. De verga
dering was voltallig. Brinkmeier begon te spreken.
Hij zette de voordeelen van het regeeringsvoorstel uit
een. Zij zouden niet meer alleen op den waterweg
aangewezen zijn. Als in den winter het kanaal dicht-
vroor, behielden zij een verbinding met het markt
plein en de buitenwereld, een weg, waarop zij niet,
zooals tot dusver rijtuig en paarden half kapot en half
dood reden. Het was een groot voordeel om dan
turf en vee te kunnen verkoopen, als daarvoor de
hoogste prijzen worden betaald. Tot zoover luister
den de Spreckholmers met een uitdrukking van afwe
rende onverschilligheid op hun strakke als uit hout
gesneden gezichten en een trekken af en toe van de
saamgeknepen lippen, dat scheen te zeggen: „Praat
maar toe. Wij weten al wat er komt."
Eindelijk noemde Brinkmeier de som die de regee
ring als bijdrage vorderde. Een gemompel en woor
den van protest lieten zich hooren.
„Ja, buren, het is wel een hoop geld, dat wij moe
ten geven. Maar het is geld, dat rente afwerpt voor
ons, onze kinderen en kleinkinderen. De kolonie,
waar de weg langs gaat is er veel beter aan toe dan
de andere kolonies. En als de Spreckholmers het
geld niet willen geven, dan loeren de bewoners van
Stellichte er op om den weg bij hun langs te krijgen.
Nu zou iemand wel kunnen beweren, dat de regee
ring dat goedkooper moest doen. Maar dat doet
de regeering nu eenmaal niet. Ik heb daarnaar reeds
geïnformeerd. Wij kunnen het voorstel slechts aan
nemen of het weigeren. Ik, burgemeester Brinkmeier,
ben er voor, dat wij bijdragen in de kosten van den
straatweg."
Hij kon zich slechts met moeite verstaanbaar ma
ken in het geschreeuw, dat was ontstaan, in het alge
meen geschuifel en getrappel.
„Dat zal wel waar zijn", zei Luerke Voss tegen de
genen, die naast hem stonden. „Nu die fijne zaak met
den ingenieur zijn neus is voorbij gegaan, wil hij zich
met onze groschen verrijken."
„Dat kan hij toch nieF', brachten een paar in het
midden.
Wordt vervolgd.
LAATSTE BERICHTEN.
NEDERLANDSCHE WERKLOOSHEIDSRAAD.
's ORAVENHAQE 13 Aug. Dinsdag had alhier
onder voorzitterschap van Prof. P. de Vooys een
spoedvergadering plaats van den Nederlandschen
Werkloosheidsraad, Federatie ter bestudeering en