DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Honderd en zestiende jaargang,.
im
Nieuwe Abonnementen.
No. 214.
DONDERDAG
10 SEPTEMBER.
MtfJtiLAm
DUITSCHLAND.
BELGIË.
ALKMAAR, 10 September.
„Attendre pour attelndre" was tot Zondag het de
vies van de Engelach-Franaclie legermacht, afwachten,
om zijn doel te bereiken.
Afwachten ia thans ook de boodschap voor ons,
Stof voor een beschouwing bieden de berichten, sinds
gistermiddag over het westelijk oorlogstooneel ont
vangen, weinig. Het Duitsche hoofdkwartier be
waart een hardnekkig stilzwijgen, waarschijnlijk om
evenals den 23sten Augustus, een „Sieg auf der gan
zen Linie", of anders een nederlaag over de heele li'
nie aan te kondigen. En uit Fransche en Engelsche
bron worden enkele gunstige berichten, betrekking
hebbend op gedeeltelijke operaties, gemeld.
Sinds Zondag duurt nu de reusachtige strijd en
Donderdagnamiddag weten wij nog zoo goed als
niets van het verloop!
Alleen kunnen wij ons thans de opstelling der tal
rijke legers zoo ongeveer voorstellen.
De eenvoudigste voorstelling is de volgende:
Men denke zich een tang, waarvan de eene poot,
iets naar buiten gebogen, op den grond staat en de
andere, die meer den vorm heeft van het onderste ge
deelte van een cirkel, meer horizontaal naar links uit'
wijkt. Het scharnier van de tang nu wordt gevormc
door het leger van den Duitschen Kroonprins ten
noord-oosten en noord-westen van Verdun, de staan
de poot door de legers van den Kroonprins van Beie
ren ten oosten van Nancy en van den oud-minister
von Heeringen, ten oosten van Belfort. Van het schar
nier af is de andere poot samengesteld uit de legers
van Albr. van Wurtemberg, generaal von Bülow, ge
neraal von Hausen en generaal von Kluck (ten noord
oosten van Parijs).
De tang omsluit een gelijkvormige kleinere tang,
waarvan de staande poot wordt gevormd door het
Fransche Oosterleger en de andere door het Fransche
Noorderleger. Raakt deze laatste poot geheel los,
dan slaat de Duitsche tang dicht en zit het Fransche
Oosterleger bekneld en is verloren. Wordt er een gat
in die poot geboord, dan valt de bovenste poot van de
Duitsche tang ook naar beneden, maar evengoed als
dan het Fransche Oosterleger wordt bestookt van vo
ren en In den rug, zal het eene Duitsche leger dan, zij
het dan ook onder gunstiger omstandigheden, tus-
schen twee vijandelijke legers in staan.
Maar wanneer de bovenste poot van de Duitsche
tang eens door die der Fransche omhoog gedrukt en
verbrijzeld werd, zou het er voor de Duitschers leelijk
uitzien. Dat trachten de Engelsch-Fransche troepen
thans te doen. Vooral op het uiteinde hebben ze het
gemunt. Toch zouden we voorzichtigheid willen
aanraden ten opzichte der overwinningsberichten.
Wanneer de zegepraal werkelijk zoo groot is als de
berichtgevers ons zouden willen doen gelooven, dan
zouden zij niet nagelaten hebben, melding te maken
van de groote verliezen, welke de Duitschers hebben
geleden, van het aantal dooden dat de Fransche
overwinningsberichten in het begin van den oorlog
ongeveer per vierkanten meter vermeldden van de
buitgemaakte kanonnen e. d. Zoolang dergelijke be
langrijke bijzonderheden uitblijven, zouden we niet te
veel gewicht aan de Fransch-Engelsche overwinnings
berichten willen hechten.
Het wordt tijd, dat het Oostelp oorlogsterrein
weer eens een goede beurt krijgt Dank zij evenwel
den zonderlingen toestand, dat in het Oosten de oor
log feitelijk is uitgebroken en de slagen, welke het
meest de aandacht vragen, in België en Noord-Fran
krijk vallen, vergeet men „de kleine straf-expeditie"
van Oostenrijk naar Servië geheel en schiet ook de
strijd der Russen tegen de Duitschers en Oostenrij
kers er wel eens bij in.
Toen men in Weenen merkte, dat „de tuchtiging"
der Serviërs lang niet zoo vlot ging als men zich had
voorgesteld de Serviërs gaan thans zelf uit tuchti
gen heeft men de troepen, die daarvoor bestemd
waren, zooveel mogelijk teruggehaald om ze tegen de
Russen in het vuur te brengen. Aanvankelijk was het
voordeel aan 4e Oostenrijksche wapens, maar na de
overwinning bij Krasnik zijn er leelijke slagen geval
len en van den voorgenomen opmarsch naar War
schau kwam niets in, daar de linkervleugel van het
Oostenrijksche leger onder generaal Dankl bij Lublin
werd tegengehouden en de rechtervleugel onder aarts
hertog Jozef Ferdinand meer oostelijk werd terugge
slagen. De linkervleugel van het Russische leger had
daardoor gelegenheid Oalicië binnen te trekken en
allereerst de Oostenrijksche stad Lemberg, daarna
Halicz, ten zuid-oosten daarvan en vervolgens Mikola-
jof te nemen. Succes schijnt alleen .het Oostenrijksche
centrum onder generaal Auffenberg te hebben gehad,
dat zich door de Russische troepen heensloeg. Met dit
leger als spil heeft er toen een zwenking plaats ge
had, waardoor het front van Oost-West werd Noord-
Zuid. Maar de Oostenrijksche legermacht wordt
in den rug en In de flank bedreigd door de Russen en
dat zij naar Duitsche hulp uitziet als zuster Anna
naar haar broer laat zich denken doch Duitschland
heeft in Frankrijk de handen nog veel te vol, om troe
pen voor Oalicië te kunnen afzonderen.
Als anecdote zg verteld, dat de Russische comman
dant der bezetting van Lemberg naar Krakau en
Weenen zou hebben getelefoneerd, dat de Russische
troepen waren aangekomen!
In de buurt van Lemberg ls thans een nieuwe slag
begonnen, waarschijnlp, maas dit zegt het berich
niet, tusschen generaal Auffenberg en den Russischen
generaal Russky.
Een gelukkig toeval speelde ons heden reeds een
Berlijnsche courant van gisteren In handen. Daaruit
blijkt, dat men te Berlijn een offensief der Duitschers
tegen de Russen verwacht en wel over den Weichsel,
teneinde het Oostenrijksche leger te hulp te komen
Men zou zoo zeggen, dat ook hieruit volgt, dat de
officieele Weensche voorstelling, alsof in Galicië de
zaak er voor Oostenrijk goed voor staat, wel wat al
te optimistisch ls. Inmiddels hebben de Russen een
gouverneur van Galicië benoemd graaf Bobrinski
die indertijd in Galicië strafrechtelp werd vervolge
wegens hoogverraad!
Duitschland heeft op het goede oogenblik de Rus
sen in Oost-Pruisen aangepakt, die al zoo mooi op
weg waren, niet naar Berlijn, maar dan toch naar den
Weichsel. Zij heetten al Allenstein te hebben geno
men, maar dit werd ook weer tegengesproken.
Uit later ontvangen Duitsche bladen is ons echter
gebleken, dat de Russen inderdaad één dag in Allen
stein de baas zijn geweest. Zij hebben er zich voor
beeldig gedragen het ware te wenschen dat de
Duitschers in België en Frankrijk het „Tageblatt' van
5 September te lezen kregen, omdat zij hierdoor o. m.
zouden kunnen vernemen, hoe de veelgesmade kozak
ken-benden een open stad behandelden.
Men oordeele maar eens: Nadat zij (de Russen)
eenige cavalerie-patrouilles vooruitgezonden hadden,
welke in de stad geen militairen hadden gevonden,
waren zij Donderdagmiddag binnengerukt. De com
mandant deelde den eersten burgemeester mede, dat
zijn troepen streng de regels van het volkenrecht
zouden volgen; hij verwachtte natuurlp ook geen
buitensporigheden van de zijde der bevolking. Voor
winkels en magazijnen van levensmiddelen werden
dubbele posten opgesteld om elke plundering te ver
hinderen, de officieren betaalden wat ze kochten, zij
bestraften de buitensporigheden van enkele soldaten
met luidklinkende oorvijgen."
Verder stond in die correspondentie, dat de troepen
er over klaagden, dat ze zooveel honger moesten lij
den, enkele deelen kwamen uit den Kaukasus en uit
Moskou en waren reeds maanden lang onderweg.
Men had hun medegedeeld, dat het slechts groote ma
noeuvres betrof, eerst aan de grenzen kregen ze scher
pe patronen, terwijl de officieren zeiden: „Binnen en
kele dagen zijn we te Berlijn, daar kunnen wij uitrus
ten, en nadat wij Keizer Wilhelm gevangen genomen
hebben, keeren wij naar huis terug." De meerderheid
der menschen meende, dat het van Allenstein naar
Berlijn maar een kattesprongetje was.
In een particuliere correspondentie van de Maan-
dagsche Berl. Lok. Anz. uit Allenstein wordt gezegd,
dat de gevangenenen van het Kaukasische korps reeds
sinds Maart en April op marsch naar het Westen wa
ren 1
Het verdient vermelding, dat In die correspondentie
met waardeering over de Russische soldaten wordt
gesproken. Zij marcheeren niet, zooals verwacht
werd, als een kudde schapen, maar met goed ge-
miik van het terrein volgens moderne methodes. Zij
zijn vastberaden en moedig, zij schieten echter slecht
men weet echter dat de vijand altijd slecht schiet.
De leiders zijn het vuur hunner manschappen op een
afstand van ruim 800 meter zeer goed meester. Meest
al werden salvo's gelost en wel „rond" d. w. z. ge-
ijktijdig afgegeven. Over de kozakken Is de schrijver
slecht te spreken, hij noemt ze zwak, roofzuchtig en
wreed, maar het wapen der artillerie prijst hij uitbun
dig: „De eerste batterijsalvo voor, de tweede achter
het doel, de derde zat! Wee den vijand, die niet tg dig
genoeg van positie veranderde oi dit om een of andere
reden niet kon doenHg werd vernietigd. Een groot
deel der granaten was met zand gevuld. Een speci
aliteit der Russische veldartillerie was echter het be
schieten van de vijandelijke staven. Alle „veldheer-
heuveltjes" werden gauw onder vuur genomen.
De hoogere Duitsche officieren moesten dan ook dik
wijls van positie veranderen.
Wat den geest der Russische troepen betreft, een
groot deel der regimenten zwoer bg de superieuren,
vooral bij de corpscommandanten en de legeraanvoer
ders.
Kan, zegt de correspondent, het werk van den mi
nister van oorlog Soechomlinoff ter verbetering van
het Russische leger succesvol worden genoemd, het
heeft ten opzichte van het officieren-korps gefaald.
De officieren begrepen de tactische situatie meestal
niet en zochten het eerst in den vlucht hun heil. De
gevangen generaals waren geheel gebroken. De aan
voerder van het 13de legerkorps weende als een kind.
Van een ander generaal kreeg men de portefeuille in
handen, welke behalve belangrgke militaire documen
ten de briefwisseling met mevrouw en nog met een pi
kante schoone bevatte!
Maar we moeten schrijven over den Russischen op
marsch. Daaraan werd een einde gemaakt, doordat
een Duitsch leger onder generaal von Hindenburg de
Russische hoofdmacht In het ongunstige district der
Masurische meren een geweldige nederlaag heeft
toegebracht. Hier zg nog even een aardige bijzonder
heid ingelascht.
In de Lokal Anzeiger schreef dezer dagen een offi
cier over het onderricht in de tactiek, zooal3 dat vg
en twintig jaar geleden werd gegeven aan de Berign-
sclie militaire academie door een majoor, die zijn
leerlingen altijd wist te overtuigen, dat zi] het mis
hadden, wanneer ze met de kaart voor zich allerle
tactische oefeningen verrichtten. Maar een keer was
men het met den majoor niet eens. De leerlingen wil
den met hun denkbeeldige cavalerie den vijand aan
vallen, die echter moeilijk te vinden was In de streek
der Masurische meren, waar iedere weg een omweg is
en zoo smal, dat er geen twee man naast elkaar kun
neu rgden zoodat noodzakeigk veel tgd verloren gaat.
Er werd gezocht naar bruikbare wegen buiten het
moeilijke en gevaarhjke meren-gebied. Tenslotte ga
de majoor van den general-en staf zgn eigen oplossing
„Ik zou er met den heel en troep dwars door rgden.
Van de meren zal niemand ons verwachten!"
Toen de leerlingen zich daarmede niet bleken te
kunnen vereenigen zeide de leeraar: „Nu, dan niet,
heeren".
En 25 jaar later heeft hg thans op de Russen vol
gens zijn methode in het gebied der Masurische me
ren een overwinning behaald, want die majoor is
thans generaal von Hindenburg, die naar van ochtenc
wordt gemeld, de orde pour la mérite gekregen heeft
Eindelijk zij nog even er aan herinnerd, dat er ook
nog een Russisch Noorderleger ls, opereerend in de
richting Koningsbergen, waarvan we echter de laat
ste dagen niets hebben gehoord, zoodat we mogen
aannemen, dat het de stad nog niet heeft bereikt, laat
staan ingesloten en niet veel verder komt de Rus
sen maken in Oost-Pruisen niet zooveel vorderingen
als in Galicië.
Ziezoo, nu zgn we weer eens even op het Oosteigk
oorlogsveld geweest.
Tot slot zij nog even aangegeven, hoe het Russische
volk wordt voorgelicht.
Het nummer van 2 September van de Nowoje
Wremja, het te Petrograd verschijnend bekend orgaan
meldt:
„De chef der Beiersche troepen, aldus vertelt ons
iemand, die uit Frankrijk naar Rusland is terugge
keerd, is door toeval in gevangenschap geraakt.
Slechts door eenige personen vergezeld, had hij zich
naar de voorste gelederen begeven. Midden in een
bosch stiet hij geheel onverwachts op een vgandetijke
patrouille. De Fransche soldaten schoten op de
Duitsche officieren en doodden er twee. De twee an
deren werden gevangen genomen. Een van hen was
kroonprins Rupprecbt van Beieren. Toen men hem
zijn naam vroeg, wilde hg eerst niets zeggen. Ten
slotte bracht men hem naar het hoofdkwartier van
Jotfre. Ook hier antwoordde hg op alle vragen: ik
hen geen naam." Eindeigk werd hij door generaal
Pau herkend."
EEN PROCLAMATIE VAN DEN KONING.
De koning heeft tot de koloniën een proclamatie ge
richt, die aldus luidt:
Gedurende de laatste weken zijn alle volken van
mijn keizerrijk, in het moederland, zoowel als in de
koloniën in beweging gekomen, terwijl allen bezield
zijn met dezelfde bedoeling om den ongehoorden aan
val op de beschaving en den wereldvrede af te slaan.
Ik heb dit noodlottig conflict niet gezocht, integendeel
steeds heb ik mijn stem verheven, ten gunste van den
vrede. Mijn ministers hebben alle pogingen in het
werk gesteld om de spanning te verzachten en de
moeilijkheden uit den weg te ruimen, waarin mijn kei
zerrijk niet betrokken was. Zou ik mij afzijdig heb
ben gehouden, wanneer ten spijt van geteekende ver
dragen, waarbij mijn keizerrijk gemoeid is, het grond
gebied van België wordt geschonden, zijn steden ver
woest en wanneer de Fransche natie met den onder
gang wordt bedreigd?
ik zou dan mijn eer opgeofferd en berust hebben
bij de vernietiging van de vrijheid van mijn keizerrijk
en de menschelijkheid. Ik verheug er mij over, dat
alle deelen van mijn keizerrijk mijn beslissing goed
keuren.
Groot-Brittannië en het keizerrijk beschouwen het
als een gemeenschappelijk erfgoed om het eens gege
ven woord te eerbiedigen en de verdragen, die door
coningen en volken geteekend zijn, te houden. Mijn
volken van de overzijde van den Oceaan hebben ge-
oond, dat zij de ernstige beslissing goedkeuren, die
genomen moest worden en dat zij mij hun volledigen
steun hebben verleend. Ik ben er trotsch op aan de
heele wereld te kunnen laten zien, dat mijn volken in
de koloniën even vast besloten zijn als die van mijn
roninkrijk om vereenigd de rechtvaardige zaak door
te zetten tot een bevredigend resultaat verkregen zal
zijn. Zij hebben op de meest volledige wijze de fun-
damenteele eenheid van het keizerrijk bewezen, on
danks de verscheidenheid van oorsprong.
DE INVLOED VAN DEN OORLOG OP
DEN HANDEL.
De opgaven van den Engelschen Board of Trade
over het handelsverkeer in de maand Augustus toonen
hoezeer de invloed van den oorlog zich ook in het
Engelsche handelsverkeer heeft doen gevoelen. Wel
zijn na een eerste periode van diepe inzinking weer
O a g e I (I k 3 bestaat gelegenheid tot het
nemen van een abonnement op de „Alk-
maarsche Courant."
Het reeds verschenen gedeelte van een
kwartaal wordt niet in rekening gebracht.
□e „Alkmaarsche Courant" bevat dage
lijks o.m. de laatste telegrammen van het
oorlogsterrein.
Voor een geregelde bezorging worden
alle mogelijke maatregelen genomen.
Aangiften voor nieuwe abonnementen bij de Admi
nistratie Voordam C 9, bij de Agenten en Brieven
gaarders.
normale toestanden teruggekeerd, maar zooals de En
gelsche bladen opmerken, de-eerste slag is toch zeer
hevig geweest.
Dat blijkt uit de volgende cijfers. Terwgi in Au
gustus 1913 de invoer een waarde bereikte van
55.775.704 p. st., bedroeg deze in Augustus 1914
slechts 42,362,034 p. st., een vermindering dus van
13,413,670 p. st. De vermindering van de waarde der
uitvoeren was nog grooter, zg bedroeg 19,899,456
p. st (44.110.729 p.st. in Augustus 1913 en 24.211.271
p.st. in Augustus 1914).
Voornamelijk werd de uitvoer van industrie-waren
getroffen (ijzer en staal, machinerieën, schepen, ka
toenen en wollen garens en stoffen), terwijl de uitvoer
van kolen en cokes met 50 proc. verminderde. De ver
mindering van den invoer betrof ook voornamelijk
nijverheidsproducten, in granen en meel, katoen en
ertsen nam de waarde van den invoer zelfs eenigszins
toe.
DE ENGELSCHE OFFICIEREN.
In Engeland worden nu jongelui van de universitei
ten of die op andere wijze blijk geven eenige alge-
meene ontwikkeling te bezitten, als officier aangeno
men. Uit een mededeeling van den vice-kanselier van
de universiteit van Oxford blijkt, dat èr sedert het be
gin van den oorlog reeds 1113 studenten door de uni-
versiteitsoverheid voor een benoeming tot officier zijn
aanbevolen, n.l. 50 voor het gewone staande leger, 28
voor de militaire academie te Sandhurst, 208 voor de
bizondere reserve, 403 voor het territoriale leger en
424 voor Kitchener's nieuw leger. Een aantal Ox-
fordsche studenten was al officier bij de territorialen.
DE KIESRECHTVROUWEN.
Miss Christabel Pankhurst heeft verlof gekregen uit
haar ballingschap te Parijs terug te keeren en is reeds
te Londen aangekomen. Zg voerde het woord op een
druk bezochte vergadering van kiesrechtvrouwen te
Londen en verdedigde in een warm toegejuichte rede
Engeland'8 deelneming aan den oorlog. „Wij zijn
thans allen eensgezind" zeide zij. „Engeland mag,
kan en wil niet verslagen worden. Van vrouwelijk
standpunt bezien, zou dit een ramp beteekenen, daar
Engeland zich altijd het meest gunstig gezind heeft
getoond tegenover de rechten der vrouw en Duitsch
land het minst. Ofschoon aldus besloot zij En
geland gedeeltelijk oorlog voert ter verdediging van
het heldhaftige België en het hoogelijk beschaafde
Frankrijk, is het ook en voornamelijk om de handha
ving van onze eigen positie in de wereld. De militan
te geest der kiesrechtvrouwen is het best geschikt om
de mannen aan te vuren tot een helfhaftigen strijd, die
tot de overwinning moet leiden!"
DE VEROVERING VAN MAUBEUGE.
De verovering van Maubeuge wordt in het geheele
Duitsche rijk als een nationale feestdag gevierd. In de
straten van Berlijn is veel gevlagd. In geheel Duitsch
land werd op de scholen vacantie gegeven.
DE JODEN IN POLEN.
Onder dé Joden in Polen is een proclamatie, In het
Hebreeuwsch, verspreid, waarin hun gelijke burger
rechten en geloofsvrijheid wordt beloofd, en gezegd*:
„Wij zullen alle krachten in het werk stellen, opdat de
geigke rechten ook voor Joden op vaste grondslagen
komen te staan", zoo meldt het „Berl. Tageblatt".
Deze proclamatie is door het Duitsche en het Oos
tenrijksche legerbestuur onderteekend.
GEEN BESCHOUWINGEN OVER BELGIë's
TOEKOMST.
Den te Maagdenburg en te Koblenz verschgnenden
bladen ls het verboden beschouwingen te publiceer en
over de Belgische kwestie en de toekomst van Belgie.
Vermoedelijk zal dit verbod ook in andere steden afge
kondigd worden, verneemt de Tel.
DE FRANSCHE KRIJGSGEVANGENEN.
De Duitsche „Vorwarts" protesteert scherp tegen
riet bezigen van Fransche krijgsgevangenen als ar
beiders bij den stationsbouw te Munchen.
Zooals we gisteren mededeelden, is echter het ver
richten van werk door krijgsgevangenen geoorloofd.
GEEN ROUWKLEEREN.
In Duitschland wordt nog zeer aan het ge
bruik vastgehouden rouwkleeren te dragen. En in de
ze dagen viel het groote aantal mannen en vrouwen
in zwarte gewaden, die met een in-treurig gezicht
langs straat liepen, zóó op, dat er een verzoek gedaan
werd de treurnis alleen innerlijk te dragen, schrijft de
Berlijnsche correspondent van het „Hbld."
DE VERWOESTING VAN NAMEN.
Bij het binnentrekken der Duitsche troepen in Na
men werd, volgens Namensche burgers op de Duit
schers geschoten en gaf dit aanleiding tot fusillades
en brandstichting, verhaalt een correspondent van het
„Hbld.". De Belgische chirurg aan een der hospita
len moest zelf eenige Fransche vluchtelingen van bo
ven den muur van den tuin bij het hospitaal verjagen,
toen dezen zich gereed maakten de aanrukkende troe
pen aan te vallen! Doch de straf zou niet malsch
zijn. De geheele „Place d'Armes" ging in vlammen
op: het stadhuis en alle tegenover gelegen huizen
brandden geheel uit, evenals de huizen der Rue des
3rasseurs, van de Rue du Pont tot aan de Rue du
Bailli, die de achterzijde vormen van de langs de Pla
ce d'Armes gelegen en verbrande huizen. Hier ligt
ALRMAARSCHE COUBA