DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Nieuwe Abonnementen.
IV o. 213
Honderd en zestiende jaargang.
1914,
WOENSDAG
9 SEPTEMBER.
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk f.1,—.
Afzonderlijke nummers 3 Cents
Telefoonnummer 3.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f0,10. Bij groote contracten rabat. Oroote
Iéders naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
BELGIË.
DUITSCBJjANJ).
FRANKRIJK.
JAPAN.
ALKMAAR, 9 September.
Van de vgi oorlogsvelden, waarop thans in Europa
wordt gestreden heeft op het oogenblik het slagveld
aan de Mame een overheerschende beteekenis. Hoe
belangrijk ook het vechten tusschen Verdun en Bel
fort, rond Antwerpen, in Oost-Pruisen en in Oaliclë
op zichzelf ook moge zijn, waar aan de Mame zulke
groote legermachten geconcentreerd staan, daar con-
oentreert zich ook op die streek de aandacht van de
geheele wereld, omdat men voelt, dat daar Iets gaat
gebeuren van het allergrootste gewicht. Wat het is,
valt heden zoomin met zekerheid te zeggen als giste
ren. Het Is het groote wereldraadsel, waarvan de op
lossing alleen bekend Is aan den Duitschen grooten
generalen staf, die zich wel wacht Iets te ontsluieren,
voordat er een beslissing gevallen Is. Ook de strate
gen der verbondenen kunnen wel niets met ze
kerheid vaststellen. Zij zijn blijkbaar door den
stand van zaken verrast zooals reeds zoo dikwijls
in dezen oorlog. Eerst keken ze almaardoor naar de
Oost-grenzen en inmiddels kwamen de Duitschers
aan de Noordgrens binnen. Toen was voortdurend
het Fransche oog gevestigd op de noorder-communi
catielijn en de Duitschers drongen meer in het Oos
ten op. Eindelijk staarde het Fransche oog zich
blind op de mogelijkheid van het beleg van Parijs
en naar alle waarschijnlijkheid zijn de Duitschers
thans bezig de groote Fransche legermacht tusschen
Parijs en Verdun in tweeën te breken, teneinde zich
zelf een weg te banen en bovendien die tot dusverre
intact gebleven legermacht tendeele op Parijs en de
Loire, tendeele op de Oosterforten en de Seine terug
te werpen.
Men kan zeggen, dat de Franschen de Duitschers
door hun tactiek van steeds terugtrekken hier in een
val gelokt hebben. Het is mogelijk, dat die redenee
ring juist is, maar veel hechten we daaraan op het
oogenblik nog niet. Veeleer komt het ons voor, dat de
Franschen andermaal verrast zijn. Terwijl tot giste
ren nog voortdurend „durer et tenir" de leuze en
weken achtereen het al maar door terugtrekken de
hoogste militaire wijsheid was, komt plotseling 't be
vel van den opperbevelhebber Joffre, wien men even
als Quintus Fabius Maximus reeds den bijnaam van
cunctator (draler) had gegeven, dat aan deze tactiek
van ontwijken plotseling een einde maakt. Den „on-
geduldigen troepen" is bij dagorder medegedeeld,
„dat het nu niet meer het oogenblik is om achteruit
„te zien, maar om den vijand aan te vallen, terug te
„dringen en het terrein dat gewonnen wordt, het koste
„wat het wil, te behouden."
De Fransdien zullen dus niet meer achteruitwijken,
zich ook niet enkel verdedigen, maar de ataque be
antwoorden met een tegenattaque.
Wij weten nog weinig van de verliezen der tot dus
verre geleverde gevechten, maar het is duidelijk, dat
wat er nu geschiedt al hetvoorafgaande ook in dit op
zicht zal overtreffen. In deze titanische worsteling
tusschen de ontzaggelijke legers, toch zal het gaan
om een overwinning of nederlaag, welke het verdere
verloop van den strijd in Frankrijk bepaalt.
Over Maubeuge ontvingen we geen nadere bijzon
derheden alleen dat de Duitsche belegeringstroe
pen, welke voor deze vesting hebben gelegen, thans
alweer voor andere doeleinden worden* gebruikt. De
inneming is vooral van belang, omdat de stad een
kruispunt is van de verbindingen met verschillende
landen en o. a. de spoorweglijnen ParijsBrussel en
Parijs—Aken beheerscht.
Tragisch is het te vernemen, dat de vesting viel op
den dag, waarop de Fransche minister van oorlog een
telegram zond aan haar gouveneur, waarin de be
wondering der natie en der regeering werd uitge
sproken voor de verdediging en de hoop werd gege
ven, dat er weldra een leger ter ontzetting zou komen 1
Het ia slecht gesteld met het lot der vestingen.
Nancy, dat tot dusverre nog aan het Duitsche ge
schut weerstand biedt, zal het zeker ook niet kunnen
houden. Vermoedelijk zijn de in Duitsch-Lotharin-
gen verslagen Fransche troepen hierop teruggetrok
ken. Het staat te vreezen dat de troepen, welke zich
in een. vesting verzamelen, in dezen oorlog in een val
blijken te zijn gegaan, waaruit enkel de dood of de
overgave hen kan verlossen. Het belegeringsgeschut
toch is veel beter dan dat der verdediging. En nu stel
le men zich een oogenblik de positie van een vesting
voor, waarvan de batterijen al dadelijk bij het begin
van het beleg vernield worden, waarvan verschillende
wijken in brand gescheten worden, zoodat de bezet
ting van alle kanten door den dood wordt bedreigd
voordat 't tot de bestorming komt en tevoren weet, dat
verdere verdediging doelloos is. Het is mogelijk, dat
zij, die meenen, dat de overgave van bijna een heel le
gerkorps te Maubeuge van gebrek aan moed getuigt,
gelijk hebben. Maar zoolang men geen bijzon
derheden kent en dus niet oordeelen kan, moet
men zich ook van veroordeelen onthouden. Wie weet
wat de bèzetting van Maubeuge geleden heeft, voordat
zij zich overgaf 1
Eén ding lijkt ons zeker: er zullen in dezen oorlog
duizenden en nog eens duizenden krijgsgevangen
worden gemaakt Daarom kan het van belang zijn,
ook daarbij even stil te staan.
Krijgsgevangene is ieder milijair, die in oorlogs
tijd in handen van den vijand geraaid. In vroeger tij
den werden de krijgsgevangenen geregeld door de
overwinnaars tot slaven gemaakt. De Romeinen leid
den alle in den oorlog gevangen genomen vorsten,
veldheer en en hoogwaardigheidsbekleders in triumf
door de stad en doodden hen niet zelden daarna
Tot aan den dertigjarigen oorlog (dus in het begin
der zeventiende eeuw) werd elk soldaat en elk inwo
ner van een door bestorming genomen vesting in ze
keren zin beschouwd als eigendom van den vijand, in
wiens handen hij viel en hij moest zijn vrijheid door
een losprijs afkoopen. Tegenwoordig heeft het maken
van krijgsgevangenenen slechts ten doel hun verder
deelnemen aan den oorlog te voorkomen. Krijgsge
vangenen zijn dan ook geen strafgevangenen, zij ver
liezen wel tijdelijk hun vrijheid, maar niet hun rech
ten. Hun rechtspositie is geregeld op de eerste Haag-
sche vredesconferentie. Bovenaan staat, dat zij staats
gevangenen zijn, dus niet de gevangenen van bevel
hebbers of enkele troepen-deelen. Zij staan onder de
wetten van het land, dat hen gevangen genomen
heeft, behouden hun particulier bezit, behalve wapens,
paarden en documenten met militairen inhoudt, moe
ten voldoende en overeenkomstig hun stand gevoed
worden, zoo gezond en fatsoenlijk mogelijk gehuis
vest worden (niet in gevangenissen, niet in Siberië
bijv., niet in misdadigerskolonies), zij hebben recht
op geneeskundige behandeling, mogen met hun va
derland briefwisseling onderhouden en bezoeken ont
vangen.
Zij mogen echter door den staat worden gebruikt
voor het verrichten van werk, dat met hun rang en
hun levensomstandigheden overeenkomt en niet in
verband met oorlogs-operaties staat. Het daarbij ver
diende loon moet tot verzachting van hun lot dienen,
den rest krijgen ze bij hun vrijlating uitbetaald, onder
aftrek van de kosten van onderhoud. De staat is ver
plicht voor dat onderhoud te zorgen. Zijn er geen
bijzondere afspraken tusschen de oorlogvoerenden ge
maakt, dan krijgen de gevangenen hetzelfde voedsel,
ligging en kleeding als de troepen van den staat. Zij
zijn aan dezelfde wetten, reglementen, verordeningen
en bevelen onderworpen als deze troepen. Ongehoor
zaamheid mag streng worden gestraft. Gelukt het den
gevangenenen te ontvluchten, dan worden ze hiervoor
niet gestraft, wanneer ze weer krijgsgevangen ge
maakt mochten worden. Worden ze evenwel aan
gehouden, voordat ze hun leger bereikten of voor
dat ze het door den vijand bezette gebied verla
ten konden, dan worden ze gestraft. Krijgsgevangenen
kunnen op eerewoord vrijgelaten worden, wanneer de
wetten van hun eigen land dit toestaan. Neemt iemand
die op eerewoord vrijgelaten is, de wapens tegen den
staat, die hem vrij liet, of den bondgenoot daarvan op,
dan wordt hg, wanneer hg gevangen genomen
wordt, niet behandeld volgens de rechten van krijgs
gevangenen, doch naar de rechtbank verwezen en in
sommige landen staat op dit misdrijf de doodstraf. In
'70 moeten 150 Fransche officieren hun eerewoord
hebben gebroken het Fransche ministerie had
hiervoor 375 uitgeloofd.
In den regel worden de krijgsgevangenen over de
steden verdeeld. Natuurigk moeten ze iets doen
ledigheid ia dea duivels oorkuasen en licht komt 't bg
niets-doen tot muiterg. Maar wat? Voorkomen moet
immers worden, dat zg den burgers, die het In oor
logstijd toch al niet breed hebben, oneerüjke concur
rentie aandoen. Vaak laat men hen militaire oefe
ningen doen teneinde ze aldus bezig te houden. Van
morgen ontvingen we de laatste Weltspiegel, met een
afbeelding, waarop men Fransche krijgsgevangenen
aan het werk ziet bg het aanleggen van een spoorweg
te Schleiszheim bg München.
Tenslotte zij nog even vermeld, dat krijgsgevangen
schap, behalve door dood, vlucht, einde van den oor
log e. d. kan eindigen door onderwerping van den
vijandelijken staat, door vritj lating, voorwaardeiïjk of
onvoorwaardelijk, al of niet wederzijdsch, en door
uitwisseling.
DE VERWOESTING VAN DENDERMONDE.
De Gentsche „Bien Public" meldde, dat er in Den-
dermonde een garnizoen was van 3000 Belgische sol
daten, toen in den nacht van Donderdag op Vrgdag
een Duitsche macht, die op 20,000 man geschal wordt
tegen half vijf bg ae voorstad Sint-Gillis aankwam.
De Belgen beschoten de Duitschers eerst hevig, maar
kregen Bpoedig bevel om, gezien de ongelijke sterkte,
terug te trekken. Dit geschiedde met de meeste orde,
al vechtende, en duurde tot in den namiddag; het Bel
gische korps kon al zgn kanonnen en materieel mede-
nemen. Het had geen dooden, alleen gewonden.
Reeds om tien uur 's morgens waren de Duitschers
Dendermonde binnengetrokken, kort daarna ver
zochten zij de nog achtergebleven leden der bevol
king te vertrekken; zg bevalen den directeur der ge
vangenis de gedetineerden bg het eerste kanonschot
vrij te laten, hetgeen geschiedde.
De stad werd daarop in brand gestoken en een
groot deel is door het vuur verwoest, meldt de Tel.,
de hoofdkerk, het museum, het stadhuis en het ge
rechtshof bleven echter gespaard. Tallooze andere
gebouwen zijn echter een prooi der vlammen gewor
den, waaronder ook het ziekenhuis.
Toen dit aan vier hoeken brandde, hebben de Duit
schers de zieken, die niet konden loopen, in een aan
grenzende weide gelegd.
De Duitschers plunderden overal de wgnkelders en
gaven zich in hun dronkenschap aan ergerlijke balda
digheden over. Oude mannen, vrouwen en kinderen
werden op straat afgemaakt. Velen vrouwen werd
haar juweelen en geld met geweld afgenomen.
De beangste bevolking vluchtte in allerijl naar
Lookeren, waar hun aankomst zooveel schrik teweeg
bracht, dat de Lookerensche bevolking op haar beurt
op de vlucht sloeg.
DE VERWOESTING VAN DINANT.
Bij de verwoesting van Dinant hebben de Duit
schers weer een aantal wreedheden begaan.
De bestuurder van een groote weverij, waar 2000
man werkten en de heer Poncelet, de zoon van den
voormaligen senator, werden beiden gefusilleerd, de
laatste in tegenwoordigheid van zijn zes kinderen.
Ook verschenen de Duitschers in de Nationale
Bank, waar ze de kas opeischten. Toen de directeur,
de heer Wasseize, dit weigerde, trachtten ze de bank
in de lucht te doen vliegen. Dit hielp niet en daarop
vroegen ze hem den sleutel. De directeur weigerde.
Daarop schoten de Duitschers hem en zijn twee
zoons onmiddeligk dood.
GEEN BEZETTING VAN GENT DOOR DE
DUITSCHERS.
Omtrent het niet bezetten van Gent wordt ge
meld, dat Maandag een student van Luik, krijgsge
vangene der Duitschers, bij den burgemeester van
Gent gekomen is met een brief van den generaal
die het Duitsche leger in Oost-Vlaanderen comman
deert. In Oordeghem, een plaatsje nabij Gent moest
de burgemeester komen om met den generaal te
spreken over de voorwaarden eener bezetting van
Gent. De burgemeester keerde terug en deelde mede,
dat de Duitschers niet naar Gent zouden trekken,
maar hun tocht naar Frankrijk zullen vervolgen. Er
zal ook geen oorlogsschatting moeten worden be
taald, doch de generaal heeft bedongen verschillen
de leveringen van benoodigdheden voor het leger,
o. m. rijwielen. De burgerwacht mag naar Gent te-
rugkeeren en zal er politiedienst kunnen verrichten
na de wapens te hebben ingeleverd.
Verder wordt van de stad Gent geeischt 10,000
liter benzine, 1000 liter mineraalwater, 150,000 kilo's
haver, 100 rijwielen, 10 motorrijwielen, 25 lucht
kamers voor auto's, 10 rollen, elk van 40 meter
lengte, voor verbanden van wonden, veel sublimaat
pastilles, 100,000 sigaren, alles te leveren tegen
Woensdagochtend om 6 ure. Ook de geweren van
de burgerwacht moeten worden ingeleverd.
De leveringen voor het Duitsche leger zullen
worden betaald met oorlogsbons. Het vernemen
dezer voor Gent zoo gunstige voorwaarden werd
luid toegejuicht en men schrijft deze toe aan het
optreden van den burgemeesier en de goede houding
der Gentenaren jegens het Duitsche leger.
In Gent is een bekendmaking aangeplakt, waarin
de burgerwacht opgeroepen worden om volgens de
door den Duitschen generaal gestelde voorwaarden
hunne wapens en ammunitie zoo spoedig mogelijk
in te leveren. Degenen die aan dat bevel niet
mochten voldoen, zullen worden gefusilleerd.
Gisteren kwamen twee Duitsche officieren in Cent.
Zij werden in de Bagattenstraat gezien, waarop een
aan het stadhuis op een automobiel gemonteerde
mitrailleuse derwaarts kwam en op deze officieren
het vuur opende. Een der officieren werd gedood,
de andere gewond. Dit voorval is zeker aan een of
ajjdet misverstand toe te schrijvenhet schijnt dat
1e officieren zich daar ook niet mochten bevinden.
De burgemeester is onmiddelijk weer naar den
Duitschen generaal vertrokken, om over dit incident,
dat tot erge verwikkelingen zou kunnen leiden, te
spreken.
EEN AANVAL AFGESLAGEN.
Volgens een Antweipsch bericht deden de Duit
schers een aanval op St. Amand Les Puers, maar
werden met groote verliezen teruggeslagen, door het
vuur der Belgische artillerie.
D a g o I ji k s bestaat gelegenheid tot het
nemen van een abonnement op de „Alk-
maarsche Courant."
Het reeds verschenen gedeelte van een
kwartaal wordt niet in rekening gebracht.
De „Alkmaarsche Courant" bevat dage
lijks o.m. de laatste telegrammen van het
oorlogsterrein.
Voor een geregelde bezorging worden
alle mogelijke maatregelen genomen.
Aangiften voor nieuwe abonnementen bij de Admi
nistratie Voordam C 9, bij de Agenten en Brieven
gaarders.
EEN TELEGRAM VAN DEN KEIZER
AAN PRESIDENT WILSON.
Naar van Duitsche zijde gemeld wordt, heeft keizer
Wilhelm den 4en September j.l. uit het groote hoofd
kwartier aan president Wilson het volgende telegram
gezonden
„Ik beschouw het als mijn plicht, mijnheer de pre
sident, u, als de meest op den voorgrond tredenden
vertegenwoordiger van de beginselen der humaniteit,
er van in kennis te stellen, dat na de inneming van de
Fransche vesting Longwy mijn troepen daar duizen
den dum-dum-kogels gevonden hebben, die in een
speciale werkplaats der Fransche regeering vervaar
digd waren. Dergelijke kogels werden bij gesneuvel
de en gewonde soldaten, bij krijgsgevangenen en ook
bij de Engelsche troepen gevonden. Gij weet, welke
verwondingen en welk ontzettend lijden deze kogels
veroorzaken en dat het gebruik ervan door de alge
meen erkende bepalingen van het internationaal recht
streng verboden is.
In verband hiermede richt ik een plechtig protest
tot u tegen de wijze, waarop de oorlog gevoerd
wordt, die tengevolge van de methoden van onze te
genstanders een der meest barbaarsche geworden is,
welke de geschiedenis kent. En niet alleen hebben zij
gebruik gemaakt van deze gruwzame wapenen, maar
de Belgische regeering heeft de Belgische civiele be
volking openlijk aangemoedigd om aan den strijd deel
te nemen en deze deelneming sedert langen tijd zorg
vuldig voorbereid. De zelfs door vrouwen en geeste
lijken in dezen guerilla-oorlog gepleegde wreedheden,
ook aan gewonde soldaten, artsen en verpleegsters
(artsen werden gedood en ambulances beschoten) wa
ren zoodanig, dat mijn generaals eindelijk gedwongen
waren, van de strengste middelen gebruikte maken
om de schuldigen te straffen en de bloeddorstige be
volking af te schrikken van de voortzetting harer
schanddaden.' Eenige dorpen en zelfs de oude stad
Leuven, met uitzondering van het schoone stadhuis,
moesten in noodweer tot bescherming mijner troepen
verwoest worden. Mijn hart bloedt, wanneer ik zie,
dat dergelijke maatregelen onvermijdelijk geworden
zijn en wanneer ik denk aan de tallooze onschuldige
lieden, die tengevolge van het barbaarsch optreden
van die misdadigers, huis en eigendom verloren heb
ben.
(w. g.) WILHELM,
L R."
DE FRANSCHE KRIJGSGEVANGENEN.
De Fransche krijgsgevangenen worden volgen9 me-
dedeeling van het Beiersche ministerie van Oorlog, in
Duitschland als landarbeiders gebruikt. Men wil hen
de moerassen in de buurt van Loisach in München la
ten cultiveeren.
200 Franschen zgn er reeds aan het werk gezet
PRINS EITEL FRIEDRICH.
Prins Eitel Friedrich van Pruisen, de schoonzoon
van den hertog van Oldenburg, heeft het gzeren kruis
eerste klasse gekregen, omdat hij bij een stormloop
van zijn regiment op vijandelijke artillerie grooten
moed aan den dag heeft gelegd.
EEN DAGORDER AAN HET LEGER.
Door den Franschen generalissimus is aan de onge
duldige troepen den 7en een dagorder uitgevaardigd,
welke als volgt luidt: „Het is thans niet meer het
oogenblik om achterwaarts te zien, maar aan te vallen
en den vijand terug te werpen of eventueel, het koste
wat het kost, het behaalde voordeel te behouden."
HET DEELNEMEN VAN JAPAN AAN DEN
STRIJD.
Van Engelsche zgde is in de laatste dagen herhaal
delijk geloochend, dat Engeland Japan heeft aange
spoord tot den aanval op Kiau-Tsjau, zegt een bericht
uit Berlijn. Het is een feit, dat Japan slechts op
aandringen van Engeland begon. Engeland heeft
pressie op Japan uitgeoefend om het te bewegen
troepen naar Fransche havens te zenden. Frankrijk
en Rusland hadden hier tegen bezwaren. Engeland
zette echter zijn wil door. Japan moet 500.000 man
aangeboden hebben om naar Europa te zenden wan
neer Frankrijk Tonkin en Annam aan Japan zou af
staan. Het antwoord van de Fransche regeering is
nog niet bekend.
GEEN JAPANSCHE SOLDATEN NAAR
EUROPA.
Naar aan de Londensche „Daily Telegraph" gemeld
AILKMAARSC1B COURANT.