De Duitschers en de Franschen. D© Duitschers ©n de Russen. VARIA. NEDERLAND. VARIA. ingericht en de vesting Luik zal dienen als steunpunt voor het Duitsche leger. Intusschen heeft de Belgische minister van oorlog gisteren op de meest besliste wijze het bericht ontkend dat verscheiden forten van Luik in handen van de Duitschers zouden zijn gevallen. DE DUITSCHERS EN DE MAAS. De „Vingtième Siècle" te Brussel zegt, dat de Duit schers opnieuw hebben beproefd de Maas over te ste ken over de brug te Hoey. De Fransche batterijen richtten groote'verwoestingen aan in de Duitsche ge lederen. Ook aan den kant van Dinant werd artillerievuur gehoord. De bevolking ontruimde de wijk nabij het station. EENIGE KRIJGSVERHAALTJES. De heer Pisuisse, de oorlogscorrespondent van de „Telegraaf", is te Kersbeek op aardige wijze in aanra king gekomen met den bekenden sportman, den lsten luitenant Raoul Daufresne. Met een collega van de „Momingpost" werd hij in het dorpje Kersbeek in 'n café overvallen door lanciers, die in hen spionnen vermoedden. Een kleine jongen van den herbergier was aan den secretaris van de gemeente komen ver tellen: „Bi oens in 't stamenee, twie spionnen." „Hoe wee-de-zij dat het spionnen sun." „Ze klappen zoo vies." (Ze spreken zoo raar). Bij de lanciers was de luitenant en die vertelde o. m.: ,,'t Is alles geluk, maar 'n geluk, dat voor ons, ver kenners, nog al eens is weggelegd, omdat wij uiter aard de eerste rencontres en de verrassingen treffen. Daar bij Orsmael ook. Ik reed met mijn twaalf man op een bochtigen weg en bespeurde van verre het Duitsche eskadron, 'n vijfhonderd man, die op de bij de Duitschers, toen nog gebruikelijke, onvoorzichtige wijze voortrukten: voorop drie colonnes van tien man elk, met in het midden een officier; daarachter in twee colonnes aan weerskanten van den steenweg op de zandpaden de rest van den troep, en geen verken ners, zooals wij dat altijd doen. Ik liet mijn mannen stelling nemen achter een heg, in een bocht van den straatweg, en beval hen, de Duitschers tot op vijftig meters te laten naderen. Niet een van m'n jongens verroerde ook maar 'n lid, tot de vijand onder schot kwam. Toen vielen bij 't eerste salvo twaalf man. Wij bleven doorgaan met vuren op het in verwarring rakende paardevolk, zoodat meer dan de helft buiten gevecht gesteld was en wij 135 gevangenen konden maken. Zoo hevig was ons vuur geweest, dat de Duit schers niet wilden gelooven, dat zij door veertien man verslagen waren; de boeren, zoo meenden zij, moes ten hebben meegeholpen; en den volgenden dag kwa men zij op de plaats terug en doodden er zes." Een ander verhaal luidde aldus: „Het was bij Herke-la-Ville, waar we de Duitschers teruggedreven haddenIn het hospitaal lagen 45 gewonde Prussiens, maar toen hèt op onderzoeken aankwam, bleken er 20 zoo gezond als een visch te zijn. Deze moesten gefouilleerd worden om te zien of zij ook wapens verborgen hielden, en die visitatie geschiedde onder mijn toezicht. Toen het gebeurd was en ik het hospitaal verliet, kwam juist een batal jon Duitschers de straat in. De kogels floten mij rond de.ooren en het werd een wilde jacht. Gelukkig had ik een goed springpaard onder me en was ik in 't bezit van een draadtang, zoodat ik prikkeldraadver sperringen kon doorknippen. Zoo kwam ik veilig weg Niets dan geluk, zooals u ziet: waren er 25 in plaats 20 Duitschers in dat hospitaal te foullleeren geweest, dan was ik midden in het bataljon terecht gekomen." HET GEVECHT BIJ MüHLHAUSEN. Het gevecht bij Mühlhausen in den Elzas wordt van Duitsche zijde voorgesteld als een gelegenheidsge vecht. Anderhalf Fransch legerkorps was den Boven- Elzas binnengedrongen terwijl de Duitsche troepen nog niet geconcentreerd waren. Deze vielen deson danks de Franschen aan en wierpen hen terug op Bel fort, waarna de opmarsch werd voortgezet Intus schen ondervond de kleine Duitsche vestingafdeeling uit Straatsburg een tegenslag. Twee vestingbataljons met kanonnen en machine geweren werden bij Schirmeck door Fransch artille rie-vuur van Donon af overvallen en ;in den engen pas werden de kanonnen en machine-geweren stukgescho ten en onbruikbaar gemaakt. Zij werden waarschijn lijk buit gemaakt door de Franschen die later optrok ken in de richting van Schirmeck. Het „Petit Journal" van Marseille publiceert het verhaal van een Franschen gewonde, die o. a. mede deelde, dat Algerijnsche tirailleurs, in kaki-uniform gestoken, aan de gevechten rondom Mühlhausen deel namen. De Duitschers, misleid door de kleur der uni form, die veel overeenkomt met hun eigen veldtenue, lieten hen rustig naderen. Toen zij hun vergissing inzagen was het reeds te laat. De Turco's wierpen zich met de bajonet op het geweer op hen en deden er zeer velen in het zand bjjien. IN DE VOGEZEN. Men vermoedt, dat de vijandelijkheden in de Voge zen zich tot nog toe bepalen tot het door beide par tijen bezetten van bergpassen en toegangen tot Fransch en Duitsch grondgebied. Waarschijnlijk zullen de Franschen vanuit Toul en Epinal, beide vestingen aan de Fransche Moezel, op rukken, nu reeds wijzen de berichten op een krachtige oostelijke actie. In dit bergland heeft men met eigenaardigemoei- lijkheden te kampen, waartoe juist de Fransche berg- troepen bijzonder geschikt zijn. Een Fransch kolonel meent, dat Duitschland daar een moeilijke taak zal hebben te vervullen. Het moet de Vogezen met hand en tand vasthouden, met alle mogelijke middelen, zegt hij. Het gevecht zal moeten worden gevoerd door manschappen, die bijzonder vertrouwd zijn met oen toestand van 't gevechtsterrein. Elk jaar doorkruisen dan ook talrijke officieren van de garnizoenen in El zas en Baden als toeristen de Fransche Vogezen, om dan na afloop van hun onderzoekingstocht daarvan een rapport in te dienen voorzien van hun opmerkin gen. Degeen die het terrein volkomen kent, heert zoo doende groote voordeden boven den vijand, die daar mee onbekend Is. 1t Ieder, ook zelfs de kleinste afdeelingen, moet zelf standig kunnen optreden. Het gebruik van cavalerie is hier vrijwel uitgeslo ten. De verkenning komt dan geheel voor rekening van de infanterie. Verkenningsdetachementen in bergterrein moeten zich, nog meer dan in de vlakte, onthouden van vechten; hun taak is: zien en niet: strijden. Ook in het gevecht is echter de infanterie het voor naamste wapen. De artillerie kan zich slechts lang zaam verplaatsen en is bovendien zeer kwetsbaar. Steeds bestaat de mogelijkheid van een overval en juist dit maakt het werken in bergterrein uiterst ver moeiend. Altijd moet men waakzaam zijn, bij rust mag niet meer dan een derde der manschappen de uitrusting afleggen enz. Vooral bij nabij gelegen bosschen moet men bijzonder op zJJn hoede zijn, om dat deze zich uitstekend leen en voor een overval, dat deze zich uitstekend leenen voor een overval. Al dus de Fransche kolonel Frisch. De Fransche regeering heeft gisteren in een com muniqué laten weten dat de toestand voortdurend goed blijft. Vooral in den Opper-Elzas accentueert zich de methodische wijze van voortrukken der Fran sche troepen zoo wordt gezegd. De Duitschers trek ken zich in groote wanorde terug, sommige troepen- af deel in gen naar het Noorden, andere naar het Oos ten, onder achterlating van zeer groote hoeveelheden materiaal, dat in handen der Franschen gevallen is. Het wordt bevestigd, dat in de gevechten sedert het begin van den veldtocht in deze streek de vijand ernstige verliezen leed, en die nog grooter zijn dan aanvankelijk werd geloofd. DUITSCHE OVERWINNINGEN. Maandag had, naar het generaal-commando van het eerste Dfuitsche legercorps meldt, een gevecht plaats bij Stallupönen (Oost-Pruisen, bij het grensstation Eydthuhnen), waarin de troepen van het eerste leger corps met buitengewone dapperheid streden en de overwinning behaalden. Meer dan 3000 gevangenen en zes machine-geweren vielen in onze handen. Bo vendien werden verscheidene Russische machine-ge- weren, die niet medegevoerd konden worden onbruik baar gemaakt. Het Russische stadje Mlawa, aan den spoorweg Soldau—Weichsel, is door Duitsche troepen bezet. DE GESCHIEDENIS DER VESTING NAMEN. Namen, de tweede groote vesting van de Belgische Maaslinie, is dikwijls het brandpunt van bloedige gevechten geweest, 't Was altijd de poort tusschen Frankrijk en Nederland, en toen Nederland met Lo- dewijk XIV in oorlog geraakte, werd de stad extra versterkt door den bekenden vesting-bouwmeester Baron van Coehoom. In 1692 begon Lodewijk XIV met 46000 man met de belegering van de stad. Er ontstond een kamp tusschen de twee grootste vestingstechnici van dien tijd: Van Coehoom en Vauban. Vauban had de lei ding van het beleg, terwijl de Hertog van Luxemburg met 60000 man voor dekking zorgde. In de stad voerde de Prins van Brabagon bevel over een Spaan- sche bezetting van 8300 man. In den nacht van 29 op 30 Mei werden de loopgraven bezet en den 6den Juni moest de bezetting, die de uitgestrekte verdedi gingswerken niet voldoende kon bemannen, zich in de citadel en het fort Coehoom terugtrekken. Maar ook hier konden zij het niet volhouden en na een zwa- ren strijd van drie weken moesten zij capituleeren den 30sten viel het fort eveneens. De trouweloosheid van Engeland, koning Willem III stond met zijn macht tegenover den Hertog van Luxemburg zonder iets tot ontzetting van de stad te doen was wel de hoofdoorzaak van Namen's val. In 1695 sloegen de Hollanders het beleg van de stad, die door een Fransche macht onder Boufflers be zet was. Coehoom leidde de belegering doch zijn te genstander in de stad was Markies de Grigny, naast Vauban Frankrijk's grootste ingenieur. Opnieuw moest de stad capituleeren de bediening der reusach tige verdedigingswerken was te zwaar en zoo trokken op 5 en 6 Augustus een duizendtal Franschen zich op de citadel terug. Een woedende aanval op 30 Augustus door Keur vorst Maximiliaan Emanuel van Beieren, ondernomen werd terug geslagen, doch den lsten September 1695 ga! Boufflers de citadel over, waarna hij en zijn dap peren met alle eer mochten aftrekken. In 1775 werd de stad bij het Barrièretractaat tot Barrièrestad verklaard en door Engeland aan de Ne derlanden toegewezen, met een rij van vestingen, die in de Spaansche Nederlanden ter bescherming van Nederland gesticht werden. Dus werd Namen door Hollanders bezet. Toch hebben de Franschen in de 18de eeuw meermalen Namen Ingenomen. In 1776 kwamen zij onder Clermont voor de stad. De bezetting was 9000 man sterk en stond onder be vel van den 80-jarigen generaal Colyar. Deze grijs aard verdedigde de stad zoo slecht, dat generaal Crommelin, die spoedig aangewezen werd om hem te vervangen, de stad ook niet meer kon houden, en zich reeds na 14 dagen op de citadel terugtrok. Na 10 dagen strijdens moest hij zich op genade of ongena de overgeven. Na den slag bij Jemappes in 1792 sloeg de Fransche generaal Valence het beleg voor de stad, die reeds dadelijk in zijn handen viel. In de citadel bood de Oostennjksche bezetting onder gene raal Matelle dapperen tegenstand, doch zonder suc ces. Door den slag bij Neerwinden (1792) moesten de Franschen de vesting weder ontruimen. In 1794 heroverden zij echter de stad weder en sloopten toen de vestingswerken, zoodat Namen langen tijd zijn kracht verloren had. Gedurende 20 jaar (1794— 1814) was het de hoofdstad van een Fransch depar tement. In de veldtocht van 1815, tegen Napoleon werd daar nogmaals en voor 't laatst een hevige strijd geleverd. Den 20sten Juni vocht de armée van Grauchy, die zich na den slag bij Belle-Aliance te rugtrok. verwoed met een corps Pruisen onder Pirch. De strijd in Namen was toen zeer bloedig. Sinds is de stad versterkt, doch een 100 jarigen vrede zal Namen op 20 Juni 1915 wel niet mogen beleven. DE VOORTGANG VAN HET ECONOMISCH LEVEN. Naar het Hbld. verneemt, leveren sinds gisteren al le suikerfabrieken hier te lande aan hun afnemers weder suiker op 30 dagen, in plaats van uitsluitend contant. In een aantal andere bedrijven zijn reeds soortgelijke besluiten genomen. Zoo komt het econo mische leven langzamerhend weder in eenigszins nor maler banen. NEDERLANDSCHE BOND VOOR WERKVERSCHAFFING. In de gehouden vergadering van het Bestuur van den onlangs opgerichten Nederlandschen Bond voor Werkverschaffing, besloot men zoo spoedig mogelijk over te gaan tot net in werking brengen van genoem den Bond. De Nederlandsche Bond voor werkverschaffing heeft niet ten doel de werkverschaffing zelf ter hand te nemen, maar wil trachten alle lichamen die zich op dat gebied bewegen met raad terzijde te staan. Naast een groot aantal instellingen, die alreeds er varing hebben opgedaan omtrent eene doelmatige toepassing van werkverschaffing als mldel ter be strijding der werloosheid en ter leniging harer ge volgen, staan verschillende andere vereenigingen, die in den komenden tijd werkverschaffing voor het eerst ter hand zullen nemen. De Nederlandsche Bond voor Werkverschaffing nu heeft krachtens hare statuten de tweeledige taak om: le. ae ervaringen op verschillende plaatsen in den lande opgedaan, te verzamelen en 2e. met behulp van de elders opgedane ervaringen alle lichamen, die werk verschaffing ter bestrijding van werkeloosheid willen gaan toepassen desgewenscht van advies te dienen. Voor het uitvoeren van die taak heeft de bond een Bureau van Advies in het leven geroepen, waarin de volgende Heeren zitting hebben: F. B. Löhnis, 's-Gravenhage; J. Gerritsz, Flaarlem V. R. Y. Croe- sen, 's Gravenhage: A. van Hoogstraten, Arnhem; Mr. Dr. D. Hudig Jr. Santpoort; Jhr. J. A. de Jonge Scheveningen: Dr. P. A. Klap, Amsterdam; Prof. Mr. E. M. Meyers, Leiden; Mr. F. van der Tuuk, GroningenTh van Weideren Baron Rengers, Oen- kerk (Fr).; H. de Wilde 's-Gravenhage en R. van Zinderen Bakker, Naarden. Het Bureau van Advies is gevestigd. Buitenhof 42, 's-Gravenhage, alwaar de heer V. R. Y. Croesen zit ting houdt. Ter voorkoming van teleurstelling wordt er met nadruk op gewezen, dat de Bond geen gelden ver strekt voor de werkverschaffing en zich evenmin be last met het rechtstreeks aanwijzen van werk aan werkloozen. Hoofddoel is van goeden raad te dienen en zooveel mogelijk organiseerend op te treden. VERGADERING VAN CULTUUR ONDERNEMINGEN. Op initiatief van den President van de Nederland sche Handel-Maatschappij is ten kantore der Maat schappij te Amsterdam een vergadering van de be langhebbenden bij de cultures in Nederlandsch-Indië gehouden. In deze vergadering welke door den Secretaris-Ge neraal van Koloniën namens den Minister werd bijge woond, werd met algemeene stemmen een motie aan genomen, waarin de vergadering, samengesteld uit de vertegenwoordigers va nalle cultuur-ondernemin gen in Nederlandsch-Indië, den wensch uitsprak, dat in Indië op de hoofd-centra der cultures worden be noemd commissies om, voor het overhoopt geval, dat de telegrafische gemeenschap met Nederlandsch-Indië mocht worden verbroken, de belangen dier cultures te behartigen en de vertegenwoordigers der onderne mingen van advies te dienen omtrent alle maatregelen om de zaken gaande te houden, zonder daarbij eenig onderscheid te maken ten opzichte van de nationali teit der belanghebbenden. Leden dier commissies werden voor Batavia, Semarang, Soerabaja en voor de Oostkust aangewezen. Voorts besloot de vergadering den Minister van Koloniën, uit te noodigen dit besluit aan den Gouver neur-Generaal mede te deelen en hem in overweging te geven: a. die commissies in het bedoelde geval te benutten b. mede te deelen of hij wellicht bezwaren heeft te gen haar samenstelling en c. zoo hij daarmede akkoord gaat, de benoeming en samenstelling dier commissies in Indië namens alle belanghebbenden reeds thans algemeen bekend te maken en de vertegenwoordigers dier cultures er op te wijzen dat zij zich in moeilijke gevallen desge wenscht tot die commissies kunnen wenden. Deze motie zal de Minister van Koloniën den Gou verneur-Generaal van Nederlandsch-Indjë seinen. HULP AAN DEN LANDBOUW. De Nederlandsche Heidemaatschappij te Arnhem deelt mede, dat zij zich bereid verklaart belangheb benden bij het verrichten van landbouwwerkzaamhe- den behulpzaam te zijn. Zij stelt daartoe op schrifte lijke aanvrage personeel voor de leiding der werk zaamheden, zoomede paarden, ossen, alsook in zoo verre mogelijk trek- en ploegmotoren en andere land bouwmachines tegen kostenden prijs ter beschikking van belanghebbenden. WERKLOOZEN. Gistermorgen begaven zich eenige honderden werk loozen naar het stadhuis te Utrecht, ten einde den burgemeester om werk te vragen. In een onderhoud, dat een tweetal hunner met burgemeester Fockema Andreae had, zetten zij den toestand van armoede, waarin ze gekomen waren, uiteen. De burgemeester maande hen aan, om vooral kalm te blijven en zegde hun toe, de zaak in het college van B. en W. te zullen bespreken. Hij beloofde voorts alles te zullen doen, om te trachten hen zoo mogelijk aan werk te helpen. DE SOLDATEN-COURANT. Onder redactie van den heer D. Manassen, hoofd redacteur van het weekblad „De Fakkel", wordt drie maal per week, Dinsdag, Donderdag en Zaterdag, uitgegeven „De Soldaten-Courant", waarin de voor naamste gebeurtenissen uit buitenland en eigen land worden weergegeven. De prijs per nummer is op één cent bepaald. De eerste oplaag bestaat uit 50.000 exemplaren. De uitgave geschiedt met medeweten van den Minister van Oorlog, die in een circulaire aan de autoriteiten van leger en vloot te kennen heeft gegeven, dat het hem aangenaam zal zijn, wanneer dezen tot het welslagen van het sympathieke streven, om op deze wijze lectuur te verschaffen, naar hun ver mogen bijdragen. Het eerste nummer van het blad, waarin een cor respondentie-rubriek voor vragen en antwoorden op genomen is, ziet er welverzorgd uit. UIT DANKBAARHEID. Te Emmerik heeft zich een commissie gevormd, die zich ten doel stelt de echtgenooten en kinderen van personen, die in militairen dienst zijn, te ondersteu nen. Naar een lid der commissie aan de „Tel." mede deelde, werd met algemeene stemmen besloten, aan vrouwen en kinderen van militairen, die in Neder landschen dienst zijn, precies dezelfde ondersteuning te geven als aan de betrekkingen der Duitschers, zulks uit dankbaarheid voor de hulp ahn de uit België uit geweken Duitschers in Nederland betoond. DE TWEEDE KAMER. De „Nederlander" meldt: Wij hebben redenen om aan te nemen dat de Twee de Kamer binnenkort wederom zal worden bijeenge roepen ter behandeling van een spoedeischend wets ontwerp in het belang van den effectenhandel en de geldcirculatie. De Zaandamsche kermis gaat dit jaar niet door, wat der gemeente een geldelijk nadeel van ongeveer 12000 berokkent. Het Hoofdbestuur van „Volksonderwijs" heeft besloten de voorgenomen algemeene vergadering op 5 en 6 September a.s. te Breda tot lateren datum uit te stellen. Graaf van Limburg Stirum te Oranjewoud zal in plaats van in den a.s. herfst deze week aan vangen met de ontginning en verbetering van gron den, om aldus werk te verschaffen aan werklooze ar beiders. Ambtelijk wordt protest aangeteekend tegen een schetskaartje en bijschrift in de „Matin" van 6 Aug., volgens welke een deel der Duitsche troepen door Zuid-Limburg zou zijn getrokken. „De Koningin heeft een deel van het land in staat van oorlog moe ten verklaren", heette het. Het is, aldus het commu niqué, geen bewijs van een hoogstaand verantwoorde lijkheidsgevoel, wanneer een veelgelezen courant zijn lezers verrast op dergelijke leugenberichten, waarvan de onwaarheid met uiterst geringe moeite te consta- teeren was geweest. BINNENLAND. Gemengd nieuws. DE OPBRENGST DER RIJKSMIDDELEN. In de maand Juli van dit jaar heeft de opbrengst van 's Rijks middelen bedragen 18,797,391.16 tegen 18,809,497.70y2 in Juli 1913. Het spreekt van zelf, dat de oorlog op deze uit komst zijn storenden invloed nog niet heeft doen ge voelen. Voor het meerendeel zijn de verschillen met de cijfers van het vorig jaar niet groot Alleen valt te vermelden, dat de bedrijfsbelasting ongeveer 3 ton minder gaf dan in Juli 1913, en de suikeraccijns ruim 4 ton meer dan in die maand. Het gedistilleerd le verde voorts 1 ton minder op, evenals de successie rechten. De posterijen gingen weer met een 50.000 vooruit en ook de loodsgelden toonden een flinke ver hooging 30.000) aan. Over de eerste zeven maanden van 1914 is ontvan gen 117,533,829.63, tegen 113,139,236.94y2 in dat zelfde tijdperk van 1913. CURSUS TOT OPLEIDING VAN MELKCONTROLEURS. Bij den heer dr. L. T. C; Scheij te Hoorn, rijkszui- velconsulent in de provincie Noord-Holland, bestaat tot 23 Augustus a.s. nog gelegenheid zich per eigen handig geschreven brief aan te geven voor het volgen van den cursus tot opleiding van melkcontroleurs. In den brief moet worden vermeld datum en jaar van ge boorte, genoten onderwijs en tegenwoordigen werk kring. Men moet minstens 16 jaar oud zijn, om aan den cursus te kunnen deelnemen. KORTE BERICHTEN. Op de openbare en bijzondere scholen te Leeuwarden worden sokken gebreid voor soldaten. Het gemeentebestuur heeft daarvoor een belangrijk be drag beschikbaar gesteld. De heer Speenhof f zal van 21 tot en met 26 Augustus gaan zingen voor de bezetting der forten rond Amsterdam. STADSNIEUWS. DE GEÏNTERNEERDEN. De Commandant van het intemeeringsdepot, lui tenant-Kolonel W. Lussanet de la Sablonière, ont ving gisteren een telegram van den Minister van Oorlog met de mededeeling, dat de vader van den geïnterneerden vijftienjarigen padvinder, Kurt Re- penning, dezen zou komen halen en dat de jongen in vrijheid mocht worden gesteld. Gisteravond half zeven kwam de heer Repenning bij den commandant, die per rijtuig met hem naar Bergen begaf, waar thans de Duitsche geïnterneerden in een kamp bij huize Kinheim onderdak gebracht zijn. Natuurlijk waren vader en zoon zeer verheugd elkaar onder de ze eigenaardige omstandigheden weer te ontmoeten. Van een „bestraffing" was geen sprake; papa, die vond, dat zijn jongen het erg goed gehad had, vol stond met hem onder het oog te brengen, dat het ge beurde een goede leerschool voor hem was geweest wanneer hij permissie krijgt om even met de soldaten mee te gaan, zal hij goed doen, die wandeling n'ft zoo lang te maken, dat hij over de grenzen komt! Aanvankelijk was het plan, dat de reis naar Aken gisteren nog zou worden aanvaard, maar Kurt had nog geen afscheid genomen van zijn Hollandsche collega-padvinders, die als „ordonnansen" aan het depot zijn verbonden en zich zeer voor hem hebben geïnteresseerd. Zoo heeft de heer Repenning gisteravond in een hotel de padvinders tot gasten gehad en op taartjes getracteerd en is hij vanmorgen met zijn zoon naar den Heimath teruggegaan. Vanmorgen zijn hier weer een 15-tal geïnterneer den aangekomen, 10 Duitschers en 5 Belgen. De Duitschers zijn direct met de tram naar Bergen ge bracht, de Belgen naar de R. H. B. S., welke verblijf plaats hen thans is aangewezen. De lanciers hebben vandaag voor het eerst vrijheid van beweging. Kalm loopen ze door de straten, een sigaartje rookend. Als ze op het appèl en op het etensuur maar present zijn, dan is alles comme il faut. Ze zijn, verklaarden vanmiddag een tweetal ons, uitstekend tevreden over de behandeling, welke ze hier ondervinden. Ze vonden Alkmaar een lief stadje, maar een beetje stil. Toen we zeiden, dat de groote slag begonnen was, zeiden ze dat het tijd be gon te worden PLOTSELINGE DOOD. De 60-jarige metselaar P. Baars zakte, gistermid dag kwart na vijf van zijn werk komend, op de Em- mabrug plotseling ineen. De ongelukkige, die door een beroerte getroffen was, werd spoedig in het huis van den heer L. H. Obdam binnengedragen, waar echter slechts B.'s dood kon worden geconstateerd BEVORDERD. Onze vroegere stadgenoot, de heer P. A. Boom, is bevorderd tot luitenant ter zee 2e klasse. GESLAAGD. Onze vroegere stadgenoot, de heer C. Jupijn Dzn., leeraar in de electrotechniek aan de Ambachtsschool te Schiedam, slaagde te Rotterdam voor acte M. O. electro-techniek (M h.) TIJDELIJKE ARBEIDSBEURS. Opgaaf van 18 Augustus. Aanbiedingen Losse werklieden 113, sigarenmakers 25, schoen makers 2, boekbinders 3, boekdrukkers 12, timmerlie den 16, schilders 9, stucadoors 6, metselaars 8, op perlieden 4, behangers 2, meubelmakers 3, smeden 5, borstelmakers 1, stokers 4, visschers 1, pakhuis knechts 8, schippersknechts 5, bierbottelaarsknechts 1, slachtersknechts 1, tuindersknechts 5, goudsmids knechts 2, bakkersknechts 5, loopjongens 1, werk vrouwen 5, bouwkundige teekenaars 1, boerenarbei ders 16, naaisters 3, suikerwerkers 1, glazenwasschers 1steenhouwers 1, blikslagers 1, boekhouders 1, ijzerwerkers 1, rijwielreparateurs 2, voerlieden 1, zeelieden 1 winkelbedienden 2, kleermakers 7, stoelen matters 2, kantoorbedienden 4, magazijnbe dienden 1, houtbewerkers 3, electriciens 3, typisten 1, wagenmakersknechts 1, zadelmakers 2, koetsiers 1, banketbakkers(kok) 1, reizigers 1, loodgieters 1. Totaal307. Geplaatst39. Aanvraag van werkgevers: 19. BESPARING VAN GAS. Op veler verzoek zijn mejuffr. Keulen en mejuffr. Feith nog eens bereid inlichtingen te geven over het gaar maken in hooikist en papier, in café „Central' Donderdagavond 20 Aug., 8 uur. VEREEN. TOT HET BEVORDEREN VAN DEN BLOEI VAN JAARLIJKSCHE PAARDEN MARKTEN TE ALKMAAR. Het bestuur van bovengenoemde vereeniging deelt mede, dat zij zich door de treurige tijdsomstandighe den genoodzaakt zag aan H. M. de Koningin te ver-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1914 | | pagina 2