DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. No. m Honderd en zestiende Jaargang 1914 o0 Duitschland en Japan. 1 DINSDAG 29 SEPTEMBER. Duitschland en de verbondenen. De Duitschers en de Belgen. De Duitschers en de Engelschen. FRANKRIJK. DUITSCHLAND. BELGrIE. Somme, Bapaume I. Amiens Péronne St. Quentin Ham Tergnler La Fère Noyon ■Laon Aisne IMaubeuge 0 0 Olse Complêgne - I-Rethel Soissons Meanx "lilaFerté Marne Reims Souain PARIJS I Chalonsnr Marne Coulotnmfers Sezanne •Seine Mezières 0 0 o 0 o Sedan 0 .Maas o Montfancon o Varennes o Etnjn Argonne Verdun o ■Cl o K Metz Woëvre 0 o St. Micbiel Pont h Moosson Domèvre o> Chateau Vitry St. Dizler Toni I Nancy iLunéville 0 o o 0 o I Epinal o AEKMAAR, 29 September. De groote veldslag tusschen Somme en Moezel duurt nog voort en een beslissing, zij het dan ook een gedeeltelijke zal wel niet lang meer kunnen uitblijven. Hoe hevig er gevochten wordt, moge hieruit blijken, dat tusschen de Oise en Reims de vijandelijke stel lingen op sommige plaatsen niet verder dan eenlge honderden meters van elkaar verwijderd zijn en dat bajonet aanvallen herhaaldelijk voorkomen. De ver liezen moeten wel ontzettend zijn. Wanneer men leest, dat van de Engelsche troepenmacht 1100 officieren in één maand zijn gedood en gewond, d. w. z. 40 procent dan krijgt men misschien eenig denkbeeld van de slachting, welke het vechten onder de tegenwoordige omstandigheden aanricht, en dan begint men te ge- looven, dat er tijdens de maand, welke de Duitsche troepen thans in Noord-Frankrijk staan, honderd duizenden aan beide zijden gevallen zijn. Oeneraal Haeseler heeft enkele jaren geleden tijdens de ma noeuvres eens gezegd: „Indien de wapens en pro jectielen voortdurend verbeterd worden, zullen er na „een slag geen overlevenden genoeg meer zijn om de „dooden te begraven." En werkelijk het begint er naar te lijken, alsof die voorspelling min of meer uit zal komen I Het beeld van twee op leven en dood vechtende her ten, de geweien in elkaar verward, lijkt voor de vijan delijke legers geenszins slecht gekozen. Wanneer de worsteling zóó nog eenigen tijd moet voortduren, zal tenslotte ook het overwinnende leger in zulk een mate uitgeput zijn, dat het niet meer tot de groote krachts inspanning, waarmee de Russen in GaliciS en de Duitschers in Oost-Pruisen de vruchten van hun zege wisten te plukken, in staat blijkt te wezen. In de eerste weken van de noorlog scheen 't alsof de strijd op het Westelijk oorlogstooneel spoedig beslist zou zijn. Men dacht, dat de Fransche troepen niet veel tegenstand meer zouden kunnen bieden en dat het lot van Parijs gauw zou zijn bezegeld. Maar het is anders uitgekomen. De Duitschers werden te ruggedrongen en nu ze in zelf gekozen positie slag leveren aan de Aisne gelijk de verbondenen aan de Marne deden blijkt tusschen de beide vijandelijke legers vrijwel een evenwichts toestand te bestaan, en is het uitermate moeielijk over het doode punt heen te komen. De schaal slaat echter over: wanneer de Fransche omvattingsbeweging van den Duitschen rechtervleugel, staande van La Fère tot St. Quentin gelukt, of wel deze vleugel wordt gedwongen zich terug te trekken zóó, dat de hoofdstelling yolgen moet, evenals aan de Marne, maar dan thans in veel slechtere conditie; wanneer de Duitschers er in slagen het gat in de forten-linie Verdun-Toul te vergrooten en daardoor grootere troepen-massa's te werpen, dan is het Fran sche Noorderleger reddeloos verloren en bestaat er voor de Duitschers gelegenheid uit het noorden, noord-oosten en Oosten op Parijs aan te rukken. Het ia duidelijk, dat de tweede mogelijkheid van veel ernstiger aard is dan de eerste: een omvatting van den Duitschen rechtervleugel la Fère—Si Quen tin is lang niet zoo erg alB een doorbreking van de aperlinie Verdun—Toul. Uit het laatste Fransche communiqué blijkt, dat de omvattingsbeweging gunstig staat, dat men aan de Maas eenige vorderingen maakt en dat in het Woëvre- gebied de operaties gestaakt moesten worden wegens een dikken mist. Maar niet vernemen we, of de Franschen er in ge slaagd zijn de Duitsche troepen weer over de rivier te werpen. En daar komt het op aan de mist van Woëvre belet niet enkel het strijden, doch vertraagt ook de uitslag. Slagen de Franschen er in deze ge dwongen rustpoos te benutten door in allerijl verster kingen aan te voeren, dan zouden ze aan dien mist wel eens heel veel dankbaarheid verschuldigd kunnen zijn! Rondom Antwerpen valt de laatste dagen een toe nemende actie waar te nemen. De Duitschers rukken naar de vesting op en de Belgen doen uitvallen, zoo dat er voorpostengevechten worden geleverd van grooter omvang dan gewoonlijk. Allereerst werd er gevochten om Aalst, waar de Duitschers werden ver dreven door de Belgische troepen. Hierna hebben de Duitschers Mechelen beschoten, ol zij evenwel de stad ook bezet hebben is nog niet gemeld. En van ochtend hoorden we toevallig van particuliere zijde, dat zij in de richting van Lier schenen op te rukken, hetgeen er toch wel op wijst, dat de Duitschers iets met Antwer pen voor hebben. Ook in de Kempen worden voortdurend Duitsche troepenbewegingen waargeno men. Het is echter nog steeds de vraag, of dit op dringen naar Antwerpen een geregelde belegering, een actie tegen den fortengordel van Antwerpen beoogt, dan wel een nauwere insluiting van het Belgische veldleger ten doel heeft Van belang zal het echter zijn te vernemen of de Belgen er In geslaagd zijn in Aalst versterkingen op te werpen en zich daar stevig te nestelen. Immers kunnen zij het er houden, dan beheerschen zij de bruggen over de Dender en zijn zij in staat den Ehiitschers te beletten Oost-Vlaan- deren te bezetten, m. a. w. te verhinderen de vesting Antwerpen geheel te omsingelen. En zoolang de Duitschers buiten Oost-Vlaander en worden gehou den, blijft Antwerpen, blijft het Belgische veldleger in gemeenschap met de bondgenooten. Gelegenheid om het veldleger te versterken met Engelsche en Fran sche en zelfs met de telkens geziene, doch telkens ook weer naar het rijk der fabelen verwezen Russische troepen is er voldoende geweest, maar men heeft niet gehoord of zij benut is. Het blijft echter geenszins buitengesloten dat den Duitschers ook hier nog een leelijke tegenslag wacht en dat er nog heel wat kan gebeuren, voordat tie groote brommers, goed en wel opgesteld op betonfundamenten, hun vernietigende projectielen in de Scheldestad kunnen werpen. De Russen treden weer aanvallend op tegen de Duitschers. Er wordt, blijkens een Russisch commu niqué, gevochten in de buurt van Lyck. dus dicht bij de grens. „Wij moeten niet verwachten", zegt de „Chronicle", „dat de opmarsch naar Berlijn of Posen heel snel zal geschieden. In Mantsjoerije kon tijdens den Russisch- Japanschen oorlog, wanneer er snelle marschen moes ten worden afgelegd, generaal Okoe slechts 1600 me ter per dag vorderen en generaal Koeroki en Nodzoe nauwelijks tweemaal zooveel. En ofschoon de Russen in een voordeelige positie zijn, zal hun beslissende opmarsch niet gemalckelijk wezen." Nu komt een telegram uit Rome elden, dat de vorming van een leger van vijf millioen man voorbe reid wordt, dat onder opperbevel van den Tsaar komt te 8taan, allen tegenstand zal wegvagen en tegelijker tijd zal oprukken naar Weenen en Berlijn. In dezen oorlog is alles mogelijk doch van het vijf millioen leger zouden we toch maar nadere beves tiging willen afwachten, voordat we daaraan geloof gaan hechten! DE STRIJD IN NOORD FRANKRIJK. Volgens een Parijsch bericht is de algemeene toe stand ongewijzigd. De Franschen hebben op sommi ge punten, speciaal tusschen de Aisne en Argonne, opnieuw heftige aanvallen afgeslagen. Het Londensche Persbureau meldt: In den afgeloo- pen nacht deed de vijand een nog heviger aanval, ech ter zonder succes. In den toestand is geen wijziging gekomen. De Duitschers hebben geen terrein gewonnen, de Fran schen zijn echter hier en daar vooruit gekomen. DE BELEGERING VAN ANTWERPEN. De Tel. verneemt uit Antwerpen: Gistermiddag hebben de Duitnchera een begin ge- maaH met de beschteting van de forten van Waelhem en Sint Kathelync-Waver. Men zou dus kunnen ge- looven, dat het beleg van Antwerpen feitelijk begon nen is. Over dit feit werd het volgend officieel com muniqué gegeven „Na de beschieting van Mechelen zijn Duitsche troepen, door den nacht begunstigd, binnen de verla ten stad gedrongen, maar zij hebben niet beproefd er uit te komen. Een slecht geregeld zwaar artillerie vuur is op grooten afstand gericht geworden op de forten van Sint Kathelyne-Waver en Waelhem. De daardoor bereikte uitslagen zijn geenszins in verhouding tot de groote verspilling van munitie. On ze forten hebben ten andere zegevierend geantwoord, daar het bombardement opgehouden heeft in den loop van den namiddag. Tusschen de Dender en de vaart van Willebroeck is een voorwaartsche beweging van den vijand snel tegengehouden. De vesting-artillerie heeft aan den vijand zeer ernstige verliezen doen on- drgaan, die zijn terugtocht tengevolge hebben gehad." MECHELEN EN AALST GEBOMBARDEERD. Zondag is Mechelen, zooals we reeds meldden, voor de vijfde maal gebombardeerd. Bij het uitgaan der kerk, om half negen 's morgens, viel een granaat te midden der kerkgangers, waarvan verscheidene ge wond werden. Weldra volgde een regen van grana ten, wel vijftig in het uur, op verschillende punten werd de stad in brand gestokenhet station, de kazer- de der landers, een timmerfabriek, een hospitaal de nationale postzegelfabriek en een aantal particuliere huizen verbrandden. De St.-Romboutskerk is nu vol komen verwoest, de toren is hevig beschadigd. Ook Aalst werd door de Duitschers gebombardeerd, dat door de Belgen bezet was. De Duitschers hadden hun batterijen opgesteld te Ërembodegem en Dender leeuw. De Duitschers trachtten drie bruggen over de Dender te nemen, doch ze werden door de Belgen te ruggeslagen. Daarna begon het bombardement van Aalst. Twee fabriken en een hospitaal werden in brand geschoten. Gedurende de mis vlogen twee gra- nat enin de St. Maartenkerk, waardoor een paniek ont stond. De bevolking vluchtte in groote angst naar Gent, in de namiddags was de stad geheel door de be volking verlaten. Na een hevig artillerie-gevecht werden de Duit schers tot Assche teruggedrongen. SCHIETEN OP VREEDZAME BURGERS. De correspondent van de „Maasbode", die een tocht langs het Belgische gevechtsterrein maakte, ver telt in zijn blad, dat hij in de nabijheid van Opstal een aantal vluchtende Belgische vrouwen staande hield, die hem vertelden, dat de Duitschers haar eeni ge uren in de kerk hadden opgesloten. Ze waren on der de koeien vandaan gehaald en mochten de bees ten niet afmelken. Het geheele dorp werd doorsnuf feld. Terwijl de correspondent met haar stond te pra ten, werd er vanuit het dorp door Duitsche soldaten op hen geschoten. Een groot aantal schoten viel rondom hen, zoodat, zegt de correspondent, hij zelf nu heeft ondervonden, dat er door de Duitsche soldaten op rustige burgers wordt geschoten. EEN LUCHTDUEL. Volgens de „Bien Public" zijn de Brusselaren ge tuige geweest van een gevecht tusschen een Belgische tweedekker, die op verkenning was en een „Taube". De aviateurs vlogen zeer hoog boven dc stad en be schoten elkander. Plotseling duikelde de „Taube" en stortte omlaag. De tweedekker keerde behouden naar Antwerpen terug. DE DUITSCHE VERLIEZEN. •Volgens den correspondent der „Maasbode" heb ben de Duitschers nabij Lebbeke ontzettend veel ver liezen geleden. Ze waren n.l. reeds meer dan vier en twintig uren bezig om hunne dooden te begraven. LOSSE LOCOMOTIEVEN. In den nacht van Zaterdag op Zondag zijn van Bel gische stations aan de lijnen MechelenLeuven en HalEdingen een aantal oude aaneengekoppelde lo comotieven vol ijzererts in volle vaart gejaagd op de lijnen naar Leuven. Machinisten en stokers brachten deze treinen zoo ver als maar mogelijk was, zetten toen alle kleppen open en sprongen er af. Men weet nog niet, welke rampen deze treinen ver oorzaakt hebben, toen ze in razende vaart terecht kwamen midden in het spoorwegnet, door de Duit schers gebruikt. Zeker is, zegt de „N. Rott. Crt.", dat op verschillen de plaatsen de lijnen naar Antwerpen voor langen tijd onbruikbaar zijn gemaakt EEN MOLEN ALS SEINPOST. Over het gevecht bij Aerschot verneemt de „Maas bode" het volgende: In den loop van het gevecht bemerkte men, dat de wieken van een molen in de nabijheid met bepaalde tusschenpoozen begonnen te draaien, blijkbaar om den vijand teekens te geven. De soldaten, die zich van den molen wilden meester maken, werden door een regen van kogels ontvangen. Toen de molen na een stormloop was genomen, vond men er een Duitsch officier en een soldaat met een mitrailleuse. De Duitschers werden krijgsgevangen gemaakt De molenaar, op wien men een som van 5000 mark vond, werd voor den krijgsraad gebracht en gefusilleerd. IN DE AFRIKAANSCHE KQLONIëN. Het Londensche Persbureau bericht, dat Doeala, de hoofdstad van Duitsch Kameroen en Bonaberi zich onvoorwaardelijk hebben overgegeven aan een Engeisch-Fransche strijdmacht onder bevel van een Engelsch generaal. Bij Lüderitzbaai heeft een gevecht plaats gehad tusschen Engelschen en Duitschers. De Duitschers die plotseling werden overvallen, verloren vijf man aan dooden en twee aan gekwetsten Aan Engelsche zijde sneuvelden drie man en wer den er vier gewond. DE STRIJD OM KIAQ-TSJQU. Zondag hebben de Japannera op vijf mijlen van Tsingtao de Duitschers aangevallen. Drie Duitsche oorlogsschepen hebben tijdens het gevecht den Ja- pansche rechtervleugel beschoten, totdat vliegtuigen afleiding brachten. DE AARTSBISSCHOP VAN RELMS. Kardinaal Luson, de aartsbisschop van Reims, is eindelijk in geslaagd weer in de geteisterde stad terug te keeren, verneemt de „Maasbode". Uit Reims heeft hij nu zijn bevindingen schriftelijk meegedeeld „Het gewelf van de kathedraal", zoo schrijft hij, „is niet ingestort, maar het dak en het houtwerk zijn door de vlammen verteerd. Vele pina kels, torentjes, beelden en houtsnijwerk zijn vernie tigd, de klokken in het Noordelijk deel der kathedraal zijn gesmolten. Mijn huis in onbeschadigd en mijn inboedel onaan getast. Heele wijken der stad zijn door granaten en vuur vernield Thans ben ik bij mijn volk om zijn lijden en geva ren te deelen, en met mijn geliefde kinderen te bidden. De toestand is vreeselijk. Voortdurend weerklinkt het gebulder der kanonnen, doch het regelmatige bom bardement heeft opgehouden. Laten wij hopen, dat het niet opnieuw begint. De Duitschers hebben reeds genoeg puinhoopen geschapen." VOOR DEN OORLOG. In een vergadering van den Duitschen Handelsdag, den Duitschen Landbouwraad, het oorlogscomité uit de Duitsche Industrie, en den Duitsdien handwerks- en ambachtskamerdag werd een motie aangenomen, waarin dank wordt gebracht aan leger en vloot, en verklaard, dat Duitschland tot alle offers bereid la en besloten vol te houden, totdat een resultaat zal ver kregen zijn, dat met de ongehoorde offers van den strijd in overeenstemming is en een herhaling er van onmogelijk maakt. Dan worden vaste grondslagen verkregen voor den nieuwen bloei, de nieuwe macht en de nieuwe welvaart van het Duitsche Rijk. Een telegram werd opgesteld en verzonden aan den Keizer, waarin deze motie ter kennis van Z. M. werd gebracht. HET LOT VAN ANTWERPEN'S KATHEDRAAL. „In naam der beschaving" schrijft de Haagsche Nieuwe Courant over het lot van de kathedraal te Antwerpen Het wordt él waarschijnlijker dat het binnenkort tot een belegering, gepaard met een beschieting en bombardement van Antwerpen zal komen en in ver band daarmede lijkt ons het volgende van belang: Duidelijk is dat het Duitsche leger bij de beschie ting van kerken, monumenten, kunstwerken met niets anders dan het militaire belang rekening houdt. Zij worden niet beschoten of verwoest uit vernielzucht, maar elke militaire overweging schijnt voldoende te zijn om alle andere overwegingen voor het sparen en behouden van zulke kunstwerken ter zijde te stellen. Het is dus voor den tegenstander der Duitschers, die op het behoud zijner schatten van na tionale bouwkunst prijs stelt, zaak geen aanleiding hoegenaamd tot verwoesting te geven. Nu werden wij door een telegram van de Duitsche „Korr. Norden", dat wij Zaterdag ontvingen, opmerk zaam gemaakt op een ingezonden stukje, reeds een paar weken geleden in „De Maasbode" verschenen en waarin medegedeeld werd dat de toren van de be roemde Onze-Lieve-Vrouwe-kerk te Antwerpen zou bezet zijn met machine-geweren, dat die ook zouden geplaatst zijn op het kerkschip en dat er een draad loos telegraaftoestel op den toren zou staan. „Zou men zoo vroeg de inzender uit het bui tenland niet kunnen bewerken, dat de toren en de kerk niet voor oorlogsdoeleinden gebruikt worden en dat dezelve gesteld worden onder bescherming van een neutrale mogendheid? Bij officieele kennisgeving hiervan aan de Duitsche regeering zou men volgens alle waarschijnlijkheid dan dit prachtig monument voor ondergang kunnen behoeden." Ook ons is door iemand die uit Antwerpen kwam, het aan den inzender van de „Maasbode" ter oore ge komen bericht bevestigd. Wij. kunnen dit nu wel me- dedeelen, daar de aandacht in Duitschland thans (blij kens het telegram van het bovengenoemde Duitsche telegraaf-agentschap) op het loopende gerucht geves tigd is. Het Duitsche telegram (dat aldus aanvangt: „De verbondenen gaan voort de Duitschers van bar barisme te-beschuldigen daar tengevolge van de op stelling van Fransche artillerie achter de kathedraal van Reims, deze in de vuurlinie betrokken werdis blijkbaar bedoeld als een waarschuwing, of verdedi ging bij voorbaat, in dezen zinWanneer straks de O. L. V. kerk en toren te Antwerpen er aan gaan, weet men aan wie de schuld is. Als wij de Antwerpenaars konden bereiken met onze stem, zouden wij hun daarom met al onze kracht willen toeroepen: zorgt dat van uw prachtige kerk geen oorlogsgebruik van welken aard ook ge maakt worde. Elke aanleiding is voldoende om haar te doen vallen; men ziet het aan Reims. Zou inderdaad te dezer zake bemoeiing van een neutrale, te Antwerpen vertegenwoordigende mogend- 1 li O O 0 o o o o o 0 .O/se t i 0 0 0 o o 0.00000000 O 0 0 0 0 o O O I':

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1914 | | pagina 1