DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Luis AitoiihiÉn te huur.
JAC. MET, Carreeriefalirfat,
1 'i iiiili
Uitkeering vergoedingen
MILITIE en LANDWEER.
li
No. 219
Honderd en zestiende jaargang.
1914
ZATERDAG
5 SEPTEMBER.
BELGIË.
DUITSCHLAND.
ENGELAND.
OOSTENRIJK.
Telefoon 572. Alkmaar.
Duitschland en de verbondenen.
De Oostenrijkers en de Rnssen.
BMIM
P Jri
hi f
ALKMAAR, 5 September,
Vanmorgen ontvingen we het journal dea Débats
van 31 Augustus vermoedelijk de laatste Parijsche
courant, welke ons voorloopig zal bereiken.
Nóg is de Fransche hoofdstad niet afgesloten, nög
staat zij in telegrafische gemeenschap met de buiten'
wereld, maar niet lang zal het duren of de verkeer»
instellingen zullen enkel binnen- in de vesting gaande
worden gehouden en de schoone, levendige stad zal
tijdelijk het karakter dragen van een levend graf.
waarin menschen ademhalen, menschen vreezen,
menschen strijden.
Parijs zal een eiland worden, zoo éénzaam liggenc
te midden' van Frankrijk, te midden van de wereld,
dat geen zee het beter zou kunnen afsluiten.
En in de te verwachten gedwongen afzondering za
de Parijsche bevolking zelfs van de landsregeering
afgezonderd zijn.
Wanneer men hierover nadenkt, dan moet men wel
iet3 verbijsterends vinden in het besluit van de Fran
sche regeering, om haar zetel naar Bordeaux over te
plaatsen.
Dat de Belgische regeering van Brussel naar Ant
werpen werd overgebracht ligt evenzeer voor de hand,
alsdat onze regeering in tijd van nood naar Amster
dam zou verhuizen.
Antwerpen en Amsterdam, zijn immers allebei een
centraal reduit der landsverdediging, bestemd, om tot
het laatst toe weerstand te bieden en dienovereenkom
8tig in vredestijd ingericht: fortificatie, bewapening,
bezetting, munitie-voorziening, inundatie, approvian
deering, drinkwatervoorziening alles is dusdanig, dat
oen hardnekkige en doeltreffende verdediging zooveel
mogelijk gewaarborgd is en een langdurig beleg kan
worden doorstaan.
Welnu, wat Amsterdam is voor Nederland, dat is
Parijs voor Frankrijk. Neen, meer nog: Parijs is
Frankrijk.
En nu heeft de landregeering het centraal reduit,
van grooter beteekenis nog dan in eenig ander rijk,
verlaten. Waarom? Op verzoek van de militaire
overheid.
Men stelle zich een oogenblik voor, dat terwijl de
vijand de Hollandsche waterlinie reeds gepasseerd
was, onze. regeering op verzoek van de militaire over
heid overgeplaatst werd naar bijv. Groningen. De
regeering zou vrijblijven, zeker, maar zou die vrijheid
niet gelijk staan met algeheele afzondering van het
geen er in het hart van het land geschiedt? Hoe wil
zij, wanneer alle communicatie-middelen zijn afge
sneden, in verbinding blijven met de hoofdstad, hoe
zal zij kunnen samenwerken met den militairen com
mandant der hoofdstelling, hoe zal zij kunnen
regeeren ook over de bevolking der hoofdstad, hoe
zal zij de te nemen maatregelen door hare medever
antwoordelijkheid kunnen dekken?
Natuurlijk zal de Fransche hoofdstad niet zijn
verlaten om haar zonder vechten aan den vijand over
te leveren, gelijk de Athenen hun hoofdstad aan
Xerxes overlieten en naar Salamis verhuisden, nóch
in een vuurzee vergaan, gelijk Moskou, toen deze stad
in Napoleons handen was gevallen.
Maar wat dan?
Wij kunnen slechts één oplossing vinden en deze is,
dat Parijs niet lang zal verdedigd worden, dat de
Fransche regeering de schoone stad niet aan de ver
nietiging zal prijs geven, maar dat de Fransche hoofd
stad even gemakkelijk in Puitsche handen zal vallen
als La Fère, Laon en Reims het is wel toevallig
dat de oude kroningsstad, welke gisteren door de
Duitschers werd bezet, ook in 1870 op den 4den Sep
tember door de Pruisische troepen werd binnenge
rukt. Zoo worden dus de legers niet opgesloten,
maar kunnen de veldlegers buiten de vestingen den
strijd voortzetten en den vijand uitputten.
Wij verwachten dus, dat Parijs niet lang tegenstand
zal bieden, maar zich zal overgeven zoodra bijv. hun
verdedigingslinie is verbroken en de Duitschers er in
geslaagd zijn bijvè zich van één sector meester te ma
ken. De Duitschers mogen dan een,hooge schatting
heffen en zich verheugen over een triumftocht, van
beslissende beteekenis is dan de inneming van Parijs
niet, de regeering toch is elders gevestigd en de be
zetting heeft tijdig den aftocht geblazen.
Hoe de Fransche tactiek zal zijn, vinden we nog
eens duidelijk aangegeven in het hierboven genoemde
Parijsche blad.
De groote voordeelen van een langdurigen en hard-
nekkigen tegenstand, worden daar aldus geschetst:
„De Duitschers zullen ontzettend veel manschappen
en munitie moeten opofferen. Hoe verder zij zich van
hun basis, van hun arsenalen, hun magazijnen verwij
deren, des te langzamer, des te minder onafhankelijk
en geregeld hun verplegingsdienst zal worden. Hun
communicatie-lijn, welke zoo snel in een vijandelijk
land verlengd wordt, ontmoet hinderpalen, welke zij
niet kunnen overwinnen, omdat de tijd er toe ont
breekt. Hun convooien zullen langs omwegen moe-
teu gaan. De spoorlijnen zijn niet meer intact. Al
deze zaken leiden tot .xzwakking, welke ons leger
niet heeft te duchten, omdat wij ons in eigen land be
vinden en alle middelen bij de hand hebben. Verlie
zen aan manschappen en paarden, onvoldoende
voorraden munitie en levensmiddelen zullen het ge
volg zijn van de snelheid, waarmede de Duitsche ge
nerale staf aanvallend zal moeten optreden. Men be
rekent, dat zijn infanterie in de moorddadige gevech
ten nu reeds voor een derde is ingeslonken. Er is geen
tijd om de verliezen aan te vullen. De legermacht
wordt dus tegenover de onze, welke minder beproefd
wordt, verzwakt."
Evenwel dient opgemerkt, dat de Duitsche communi
catie-lijnen zich tot dusverre in uitstekende orde be
vinden. Hun hoofdaanvoerlijn komt niet - als in
'70 uit het Oosten, maar loopt over Luik, Namen,
Maubeuge. Vandaar, dat, zooals een telegram meldt,
deze laatste stad, het eenige sperfort in Noord-Frank
rijk, dat niet in Duitsche handen is, thans door de
Duitschers beschoten wordt. En vandaar ook, dat de
Duitschers hebben gezorgd deze verbindingslijn vol
doende te verzekeren, waarvoor ook al weer Reims
een belangrijke aanwinst is. De voornaamste bedrei
ging komt thans nog uit Verdun, een waar reservoir
van versche Fransche troepen, dat voor. het leger van
den Duitschen kroonprins reeds voortdurend gevaar
oplevert. Vermoedelijk zal Duitschland ook trachten
deze vesting te nemen, maar zij is buitengewoon sterk
of zou ook dit garnizoen tot het veldleger gaan be-
hooren
In het stelsel van terugtrekken past dit zeker, het
stelsel, dat niet tot volslagen nederlagen leidt, dat
groote dapperheid en groote hardnekkigheid ver-
eischt, maar dat het warme bloed der jonge soldaten
als water vloeien doet.
En wéér dreigt het aantal oorlogvoerenden zich uit
te breiden. Wanneer de Kleine Johannes van Frede-
rik van Eeden zijn leerzamen tocht door de duinen
doet, maakt hij kennis met het bloeddorstig gezel
schap der mieren, die net zoo lang oorlog voeren tot
alle kolonies op één na zijn uitgeroeid. Wanneer hij
daarover zijn afschuw te kennen geeft, krijgt hij
hooren, dat de menschen immers naar de mieren gaan
om wijs te worden.
De moorddadige mierenwijsheid schijnt thans wel
heel erg de menschheid te doordringen. Turkije
Griekenland staan nu blijkbaar ook op het punt zich
in het strijdperk te voegen, zoodat daarin steeds meer
beschaafde, half-beschaafde en onbeschaafde volkeren
aangenomen dat deze indeeling in onzen tijd nog
mag worden toegepast verschijnen. Turkije be
schikt over een leger van een half millioen, Grieken
land over 150,000 en Bulgarije dat door Rusland
wel in het conflict zal worden betrokken, wanneer
het er een grooter voordeel in ziet zijn troepen bij
Varna te mogen landen dan Bulgarije tot vriend te
hebben heeft ook nog een half millioen. Ongeveer
drie vierde gedeelte van de bevolking van Europa
komt zoo langzamerhand aan het vechten.
Maar wanneer nu de Balkanstaten ook zich
den strijd gaan mengen, dan is er één heel groot ge
vaar. Doet Turkije mee wat zal dan de Mohamme-
daansche wereld doen, wanneer de Sultan haar tot
den heiligen oorlog oproept? In de Engelsche bezit
tingen wonen er 100 millioen. Ziedaar het groote ge
vaar, waarop de Engelsche minister Burns wees, toen
hij weigerde de verantwoordelijkheid van het mee
doen aan dezen oorlog te aanvaarden. „De vlag van
Mohammed zal voorop gedragen worden, wanneer
de vlammen van het oproer in Indië oplaaien. En als
er een tweede mhadi opstaat, z^l over de lijken der
Engelsche troepen in Karthoem het denkbeeld der
ontwaking van het volk van Mohammed naar Egypte
worde novergebracht."
Het is te hopen, dat deze vrees niet gewettigd zal
zijn. Het gevaar bestaat, maar mocht het inderdaad
verwezenlijkt worden, wanneer de heele Mohamme-
daansche wereld aan het krijgvoeren mocht gaan
dan is het eind van dezen volkeren-oorlog, waarin
dan niet slechts politieke en economische maar ook
religieuze factoren invloed uitoefenen, zeker niet te
overzien. Dan kon het wel eens de twintig jaren du-
waarover minister Asquith gisteren heeft gespro-
m
ren.
een!
DENDERMONDE GENOMEN.
Een Duitsche legermacht, komende uit de richting
Brussel, Merchtem, Buggenhout, heeft gisteren in den
vroegen morgen naar uit Antwerpen wordt gemeld
gedemonstreerd in de richting van Dendermonde. De
3elgen, sterk verschanst ten zuiden der stad, waar zij
:>eschikten over sterk geschut, hebben een hevig vuur
geopend om zes uur 's morgens. Ten Zuid-Westen
van Mechelen heeft men de dijken van de Leuvensche
vaart doorgestoken en heel de streek onder water doen
loopen. De Duitschers werden door deze overstroo
ming totaal verrast. De manschappen stonden tot
'loven het middel in het water en de kanonnen geraak
ten in de slijk vast. Op deze half verdronken troepen
richtten heel den namiddag de Belgische troepen,
ondersteund door de forten van de buitenste verdedi
gingslijn, een woedend vuur, dat onder de Duitschers
een enorme schade aanrichtte.
Een officieel bericht uit Antwerpen meldt later, dat
Dendermonde door de Duitschers is genomen.
Voor de overweldigende meerderheid van de Duit
schers heeft het garnizoen de stad moeten verlaten en
zich terug moeten trekken ten Noorden van de Schel
de, zonder iets voor den vijand achter te laten.
Het doel van deze operatie schijnt te zijn, den
linkervleugel van de positie, die ten Noorden van
Brussel ingenomen is, te beschermen. Dendermonde
is geen vesting meer en derhalve is het verlies voor de
verdediging van Antwerpen niet van direct belang.
DE TOESTAND IN NAMEN.
De hotels tegenover het station te Namen gelijken,
naar het Berliner Tageblatt verneemt, op legerkam'
pen. Geheele pleinen zijn in de asch gelegd. De
„Grande Place" met zijn schoon raadhuis, bestaat
niet meer. De stad zelf is zonder brood; Duitsdie
posten staan voor de broodwinkels, die door het volk
bestormd worden.
De Duitsche troepen worden van voedsel voorzien
uit de reusachtige voorraden geconserveerde levens
middelen, die de Duitschers uit de veroverde forten in
handen vallen. In de stad is aan alles gebrek.
Te Gembloux is voor grof geld zelfs geen brood te
verkrijgen.
DE KEIZER BIJ DE TROEP.
Toen de groote slag tegen de aanvallende tien
Fransche legerkorpsen werd geleverd, kon de Keizer,
alüus meldt het Nieuwsagentschap Wolff, het niet
meer in het hoofdkwartier uithouden. Hij snelde naar
het front en bracht den nacht door te midden van de
troepen.
Op Sedandag (2 Sept.) vond naar een oorlogs
correspondent van de „Vossische Ztg." meldt op
het slagveld bij Sarbey de ontmoeting plaats van Kei
zer en Kroonprins. Ontzaglijke geestdrift ontstond bij
de troepen, overal waar de Keizer langs reed. De
Keizer begaf zich ook naar het regiment koninklijke
grenadiers No. 7, dat door Prins Oskar wordt aange
voerd. De Keizer hield een toespraak tot de troepen.
Het was een aangrijpend oogenblik; de ondergaande
zon verlichtte het slagveld en uit de richting van Ver
dun duurde het kanongebulder voort.
De toespraak van den Keizer werd met „hoera's" en
het volkslied beantwoord.
SPIONNAGE.
De „Jüdische Kundschaft" geeft volgens een be
richt uit Berlijn onthullingen over de wijze waarop
Rusland in Duischland spionnendiensten deed ver
richten. Te Berlijn is jarenlang een bureau onder
houden, welks leider 2000 gld. inkomen kreeg om
naar het heette, de Russen, die een gevaar voor den
staat vormden, te bewaken. In waarheid was echter
het toezicht op elementen, die een gevaar voor de staat
vormden, slechts bijzaak; hoofdzaak vormde het be
nei {gevende omtrent militaire geheimen.
De Russische militaire attaché Bazarof, dien men
vertrouwde, bezorgde de moeilijkste zaken in hoogst
eigen persoon. Het gezantschap en de consulaten
hadden de taak, onder voorwendsel de Russische en
monarchistische belangen te beschermen, een veelver-
takt stelsel van spionnage in werking te stellen.
„AL DUURT HET TWINTIG JAAR".
In een indrukwekkende vergadering te Londen ge
houden, hebben de Engelsche minister-president As
quith, de leider der conservatieven Bonar Law en de
marine-minister Winston Churchill een beroep gedaan
op ae recruten, om te strijden voor de rechtvaardige
zaak van Engeland, en den zege te verzekeren.
Een reusachtige menigte stroomde toe, om deze
vergadering bij te wonen en de bezoekers stonden
dient opeen gepakt.
De verschijning der drie sprekers werd met luid
gejuich begroet.
De minister-president sprak met kalme stem, nu en
dan bewogen, vooral toen hij gewaagde van Enge-
land's pogingen om den oorlog te vermijden.
slechts Duitschland is ervoor verantwoordelijk, zei
hij, dat de vredesvoorstellen van sir Edward Grey
schipbreuk hebben geleden.
De schending der Belgische neutraliteit was slechts
de eerste stap van een wei-overwogen politiek, waar
van het onmiddellijke, zoo niet het laatste en niet ver
af zijnde doel was, de onafhankelijkheid van drie sta
ten van Europa, n.l eerst van België, dan van Neder
land en ten slotte van Zwitserland te vernietigen.
Ten slotte verklaarde de heer Asquith rustig, maar
beslist: „Wij zullen het zwaard niet in de schede ste
ken, voor wij de overwinning hebben behaald, al moet
het ook twintig jaar duren."*
De heer Bonar Law kenschetste dezen oorlog als
een der grootste misdaden van dezen tijd.
Ten slotte werd onder enorme geestdrift een motie
aangenomen, waarin gezegd werd, dat de legers ge
steund moeten worden en waarin een beroep op de
natie gedaan wordt om den oorlog voort te zetten tot
de overwinning behaald zou zijn.
Minister Winston Churchill verklaarde, dat de
machtige vloot de veiligheid van Engeland zal waar
borgen en het ten slotte de overwinning zal verzeke
ren.
ULSTER VRIJWILLIGERS.
In een redevoering te Belfast heeft Sir Edward Car
son, de leider der Ulster-mannen, verklaard, dat een
voldoend aantal Ulster vrijwilligers een zelfstandige
divisie regeeringstroepen zullen vormen onder aan
voering van hun eigen officieren.
VERLIEZEN.
Een aanvullingslijst van de verliezen door het En
gelsche Hoofdkwartier medegedeeld, meldt, dat ge
sneuveld zijn: 18 officieren en 52 minderen, gewond:
78 officieren en 312 minderen.
Vermist: 36 officieren en 4672 minderen.
Van de vermisten bevinden zich vermoedelijk 2682
in verschillende hospitalen.
DE POOLSCHE LEGIOENEN.
Bij het Oostenrjjksche leger in Polen en de verde
diging van Galicië zijn vrijwillige Poolsche legioenen
krachtig werkzaam volgens de Berlijnsche „correspon
ded Norden." Men spreekt van 100.000 man. Se
dert jaren bereiden zich in Galicië de Polen voor op
dezen strijd.
De Burgemeester van Alkmaar brengt ter
kennis van belanghebbenden, dat de 4e uit*
keering der vergoedingen zal plaats hebben
ten stadhulze, alhier, op MAAJfDAG 7 SEP
TEMBER a.s. voor zooveel de LANDWEER
betreft van 10—11 uur en voor zooveel de
MILITIE betreft van 1112 uur des voor
middags.
Alkmaar, 5 September 1914.
De Burgemeester voornoemd,
G. RIPPING.
BILLIJK TARIEF.
Zelfs vrouwen melden zich nu in grooten getale
aan om onder de wapenen te komen, zoodat het Pool
sche hoofdkwartier te Krakau dezer dagen openlijk
moest verklaren dat vrouwen niet konden worden in
gedeeld bij het leger.
Twee legioenen zijn bijna volledig uitgerust en om
vatten 32000 man.
Daar de Russen den oorlog verwachtten, zochten
zij zich den laatsten tijd de gunst der Polen te ver
werven door tamelijk vérstrekkende concessies. Er
konden in Russisch Polen Poolsche scholen worden
gesticht: de Russische emigratie-commissie stelde zich
in betrekking'met Poolsche boeren, kortom Rusland
deed op het laatste oogenblik alles om de harten der
Polen te winnen, maar het was te laat.
EEN OFFICIEEL DUITSCH BERICHT.
Uit het groote Duitsche hoofdkwartier wordt vol
gens een officieel Wolff-bericht gemeld:
„Reims is zonder slag of stoot door de Duitschers
bezet.
De oorlogsbuit der legers wordt slechts langzamer'
hand bekend. De troepen kunnen bij hun snellen op-
marsch daaraan slechts weinig aandacht schenken.
Stukken geschut en voertuigen bleven achtergelaten in
het veld staan. De etappe-troepen moeten langza
merhand dezen buit verzamelen.
1 ot nu toe heeft slechts het leger van generaal von
Bülow tamelijk nauwkeurig opgaven kunnen verstrek
ken. I ot einde Augustus had dit leger zes vaandels,
233 stukken zwaar geschut, 116 stukken veldgeschut,
79 machinegeweren en 116 voertuigen buitgemaakt,
terwijl 12.934 man gevangengenomen werden.
VON STEIN.
EEN DUITSCHE VLIEGMACHINE GEVAL
LEN.
Uit goede bron verneemt Reuter uit Parijs, dat een
Duitsche aeroplane Donderdagavond vijf uur gevallen
is te Vincennes, bij Parijs.
LEMBERG EN HALICZ GENOMEN.
Het Petrograder telegraaf-agentschap meldt:
De Oostenrijksche troepen hadden volgens een be
richt van den Russischen generalen staf, zich voor den
aanval der Russen op het front Lublin—Cholrn, op de
gevechtslinie: Sawichost - Janow - Bjelgara - -Torna-
schow - Belzec over een lengte van pl. m. 160 K.M.
opgesteld.
Op het oogenblik dat de Russen aanvielen, was de
opstelling der Oostenrijkers nog niet voltooid.
De Russische troepen ten Oosten van Lemberg, op
de lijn LoetskDoebowProskoerow trokken naar
Lemberg op om de Oostenrijksche dekking te vernieti
gen en tegen de flank en de achterhoede te opereeren.
Lemberg werd, nadat de forten zich hadden over
gegeven, door de Russen ingesloten en ten slotte ge
nomen.
Een telegram van grootvorst Nikolaas aan dien
Keizer meldt:
„Met buitengewone vreugde en dank jegens God
meld ik Uwe Majesteit, dat het zegevierende leger
van generaal Roezsky vanochtend om elf uur Lemberg
heeft genomen.
Het leger van generaal Broessilof heeft Hallcz
veen stad met 4850 inwoners in Galicië, op de plaats
waar de Luckow in de Dnjester stroomt) genomen.
Ik vraag als belooning voor generaal Roeszky we
gens zijn leiding van de voorafgegane gevechten de
orde van St. George 4de klasse en voor de inneming
van Lemberg, dezelfde orde 3de klasse; voorts voor
generaal Broessilof voor de door hem geleverde ge
vechten de orde van St. George 4de klasse."
Lemberg is gelijk men weet, de hoofdstad van Gali-
cië, telt 250,000 inwoners. De stad de zetel van drie
aartsbisschoppen, heeft een universiteit en talrijke in
stellingen van hooger vakonderwijs. Lemberg is met
zijn vele fraaie gebouwen een van de schoonste steden
van Oostenrijk-Hongarije en het centrum van handel
en nijverheid in Galicië. Er komen acht spoorwegen
tezamen.
sili'l 11 llfi'i p I
■i!rf 1
1
ALKMAARSCHE COURANT.
j I
r r -Lil
II w