DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
te ALKMAAR
No. 209
Honderd en zestiende jaargang.
VRIJDAG
4 SEPTEMBER.
op Maandag 7 September 1914.
Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en
Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele Rijk fl,—
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f0,10. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
FRANKRIJK.
DUITSCHLAND.
ENGELAND.
RELGIË.
OOSTENRIJK.
Duitschland en de verbondenen.
De Oostenrijkers en de Rnssen.
flj
tl II
1- I
it I
to
Telefoonnummer 3.
ALKMAAR, 4 September.
Vandaag wordt in een telegram uit het groote
Duitsche hoofdkwartier gemeld, dat de cavalerie van
het leger van maarschalk von Kluck tot in de nabij
heid van Parijs is gekomen.
Toen wij den 22sten Augustus een telegram ont
vingen, waarin werd gezegd, dat het Duitsche leger
in België op weg was naar Rijssel, hébben wij daarbij
onmiddellijk aangeteekend, dat de Duitschers veel
noordelijker Frankrijk trachten binnen te dringen,
dan vermoed werd. Drie dagen later deden we uit
komen, dat de Duitsche cavalerie, volgens een Fransch
communiqué bij Rijssel het Fransche gebied binnen
trekkende, wel niet op patrouilledienst zou zijn, maar
de kop van een legermacht, welke het eerst op Parijs
zou aanrukken, zou zijn, welke veronderstelling,
waarvan wij de o. i. groote waarschijnlijkheid uitvoe
rig toelichtten, thans geheel juist is gebleken: het is
inderdaad het leger van von Kluck, dat het eerst voor
Parijs komt te staan.
Wat nu het communiqué verder betreft, leest men
eruit, dat de uitvoering van het Duitsche veldtochts
plan sinds 't laatste bericht alweer gevorderd is. De
Duitschers hebben de sperversterkingen bij Hirson,
Ayvelles, Condé, La Fère, Laon zonder strijd vermees-
terd en daarmede bevinden zich alle sperverster
kingen in Noord-Frankrijk, behalve de vesting Mau-
beuge in Duitsche handen. D w. z. dat op Reims
na, ook de tweede linie, welke in de tweede plaats de
toegangen naar Parijs zouden moeten afsluiten, in
hun bezit is. En de aanval op Reims is nu ook al be
gonnen!
Dit alles wordt met een koelheid medegedeeld, als
of het de gewoonste zaak van de wereld is!
De Franschen trekken terug, onder de verpletteren
de overmacht der legers van generaal von Kluck, von
Bülow, v. Hausen en den hertog van Wurtemberg op
den oever der Mamelinie.
Begrijpen wij het goed, dan zijn de Duitschers
bezig de Franschen in te knellen, aldus een tweeden
Sedan voorbereidend. En dan lijkt het ons voor de
Franschen verontrustend, dat in het communiqué
wordt geconstateerd: de legers van den kroonprins
van Beieren en den veldmaarschalk von Heeringen
hebben nog altijd een krachtigen vijand in de ver
sterkte stellingen in Fransch-Lotharingen tegenover
zich.
Immers die legers hebben slechts één taak: de Fran
sche legers daar bezig te houden, totdat de omsinge
ling zal zijn afgeloopen. Het bericht van het Duit
sche hoofdkwartier nu geeft te verstaan, dat de Fran
sche troepen hier niet zijn, geretireerd op Reims. Was
dit wèl geschied, dan had het Moezel-leger steun
kunnen bieden aan het in gedrang komende Maas
leger. Inmiddels heeft het leger van den Duitschen
kroonprins het Fransche leger, steunende op Verdun
in Zuidelijke richting teruggeworpen, van die zijde
wordt dus de afsluiting ook in de hand gewerkt.
Het lijkt er inderdaad heel erg naar, dat de Duit
sche ijzeren ring van dag tot dag steviger wordt ge
slagen om de terugwijkende Fransche troepen. In
deze voorstelling zijn slechts drie dingen mogelijk:
een tweede Sedan, d. w. z. een overgave in massa,
zonder Keizer ditmaal 8) een terugtr. op Parijs en
s) een verder uitwijken naar het Zuiden. De tweede
mogelijkheid ligt het minst voor de hand, omdat men
mag aannemen dat de val van de hoofdstad hoog
stens een kwestie van weken is. De derde mogelijk
heid past geheel in de tactiek, de laatste dagen her
haaldelijk aangeprezen: de Duitschers diep in
Frankrijk lokken er voor hen een fuik openzetten,
waaruit geen ontkomen mogelijk is.
Verrassingen zijn natuurlijk geenszins uitgesloten,
en wanneer deze mogelijkheid werkelijkheid wordt
zouden we het als een verrassing beschouwen. Dit
is als wat er heden van den toestand in het Westen te
zeggen valt men dient hierbij in het oog te hou
den, dat wij enkel een Duitsch officieel communiqué
ter onzer beschikking hebben en overigens heel weinig
weten van de posities, welke de verschillende Fran
sche legers innemen.
Zeker is echter, dat beslissende berichten van dit
oorlogsterrein slechts enkele dagen zullen kunnen uit
blijven. Zóó belangrijk achten wij de gebeurtenissen,
welke zich daar afspelen, dat een Duitsche overwin
ning de herinnering aan Sedan, een Duitsche neder
laag die aan Jena zal doen verbleeken. Men vergete
toch niet, dat er thans zooveel legers tegenover elkaar
3taan als vroeger legerkorpsen, dat er op het oogen-
blik 7 Duitsche legers op Franschen bodem opereeren
tegenover het geheele Fransche veldleger, versterkt
door reserves, door het Engelsche expeditie-leger en
zelfs door Belgische troepen.
Terwijl de Franschen de meest mogelijke geheim
zinnigheid aan den dag leggen, knoopt de officieeuze
„Berliner Lok. Anzeiger" aan de aanwezigheid van
den Keizer op het oorlogsterrein een beschouwing
vast, waarin duidelijk doorschemert, dat men met stel
ligheid de vernietiging van de Fransche hoofdmacht
verwacht.
Overigens valt het ons op, dat Wilhelm II zich
blijkbaar geheel van de allures van een Napoleon vrij
weet te houden. Napoleon I toch was zelf de ontwer
per van de legerplannen en hield zelf de uitvoering
in vaste hand. Maar Wilhelm II schijnt tot den chef
van den generaal von Moltke in precies dezelfde ver
houding te staan als Wilhelm I tot von Moltke Sr.:
het is de chef van de nstaf, die de plannen ontwerpt en
de legers commandeert en het is de Keizer, die diens
daden met zijn Keizerlijke verantwoordelijkheid dekt.
Een enkel woord ten slotte over den toestand in het
Oosten. De Duitsche overwinning in het meren-ge-
bied van Hohenstein dijt in de Duitsche berichten hoe
langer hoe meer uit: er zijn nu al negentig duizend
Russen gevangen gemaakt. Nog één bericht en
het honderdduizendtal is vol. De Russen zien in deze
gebeurtenisslechts een „plaatselijke nederlaag", zij
zwijgen overigens met bewonderenswaardige volhar
ding over de dingen daar. En om hun schade in te
halen, spreken ze heel veel en heel hard over hun
overwinning op de Oostenrijkers. Een telegram
meldt zooeven, dat Lemberg in hun handen is. Wan
neer wij in aanmerking nemen, dat deze vesting vol
gens Oostenrijksche berichten ernstig werd bedreigd
en dat de Oostenrijkers daar in de buurt al leelijk klop
hebben gekregen, dan meenen wij wel vertrouwen aan
het Russische overwinningsbericht te mogen hechten.
Op zee blijft het stil de beschieting van Cataro,
Oostenrijksche haven in Dalmatië, volgens sommige
berichten door een Fransch, volgens andere door een
gecombineerd Fransch-Engelsch eskader, is niet be
vestigd uit Weensche bron. Trouwens de Ween-
sche bron vloeit ook niet overvloedig als het minaan-
gename feiten betreft!
P. S. De merkwaardige uitspraak van Victor Hugo
in de nationale vergadering van 1871 te Bordeaux, is
gisteren door het wegvallen van een regel onduidelijk
geworden. Wij laten haar hier nog even volgen, zoo
als zij had moeten luiden:
„Van morgen af aan, zal Frankrijk maar één gedach
te hebben zijn heiligen toom te voeden, een leger
„te vormen, dat uit een heel volk zal bestaan, weer
„het groote Frankrijk te worden, het Frankrijk van
„1792, het Frankrijk der idee en der sabel. En eens zal
„het zich onverwinlijk verheffen: het zal Lotharingen,
„den Elzas, den Rijn, Mainz en Keulen terugnemen.
„Het zal uitroepen: Duitschland hier ben ik. Zijn wij
„vijanden? Neen, ik ben uw zuster. Laten wij de
„Vereenigde Staten van Europa zijn, de universeele
„vrijheid, de universeele vrede. Ik zal nooit vergeten,
„dat gij mij van mijn Keizer bevrijd hebt, ik zal u
„thans van den uwen bevrijden."
EEN MANIFEST.
President Poincaré en de regeering hebben besloten
het volgende manifest tot het land te richten
„FranschenSedert eenige weken zijn onze troepen
in verbitterde gevechten met het vijandelijk leger ge
wikkeld. De dapperheid van onze soldaten heeft hen
op verschillende plaatsen besliste voordeelen doen be
halen, doch in het Noorden heeft de druk van de
Duitsche strijdkrachten ons tot den terugtocht ge
dwongen.
Deze toestand legt den president der republiek en
de regeering een smartelijke beslissing op. Om te
waken voor het nationale welzijn en de publieke or
ganen zien zij zich voor het oogenblik verplicht uit
Parijs te vertrekken.
Onder leiding van zijn voortreffelijken bevelhebber
zal het Fransche leger vol moed en vuur de hoofdstad
en haar vaderlandlievende bevolking tegen den Over
weldiger verdedigen.
De oorlog moet echter tegelijkertijd op het overige
gedeelte van ons grondgebied worden voortgezet.
Zonder vrede of wapenstilstand, zonder rustpoos of
zwakheid zal de heilige strijd voor de eer van de na
tie en het herstel van het geschonden recht worden
volgehouden.
Geen van onze legers is tpt wijken gebracht en zoo
sommige gevoelige verliezen geleden hebben, dan zijn
de leege plaatsen onmiddelijk weer aangevuld. Het
oproepen der rekruten verzekert ons voor het vervolg
nieuwe manschappen, nieuwe krachten.
Volhouden en vechten, dat moet het wachtwoord der
verbonden legers van Engeland, Rusland, België en
Frankrijk zijn. Volhouden en vechten, terwijl op zee
de Engelschen ons helpen om de gemeenschap onzer
vijanden met de overige wereld af te snijden. Volhou
den en vechten, terwijl de Russen voortgaan op te
rukken om aan het hart van het Duitsche rijk den be-
slissenden stoot toe te brengen.
Het is de taak van de regeering der republiek, om
dezen hardnekkigen tegenstand te leiden. Overal zul
len de Franschen voor de verdediging van hun onaf
hankelijkheid opstaan, maar om aan de geweldige
worsteling kraait en afdoendheid te verzekeren, is het
noodzakelijk, dat de regeering vrij blijft om te hande
len.
Op verzoek van de militaire overheid heeft de re
geering dus haar zetel voor het oogenblik naar een
punt van het grondgebied overgebracht, waar zij in
ongestoorde verbinding met het geheele land kan
blijven. De regeering verzoekt de leden van het par
lement zich niet ver van haar te verwijderen, opdat zij
met hun medeleden een symbool van de nationale een
heid kunnen blijven vormen.
De regeering verlaat Parijs eerst, nadat zij de
verdediging van de stad en het versterkte legerkamp
met alle in haar macht staande middelen verzekerd
heeft. Zij weet, dat zij de bewonderenswaardige Pa-
rijsche bevolking niet tot kalmte, vastbeslotenheid en
koelbloedigheid behoeft te vermanen. Hier toont men
steeds aan de meest verheven plichten te voldoen.
Franschen! Laat ons waardig blijven onder deze
tragische omstandigheden. Wij zullen ten slotte de
overwinning behalen. Wij zullen haar behalen door
een nooit te verslappen wil, door te volharden en
door te zetten. Een volk, dat niet wil ondergaan en
dat om zijn bestaan te redden voor geen beproeving
en voor geen offers terugdeinst, kan er zeker van zijn
te zullen overwinnen."
HET VERPLAATSEN DER REGEERING.
De overbrenging van den zetel der regeering, is,
volgens een bericht uit Parijs, uit zuiver militaire
overwegingen geschied, nu Parijs de spil van de
krijgsverrichtingen der beide legers geworden is. Pa
rijs zal met de uiterste kracht verdedigd worden. Of
schoon een aanval altijd mogelijk is, schijnen de laat
ste berichten dien voor de meest nabije toekomst on
waarschijnlijk te maken. Het overbrengen van den ze
tel der regeering werd voorzichtig geacht, om de uit
oefening van het gezag in het geheele land te verzeke
ren.
DE DUITSCHE KEIZER IN FRANKRIJK.
De Berlijnsche „Loka 1-Anzeiger" 'schrijft over de
aanwezigheid van den Keizer op het Fransche oor
logsterrein: Voor ieder, die zich niet met opzet voor
de waarheid blind houdt, wordt daardoor een helder
licht geworpen op den loop der gebeurtenissen. De
hoogste militaire bevelhebber vertoeft op Fransch
grondgebied. Dit feit spreekt Duitsche taal. Het leert,
dat wij er zeker van kunnen zijn het totnogtoe verkre-
gene niet weer te verliezen, ook niet, wanneer wij te
genslagen krijgen. Nooit zou de Keizer naar Frankrijk
zijn gegaan, wanneer de verantwoordelijke personen
er nog rekening mede moesten houden, dat wij weer
over de grens kunnen worden teruggeworpen.
„HANSI".
Te Kolmar is het volgende bekend gemaakt:
De schilder Jean Jaques Waltz, alias Hansi, de ad
vocaat Albert Helmer en de tandarts Karl Huck, alle
drie uit Kolmar, zijn tot landverraders verklaard. Wie
hun onderkomen verleent of hun verblijfplaats ge
heim houdt, wordt naar oorlogsgebruik doodgescho
ten.
HET TWEEDE VRIJWILLIGERSCORPS.
Het is thans zoo goed als zeker, dat Lord Kitche
ner's tweede honderdduizend vrijwilligers vóór het
eind van deze week bijeen zullen zijn.
De Londensche „Daily Mail" heeft overal groote
roode plakkaten laten aanplakken waarop staat:
„Vecht voor uw vrijheid. Iedere man is noodig." Bij
de verschillende werfkantoren staan muziekkorpsen
te spelen. Er is een enorme toevloed van recruten.
Zelfs mannen van 30 en 40 jaar komen zich aanmel
den.
HULP UIT AUSTRALIë.
Australië zal nog een tweede strijdmacht van
10,000 man naar Europa zenden.
HULP UIT ZUID-AFRIKA.
In arbeidskringen in Zuid-Afrika zijn plannen tot
vorming van een Labour Legion, dat uit vier klassen
zal bestaan, n.l. uit recruten, die bereid zijn overal
dienst te doen, uit recruten die alleen in het gebied
van de Unie willen dienen, uit hen die alleen in het
district willen dienen en eindelijk uit een afdeeling
voor den medischen dienst en de ziekenverpleging.
Er zijn thans ongeveer 800 Duitsche en Oostenrijk
sche dienstplichtigen, die zich in Zuid-Afrika bevin
den, als krijgsgevangenen in een kamp bij Johannes
burg bijeengebracht. Enkele Duitsche officieren zijn
in Bloemfontein krijgsgevangen.
OPROERIGHEID IN EGYPTE
De gezagvoerder van een te Alexandrië aangeko
men Duitsch schip meldt, volgens een Berlijnsch be
richt, dat het thans in Egypte zeer onrustig begint te
worden en dat er voor een opstand tegen de Engel
schen wordt gevreesd.
Rijke Arabieren melden zich bij den Duitschen con
sul aan met het verzoek, op eigen kosten naar Duitsch
land te worden gebracht om daar tegen de verbonde
nen te strijden.
EEN ZEPPELIN TERUGGEDREVEN.
Dank zij de waakzaamheid der Antwerpenaren, die
met zoeklichten werken, is Woensdagavond, volgens
een bericht uit Weelde aan de N. R. Ct., een Zeppelin
teruggedreven, die boven Lier ontdekt werd. Het
schip vluchtte in de richting van Gent.
HONDERD JAAR TERUG.
Daar de spoorwegen in het door de Duitschers be
zette gebied uitsluitend gebruikt worden voor den
dienst voor het Duitsche leger, is tusschen Luik en
Brussel een diligencedienst georganiseerd. De reis
duurt twee dagen.
DE MARK IN BELGIë.
De Duitsche gouverneur heeft de mark tot wettig
betaalmiddel verklaard, en wel tegen een koers van
621/2 cent, hetgeen hooger is dan de mark voor den
oorlog gold.
GEEN OORLOGSCORRESPONDENTEN.
De oorlogscorrespondenten worden België uitgezet
Twee van de „Daily Chronicle" vertrokken naar Am
sterdam.
PRINSES LOUISE VAN BELGIë.
Naar aan de „Frankfurter Zeitung" uit Weenen ge
meld wordt, is aan prinses Louise van België kennis
gegeven dat zij Weenen binnen 24 uur moest verla
ten. Zij is een nicht van koning Albert en een zuster
van prinses Clementine Bonaparte, die met de ko
ninklijke familie naar Antwerpen gevlucht is.
DE DUITSCHERS NAAR PARIJS.
Het officieele bericht volgens hetwelk de Fransche
troepen, om geen beslissend gevecht in ongunstige
omstandigheden te aanvaarden, naar het Zuiden en
Zuidwesten waren teruggetrokken, heeft in Parijs zeer
grooten indruk gemaakt Een zeer groot aantal Parij-
zenaars, vooral vrouwen en kinderen, hebben de stad
verlaten.
De „Liberté" schrijft: Men kan zeggen, dat de oor
log in het tweede stadium is gekomen. De Franschen
zijn aan de eene zijde tot de poorten van Parijs terug
gedreven, aan de andere zijde houden zij de poort van
Lotharingen stevig toegegrendeld. De Fransche le
gers staan nog te Parijs en te Nancy. Zij zijn terug
getrokken, doch niet overwonnen. De Duitsche linie
breidt zich eveneens van de Seine tot de Moezel uit
De verbindingslijnen strekken zich uit tot den Rijn,
maar terwijl de voorhoede Parijs nadert, is Berlijn in
onrust over de bedreiging van den inval der Russen.
Het versterkte Parijs van 1914 is ook niet meer het
versterkte Parijs van 1870. Op het oogenblik be
schermt een gordel van groote forten Parijs, op een
afstand, welke een belegering eerst mogelijk maakt,
wanneer er 700,000 man voor gebezigd worden.
De „Liberté" schijnt verder te gelooven, dat de Duit
schers besloten zijn tot een krachtigen aanval op een
sector. De Duitschers zullen niet kunnen slagen, zegt
het blad verder, indien elk zijn plicht doet. Maar wat
er ook gebeure, de oorlog zal worden voortgezet en
de Fransche legers zullen stand houden.
ENGELSCHE DAPPERHEID.
De Londensche „Daily Chronicle" verneemt, dat het
vierde Duitsche leger, in het Somme-departement, dat
gedurende twee dagen getracht heeft de Engelsche
strijdmacht te verpletteren, ontzaglijke verliezen heeft
geleden. De grootere voortreffelijkheid van het En
gelsche geschutvuur en de dapperheid van de Engel
sche infanterie heeft het aan de Engelschen mogelijk
gemaakt, hun taak, den opmarsch der Duitschers te
vertragen, te volbrengen. Geen enkel leger zou be
stand zijn geweest tegen verliezen, als door het Duit
sche deze laatste dagen zijn geleden. Geheele infante-
rie-divisies werden weggevaagd. De Ehiitsche infan
terie heeft haar elan verloren en is niettegenstaande
de pogingen van de officieren enkele malen op de
vlucht geslagen, zoo luidt het bericht
Bij een ander gevecht, dat plaats vond dicht bij de
Belgische grens, leden de Engelschen zware verliezen
door granaat-kartetsen, die werden geworpen uit een
batterij van elf kanonnen, die in een bosch waren op
gesteld. Urenlang bleef dat geschutvuur aanhouden,
altijd met moordende uitwerking voor de Engelschen.
Toen deden de lansiers een heldhaftigen aanval.
Het regiment moest gedurende den rit niet enkel het
directe vuur van de bewuste batterij door staan, maar
tevens een hagel van projectielen uit andere vuurmon
den. Doch niets kon ae charge stuiten; de landers be
reikten de batterij, sabelden de kanonniers neer, maak
ten de kanonnen onbruikbaar, en reden toen terug.
Op dien terugrit leden zij zelfs nog grootere ver
liezen dan bij den aanval.
DE STRIJD IN GALICIë.
De Russen hebben bij Lemberg vier Oostenrijksche
legercorpsen, en niet drie, buiten gevecht gesteld, zegt
een bericht uit Londen. Het Oostenrijksche leger is
versterkt met talrijke landstormtroepen.
Het Oostenrijksche leger moet intusschen veel on
der spionnage van inlandsche vrienden der Russen te
lijden hebben. Deze spionnen lichten den vijand bij
dag door rookzuilen van verschillende kleur en bij
nacht door lichtseinen in. Ook signalen door middel
van spiegels werden op listige wijze gegeven. Zoo
heeft men een processie in hechtenis genomen, waar-
I
ALKMAARSCHE COURANT.
rol
r
H'