DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN,
Honderd en zestiende Jaargang.
No, 198,
1914
ZATERDAG
22 AUGUSTUS.
DUITSCHLAND.
ENGELAND.
BELGIË.
RUSLAND.
FRANKRIJK.
AMERIKA.
Duitschland en de verbondenen.
ALKMAAR, 22 Augustus.
„Wij zijn een regeering van de nationale verdedi
ging, niet van de overgave", zeide indertijd Jule9
Favre.
Het zal in deze droeve tijden menig zwaarbeproef-
den Belg thans schijnen, alsof zijn regeering er niet
een is van nationale verdediging, doch van overgave.
Luik is geheel in Duitsche handen, Brussel staat
onder Duitsch bestuur, in Gent is alles gereed voor
een vreedzame overgave aan de Duitschersen in-
tusschen laat de Belgische regeering opnieuw verze
keren, dat de forten van Luik nog steeds in haar bezit
zijn, spreken de Belgische berichten van nederlagen
van de Duitschers en verzekert de Belgische
minister de Broqueville, naar men ons meldt, dat al
les beter loopt, dan men wel had durven hopen en dat
wie op de hoogte is, de toestand uitstekend acht.
De houding der Belgische regeering doet denken
aan die der Fransche in '70, toen er niets dan offici-
eele overwinningsberichten en officieele geruststellin
gen werden uitgegeven, totdat de Duitschers voor Pa
rijs stonden.
Doet denken immers het oogenblik is thans- ze
ker nog niet aangebroken om de Belgische regeering
in staat van beschuldiging te stellen gelijk met reden
destijds ten opzichte der Fransche kon worden ge
daan, die zich schandelijke misleiding en misdadige
verleugening had gepleegd. Nóg bestaat de moge
lijkheid, dat de Belgen zich over het volloopen van
hun land met Duitsche soldaten en Duitsche ambtena
ren niet al te ongerust hebben te maken. Wij zouden
verder willen gaan, wijl het niet aan te nemen is, dat
de Belgische regeering haar volk zoo gruwelijk tot
het uiterste zou bedriegen, en zeggen: laat ons af
wachten wat de naaste toekomst leert, voordat we een
oordeel uitspreken. Het blijft mogelijk, dat in het
groote veldtochtsplan der verbondenen, waaromtrent
geen buitenstaander ook maar het geringste met ze
kerheid weet, rekening is gehouden met den huidigen
ongunstigen stand van zaken, en dat Antwerpen, niet
enkel Duitschland zal nopen een aanzienlijke troepen
macht te immobiliseeren, aan de eigenlijke krijgsver
richtingen te onttrekken, maar bovendien als operatie
basis de Belgische troepen in de gelegenheid stelt
aan de Fransch-Engelsche legers op een kritiek mo
ment goede diensten te bewijzen.
Het is echter begrijpelijk, dat bij de Belgen thans
een reactie intreedt op de actie, door de overwin
ningsberichten in het leven geroepen. Geen wonder,
dat Belgische soldaten, die driemaal in het veld wer
den gestuurd en driemaal werden teruggeslagen, die
als leeuwen hebben gevochten, niet slechts ontmoe
digd, maar ook verontwaardigd werden, toen zij den
waren stand van zaken vernamen en dat die veront
waardiging door een groot deel hunner landgenooten
van wie velen onverwacht alles moesten prijsgeven
wordt gedeeld. Stellig had de regeering dan ook
verstandiger gedaan, indien zij haar gevaarlijke me
thode van inlichten had vervangen door een langzame
voorbereiding op den tegenslag.
Bij alle ellende der Belgen komt nu ook, dat de
Duitschers dadelijk een oorlogsschatting zijn gaan,
eischen. Brussel is heel hoog aangeslagen 200
millioen francs, dat is hetzelfde bedrag, dat Parijs in
1871 moest offeren. De stad Luik moet 10 millioen
francs, de provincie 50 millioen geven en om een
onderpand in handen te krijgen hebben de Duitschers
beslag, gelegd op alle banken en financieele instellin
gen te Luik men ziet alweer, dat in oorlogstijd de
particuliere eigendom niet door den vijand gespaard
blijft en dat het recht heeft opgehouden te bestaan in
den vorm, waarin het zich heeft ontwikkeld.
Er is nog een andere verontrustende mededeeling
uit Luik: uit een huis aan de Visscherskade werd ge
schoten, het huis werd door een machinegeweer ver
nield, uit een huis aan het Academieplein werd ge
schoten, ien huizen werden daarop in brand ge
schoten, zoodat de Luiksche brandweer slechts met
moeite de belendende perceelen kon redden.
Men begrijpt, welk een ernstig gevaar de schoone
stad dreigt, wanneer het schieten uit de huizen niet
ophoudt. Waar prins" Eitel Friedrich, een zoon van
den Keizer, reeds Luik moet hebben verlaten omdat
er een aanslag op zijn leven werd gevreesd, schijnt het
er voor de Duitschers wel zeer onveilig te zijn en
men voelt, wat dit zeggen wil en wat daarvan de ge
volgen kunnen zijn.
In Brussel, de kostelijke stad met haar historische
monumenten en waardevolle kunstwerken, is het ge
lukkig nog rustig.
Er lijkt ons alle aanleiding, om de zegepraal der
Duitschers in Lotharingen heel wat hooger aan te
slaan dan die der Franschen in den Elzas. Wij zijn
zelfs geneigd te veronderstellen, dat het hier. één wa
penfeit geldt, waarvan het aanvankelijk succes aan de
Fransche wapens ten deel viel, doch de eindbeslissing
ten gunste van de Duitschers is geweest. In die ver
onderstelling even door redeneerende heeft men te
doen met een Fransch offensief optreden over een vrij
breed front, gesteund op de vestingen Toul, Nancy,
Luneville en St. Dié, een op veel grooter schaal her
haalden uitval dan die, welke reeds onmiddellijk na
de eerste week der- oorlogsverklaring werd beproefd.
De rechtervleugel behaalde „een schitterend succes"
tusschen Mülhausen en Altkirch, volgens een Fransch
bericht, en de linkervleugel werd blijkens berichten
van Duitschen oorsprong, bij Metz verslagen.
Vóór onze veronderstelling pleit de mededeeling
van den grooten generalen staf van Duitschland, dat
het slagveld een grootere ruimte beslaat dan in de
gevechten van '70'71 en dat de geheele legermacht
in die streek er bij betrokken was. Zijn de Franschen
inderdaad gedwongen geweest zich terug te trekken
en worden ze achtervolgd door de Duitschers („tot
den laatsten ademtocht van man en paard"), dan zijn
ze er heel slecht aan toe, omdat de wegen door de
bosschen en over de bergen er smal zijn, terwijl het
Mame-Rijn-kanaal den terugtocht in niet geringe
mate bemoeilijkt, zoodat de Franschen daar'nog wel
eens aanzienlijker verliezen kunnen krijgen, dan de
7000 gevangenen.
Eigenaardig, dat de Beiéren, die in de eerste ge
vechten van '70 op dit terrein Zoo dapper hebben ge
vochten, zich ook nu weer hebben onderscheiden, met
dit verschil echter, dat thans troepen van alle Duit
sche stammen door 'n Beiërschen Kroonprins, prins
Ruprecht, zijn geleid. Te München heeft deze zege
praal reeds aanleiding gegeven tot een ovatie en een
Hochl op het Beiërsche Koningspaar, den Kroon
prins en de Keizers van Duitschland en Oostenrijk,
maar de Koning van Beiëren was zoo verstandig er
aan te herinneren, dat dit maar het begin was en dat
men nog een zwaren strijd voor den boeg had.
Het wordt tijd, ook eens even eenige aandacht te
wijden aan de Oostgrens van Duitschland, waar het
Russische leger tot een algemeen aanvallende bewe
ging heet te zijn overgegaan. De Russische generale
staf, die al maar door van overwinningen spreekt op
de Oostenrijkers, waarbij, als men de kaart naslaat,
blijkt, dat de Oostenrijkers hoe langer hoe verder in
Rusland door dringen, zal echter wel niet zoo heel
betrouwbaar zijn en de berichten mogen dan ook wel
met voorbehoud worden aanvaard.
Men vindt in dit nummer vermeld, dat de Russen
de Duitsche grens zijn overgetrokken. Het volgende
plan geeft de ligging der daargenoemde plaatsen ten
zuiden van den Memel.
I Koningsbergen
l Allenstein
Eijdtkühnen
I Gumbinnen
I Lötzen
Lyck
Johannesberg
Soldau
MIawa
De Russen zijn reeds geruimen tijd bezig de gren
zen van Oost-Pruisen te bestoken en het was bekend,
dat zij daar reeds groote troepenmassa's hadden
staan. Het vermoeden is uitgesproken, dat de Duit
schers zich hier tegen een opmarsch niet ernstig zou
den verzetten, maar dezen slechts zouden vertragen
en zich in afwachting van hetgeen in het Westen ge
schiedt, zich op de Oderlinie zouden terugtrekken.
Duitschland heeft in elk geval hier slechts dekkings
troepen waarvoor ook de Elzassers en Lotharin-
gers zijn aangewezen. Men moet zich ook niet voor
stellen, dat de Russen heel snel zullen optrekken. De
opmarsch van het Russische leger gaat uiterst lang
zaam en de Duitschers zullen geen man en geen ka
non meer voor deze streek afstaan, dan beslist ge
boden is, d. w. z. enkele korpsen in Koningsbergen,
Danzig, Allenstein en Breslau Voor flankbedreiging,
van welken kant de Russische opmarsch dan ook zou
moge plaats hebben. Natuurlijk zullen de Russen
in Oost-Pruisen alom de spoorwegen verwoest en de
gewone wegen versperd vinden. Napoleon zei inder
tijd, dat 16 kilometer opmarsch per dag voor een le
ger heel goed was en zelfs niet lang zou kunnen
worden volgehouden. En de Russen van tegenwoor
dig zullen wel niet sneller marcheeren en ook niet
minder hongerig en dorstig zijn dan de Franschen
van toenl
Bovendien is de afstand naar Berlijn niet alleen
lang, maar ook gevaarlijk. De Russen kunnen niet
optrekken en Duitsche korpsen en Duitsche vestingen
achter zich laten, welke een voortdurende bedreiging
zijn.
De Russen zullen dan ook wel niet als een sneeuw
storm op Berlijn afkomen. Men weet niet wat er in
een later stadium van dezen massa-krijg kan gebeu
ren, maar vooreerst behoeven de Duitschers van den
Russischen opmarsch nog niet veel te duchten.
Meer direct gevaar dreigt Duitschland van uit Ja
pan. Morgenmiddag 3 uur verstrijkt de termijn van
acht dagen, in het ultimatum uit Tokio aan Berlijn
gesteld.
Als een aardig staaltje, hoe onvolledig ook de Duit
sche regeering haar onderdanen inlicht, vermelden we
dat in de Berlijnsche bladen van Woensdag j.l., die
we heden reeds ontvingen, enkel melding wordt ge
maakt van een gerucht, dat Maandag te Peking liep,
volgens hetwelk Japan van plan zou zijn aan Duitsch
land een ultimatum te stellen terwijl in werkelijk
heid het ultimatum reeds Zondag door de Duitsche
regeering is ontvangen!
„Morgenpost" en „Lokal Anzeiger" zetten beiden
boven het bericht: „Ein ultimatum Japans an
Deutschland?", zij plaatsten het dus Woensdag nog
in vragenden vorm. Het „Tageblatt' hecht echter
meer waarde aan het bericht en de heer Theodoor
Wolff, de hoofdredacteur, wijdt er een artikel aan
waarin hg laat doorschijnen dat „aan politiek geïn
formeerde kringen de stand van zaken niet verborgen
is gebleven." En hij zegt, dat niemand kan twijfelen,
hoe het antwoord zal luiden en dat de Duitsche re
geering, hoe bedreigd Kiautsjau ook moge zijn, het
antwoord zal weten te vinden, dat den aan den weg
liggenden struikroover toekomt."
De „General Anzeiger für Elberfeld-Barmen" van
Donderdag, die we eveneens heden reeds ontvingen,
heeft echter een officieele kennisgeving van de aanbie
ding van het ultimatum gekregen en dit blad plaatst
boven een artikel dan ook al „een nieuwe tegenstan
der."
„Ofschoon", zegt het blad, „nu menig braaf Duit-
scher in Oost-Azië den heldendood zal moeten ster
ven en onze vloot daar aan de vernietiging is overge
geven voor den grooten oorlog zal dit zonder be-
teekenis zijn. Dat Japan direct in Europa kan ingrij
pen, is geheel buitengesloten. Ten slotte staat tegen
over hem in Amerika een tegenstander, een trouwe
bondgenoot voor ons".
Blijkens een telegram in dat nummer schreef de
Voss. Ztg.„Het is niet buitengesloten, dat door 't Ja-
pansche optreden de oorlog, die reeds Europa geheel
in brand gezet heeft, nu ook de geheele overige we
reld hel zal doen oplaaien. De Vorwarts noemt de
eisch van Japan misdadig, de Kreuz. Ztg. zegt, dat
Duitschland bereid is den nieuwen last op de schou
ders te nemen: „liever moge kostbaar Duitsch bezit
in Oost-Azië verloren gaan, liever moge Duitsch
bloed ook in het verre Oosten vloeien, dan dat wij
het gele eilandenvolk het juiste antwoord schuldig
blijven."
Het is duidelijk, dat Duitschland morgenmiddag om
drie uur een vijand meer zal hebben en dat het bericht
over de oorlogsverklaring van Japan, verleden Zater
dag ons geseind, een week tevroeg is gekomen.
TEGENSPRAKEN.
Verschillende bladen berichtten niet alleen, dat ge
neraal von Deimling, doch ook dat de Duitsche gene
raals von Emmich en von Maritz gewond, gevallen of
gevangen genomen zijn. Deze berichten zijn, zoo
meldt Wolff, onwaar.
DE SOCIAAL-DEMOCRATEN.
Het sociaaldemocratische partijbestuur te Berlijn
heeft de geruchten over een in Duitschland heerschen-
de revolutie, aanslagen op den Keizer, arrestatie en
fusileering van op den voorgrond tredende partijlei
ders, op de meest besliste wijze tegengesproken.
Gedurende dezen verdedigingsoorlog, zegt het be
stuur, zijn er in Duitschland geen partijen meer, en
bestaat alleen nog de gedachte het vaderland te be
schermen. Liebknecht, die, naar het heette, doodge
schoten is, wacht slechts op een oproeping, om ten
strijde te trekken. De leider der Zuid-Duitsche revisio
nisten, dr. Frank, bevindt zich reeds in het front.
De sociale partij heeft zich als vertegenwoordiger
van den Duitschen arbeidersstand aangesloten bij de
verdedigingspolitiek van het rijk en daarom ook de
oorlogscredieten ingewilligd.
ENGELSCHE ONDERZOEKINGSTOCHTEN.
De „Manch. Guardian" deelt mede, dat een aantal
hooggeplaatste officieren van het Britsche leger vol
komen op de hoogte zijn met de topographic van de
toegangswegen naar Frankrijk door België langs de
Maas en ook van de grensstreken van Elzas-Lotha-
ringen. Zoo heeft b.v. generaal Smith Dorrien, de
opvolger van generaal Grierson als bevelhebber van
het tweede legercorps in het vorige najaar in burger-
kleeding een tocht gemaakt in de genoemden streken.
Hij reisde per auto vergezeld door een adjudant en
maakte studie van de Maasoevers en van de strate
gische mogelijkheden van een opmarsch langs een der
beide oevers. Ook gaf hij zijn officieren gelegenheid
met eigen oogen het terrein te verkennen waar langs
mogelijk een opmarsch der Duitschers naar Frankrijk
zou kunnen plaats hebben. Ook sir Douglas Haig
wekte indertijd al zijn officieren op studie te maken
van het land waarin ze misschien te strijden zouden
hebben.
In Engeland hield men dus al rekening met de
gebeurtenissen, die nu werkelijk plaats hebben.
ENGELSCHE LOF OVER BELG Ié.
De Londensche bladen prijzen den moed en de
wijsheid van de Belgen, waar zij Brussel hebben op
gegeven cn zich een onmiddellijk en nationaal verlies
hebben getroost ten bate van het algemeene veld
tochtsplan. Zij wijzen ook op het gevaar voor de
Duitschers, nu deze een ongeslagen en sterk leger
schijnen te willen overvleugelen, terwijl twee bijzon
der sterke vestingen, Antwerpen en Namen, ongeno-
men aan hun beide flanken staan.
DE OPSTAND IN DEN KAUKASUS.
De opstand in den Kaukasus tegen Rusland is in
een algeheele revolutie ontaard, zoo heet het uit Oos-
tenrijksche bron. Reeds dagen lang hebben bloedige
gevechten tusschen de opstandelingen en de trouw
gebleven Russische troepen plaats. De loop der ge
beurtenissen in den Kaukasus en aan de grens wordt
in Turksche regeeringskringen met toenemende on
gerustheid gevolgd.
Er verschijnen deputaties uit de Kaukasische grens
dorpen bij de bevelhebbers der Turksche troepen, die
hun komen smeeken, het Turksche leger te laten bin
nenrukken.
De toestand begint onhoudbaar te worden.
VERRICHTINGEN VAN PéGOÜD.
De bekende Fransche kopduikelaar Pégoud is te
Parijs aangekomen om zich een nieuw vliegtuig te
verschaffen. Zijn toestel is onbruikbaar gemaakt
door 22 geweerkogels en 2 granaten.
Hij verklaarde vergezeld van een officier, boven
den Rijn gevlogen te hebben en bommen te hebben
laten springen te midden van twee Duitsche convooi-
en.
HET JAPANSCHE ULTIMATUM.
Naar men in Nieuw-York verneemt, heeft China bij
den Amerikaanschen gezant te Peking inlichtingen in
gewonnen in zake de houding van de Vereenigde Sta
ten, ingeval Duitschland 't gebied van Kiautsjou zou
afstaan aan de Vereenigde Staten, met 't verzoek, dit
gebied onmiddellijk aan China terug te geven. Men
gelooft, dat dit verzoek om inlichtingen een gevolg is
van een desbetreffend voorstel van Duitschland.
In regeeringskringen te Washington wordt over
deze zaak het stilzwijgen bewaard, maar men voor
ziet, dat de Vereenigde Staten zullen toestemmen, in
dien zij voorloopig verzekerd zijn dat Japan en Groot
Brittannië hiermede accoord gaan
IN ELZAS-LOTHARINGEN.
De Fransche troepen behaalden, volgens een offici
eele Parijsche mededeeling, een schitterend succes
tusschen Altkirch en Mühlhausen in den Elzas. De
Duitschers moesten zich op den Rijn terugtrekken. 24
kanonnen werden buit gemaakt en tal van krijgsge
vangenen werden gemaakt.
In Lotharingen ondema mnede Duitsche troepen
onder aanvoering van den Kroonprins van Beiren een
heftigen tegenaanval, waarbij ze tusschen Metz en de
Vogezen de overwinning behaalden op de Franschen,
die zich met zware verliezen moesten terugtrekken
naar de Seille en het Marne-Rijn-kanaal.
Vele duizenden soldaten werden krijgsgevangen ge
maakt en verscheidene kanonnen veroverd. De om
vang van de overwinning is nog niet te overzien, daar
het slagveld een grootere uitgestrektheid beslaat dan
in de veldslagen van 1870/71, zegt een Berlijnsch be
richt.
De Franschen voegen hieraan toe, dat het aan
Duitschland, na een mobilisatie van 17 dagen, niet is
gelukt, den oorlog op Fransch grondgebied over te
brengen.
EEN GEVECHT BIJ BAZEL.
In Londen heeft uit Parijs bericht ontvangen om
trent een gevecht op de grens nabij Bazel, tusschen
Fransche troepen en een Duitsch cavalerie-detache-
ment. De Duitschers werden verslagen en trokken
zich terug in de richting van Saint Louis, bij Alt-
Kirch, op het veld latende 500 dooden en gewonden
en nagenoeg alle paarden.
OORLOGSSCHATTINGEN.
Door den burgemeester van Luik is namens den mi
litairen commandant de volgende proclamatie uitge
vaardigd:
„De burgemeester deelt aan de bevolking mede,
dat de militaire overheid de provincie Luik een oor
logsschatting yan 50 millioen franken heeft opgelegd.
Deze schatting zal worden opgebracht in bijdragen
van alle inwoners en geïnd worden door tusschen-
komst van de burgerlijke administratieve ambtenaren.
Een officiéél Engelsch telegram meldt, dat Duitsch
land van Brussel een oorlogsschatting van 200 mil
lioen francs eischt.
EEN BELGISCH PROTEST.
De Belgische regeering heeft door bemiddeling van
een neutrale staat een protest tot de Duitsche regee-
ding gericht, waarin o. m. gezegd wordt, dat België
door Duitschland genoodzaakt is de wapenen op te
nemen.
De regeering heeft al het mogelijke gedaan het
deelnemen aan den strijd door burgers te verhinderen.
Indien het een of andere feit, strijdig met de wetter,
van den oorlog later zal worden vastgesteld, zal er
gelegenheid bestaan het op zijn juiste waarde te
schatten, rekening te houden met de begrijpelijke op
winding, die de wreedheden, door de Duitsche solda
ten bedreven, onder het Belgische volk, een door en
door eerlijk volk, maar energiek in de verdediging
van zijn eerbied voor de menschelijkheid, hebben uit
gelokt.
Lang zou reeds de lijst zijn van die gruwelen, in
dien men haar thans moest publiceeren.
Geheele streken zijn verwoest en afschuwelijke fei
ten zijn in de dorpen bedreven.
Een comité, gevestigd aan het Departement van
Justitie te Brussel, stelt de lijst dier gruwelen met
een nauwgezette onpartijdigheid vast.
DE FRANSCHE LUCHTVLOOT AAN HET
WERK.
Een officieel Fransch communiqué beschrijft den
stoutmoedigen tocht van een Franschen bestuurbare
ballon, die boven twee Duitsche cavalerie-kampen in
België vloog en een aantal bommen omlaag wierp,
I
il
COURANT.