DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. WOENSDAG m SEPTEMBER. °o Duitschland en Japan. M o Metz Woêvrc o Duitschland en de verbondenen. De Duitschers en de Belgen. De Oostenrijkers en de Russen. L f, Bapaume Somme - ■Amiens Péronne Maubeuge 0 o BELGIË Complègne'. .•■St. Quentin I Ham Tergnier La Fère Noyon Laon Alsne o o o o o oo o h U X19 M» o o o o BURG o Sedan .Maas Marne H Meanx •■la Fertê PARIJS I Conlommiers Sezanne -Seine o.oooooö00 o Mezières o 0 o o Montfancon o Varennes o Fin in Argonne Verdun o Chalons sur o Marne SL Michiel m Pont Mousson DomèvreB o*Chateau ©Salins Nancy o ■•Rethel Reims Souain 0 d I St. Dlzier Toul ILunévlIle o o o o o I Eplnal o ALKMAAR, 30 September. Ter verduidelijking van bovenstaand Bchetsje willen we heden allereerst het een en ander mededeelen, dat van belang kan zijn voor wie in de aardrijkskunde nu niet meer zoo heel goed thuis is. Om eenig denkbeeld te geven van de afstanden, zij allereerst er op gewezen, dat de rechte lijn Verdun— Parijs 226 kilometer^ dus ongeveer 40 uren gaans, is. De rivieren zijn door stippellijntjes schetsmatig aangegeven, van Zuid naar Noord eerst de Seine (die evenals vele harer bijrivieren ontspringt in de stoffige Champagne, waar de krijtbodem veel regenwater op zuigt, om het langzamerhand weer los te laten), dan de Marne, vervolgens de Aisne, eindelijk de Oise, ten slotte de Somme en aan den rechterkant de Maas. De ze rivieren komen natuurlijk beter uit, wanneer men de stippellijnen even met een potlood aandikt De grenzen worden aangegeven door 0 0 0 0 0, de Belgi sche loopt tot rechts van Sedan, waar Luxemburg be gint, terwijl vervolgens de Duitsche grens komt. De opstelling van het leger der verbondenen bena dert men eenigszins, wanneer men een lijn trekt van Bapaume met een bocht ten noorden van Compiègne naar Soissons, over Reims en Argonne naar Verdun, links van St Michiel en eindelijk tusschen Toul en Nancy door. Deze lijn is 450 kilimeter lang. De Duit sche opstelling loopt van St. Quentin naar Noyon over Laon ten zuiden van Rethel naar Montfaucon, vervolgens over Woëvre ongeveer naar Lunéville. Brengt men deze beide lijnen aan, dan heeft men eenig denkbeeld van de posities der Btrjjdende legers in Noord-Frankrjjk. Aan de Aisne hebben de Duitschers, gelijk men weet, een krachtige, welingerichte stelling gekozen en deze is zoo sterk, dat de Franschen trachten haar door een flankaanval om te trekken. Wij hebben hier over de laatste dagen herhaaldelijk geschreven en kunnen dus thans volstaan met te vermelden, dat de Duitschers door voortdurend aan te vallen, hebben beproefd deze omsingelingsbeweging te breken en de Fransche troepen daar af te snijden van de hoofd macht,* hetgeen evenwel tót heden niet gelukt is, daar de aanvallen telkens zijn afgeslagen. Tot dusverre is het eenige resultaat van het vechten in deze Btreek, dat dat uiterste Duitsche rechtervleugel, die loodrecht op de hoofdstelling aanzienlijk is moeten worden ver lengd en dat de Fransche troepen gedwongen zijn steeds noord-westelijker uit te halen. Van de Exchange-geruchten, dat de Duitsche vleugel uit elkaar geslagen zou zijn, dient bevestiging te wor den afgewacht. De toestand aan de Aisne blijft vrijwel ongewijzigd. Men weet, dat hier een soort belegeringsoorlog wordt gevoerd, waartoe de terreins-toestanden zich uitne mend leenen. Het centrum, van Soissons tot Reims is deels boschrijk en bezet met ravijnen, welke voor de verdediging van groot belang zijn, deels heuvelachtig en bijzonder geschikt voor de opstelling van artillerie. Hier kan men spreken van de deining van den Blag, immers wel worden er soms aanvallen gedaan, maar die worden telkens teruggeslagen, zoodat de strijd herinnert aan de golven, die tegen een walmuur op stuwen en daar gebroken worden. Hoe hardnekkig de uitvallen der Duitschers ook mogen zijn, de Fransche en Engelsche troepen weten ze telkens af te slaan. In het Argonnen-woud tusschen Reims en de Maas, schrijven de Franschen zich „een lichten" vooruitgang toe. Overigens zegt het gisteren te Parijs uitgegeven communiqué, dat er geen verandering in den toestand la en ook de latere communiqué's brengen geen nieuws. Dus ook valt er niets bijzonders te melden omtrent hetgeen er aan de Maas ten zuiden van Verdun ge schiedt. Tot goed begrip van die operaties, zij er op gewezen, dat de afstand VerdunToul 65 K.M. be draagt. Beide steden zijn kringvestingen, d. w. z. de steden zijn vestingen, maar daaromheen bevindt zich een gordel van forten. Over dezen afstand zijn op de hoogten aan de Oostzijde van de Maas verschillende sperforten gebouwd, welke de toegangen tot en de overgangen over de rivier moeten beletten, daarbij geholpen door afzonderlijke batterijen. Zoolang zoo'n reeks sperforten ongeschonden is, is zij hecht, m<iar wanneer eenmaal één fort gevallen Is, dan zijn de an deren meestal gemakkelijker te nemener komt be legeringsgeschut vrij, de gelegenheid wordt geopend om de naburig forten van méér dan één kant te be schieten. De Duitschers zijn er in geslaagd bij St. Michiel een opening te maken, maar tot dusverre kon den zij dit gat nog niet vergrooten, zij werden in staat gesteld troepen over de Maas te zenden, maar een deel werd teruggeslagen en we hebben sindsdien niet ge hoord, dat de rest een zelfde lot onderging, nóch dat zij een versterking heeft bunnen krijgen: er zijn geen vermeldenswaardige veranderingen. Zooals onze legers weten, kan een overwinning aan een der beide vleugels tengevolge hebben, dat de over wonnene over de gansche linie moet terugtrekken. Estbrand Stabroek f Putte OBrasschaet t o t Capellen Lillo Llefkens- q D Red, Dorderen boek f D Schooten Merxem O f SL Marie Citadel O Qraven- Antwerpen t wezel t f uOeleghem Zwijndrecht |H t Haesdonk Cruybeke f f t f f f 5 8 7 6 Rupelmonde f t t q OWavreSLCatherine Waelhem Het de laatste dagen hier geopperde vermoeden omtrent Antwerpen wordt thans bevestigd door een mededeeling van het Duitsche groote Hoofdkwartier en door verschillende Belgische berichten: op een deehder forten is het vuur van het belegeringsgeschut geopend en van het Zuid-Oosten uit is een aanvang gemaakt met een insluiting van de vesting, zoodat niet wordt beoogd een nauwere observatie, maar wel degelijk een belegering. De allereerst beschoten for ten Waelhem en St. Catherine liggen ten Zuid-Westen van Lier juist is gebleken het gisteren door ons uit particuliere bron vernomen bericht, dat de Duitschers naar deze stad oprukten. Uit de Belgische berichten blijkt, dat de Duitsche infanterie tevergeefs een aanval op de eerste verdedi gingslinie heeft gedaan, maar met groote verliezen werd teruggedreven, en dat het vertrouwen in de weerstandskracht van het centraal reduit zeer groot is. De legende van „de vliegende Hollander" heeft een nieuwen vorm aangenomen. Men kent natuur lijk deze legende van het spookschip, dat geen haven mag binnenkomen, altijd maar de zeeën doorkruist, geruischloos nadert en de schepen, welke het ontmoet, dood en verderf brengt kent men haar niet uit zijn jeugd jaren door het boek van kapitein Marryat, dan zeker wel door Heine's poëtisch verhaal o! door Wag ner's bekende opera. Oorspronkelijk maakte het ge heimzinnige schip onder kapitein v. Straaten de buurt van Kaap de Goede Hoop onveilig, later dook zij ook in andere zeeën op en kreeg in van der Decken een Engelschen en in von Falkenberg eerj Duitschen kapi tein. Thans heet het schip de Dresden, een kleine Duit sche kruisei, die aa de ,U 9" wel het meest van zich doet spreken veel meer dan de heele Duitsche vloot, die achter de kanonnen van Kiel gedekt ligt. Eerst pakte zij een Eügelsch schip in de Chineesche zee, maakte toen plotseling vier Engelsche handelsschepen buit in de Golf van Bengaten, beschoot vervolgens, zonder echter veel schade aan te richten, Madras en heeft thans in den Indischen Oceaan 4 Engelsche stoombooten tot zinken gebracht en een Engelsche kolenboot genomen, zoodat zij weer voldoenden kolen- voorraad heeft om haar succesvolle jacht voort te zet ten. Nu moet men weten, dat de Dresden slechts 3600 ton meet, een bemanning van 300 koppen telt en geen zwaarder geschut heeft dan 10,5 c.M. om te be seffen, hoe onaangenaam het den Engelschen moet zijn, dat de Britsche vloot dit optreden niet weet te be letten en dit scheepje niet weet te pakken, Natuurlek gaat het er vroeg of Iaat aan en zullen de Engelsche kanonnen het in den grond boren, ondanks zijn groote snelheid, maar dat zoo'n moderne Vliegende Hollan der het soms toch nog lang kan volhouden bewees in den Amerikaanschen oorlog de Alhambra die veertien maanden lang de schrik der handelsschepen was. In sommige Duitsche kringen droomt men nog al tijd van een inval in Engeland. De luitenant-generaal baron d'Ardenne schrijft in de „Türmer", hierover. Wanneer de Duitschers maar eerst in het bezit van Calais, Dieppe en Le Havre zijn, dan Btaan ze voor het Kanaal, dat bij eerstgenoemde haven slechts 35— 40 kilometer breed is. De 30,5 centimeter mortieren schieten 22 kilometer ver en 4 kilometer hoog, de 42 c.M. mortieren nog hooger. Verdere artillerie-verras singen staan den Engelschen nog te wachten de schrijver zegt niet welke, maar volgens de geruchten z_u aog zwaarder geschut, van 50, ja zelfs vaa 60 c.M. in den oorlog gaan meespreken. Al kan men niet van den Franschen naar den Engelschen oever schieten, men kan toch een breede veiligheidszone voor Duitsche schepen, bruikbaar voor allerlei doeleinden krijgen. Er kunnen in de genoemde Fransche havens veiligheidsstations voor torpedobooten, onderzeeërs en kruisers ingericht worden en vooral ballonloodsen voor de luchtschepen. De bouw van deze loodsen is vergemakkelijkt, sinds men ze samengesteld heeft uit deelen, die uit elkaar genomen en afzonderlijk ver voerd kunnen worden. Aan deze loodsen wordt in Duitschland koortsachtig gewerkt. Wanneer het be richt waar is, dat de motoren der iuchtkruisers ge ruischloos werken, dan heeft de vijand een nieuw wa pen tegenover zich gekregen, dat door rijn artilleristi- sche activiteit, rijn plotseling, stil te voorschijn komen en rijn verkenningsdiensten vrees wettigt. „Ondanks, alle mijnen-versperringen, zoo besluit de schrijver, on danks een geweldige vloot, wordt in Engeland nog al tijd aan de mogelijkheid van een landing van Duit sche troepen geloofd. Wanneer wij de Fransche Noordzeehavens maar goed en wel in bezit hebben, zou zulk een landing, welke vroeger als een dwaze utopie werd beschouwd, heel wel denkbaar zijn. Als symptoon mag worden aangevoerd, dat de maatrege- len, welke Napoleon in 1804 voorbereidde om van Boulogne uit de Engelsche kust te bereiken, thans in de verantwoordelijke kringen meer aandacht vinden, dan het zuiver historisch belang zou doen vermoeden." Velen zullen in Duitschland denken als deze schrij ver. Groot lijkt ons de kans op de verwezenlijking van dit denkbeeld echter niet In de eerste plaats heb ben de Duitschers voorshands moeite genoeg zich in een klein stukje van Noord-Frankrijk te handhaven, om thans reeds te denken aan de inbezitneming van de Fransche havens, dan rijn de geruchten over 50 en 60 c.M. mortieren en. geruischlooze luchtschipmotoren tot dusverre slechts.... geruchten, en eindelijk zou, wanneer Duitschland tot een landing zou kunnen overgaan, de heele Engelsche vloot vernietigd moeten zijn, daar, zoolang Engeland ook nog maar onderzee ërs en mijnenstrooier8 heeft, de expeditieschepen steeds ernstig bedreigd zouden bljjven. Van Hongaarsche zijde wordt thans erkend, dat de Russen in Hongaarsch gebied rijn doorgedrongen, al wordt er dan ook aan toegevoegd, dat deze inval wei nig heeft te beteekenen en de bevolking heel niet be zorgd behoeft te rijn. Wat de Russen met het overtrekken der Karpathen- passen beoogen, valt nog niet te zeggen men moet een nadere ontwikkeling van deze actie afwachten. Te meer aandacht kan men besteden aan hetgeen er plaats vindt in West-Galicië, aan een nieuw treffen tusschen de Russen en de Oostenrijkers, thans door hun Duitsche bondgenooten aanzienlijk versterkt. Een telegram in dit nummer spreekt over cavallerie ont moetingen, die wel eens de voorhoede-gevechten voor een tweeden grooten slag zouden kunnen rijn. Het daarin genoemde plaatsje Biecz is gelegen nabij de Ropa, een riviertje op ongeveer 100 kilometer van Krakau gelegen, zoodat de Russen deze stad, uit wel ke de bevolking reeds zooveel mogelijk is verplaatst, al aardig dicht naderen. Wanneer de Russen pok Krakau mochten nemen, zal weldra kunnen worden uitgemaakt of ze ten Noorden op Berlijn zullen aan rukken of wel ten Zuiden naar Weenen in welk laatste geval er nog wel eens een slag bij Austerlitz zou kunnen plaats hebben 1 DE SLAG IN NOORD-FRANKRIJK. Een te Parijs uitgegeven communiqué zegt: „Op onzen linkervleugel ten noorden van de Som me en tusschen de Somme en de Oise heeft de vijand dag en nacht vele aanvallen beproefd, die rijn afge slagen. Ten noorden van de Aisne geenerlei verande ring. Op het centrum in Champagne en ten oosten van het Argonnegebied heeft de vijand zich bepaald tot een hevige kanonnade. Tusschen Argonne en de Maas maken onze troepen een lichten voortgang, te genover zich vindend zwaar versterkte posities. Op de hoogten aan de Maas in Woëvre en op den rechter vleugel (Lotharingen en Vogezen) geen vermeldens waardige veranderingen. Wij hebben vele gevangen gemaakt In den Joop van gisteren. Deze behoorden met name tot het zevende actieve en het zevende reserve legercorps, het tiendp, twaalfde, vijftiende en negentiende legercorps der Duitschers." HET BELEG VAN ANTWERPEN. De Duitschers hebben Mechelen geheel bezet Van daar uit beschieten zij met grof belegeringsgeschut sinds gistermorgen de niet militair bezette stad Lier. Sinds acht uur vielen bommen over de stad. De be volking, eerst verscholen in de kelders, heeft nadien de vlucht genomen. Lange stoeten vluchtelingen, ook uit omliggende dorpen, rijn gisteren te Antwerpen aangekomen. Te Lier werden talrijke huizen tot puin geschoten en vele burgers gewond. Ook zou een bom geschoten zijn op het burgerlijk hospitaal. Ne gen verpleegden zouden gedood rijn. De Duitschers rijn voortgegaan de forten Waelhem en Sinte Katelijne weer met heftigheid te beschieten. Men meent, dat hier zware Oostenrijksche artillerie gebruikt werd. DE DUITSCHERS IN BELGIë. Zaterdag namen de Duitschers te Aalst 26 burgers gevangen, die ze wilden dwingen een verklaring te teekenen, dat de bevolking op de Duitschers geschoten had. In het gevecht lieten de Duitschers 40 burgers voor zich uit gaan, zoodat velen aldus door de Belgen ge dood werden. Onder de van Gent aangekomen gevangenen her kende een Belgisch priester een Duitsch soldaat die vijf burgers had gedood. DE STRIJD IN GALICIë. Uit het Oostenrijksche hoofdkwartier wordt officieel gemeld: „Naar aanleiding van de. door de verbonden Duit- sche en Oostenrijksche strijdkrachten begonnen nieuwe operatie, kunnen terugtrekkende bewegingen van den vijand aan beide zijden van de Weichsel gemeld wor den. Sterke russische cavalerie werd door ons bfl Biecz uit elkander geslagen. Ten Noorden van de weichsel rijn verscheidene vijandelijke cavalerie-divi- sies voor de verbonden legers uitgedreven." tiet Hongaarsche Correspondentiebureau te Boeda pest deelt mede: „Een zekere onrust maakte zich van het publiek meester over de verbreking der telefoni sche gemeenschap met de gemeente Oekoermeroe in het district Maramaras (Oostelijke Karpathen). Vol gens binnengekomen berichten zijn echter onlangs troepen daarheen vertrokken, waardoor de toestand geheel is veranderd. Er is geenerlei reden tot onge rustheid. Nog niet bevestigde maar uit betrouwbare bron af komstige tijdingen uit Ungvar, aan een zijrivier van de Theiss, spreken van een gevecht, dat in gang was in de omgeving van Malomret. Thans zijn de Russen weder tot Uszok teruggedreven. In het dal van Turka Remete zochten de troepen uit het district Unger verbinding met de uit Munkacs (ten Z.-O. van Uugvar) gezonden troepen, waarin zij waarschijnlijk ook geslaagd zijn. Naar verluidt kwa men ook uit de omgeving van Szinna (district Zem- plin) militairen in grooten getale aarh Tot Czontos loopen de treinen." GEBREK TE PRZEMYSL. Volgens een bericht aan de „Novoje Vremja" zou den de Oostenrijksche krijgsgevangenen verklaard hebben, dat er te Przeysl gebrek aan voedselvoor raden was, zoodat de militaire rations met 25 procent zouden rijn verminderd. DE STRIJD OM KIAUTSJOU. Officieel wordt uit Tokio gemeld: Bij den aanval der Japanners, die den 27en Sept. dag en nacht duur- de, werden de Duitschers op Tsingtau teruggeslagen. Wij verloren 150 man, de verliezen der Duitschers zijn niet bekend. Wij maakten 50 gevangen en ver overden vier machinegeweren. De actie, die het karakter kreeg van een algemeen en aanval, waarop aanvankelijk niet was aangestuurd, duurde slechts kort. De Japansche vloot viel de Duitsche kanonneerboot „litis" aan op wijze samenwerkende met het leger. DE DUITSCHE KRUISER EMDEN. De Engelsche admiraliteit deelt mede dat geduren de de laatste dagen de Duitsche kruiser „Emden" in den Indischen Oceaan heeft aangehouden en In den grond geboord, vier stoombooten en een kolenboot. De equipages van al déze booten werden overgebracht op de stoomboot „Gryfedale", die eveneens was opgepikt, maar werd losgelaten om de bemanning naar Colom bo te brengen. Het schip is daar gisteren aange komen. O O a Oise o o o .üise a a a Soissons o o e O O O O O o a a a H H as e fi p a 0 I Vifry a a a a 3 f f4 a Kessel t Liezel t I

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1914 | | pagina 1